HELDERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT.
en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1886. N°. 79.
Jaargang 44.
Vrijdag 2 Juli.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag cn Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
franco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Oz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der A d ver te n t ië n: Van 14 regels 60 cents, elka
regel meer 16 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement beluntrrijk laicer.
SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder
brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de Commissie,
bedoeld bij art. 15 der wet op de Schntierycn, zitting zal houden
aan het Raadhuis, op VRIJDAG 2 JULI c. k., des namiddags
ten zes ure, tot bet onderzoeken der redenen tot vrijstelling van
dienst, die bij de onlangs gehouden loting en naloting zyn inge
diend, zoomede tot het onderzoeken der redenen tot vrijstelling
of uitsluiting, die dc reeds ingelijfde schutters mochten hebben
voor te dragen, en tot onderzoek van hen, die by nummerver
wisseling voor anderen verlangen op te treden.
Wyders wordt in herinnering gebracht, dat degene, welke voor
die Commissie niet verschijnt, gehouden wordt geene redenen tot
vrystelling te hebben.
Helder, den 27 Juni 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSsE, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
Blnnenlan d.
Het Paleis van Justitie mankte jl. Zondag melding
van het gerucht, dat de invoering van het nieuwe Wetboek
van Strafrecht eerst 1 Januari a. s. plaats zou hebben.
De Avondpost kan dit bericht ten stelligste tegenspreken.
De invoering geschiedt op den oorspronkelijk vastgestelden
datum, 1 September a. s.
Naar uit Amsterdam wordt gemeld, bestaat thans het
plan om in de verzakking der fundeering van de overkap
ping van het Centraal-station volgenderwijs te voorzien
Op de bestaande fundeering wordt een betonlaag gemetseld,
waarop kapbeenen, voorzien van rollen (op zoogenaamde
schaatsen) komen te staan. Bij aanwending van dit minder
kostbare hulpmiddel wordt bij eventueel voortgaande ver
zakking geen nadeel toegebracht aan de overkapping zelve,
wijl deze dan niet, althans slechts zeer gering, in de be
weging deelt.
De Gemeenteraad van Bergen heeft den lieer J. H.
Holland concessie verleend voor den aanleg van een stoom
tram door die gemeente naar Alkmaar.
15)
DE ANDERE.
Door W. HE1MBURG.
Rotenberg het onderste boven dat was niet te veel gezegd
De kleine, vervelende stad scheen eensklaps een totale herschepping
te hebben ondergaan. Van den Slottoren waaide de rood-witte
vlag lustig in de frissche Mcilucht, en in den tegenover ons
liggenden vleugel van het kasteel waren alle jaloezieën geopend.
Het liet zich niet aanzien, dat de komst van den prins een
opkomende gril was geweest en dat hy even schielyk verdwynen
als verscüyuen zou; integendeel bleek bet uit alles dat bij een
tijdlang zou bl|jven. In het sousterrein zag men een kok met
een witte muts op druk aan bet werk, en op den avond van
den tweeden dag kwamen er eenigc rijtuigen, paarden en twee
lakeien de vorstclyke huishouding begon.
En nn die goede RotenbergersIn den Hertentuin was een
concert aangekondigd; in de Hermitage in het bosch zou een
Italiaansche nacht gegeven worden; op de schietbaan, waar al
kramen en tenten voor het jaarlijksch vogelschieten werden
opgericht, prijkte een tentje van rood en wit vlaggedock, dat
het schuttersgild voor den prins liet oprichten, die reeds voor
twee jaren eerelid daarvan was geworden. En op alle hoeken
van de straten waren groote "biljetten aangeplakt met het opschrift
Hertogelijk tooneel te Rotenberg.
.De schoone Galathea."
Op den morgen, die op Charlotte's verlovingsfeest volgde,
werden w|j heerlyk uit den slaap gewekt, daar do tonen der
muziek plechtig tot in ODze stille kamer doordrongen: //Loot
den Heer, den machtigen Heer der heerscharen!" De stedelijke
schutterij bracht den prins een serenade.
Ja, ulles was wezenlyk in rep en roer; w|j alleen zaten stil
thuis, stiller nog dan ooit. Charlotte had het kleine balkon tot
haar afzonderlijk gebruik ingericht; daar, onder de donkerroode
marquise, die ik van oude gordyncn bad vervaardigd, zat z|j
met een boek of' eenig naaiwerk in de haqden en menigmaal
ook voor zich uit te staren. Z|j was niet eens tot een wandeling
te bewegen, sedert wij op het algelegen pad boven op den berg
den prins onverwachts waren tegengekomen en h|j zich minzaam
b|j ons aangesloten en ons uitgenoodigd had, met hem en z|jn
geleider, een prachtigen dog, die Puck zeer uit de hoogte
behandelde, door den nieuwen aanleg en langs het domein terug
te keeren. Alle menschen hadden de vensteis opengeworpen om
ons na te zien. Frits, die ons zag aankomen, wachtte ons bij
het hek op en geleidde ons den tuin door naar buis. Hij zeide
er niets van, en w|j ook niet, maar van dien dag af ging
Charlotte niet meer uit.
Nu bracht een lakei ons een sierlijk briefje, dat de uitnoodiging
bevatte tot een bal champêire in den tuin van het kasteel.
Charlotte verwaardigde het nauwalüks met een blik en logde
het aanstonds uit de band; maargrootmama vroeg zuchtend:
„Kunnen we dat afslaan?"
.Ik stellig!" zeide Charlotte.
.Waarom niet?" zeide ik. .We z|jn immers in den rouw."
.Voor m|j is hjj een gewoon ongetrouwd man," verklaarde
Charlotte, .die er geen aanspraak op kan maken dames bij zich
te ontvangenen al wil iedereen hier het als een eer beschouwen,
aan de bevelen van. Z|jne Doorluchtigheid te gehoorzamen ik
bedank daarvoor."
t Is m|j goed," stemde grootmama toe, nam haar courant
weer op en verdiepte zich in de beschrijving van de feestelijkheden,
die b|j gelegenheid der onthulling van het siaudbceld van Frederik
Wilhelm UI in de residentie zouden plaats hebben. De courant
was het eenige, wat de belangstelling der oude vrouw nog eenigs-
De N. Delftscne Crt. zegt, naar aanleiding der ver
oordeeling van den notaris S. v. L.
.Tiep medelijden vervult ons met den man, die, hoewel
op politiek gebied een onzer heftigste tegenstanders, thans
zoo diep gevallen is. Hij, die eenmaal zitting had in de
Tweede Kamer, als wethouder van Delft, in deze stad als
't ware oppermachtig was, hoogheemraad van Delfland en
tevens een der woordvoerders was der liberale partij in
onzen Gemeenteraad, hij is thans van zijn vroegere vrienden
geheel verlaten; ja zelfs maakte de Delftsche Crt. die
eertijds den man op haar handen droeg per bulletin zijn
vonnis bekend.
Men moet het maar van zijn vrienden hebben.
Waarlijk, ook hier geldt het: .Sic transit gloria mundi!"
De Nederl.-Indische Spoorwegmaatschappij deelt over
1885 74 pCt. dividend.
De Hollandsche Gasfabriekmaatschappij geeft over het
afgeloopen boekjaar, waarvan 10 maanden gas werd geleverd,
een dividend van 3ü pCt. Het bestuur is gemachtigd tot
ontbinding der vennootschap op het tijdstip, dat het daarvoor
in overleg met de commissarissen het meest geschikt zal
vinden.
Te Anna Paulowna is eene Vereeniging opgericht,
ten doel hebbende door spaarzaamheid, vooral in den tijd
dat de verdiensten goed zijn, geld bijeen te brengen, om
in den winter zooveel mogelijk in eigen behoeften te kunnen
voorzien. Het plan bestaat om in den aanstaanden winter
de leden op de meest voordeelige wijze van steenkolen te
voorzien. Aan de omstandigheden zal het worden over
gelaten, wat er verder gedaan zal worden,
f Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 29 dezer:
.De Gemeenteraad nam heden een gewichtig
en voor velen een zeer verblijdend besluit. Wanneer
dat besluit door Gedeputeerde Staten wordt goedgekeurd,
dan zal het kaasmarktplein een belangrijke uitbreiding
erlangen door den aankoop van 3 aan dat plein gelegen
perceelen voor een gezamenlijke som van f 19,000.
Diezelfde perceelen zouden in 1877 voor datzelfde doel
zins gaande maakte; zy liet dan van tijd tot tijd een hm! hm!
hooren of schudde het hoold en ergerde zich over het geschreeuw
van de Franscbcn. En dan kon zij zoo smakelijk uit hare kinds
heid vertellen, boe ze bet schieten bij Leipzig op bet landgoed van
haar vader, dat op de Saksische grenzen zag, duidelyk gehoord
had. Dan werd ze letterlijk opgewonden en zag er eenige jaren
jonger uit. „We zullen nog wel weer eens een Leipzig beleven
besloot zij dan gewoonlijk.
„'t Is Goddank overal vrede!" fluisterde ik, en dacht aan den
angst, dien ik in zesenzestig over Johan had uitgestaan. Wat konden
m|j Napoleon en Luxemburg en de Spaansche troonopvolging
schelen? Hier, onder m|jne oogen, werd immers een stryd ge
streden, een zware en heete str|jd, die geluk en vrede vernie
tigde
„Roep Frits!" verzocht Chnrlotte soms, en ging dan met een
koortsigen blos op de wangen van de eene kamer naar de andere.
De oude werkvrouw werd dan naar het landgoed afgevaardigd
cn het duurde niet lang of hij kwam met snelle schreden en
bezorgd gelaat aanloopen. En als ze hem zag aankomen, overviel
haar als het ware een onbeschrijfelijke angst; dan trok zc zich
schielijk in de slaapkamer terug en was slechts met moeite te
bewegen daaruit te voorschyn te komen en den man, dien zyzelve
had laten roepen, te ontvangen. Het was alt|jd een pijnlijk tooneel,
dat meestal zwygend werd afgespeelden hij ging weer heen,
gedrukt en bezorgd, evenals hij gekomen was.
Nadat w|j voor het bal bedankt hadden, verscheen Anita. De
prins liet vragen of bij mevrouw van Werihern een bezoek
mocht brengen. De oude dame geraakte letterlijk in verrukking
over die groote vriendelijkheid en gaf de glimlachende Anita het
antwoord mede, dat het haar eene eer zou zyn Zijno Doorluchtig
heid at te wacliten.
's Namiddags tu9schen vijf en zes unr kwam b|j inderdaad de
smalle trap op en nam in onze woonkamer eerbiedig plaats tegen
over grootmama. Charlotte was niet zichtbaar. Zyn schitterende
oogen zwierven één moment teleurgesteld in alle richtingen rond,
maar daarop begon hij opgewekt van allerlei zaken te vertellen
van zync moeder, van zyn verblijf te Baden-Baden en een reis
naar het Oosten, die h|j voor een paar jaren gedaan bad, en
kwam eindelyk op Rotenberg en op het bal, dat h|j zich voor
stelde te geven. Juist op dit oogenblik trad Charlotte binnen.
Ik zag haar verwonderd aan. In alleryl had zy een wit zomer
kleedje aangetrokken; de lange zwarte vlechten hingen haar op
den rug, en baar gelaat zag even wit als haar japon.
Prins Otto sprong als geëlectriseerd van z|jn stoel op. „Wij
spraken juist van bet aanslaande feestje ge komt immers ook,
freule van Werthern?"
„Het sp|jt m|j, Uwe Doorluchtigheid. Maar w|j z|jn nog in
den rouw over papa, zooals ge weet antwoordde z|j.
„Dan zal ik den dans laten afzeggen!" riep k|j.
„O neen," stamelde z|j blozend. „Ik verzoek u vriendelijk mij
te verontschuldigen."
Hij zweeg en nam afscheid. Maar tegen den avond werden
er briefjes in de stad rondgezonden, dat het leest wegens een
plotseling opgekomen reis van den prins onvoorwaardelijk was
uitgesteld. Ook w|j kregen er een. Charlotte las het zwijgend.
„Goddank, dat hy op reis gaatzeide ik b|j my zelve. Maar
hij dacht er niet aanDenzeltden dag, dat het bal zou hebben
plaats gehad, zat h|j in de gele kamer aan het open venster te
lezen.
Anita stak echter de straat over en verlangde freule Charlotte
te spreken. „Ik heb bier een paar stukjes verf, die de lrcule
heeft vergeten," zeide z|j, terw|jl ze mij voorb|j en zich naar
Charlotte op het balkon spoedde.
Ik wilde haar volgen, maar vreesde Charlotte's oogen, die
zijn aangekocht geworden voor eene soiu van f 26,UUÜ,
indien Gedeputeerde Staten hunne goedkeuring niet aan
dat raadsbesluit hadden onthouden, op grond dat bij het
nemen van dat besluit niet alle wetsvoorschriften waren
in acht genomen.
Het tegenwoordige besluit werd genomen met 9 tegen
1 stem."
Op de proefvelden der Rijkslandbouwschool is dit
jaar eene soort rogge verbouwd, waarvan enkele halmen de
aanzienlijke hoogte bereiken van 2 meter 4U cM.
In de jl. Zaterdag 'gehouden vergadering van den
Gemeenteraad van Breda heeft de heer Heylaerts, die eenigen
jtijd geleden uit den Raad wegliep omdat de burgemeester
hem een onaangenaamheid zeide, weder zitting genomen.
Hij wilde een verklaring uitlokken van zijn medeleden dat
zij zijn terugkeer billijkten, maar de voorzitter meende dat
zulk een verklaring niet tegenover een raadslid past. Hij
nain zijn woorden, indertijd gesproken, niet terug, maar
verklaarde desniettemin dat het hem gendegen deed den
heer Heylaerts weêr in den Raad te zien, daar hij altijd
aangenaam met hem gewerkt had. Men moest echter niet
gaan loopen op 't eerste onaangename woord. Als hij,
burgemeester, dat had willen doen, dan was hij al lang
weg geweest.
Daarmede verklaarde de heer Heylaerts zich content,
zoodat dit geschil alweder in der minne is geëindigd.
In den nacht van 17 op 18 Januari ll. werd eene
alleen wonende 71jarige juffrouw te Pingjum opgeklopt.
Opgestaan zijnde, vroeg zij wie daar was, en kreeg ten
antwoord: vier arbeiders, die een gulden vragen. Zij gaf
een gulden, maar dan moesten ze ook dadelijk heengaan.
Zij kwamen echter spoedig terug, sloegen een paar ruiten
stuk, trapten en schopten tegen de deur, waardoor deze
scheurde, en eischten nu twintig gulden. De juffrouw
zei, dat ze dan morgen bij dag moesten komen; neen, werd
er geantwoord, geef ze maar spoedig, anders steken we je
huis in brand en als we bij je komen, dan gebeurt er meer.
Uit angst heeft de juffrouw daarop 8 rijksdaalders gegeven;
zoo duidelyk konden vragen: „Wat doet gij hier?" Toen ik m|j
eindelijk by haar voegde, spraken zij over Italië cn allerlei
koetjes en kaltjes, terwyl de stukken verf op de tafel lagen.
„Tonia," zeide Charlotte later, „ik ga Italiaansch leeren.
Anita zal mij les gevenverleden hebben we dit al afgesproken.
Het is zoo'n prachtige taal!"
Ik zag het meisje verrast aan, maar wist geen afdoende reden
te bedenken, waarom ik er eigeulyk tegen had. „Ja, Charlotte,
als ge er zin in hebt, maar noodig is 't toch eigenlijk niet
„Neen, noodig is 't niet!" barstte z|j driftig uit. ,,'t Is ook
niet noodig dat men schildert of leest! Alles van dien aard is
overbodig, wilt ge zeggen? De kunst, de schoonheid, de poëzie
niets is noodig! O, dat akelige woord!"
„Welnu, Charlotte, doe het, als ge 't prettig vindtI" Ze
had gel|jk, als Anita het maar niet had bestierd.
„Ik doe het ook. Morgen beginnen w|j."
's Middags zette ze haar strooien hoedje op en nam haar
portemonnaie, en toen zij weerkwam, bracht zij een paarscbryf-
x>eken en een oude, geel geworden Italiaansche grammaire mede.
Zc was in ééne opgewondenheid.
Tegen den avond ging ik even naar mevrouw Roden. Frits
was juist van het veld thuisgekomen en ik ontmoette hem in de
gang'
„Alleen?" vroeg hij somber.
„Ja, Frits. Charlotte leert Italiaansch. Ze wil bij Anita les
nemen." En in mijn angst voegde ik er bij: „Laat dat toch niet
toe, Frits! Verbied het haar tochl"
Hij zag my verbaasd aan. „Ik?" vroeg hij op bitteren toon,
terwijl hij zyn kamer binnenging.
Mevrouw Roden werd bleeK, toen zy dezen nieuwen inval
vernam. Zy verkropte evenwel haar ergernis en zweeg. Alleen
zeide zij by het afscheid: „Alle energie is er by hem uit,Tonia
Hij was vroeger fliuk en doortastend en nu kon by niet
besluiten met ééu slag aan dien ellendigen toestand een eind te
maken. En zulke karakters l|jden daaronder het meest hij
houdt al te veel van haar!"
Ik troostte haar en betoogde, dat Charlotte niet oppervlakkig
van aard was en genoeg edelen trots bezat om haar woord niet
te breken. Maar de oude vrouw schudde het hoofd. „Ze zal
wel willen ja, daaraan twyfel ik niet, maar God helpe
ons!" besloot z|j, terwyl ze hare tranen droogde.
Zoo ging de eene dag na den anderen voorbjj, en toch scheen
alles stil te staan. Om ons heen heersehte zomervreugdeoveral
muziek: op het schietterrein en in de uitspanningen, 's Avonds
stroomden de menschen naar de komedie en 's nachts hoorden
w|j de voetstappen, het praten en lachen van de huiswaarts-
keerenden, en boven in het kasteel was alty'd alles verlicht.
Maar toch was er iets niet in orde en prins Otto niet meer de
oude. Zijn loge in den schouwburg bleef leeg, z|jn tent op de
schietplaats was tevergeefs opgericht, cn de knappe Rotenberger
meisjes hadden vruchteloos de keurigste toiletjes tentoongesteld:
prins Otto liet zich niet meer in het publiek zien.
„Wat doet b|j toch?" vroeg de een aan den ander.
„Hij leest, hij schildert, hij is knorrig," zeide Anita tot ons.
„Waarover?" vroeg grootmama. Anita haalde de schouders
op en, zweeg.
„Trekt hy nog niet gauw op?" vroeg ik.
„O, daaraan is vooreerst geen denken!" antwoordde de kleine
brunette. „Eergisteren is zijn bibliotheek gekomen."
Daar is iets niet in den haak! dacht ik en keek naar
Charlotte, die de oogen niet van haar Italiaansche spraakkunst
ophief.
„Daar is iets niet in den haak," zeide grootmama ook en las
het hoofdartikel in de courant nog eens over. En toen deed se