HELDERSUHE MEMVEIIIEPER COURANT. - ei Advertentieblad Toor Hollands Noordertwartier. 1886. N°. 68. Jaargang 44. Zondag 6 Juni. BEKENDMAKING. „Wij huldigen het goede."- Yenchijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalO.OO. franco per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Ad verten tiën: Van 1i regels 60 cents, elks regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. H E R IJ K van de Maten en Gewichten in de gemeente Helder. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder brenoen ter kennis van de ingezetenen, dat de bij de Wet voor geschreven Heryk der Maten en Gewichten, door Heeren Gede puteerde Staten der provincie Noordholland, voor dit jaar, in deze gemeente is bepaald van '24 Juni tot 7 Juli en geregeld is als volgt: 1°. Voor «Ie Gewichten voor fijnere wegingen van 1 gram en «laarhoven uit al «Ie wijken «Ier gemeente: Op DONDERDAG den 24 JUNI e. k., van des voor middags 10 tot des namiddags 3 ure. 2°. Voor «Ie overige Gewichten en de Maten Van VRIJDAG 25 JUNI tot en met ZATERDAG 3 JULI, op alle werkdagen, van des voormiddags 8 tot des namiddags 3 nre, en op MAANDAG 5 JULI, des voormiddags van 8 tot 10 ure. Op MAANDAG, DINSDAG en WOENSDAG den 5, 6 en 7 JULI e. k. voor de Marine-Etablisse menten; en wel op den 5 Juli des namiddags van tot 4 ure, op den 6 Juli van des voormiddags 7 tot des namiddags 4 ure, en op 7 Juli van des voor middags 7 tot des namiddags 2 ure. Het verrichten der werkzaamheden voor den Heryk zal plaats hebben in het lokaal der Gymnastiek school aan de Kerkgracht. Voorts wordt in herinnering cebracht, dat by Kon. besluiten van 1 September 1877 (Stbl. No. 175) en 27 Juli 1878 (Stbl. No. 101) voorgeschreven is: a. dat GEENE NIEUWE TONNEMATEN op den inhoud van 2 Hectoliter en GEENE NIEUWE CILINDRISCHE MATEN, UIT DUIGEN SAMENGESTELD, waarvan volgens vroegere bepalingen, HOOGTE en MIDDELLIJN ongeveer gelijk waren, mogen worden GEIJKT b. dat deze CILINDRISCHE MATEN VOORTDUREND mogen worden HERIJKT, en de TONNEMATEN van 2 Hectoliter op 1 JANUARI 1879 buiten gebruik zyn gesteld c. dat de TONVORMIGE MATEN op den inhoud van en 1 Hectoliter UITSLUITEND voor den handel in aard- en DE ANDERE. Door W. HEIMBURG. Na deze woorden heerschte er eenige oogcnblikken een onbe haaglijke stilte in het vertrek, slechts afgebroken door het gekletter van den lepel, dien Charlotte driftig op haar bord liet vallen. „Die beschuldiging is hard!" zeide Roden eindelijk. „Maar niet onverdiend!" antwoordde de oude vrouw. „Hy was een speler." Charlotte hief het hoofd op als een gekwetste ree; haar groote oogen vulden zich met blinkende tranen. „Daarvan weet ik niets," zeide Roden. „Ik weet alleen dat hy eens zijn laatste zakgeld aan een armen soldaat gaf, die naar huis ging om zijne moeder te begraven, en dat hy eens blindelings in het water sprong om iemand te redden, die het leven moede was." Eensklaps zag hij Charlotte over de tafel aan, en nu trof hem zulk een dankbare, zulk eeu vurige blik, dat hy verlegen zweeg en voor zich keek. „Ja, zulke dingen deed Johan!" riep zy. „Ik weet nog veel meer zulke trekken van hem. Maar als men iets buitengewoons is en doet, en niet den gewonen, alledaagschen sleur volgt, dan heet men tegenwoordig dadelyk slecht en verachtelyk! Johan was iemand, die „Die zeer lichtzinnig was," vulde grootmama bedaard den volzin aan. „Juist uit hetgeen ge daar noemt, bleek zyn volslagen gebrek aan ernst, zyn onnadenkende en loszinnige aard. Daar is een spreekwoord: „Al te goed is buurmans gek!" Charlotte zweeg, maar zag den jongen man aan, alsof zij van hem hulp verkrachtte. En toen hij bleef zwijgen en als toe stemmend het hoofd boog, verscheen weer die minachtende glim lach om haar mond; zij viel achterover in haar stoel, liet het hoofd op de hooge leuning rusten en wijdde al hare belangstelling aan de gebeeldhouwde eikenhouten zoldering. Mevrouw Roden putte zich echter uit in troostgronden en voerde allerlei voor beelden aan van verloren zonen, die op het pad der deugd terug gekeerd waren. En zoo werd het gesprek in dien treurigen geest voortgezet, totdat de hangklok tien luid dreunende slagen deed hooren en onmiddelijk daarop een torenklok buiten hetzelfde uur verkondigde. Nu stond mijne grootmoeder van tafel op. Daar werden brandende kaarsen op blinkend geschuurde koperen kandelaars binnengebracht en zoo gingen wij door de koele, groote gang, waar het zoo eigenaardig naar versche melk rook, de breede trap op naar de bovenverdieping. Zoover ging ook Frits Roden met ons mede. Nu wenschte hij ons goedennacht en floot zijn jachthond, die den geheelen avond naast hem had gelegen, waar mede ik hem de voordeur hoorde uitgaan. „Hy ziet 's avonds zelf na, of alles goed voor den nacht is verzorgd," zeide zyne moeder trotsch. „Toen ik weduwe werd en het domeingoed onder zijn beheer kwam, had ik natuurlyk groote zorg, hoe het zou gaan; maar hoe jong hij destijds nog mocht wezen, het gaat alles even geleidelyk en ordelyk toe, als toen myn beste man nog leefde. Het eenige, wat hem ontbreekt, is een vrouw; want ik kan somB niet meer de handen uit de mouw steken, zooals ik wel wilde. Maar als 't u belieft, hier links, mevrouw van Werthernl" Wy waren een voorzaal doorgekomen met groote en prettige kasten tegen de muren, en betraden nu de logeerkamer, waar de hoog opgestapelde bedden met de witte en gebloemde dekens onze vermoeide ledematen toelachten. Ook hier een knappend houtvuur in de kachel tegen de herfstlucht en een fijne lavendel geur; ook hier alles even gemakkelijk en gezellig als beneden in de huiskamer. Grootmama zou naast ons logeeren in een kleiner boomvruchten bij de maat, zoowel bij IJK als HERIJK blyven toegelaten; en d. dat is ingevoerd EENE ANDERE SOORT van CILIN DRISCHE MATEN, uit duigen samengesteld, op een inhoud van 2, 1 en Hectoliter, waarvan bodem- en duigen-dikte merkelijk minder zijn dan van de sub a en b genoemde cilindrische maten, en waarvan de MIDDELLIJNEN en HOOGTEN zich verhouden als 4 tot 5, zoodat ook de inwendige afmetingen belangrijk van de vroegere verschillen. Omtrent alle wettelijke bepalingen en voorschriften, betreffende den Heryk der Maten en Gewichten, kunnen belanghebbenden inlichtingen bekomen ter Secretarie dezer gemeente. De belanghebbenden worden aangemaand stiptelijk aan hunne verplichting te voldoen. Helder, den 10 Juni 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. De BURGEMEESTER der gemeente Helder maakt ter voorkoming van ongelukken, gedprende de practische schiet oefeningen, bekend: dat het gevaarlijk is projectielen aan te raken of op te nemen, die op de „Onrast" ongesprongen blijven liggen, en het den visschers aangeraden wordt, bij het vuren van het fort Erfprins (kenbaar aan een roode vlag van de Batterij), niet tegen wind en stroom in het Noordergat voor anker te komen. Helder, 31 Mei 1886. De Burgemeester voornoemd, STAKMAN BOSSE. De vertrekdagen der mails naar Oost-Indië gedurende de maand Juni zyn als volgt 8 Juni Hollandsche mail (over Marseille). 9 Juni Hollandsche mail (uit Amsterdam). 11 Juni Engelsche mail (over Brindisi). 19 Juni Hollandsche mail (uit Amsterdam). 19 Juni Hollandsche mail (over Marseille). 20 Juni Fransche mail (over Napels). 25 Juni Engelsche mail (over Brindisi). 29 Juni Hollandsche mail (over Marseille). 30 Juni Hollandsche mail (uit Amsterdam). Laatste buslichtingen aan het Postkantoor te Amsterdam: Ned. mail (uit Amsterdam) brieven 8 u. 's morgensdrukwerken den vorigen avond 8.45. Ned. mail (over Marseille) brieven 4.30 u. 's avonds; druk werken 2 u. 's avonds. Fransche mail, brieven 4.30 u. 's avondsdrukwerken 2 u. 's av. Fransche mail (Napels) brieven 11 uur 's morgens; drukwerk 10 u. 's morgens. Engelsche mail, brieven 11 u. 's morg.drukwerken 10 u. 's morg. Om van de aansluiting te Brindisi zeker te zijn, is het raad zaam daags te voren, op hetzelfde uur, van de voorloopige ver zending gebruik te maken. vertrek met één raam. En toen onze vriendelijke gastvrouw nog duizenden dingen gevraagd had: of wij gewoon waren hoog of laag te liggen? en 's morgens koffie of thee te gebruiken? beloofde zij ons reeds den volgenden ochtend bij tijds onze nieuwe woning te laten zien, die vlak in de buurt lag want daarop was zy byzonder gesteld geweest! De kamers lieten niets te wenschen over, verzekerde zy; vroeger hadden ze zelfs vorsten geherbergd. Het gebouw, het Ridderhuis genoemd, was door een regeerend vorst gesticht, een liefhebber van pracht en weelde uit den lustigen rococotijd, die altijd zulk een menigte gasten bij zich noodigde, dat het kasteel geen kamers genoeg bevatte. Het lag juist daartegenover, en het kleine kwartier op de tweede verdieping had leeg gestaan; 't scheen slechts een bewaarplaats van oude papieren en akten te zijn. En toen had zy Frits aanstonds een brief laten schryven, of dat bovenhuis niet in huur was te krijgen? En ja, het werd toegestaan en de opbrengst zou ten bate komen van de kinderbewaarschool, die de hertogin hier had opgericht. Zie, zóó had ze dat klaargespeeld; en ja, de behangsels waren oud, maar de fraai ingelegde vloeren weer duidelijk voor den dag gekomen, nu Haune en Rika ze eens flink geschuurd en geboend hadden. Het zag er deftig uit en uit de achterkamer bad men het gezicht in haar tuin. In het vooijaar was daar alles wit van de vlierbloesems en kon men het bijna niet uithouden van den geur, eu juist in dien hoek kwamen alle nachtegalen van Rotenberg bijeen. En nu wenschte zy nogmaals goedennacht en de jonge juffertjes moesten maar eens goed op haar droomen letten; zeker zou er wel iets inkomen van haar aanstaanden man en droomen kwamen altijd uitl En daarop dribbelde zij heen en sloot de deur zoo zacht achter zich dicht, alsof wij allen al in diepe sluimering lagen. «Slaapt wel!" zeide grootmama nu ook, terwijl zij zich naar haar kabinetje begaf, en stil begonnen wij ons voor den nacht gereed te maken. Charlotte zat nog in haar witte peignoir op den rand van het bed haar lang donker haar te borstelen, toen ik al half in slaap was. Daar hoorde ik haar op eens hardop lachen. „Wat is er, prinsesje? vroeg ik, weer geheel wakker geworden. Nu kwam zij op mij toe en ging bij mij aan het bed zitten. „Help mij even met mijn haar te vlechten!" vroeg zij,en terwijl ik de zware tressen in orde bracht, lachte zij wederom. „Waarom lacht ge?" vroeg ik opnienw. „Omdat ik my zoo amuseer," zeide zij, terwijl ze opstond en haar vlechten naar achter wierp. „Ik vind dat wy hier zoo uitstekend goed in deze idyllische omgeving passen ik ten minste 1 Nu, slaap wel, en droom maar niet van dien „voortreffe- lijken jongeling,,, die op zyn minst honderd jaar te laat op de wereld is gekomen. Morgen ga ik „Herman en Dorothea" nog eens lezen en denk dan aan den „welgemaakten zoon en de wakkere huisvrouw.» „Het bevalt mij hier best, Charlotte," merkte ik verstoord aan. „O ja wel 1 Alles is hier zoo ontzettend gemoedelijk, zoo echt landelijk. Gij hebt altijd een byzonder penchant voor dat onschuldige dorpsleven gehad." „Foei, Charlotte!" „Maar ik heb het heimwee naar de stad!" barstte zij op eens snikkende uit. „Ik weet zeker, dat ik het zal besterven als ik hier moet blyven!" En met deze nare profetie drukte ze haar mooi kopje in de kussens en liet haar tranen den vrijen loop. Ik was alweer ingeslapen, toen ik my nog eens bij den naam hoorde roepen. „Wat is er, Lotje? Mankeert je iets?" Maar daar klonk het zaeht grinnekend door de donkere kamer Binnenland. Door de Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in Holland's Noorderkwartier is aan Z. M. den Koning een adres gezonden en aan den minister van Binnenland- sche Zaken in afschrift medegedeeld, waarin wordt ver zocht, dat niet opnieuw aan de Tweede Kamer in over weging zullen worden gegeven ontwerpen van wet, in afwijking van de regels der gemeentewet omtrent plaatse lijke belastingen ten behoeve der gemeenten Edam, Pur- merend, Hoorn en Alkmaar, en te bevorderen, dat de wik- en weegloonen, in die steden geheven wordende, in overeenstemming met art. 254 der gemeentewet, tot het wettig bedrag worden teruggebracht. Een uitstekend voorbeeld is gegeven door eenige liberalen in Oisterwijk, die, blijkens een schrijven van mr. Verster in de N. Rott. Crt., geld hebben bijeengebracht en aan de „Liberale Unie" opgezonden, om besteed te worden voor de goede zaak. In hun eigen district staat het toch hopeloos met hun kansendaarom willen zij langs dezen weg de geestverwanten helpen in de districten, die met eenige inspanning te winnen zijn. Het voorbeeld moge wekken tot navolging. Er zijn veel verloren streken, waar de liberalen op deze wijze ten bate „Tonia, hebt ge dien grooten lederen buidel wel gezien, dien de wakkere huisvrouw onder haar boezelaar heeft hangen? Een groot marokijnen hart is er bovenop gestikt. Daar zitten de centen in van de melk want ze verkoopt die zclvo per liter. Hoe zoudt ge 't vinden, als die „welgemaakte zoon" eens op u of mij verliefd werd en wij op onzen trouwdag als de attributen onzer waardigheid, niet alleen een muts en een paar pantoffels, maar ook die geldbeurs kregen?"En nu lachte zij zoo hartelijk, dat ik onwillekeurig met haar moest instemmen, hoewel ik eigenlijk niets lachwekkends daarin vond. Maar daarop sliep ik in en stond O wonder! in mijn droom aan de wit geschuurde melktafel in de gang beneden en vulde den eenen liter vóór en den anderen na met schuimende melk uit de blinkend geschuurde koperen kan, terwijl het rood marokijnen hart op de geldbeurs mij in de oogen schitterde. En ik was zoo gelukkig in mijn droom, zoo gerost en zoo dankbaar 1 Mevrouw Roden had niet te veel gezegd van onze woning; het waren inderdaad vorstelijke vertrekken, die wij den volgenden dag betraden. Wel is waar moesten wij een smal achtertrapje opgaan, dat onmiddelijk naar den tuin voerde, die vroeger mis schien tot het Ridderhuis behoord had en met den tuin van het kasteel vereenigd wae geweest, maar nu een deel van het domein uitmaakte. De trap bracht ons op een kleinen, net beschoten overloop, waarop de drie wit geverfde, met smalle vergulde randen afgezette deuren van onze kamers uitkwamen. In het kabinetje, dat op den tuin uitzag, was het door fraai pleisterwerk omringde plafond-schilderstuk nog uitstekend bewaard gebleven: Aurora in een fladderend rozerood gewaad op de wolken zwevend, door bloemen strooiende Amortjes omgeven, en medaillons in de hoeken. De muren waren echter eenvoudig gewit, de schoorsteen was dichtgemetseld, en daarnaast stond, in een hoek gedrongen, alsof zij zich over haar eigen voorkomen schaamde, een kleine potkachel, verroest en scheef. „Hier zullen de kinderen slapen," besliste grootmama. Maar nu opende mevrouw Roden een deur, die toegang gaf tot een klein, met een sierlijk ijzeren hek omgeven balkon. Dat was heerlijk! In bonten najaarsdos lag de tuin aan onze voeten, en door de half ontbladerde takken had men een uitgestrekt vergezicht, tot waar een blauwe bergketen den horizon begrensde. „Dit gedeelte van den tuin, waarop ge hier neerziet, kunt gy gerust als uw eigendom beschouwen," zeide onze gezellin. „*t Heeft wel iets van een romantische wildernismaar daar hebben jonge menschen niet tegen. Mijn Frits ten minste niet; als ik hem zocht, vond ik hem hier altijd onder de hooge boomen, in het een of ander boek verdiept. Na, daarvoor heeft hij tegen woordig geen tijd meer. En nu, mevrouw van Werthern, komen we aan de voorkamers.» Twee prachtige vertrekken wezenlijk! Hooge vensters, fraai pleisterwerk aan dc zoldering, en een paar vertrouwen wekkende en veelbelovende kachels. „Maar dat is meer dan wy dnrfden hopen!" verklaarde grootmama verheugd. „Ja, myn beste mevrouw, ieder zou het ook niet gekregen hebbenof denkt ge, dat het Frits en mij onverschillig is, wie over onze plaats en door onzen tuin loopt? Ja, niet waar, freule Charlotte, 't is een prachtig uitzicht, zoo tegenover de bel-etage van het hertogelijk kasteel, en juist de kamers, die altijd bewoond worden! Kijk, Anita neemt dezen mooien najaarsdag nog eens waar, om de vensters open te zetten." Ik trad naast Charlotte en wy zagen samen naar de overzyde. Juist boog zich uit een der hooge ramen een vronwelyke gestalte ver naar voren, terwyl zij de groene jaloezieën wyd opende. Op den donkeren achtergrond van het vertrek schitterde een geheel kleurenspectrum ons tegen, veroorzaakt door een enkelen zonne-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 1