van 69 jaren nog niet bereikt. Zijn verscheidefc in de
kracht des lévens heeft daarom op allen, die hem kenden
en waardeerden, een droevigen indruk gemaakt. Ruim 15
jaren stond de nu overledene aan het hoofd der Katholieke
kerk in die kolonie, en gedurende zijn verblijf aldaar is
hij steeds ijverig werkzaam geweest. Hij was voorzitter
van de schoolcommissie op dat eiland sedert 1871. De
ter-aarde-bestelling had in den laten namiddag van 19 Mei jl.
met groote plechtigheid plaatsde meeste corporatiën waren
daarbij vertegenwoordigd. Den geheelen dag had het lijk
in eene „chapelle ardente" in de St. Annakerk gelegen en
groot was liet aantal der geloovigen en belangstellenden,
aie den overledene de laatste hulde kwamen bewijzen. Hij
was een begaafd spreker en een man van algemeene ont
wikkeling.
Pater H. J. Reynen, vicaris-provinciaal der Predikheeren
aldaar, blijft belast met het bestuur van het apostolisch
vicariaat van Curatjao tot den tijd waarop door den H. Stoel
in de ontstane vacature zal zijn voorzien.
t Men schrijft ons van Texel, dd. 23 dezer:
„Behalve de battings, die in zee opgevischt en in de
haven alhier aangebracht zijn, spoelden nog ruim 400 stuks,
meerendeels van dezelfde merken, C X S, voorzien,
aan het strand. III
Vermoedelijk is in een der stormachtige dagen van de
vorige week, een met hout geladen schip, niet ver van de
kust, verongelukt.*
Bij de op jl. Dinsdag te Alkmaar door Dijkgraaf en
Heemraden van het Ambacht van West-Friesland, genaamd
Geestmer-Ambacht, gehouden aanbesteding vana. het
gewoon onderhoud van den Geestmerambachtsdijk met
aanhoorigheden, werd perceel 1 gegund aan D. Kriller,
te Oude Niedorp, ad f 100; perceel 2 aan J. Klerk, te
Haringcarspel, ad f 19; van b. het gewoon onderhoud der
Westfriesche dijkswerken met de leverantie van alle benoo-
digde materialen en arbeidsloonen perceel 1 en 4 aan J.
Klerk, te Haringcarspel, achtereenvolgens ad f 130 en f 200;
perceel 2 aan Jb. Oldenburg, te Bergen, ad f 35; perceel
3 aan K. J. Ruis, te Koedijk, ad f 4050; perceel 5 aan J.
Dekker, te Sint-Maarten, ad f145; perceel 6 aan T. Ootes,
te Wognum, ad f 33, en perceel 7 aan J. Hille, te Ursem,
ad f 275.
Gisteren middag heeft mevrouw Bulkley zich naar
Rotterdam begeven, om aldaar hare straf te ondergaan.
De Leidsche Gasfabriek heeft over 1885 een batig
saldo van f 65,993 opgeleverd, welk bedrag in de gemeente
kas zal worden gestort.
In de te Amsterdam gehouden vergadering der Ver-
eeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs kwam
het volgende voorstel van Amsterdam ter sprake:
Dat de algemeene vergadering het als haar overtuiging
uitspreke: dat het houden van catechisatiën in de lokalen
der openbare school strijdig is met eiken arbeid in het
belang van het Christelijk onderwijs, inzonderheid met het
werk der Vereeniging voor Christelijk Nationaal School
onderwijs. Over dat voorstel ontspon zich een uitvoerig
debat. Onder de bestrijders behoorden o. a. Post en Van
Gheel Gildemeester (uit Den Haag), terwijl o. a. voor het
denkbeeld van Amsterdam spraken de heeren mr. Th.
Heemskerk, J. C. Fabius, jhr. mr. A. F. De Savornin
Lohman en mr. L. W. C. Keuchenius. Laatsgenoemden
behielden het veld, zoodat het voorstel (min of meer ge
wijzigd;, werd aangenomen. Voorts werd op voorstel van
't hoofdbestuur besloten, dat voortaan aan geen inrichtingen,
normaallessen enz. tot opleiding voor onderwijzers, behalve
die, welke thans met de Vereeniging verbonden zijn. onder
steuning zal worden verleend, tenzij naar het oorieel der
hoofdcommissie de behoefte aan vermeerdering van onder
wijzers mocht blijken. De premie, uitgeloofd voor het op
leiden van kweekelingen tot hulponderwijzers, is terugge
bracht van f 150 tot f 100. De groote toevloed van onder
wijzers maakt deze beperking noodig.
Te Gorinchem is door zekeren E. d. G. op zijne
vrouw een moord gepleegd. Uit het gerechtelijk onderzoek
moet gebleken zijn, dat toen De G., van beroep hovenier,
jl. Maandag avond te ongeveer half tien te huis kwam, hij
twist met zijne echtgenoote kreeg, naar aanleiding van een
gezegde van deze, dat er iemand om geld was geweest, en
zij door zijn toedoen, nl. omdat hij zijn geld aan sterken
drank verkwistte, niet had kunnen betalen. Volgens hem
was het eten niet gereed en berispte hij zijne vrouw hierover.
Hoe het zij, in eene vlaag van drift nam hij het broodmes
en stiet het haar onder het lijf. De doodelijk gewonde
vluchtte daarop naar buiten, maar kon het niet verder dan
de stoep brengen, waar zij ineenzeeg. De eenige woorden
die zij nog gesproken moet hebben, zijn: O God, Regien,
hij steekt mij dood!' welke zij eene buurvrouw toeriep.
In huis gebracht, heeft zij nog ongeveer een kwartier
geleefd; zonder eenige verdere ophelderingen te hebben
kunnen geven, gaf zij den geest.
De vermoedelijke dader is in verzekerde bewaring genomen.
Uit Utrecht meldt men aan het Vaderland:
„De tocht der studenten-maskarade liep jl. Dinsdag boven
verwachting gunstig af. Het bleef droog weder en de
avond-omgang gelukte daardoor volkomen. Op verschillende
Sunten der stad, bij dag en bij avond, werden aan Graaf
ohan Van Nassau allerlei verrassingen bereid, o. a. werden
hem een zilveren bokaal en een gedenkpenning aangeboden.
Een der vaandels in den optocht, die van het gezelschap
/Tres Faciunt Collegium," trok zeer de aandacht. Dit
vaandel, van rood fluweel vervaardigd, versierd met gouden
en zilveren klaverbaderen, zijnde het symbool van liet
f ezelschap, prijkt met het wapen van Utrecht, omgeven
oor een stralenkrans in top, terwijl gouden franjes en
kwasten het geheel een schitterend aanzien geven. Het is
vervaardigd door de hofborduurwerkers Gebr. Van Oven
te 's Hage.
Het Academiefonds, van welks stichting Dinsdag de
oirkonde werd aangeboden door dr. Vrolik, bedraagt reeds
nu f 17,141 en de Vereeniging van oud-studenten stelt
zich ten doel die som aanhoudend te vermeerderen
Gedurende de pauze van de maskerade werd in Tivoli
een concert door de schutterij-kapel van Coenen gegeven,
dat zeer druk werd bezocht.
Gisteren middag te 1 uur had ten Raadhuize de plech
tige ontvangst plaats van de commissie uit de burgerij,
door den Raad van Utrecht, ter overhandiging van de
orikonde betreffende de feestgave der ingezetenen voor het
nieuw op te richten Universiteitsgebouw. Toepasselijke
redevoeringen werden daarbij van de zijde der burgerij,
van 't gemeentebestuur en van den Senaat der Hoogeschool
gehouden.
Overigens hield Graaf Johan gisteren op 't feestterrein
zijn receptie, waartoe hij alles wat rang en aanzien heeft
had genoodigd, bij plakkaten in oud-Hollandschen druk,
overal ook buiten Utrecht, zelfs aan de stations te
's Hage en andere groote steden aangeplakt.
Tal van „Edele Heeren ende Schiltboortighe mannen,
scone joncvrouwen ende maegdekens" velen „die hooch
van namen ofte groot van ampten zijn, die seer wyse ende
seer geleerde Onderwysers der Ulustre Schole, die Hop-
luyden, Kornels ende Kornetten, ende voorders alle" die
den Graaf „trouwe syn ende syne doorlufte persoon wilden
aansien," waren ter receptie in Tivoli verschenen en onder
van Waasdijk's tonen was 't er hoogst gezellig en bedrijvig.
Tal van reünie-diners hadden gisteren verder plaats; in
de eerste plaats dat van den „Senatus Veteranorum."
Daarna: groot militair concert van de grenadiers en jagers,
onder Völlmars leiding, en ten slotte bal van't Utrechtsch
Studenten- concert.
De electrische verlichting voldeed Dinsdag avond, zoowel
op het feestterrein als in de stad, uitnemend. De motor
voor de verlichting lag in den vorm van een drijvende
stoommachine in de gracht bij Tivoli."
Gisteren heeft te Haarlem eene vergadering plaats
gehad van 't voorloopig Bestuur der Maatschappij voor de
Nederlandsche Visscherij. Dit voorloopig Bestuur bestaat
uit de heeren J. A. O. De Ridder, Voorzitter en H. M.
Wesseling, Secretaris, beiden van Katwijk; E. Conijn, van
Egmond aan Zee; A. Hoogenraad, van Scheveningen
J. R. Boerlage, van Zand voort; J. W. J. Harwegen den
Breems, van Schiedam; Tuyn, van Volendam en mr.
D. P. H. Aberson, van Helder. Door deze heeren zijn
in de bijeenkomst van gisteren de ontwerp-statuten en
een concept-reglement opgemaakt, welke aan de goedkeuring
eener algemeene vergadering zullen worden onderworpen.
Voor het wegnemen van moederteekens en wratten
is eene mededeeling van professor Voltolieri-Breslau van
algemeen belang. De verwijdering van dergelijke „schoon-
heidsfouten" had tot nog toe eigenaardige bezwaren, door
dien bij de gebruikelijke behandeling, het wegsnijden of
wegbranden, dikwijls litteekens achterbleven, die nog
hinderlijker waren. Daarom verkozen velen ze maar te
houden. Professor Voltolieri nu heeft voor de verwijdering
gebruik gemaakt van de chemisch oplossende kracht van
den electrischen stroom, de zoogenaamde electrolyse. Tot
dit doel heeft hij eene batterij van vijf elementen gecon-
struëerd, waarvan de geleidingsdraden van twee zeer scherpe
platinanaalden en voor bijzonder harde uitwassen van stalen
naalden voorzien zijn. De naalden worden gestoken in den
uitwas, dien men wil verwijderen, en daarop laat men den
stroom eenige minuten werken. Na deze operatie verdroogt
de wrat en valt na eenigen tijd af, zonder een spoor van
litteeken achter te laten. Voltolieri heeft deze methode in
talrijke gevallen met gunstig gevolg aangewend en wil nu,
door er openbaarheid aan te geven, alle geneesheeren in
de gelegenheid stellen, ze toe te passen.
(Veel eenvoudiger dan dit professorale middel is dat,
hetwelk hier en in den omtrek steeds met goed gevolg
wordt aangewend, nl. het wrijven over wratten en moeder
vlekken met het binnenste gedeelte der schillen van tuin-
boonen.)
Gemeenteraad van Helder.
Zitting van Dinsdag 22 Juni 1886.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 18 leden; afwezig de heeren Hordijk, J. C.
Jansen en Beukenkamp; 1 vacature.
De tribune is talrijk bezet.
Na de opening der zitting worden de notulen der vorige ver
gadering gelezen en goedgekeurd.
't Eerst wordt aan de orde gesteld het onderzoek der geloofs
brieven van den heer J. Verfaille, die by de herstemming, op
25 Mei 11. gehouden, tot lid van den Gemeenteraad is gekozen.
Dat onderzoek wordt opgedragen aan eene Commissie, bestaande
uit de heeren Van Gijn en over de Linden, met den Wethouder,
den heer Braaksma. Terwijl de Commissie zich naar eene andere
zaal begeeft om hare taak te volbrengen, wordt de zitting opge
heven. Na de heropening der zitting, brengt de Commissie,
bij monde van haren Voorzitter, den heer Braaksma, verslag uit.
Zij deelt mede, dat zy de geloofsbrieven van den heer Verfaille
in volkomene orde heeft bevonden en dat zij mitsdien voorstelt
te besluiten tot zijne toelating. Met eenparige stemmen wordt
de conclusie van 'l rapport aangenomen.
Vervolgens komt in behandeling eene ontwerp-supplctoire
begrooting voor den dienst van 1886, die door B. en W. opge
maakt en in eene vergadering van dat Collegie met de Commissie
voor de Gemeentewerken en voor de Financiën unaniem is goed
gekeurd. In die begrooting wordt als eenige post van ontvang
genoemd: de geldleening tot aflossing van het restant der geld-
leening van 1861 en ter voorziening in buitengewone uitgaven
f 79878.68. Als posten van uitgaaf worden daarin aangewezen:
meerdere renten van geldleeningen f 25.aflossing van geldlee-
ningen f3100.kosten van het aangaan der leening f 450.voor
het uitbaggeren van het Heldersche Kanaal f 7000.voor het
verbinden van brandputten met de duinwaterleiding f 1350.
voor verbouwing van schoollokalen f 19000.voor bestratingen
en rioleeringen f 9000.voor onvoorziene uitgaven f 12053.68
totaal f 79878.68. Door den heer Korver wordt tot den
Voorzitter de vraag gericht, of de volgorde, waarin die werken
zullen worden uitgevoerd, dezelfde is, als waarin zy in deze
begrooting worden genoemd. De Voorzitter zegt, dat zulks niet
het geval zal zijn en verzekert bovendien, dat over de uitvoering
der genoemde werken, ieder afzonderlyk, later de beslissing van
den Raad zal worden gevraagd. Met algemeene stemmen wordt
daarop dit ontwerp, dat in de zitting van 24 Mei 11. met meer
derheid van stemmen was verworpen, thans goedgekeurd.
Mot eenparige stemmen worden mede goedgekeurd eenige af-
cn overschrijvingen op de begrooting voor 1885, welke regeling
noodig is met het oog op de eerstdaags op te maken rekening
en verantwoording over gemeld dienstjaar.
Er geschiedt voorlezing van een adres van den heer J. Korff,
aannemer alhier, houdende verzoek om afstand van een stukje
grond, in de Pylstceg alhier, der gemeente toebehoorende, welk
perceeltje de gemeente volstrekt vau geen dienst kan zyn en
voor adressant noodig is bij 't bouwen van een paar woningen
aldaar. Op voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen
besloten, het stukje grond, groot ruim 56 M1, aan adressant in
eigendom af te staan voor de som van f 25.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat, volgens de wet,
tegen 1 Juli a. 8. de Verordeningen dezer gemeente, waarin
tegen de overtreders straffen worden bepaald, moesten worden
herziendat de Commissie voor die herziening vergaderd is
geweest, en dat zy bij deze het voorstel doet om de bedoelde
Verordeningen alsnog ongewyzigd te laten, en na 1 September,
den datum der invoering van 't nieuwe Strafwetboek, tot algeheele
herziening, in verband met dat Wetboek, over te gaan. Dien
overeenkomstig wordt besloten en aldus blijven alsnog gehand
haafd de navolgende plaataelyke Verordeningen, waarbij straf
bedreigd wordt: die op de publieke huizen, op de tapperyen, op
het Heldersche kanaal, oj> de uitoefening van het uitdragers-
beroep, op de verhuizing binnen de gemeente, op het loeloopen
van honden, op het rijden met hondenwagens, op het begraven
van lyken, op het bouwen en sloopen, op het beheer en behandelen
der brandbluschmiddelen, op het voorkomen van brand, op de
plaatselijke uitwateringen, op den verkoop van brood, op de straten
en wegen en de daarin gemaakte wyzigingen. Op voorstel des
Voorzitters wordt besloten om de Commissie voor de herziening der
Strafverordeningen, die thans uit drie leden, nl. de heeren Groen,
Hordijk en over de Linden bestaat, met het oog op den omvang
der taak, die haar na 1 September wacht, met nog twee leden
uit te breiden. By stemming werden benoemd tot verdere leden
dier Commissie de heeren Oudenhoven en Hoogenbosch, respec-
tivelyk met 10 en 8 stemmen. Op den heer Van Neck waren
3 stemmen uitgebracht; de heeren J. C. Jansen, H. Janzen,
Korver en Govers verkregen ieder 1 stem. De gekozenen laten
zich hunne benoeming welgevallen.
Voor kennisgeving worden aangenomen deze mededeelingen
a. Dat HH. Gedep. Staten dezer provincie geene vryheid
hebben kunnen vinden om te voldoen aan 't verzoek, door eenige
Gemeentebesturen tot hen gericht, om toestemming te verleenen,
dat een deel der aan de gemeenten toekomende gelden, ter ver
goeding van het 4/5 der opbrengst van de Rijksbelasting over
1886, worde gebracht op de rekening over 1885, ter voorkoming
van een niet onbelangrijk tekort, waarmede die rekening nu ver
moedelijk zal sluitenen
b. Dat de heer W. Westendorp, onderwijzer te Nieuwer-
amstel, zijne benoeming tot Hoofd der gemeenteschool No. 1 (op
het Koegras) heeft aangenomen en op 1 Augustus a. s. die be
trekking zal aanvaarden.
Voorlezing geschiedt van een adres van ingezetenen, nering
doenden, wonende aan de Hoofdgracht en aan den Kruisweg,
'.oudende verzoek, dat, ter bevordering ook van hunne belangen,
de kermis in 't vervolg moge geplaatst worden beurtelings in
het westelyk deel der gemeente en aan de Hoofdgracht, gelijk
zulks vroeger ook plaats had. Door den Voorzitter wordt,
namens het Dag. Best., voorgesteld, dit adres op 't oogenblik
niet te behandelen, maar om over de plaatsing der kermis
voor 't vervolg te spreken in eene volgende zitting. De leden
van den Raad hebben dan gelegenheid om by het aanstaand volks
feest de deugden en de gebreken der tegenwoordige regeling te
beoordeelen. Herhaaldelijk wordt het verzoek van adressanten
aanbevolen door den heer Van Gyn, die er op wyst, dat, vooral
de bewoners van 't Molenplein, door de verplaatsing der kermis
tenten schade lyden. Door den heer Oudenhoven wordt het
door den heer Van Gyn aangevoerde ondersteund, terwyl de heer
over de Linden naar de redenen vraagt, waarom van de oude
regeling indertijd is afgeweken. De Wethouder, de heer Maal-
steed, verdedigt de tegenwoordige regeling, die zich zeer aanbe
veelt, en doet uitkomen, dat, even goed als adressanten vragen
om de kermis nabij hunne woningen te hebben, dit b. v. door bewoners
van de Nieuwstraat of van de Bassingracht kan worden gevraagd.
De Voorzitter deelt mede, dat de kermis vroeger geplaatst was 't
eene jaar in het westelyk deel der gemeente, 't andere jaar aan de
Hoofdgracht, doch dat deze regeling onmogelijk kan worden her
steld. Toen stonden de kramen om 't andere jaar in de Dyk-
straat, waar zich 't Raadhuis bevindt en de weg voor rijtuigen
bij huwelyks-voltrekkingen was daardoor afgesloten. Begrafenissen
moesten langs allerlei achterstraten trekken. De tegenwoordige
regeling beveelt zich ook daardoor aan, dat men langs de
Loods- en Kerkgracht kan rijden en ook dat de kramers hunne
tenten vlak aan 't water kunnen opslaan. Bij de beplanting van
't Molenplein is alleen in zooverre van de bestaande regeling
afgeweken, dat de tenten, die vroeger op dat plein stonden, nu
eene plaats vinden op 't Havenplein. Voor het aanstaand volks
feest heeft bovendien de loting reeds plaats gehad en komt het
adres te laat. De Voorzitter stelt voor, in eene der zittingen na
de kermis over de regeling voor 't vervolg te beraadslagen. Dien
overeenkomstig wordt met eenparige stemmen besloten.
Er worden achtereenvolgens gelezen adressen: a. van Bestuur-
deren der Kiesvereeniging „Helder" en b. van den heer P. Pol vliet,
beide de strekking hebbende om, met het oog op de volksgezond
heid, aan te dringen op het nemen van maatregelen ter voor
koming van de schadelijke dampen, die uit het Heldersch kanaal
opstijgen. Op voorstel des Voorzitters wordt besloten, adres
santen te antwoorden, dat bij de vaststelling der suppletoirs be
grooting voor den dienst van dit jaar aan het uitgedrukt verlan
gen is voldaan en dat op de gewenschte uitdieping de aandacht
van den Raad gevestigd is.
De Voorzitter herinnert, dat in de vorige zitting een verzoek
is ingekomen van C. Van den Brande, tot het bekomen eener
toelage, met het oog op zjjne als nachtwacht in en door den
dienst bekomen lichaamsgebreken, en dat de behandeling van dat
verzoek is aangehouden, opdat er een onderzoek daaromtrent zou
kunnen plaatshebben. De archieven, by de politie voorhanden, spreken
echter van de feiten, door adressant vermeld, niet. Den brigadier
der Ryksveldwacht Van dar Veke, die destijds hier werkzaam
was, zyn inlichtingen gevraagd. In afwachting van die inlich
tingen, stelt de Voorzitter voor, de behandeling der bewuste zaak
alsnog uit te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten.
Nog wordt door den Voorzitter herinnerd, dat in de vorige
zitting gesproken is over den bouwvalligen toestand van den
schoorsteen der Gasfabriek alhier, 't Onderzoek, terstond na die
zitting ingesteld, bracht aan 't licht, dat die schoorsteen reeds in
December 1885 was afgekeurd en dat aan de aannemers Gebrs.
Klein reeds het herstel was opgedragen. Thans zyn de steigers
voor die reparatie dan ook opgeslagen. Deze mededeeling wordt
voor kennisgeving aangenomen en, daar niemand meer het woord
wenscht te voeren, wordt de zitting door den Voorzitter voor
gesloten verklaard.
Provinciale Staten van Noordholland.
In de vergadering der Provinciale Staten van Noordholland,
die op Dinsdag 6 Juli a. s., 's middags te 12 ure, zal worden
geopend, zullen o. a. in behandeling worden gebracht:
1. De rekening der enkel provinciale en huishoudelijke inkom
sten en uitgaven over 1884; de begrooting der kosten van het
provinciaal bestuur, voor zooveel het Rijksbestuur is, voor 1887;
de begrooting der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten
en uitgaven voor hetzelfde jaar, en een voorstel tot heffing van
opcenten tot geljjk bedrag als in de laatst voorgaande jaren.
2. Voorstellen van Gedeputeerde Staten tot nadere regeling
der jaarwedden van den provincialen archivaris en van een
ambtenaar op het Bureau des hoofdingenieurs van den provincialen
waterstaat.
3. Een voorstel tot het aangaan eener leening van f 165,000,
tot gedeeltelijke dekking der bijdragen, verleend voor den aanleg
van een localen spoorweg tusschen Hoorn en Medemblik en voor
de verbetering der haven van Enkhuizen, en een voorstel tot
wijziging van het in November 1885 genomen besluit tot het
aangaan eener leening van f 300,000 ten behoeve der uitbreiding
van het gesticht Meerenberg.
4. De rekening van het gesticht Meerenberg over 1885; eene
tweede suppletoire begrooting van dat gesticht voor 1886 en de
begrooting van hetzelfde gesticht voor 1887.
5. Verschillende aanvragen om subsidie uit de provinciale
fondsen, als:
van de vereeniging tot ontwikkeling van den Landbouw in
Hollands Noorderkwartier, voor het algemeen bekend maken
eener verbeterde methode van kaasbereiding;
voor het Parc-Vaccinogéne te Amsterdam en Vaccinatiebureau
te Haarlem;
voor de Ambachtsscholen der Maatschappij voor den Werkenden
Stand te Amsterdam;