HEUERSCHE MEIIWED1EPER COURANT. en Adrertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1886. N". 82. Jaargang 44. Vrijdag 9 Juli. Uitgever A. A. BAKKER Cz. D ANDERE. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, DonderdBg en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal 0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiiin: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. BI nnenlan cL. De Amsterdammer schrijft scherp ironisch over het verhoogen van het telegramtarief. Uw eerst gevoel zij dankbaarheid, zegt het blad. Dankbaarheid aan den fiscalen geest van ons Kabinet, dat het er niet toe is overgaan, onze briefporto's te verhoogen. Hij had er toch het recht toe en het moet hem aanlokkelijk zijn voorgekomen, daar het in het geloof leeft, dat de inkomsten van de schatkist stijgen naarmate de Staat zijne diensten duurder laat betalen. Toch zou dit nog voordeeliger zijn dan de verhooging van het telegramtarief. Als het Rijk de burgers noodzaakt,de telegrammen duurder te betalen, drukt het den handel, de nijverheid, de pers, drukt het de natie en is het wellicht oorzaak, dat het indirect veel grooter schade lijdt dan de hoogere opbrengst van het tarief zou vergoeden. De groote vraag echter iswaarbij zijn het Rijk en de burgers meer gehaat, bij verhooging of hij verlaging van het tarief? Hierover zal in het koninklijk besluit wel geen licht opgaan. Wellicht zullen onze Afgevaardigden zoo goed zijn, den minister bij de aanstaande officiëele ontmoeting er eens naar te vragen. Tot zoolang oefene men dus geduld. „Ligt het niet voor de hand/ sqhrijft de Amsterdammer ten slotte, „dat men eerst den telegraafdienst reorganisere, opdat aan alle verkwisting een eind kome, en men ver volgens het tarief verlage, opdat, evenals bij de Posterijen, de inkomsten verhoogd worden, dewijl het thans te dure middel meer onder het bereik zal vallen van het groote publiek? Onze minister van Waterstaat heeft steeds een open oog gehad voor de behoeften van handel en nijverheid, die als een staartje aan zijne departementen hangen. Zijne scherpzinnigheid en scherpziendheid komen bij deze -/her vorming" wel het .duidelijkst aan het licht! Bedenkt men bovendien, welk eene warme liefde voor de pers de heer Heemskerk bezielt, wier redacteuren Z. Exc. nu en dan in ministeriële redevoeringen eervol vermeldt, dan kan men nagaan met welk een vriendelijk gemoed onze premier zijn ambtgenoot bij dit plan gesteund heeft. Immers, terwijl het gebruik van den telegraaf bij de pers, in het belang van het publiek, steeds toeneemt, zal weldra deze dienares der natie in geen land ter wereld tegenover den telegraaf van slechter conditie zijn dan ten onzent. Het heeft er waarlijk al den schijn van of dit ministerie vóór zijn heen gaan nog eene daad wilde verrichten, .die niet gemakkelijk zal vergeten worden en die de zuiverste uitdrukking mag heeten van zijn conservatief, bekrompen fiscaal karakter." 18) Door W. HEIMBURG. Daar kwam iemand de trap opstormen en zonder tikken de kamer binnen: het was Anita naar den adem hijgende. Hare oogen zochten Charlotte en beider blik ontmoette elkander; het was alsoi beiden wilden spreken en mijn bijzijn haar de lippen sloot. „Ge hebt het zeker al gehoord," begon het Italiaansche meisje verlegen, „de oorlog en Zijne Doorluchtigheid vertrekt morgen ook al." Ik kon Charlotte's gelaat niet zien, daar ze mij den rng toekeerdemaar eensklaps viel mij een pak van het hart en ik ging stil de kamer uit. Als de levenslustige prins wezenlijk een penchant voor Charlotte had gehad, bracht de oorlog dien dwazen droom tot een gezegend eind. Het verwonderde mij, dat ik Anita zoo schielyk mi my de kamer hoorde verlaten en zoo vlug als de wind door den tuin zag snellen. Eu toen ik aanstonds naar Charlotte terugging, stond zij midden in de kamer met de handen voor het gelaat. „Wat hebt ge, Lotje?" Nu liet zy de armen zinkenik zag tranen in hare oogen en een wonderlijke trilling om haar mond een gelukkige en toch droevige glimlach. Precies weet ik mij niet meer te herinneren, hoe de daarop volgende uren verliepen; by groote gebeurtenissen verkeert men in een halve bedwelming. Ik dacht niet meer aan onze onzekere toekomst; wat had de zorg van den enkele nog te beteekenen? De oude werkvrouw, die ons het half warme middageten uit de restauratie bracht, had drie zonen, die „meemoesten," en de oudste had al vrouw en kind, voor wie hij het brood moest verdienen. Maar de sloof klaagde niet. Zij zette de schotels op tafel en zeide: „Mijnheer Roden heeft juist al zijn volk byeen laten komen en toen een aanspraak gehouden. Hij moet ook mede," liet zij er op volgen, met een blik op Charlotte, die niet al te vriendelyk was, „en wie zal zeggen of hij weerkomt!" liij ook! Ik had dien dag nog niet aan hem gedacht en keek Charlotte bij die laatste woorden aan, of ze nu geen berouw kreeg, of ze hem kon laten trekken zonder een enkel woord, zonder een bede om vergiffenis. Maar Charlotte had nauwelijks geluisterd. Ze zat met het hoofd in de hand en roerde het eten niet aan. Buiten op de straat joelden de jongens uit de buurt en speelden oorlog met de Franschen; maar by ons in de kamer was het des te stiller. Ik zat toen bij het raam en Charlotte bij de schryftafel. Zij schoof de verschillende laden open en dicht, verscheurde brieven en legde anderen bijeen ik begreep niet wat zy uitvoerde. Een paar malen opende ik den mond, om nog eens bedaard over Frits Roden met haar te praten; maar ik wist niet hoe ik zou beginnen. Een paar malen wendde zij het hoofd naar mij om, alsof zij iets wildo zeggen, eens kwam zij zelfs dicht by mij maar ook zij bleef zwijgen. Haar wangen werden beurtelings rood en bleek. Zy wierp geen enkelen blik naar de overzyde, hoewel de prins zich hier van tyd tot tijd vertoonde. „Ik stik hier byna van de warmte," zeide zy eindelyk. „Was Paus Leo XIII zal op 31 December 1887 zijn gouden priesterjubilé vieren. Allerwege bereidt men zich voor om deel te nemen aan dit feest. Ook in Nederland is een hoofdcomité met dat doel gevormd. Dit hoofdcomité, bestaande uit de heeren H. J. Smidt, voorzitter, mr. C. M. Blankenheym, J. J. Beijnes, mr. J. M. B. J. Van der Does de Willebois, J. A. J. W. Van Hal, Frits Berger Quaedvliet en dr. J. A. H. G. Jansen, secretaris, roept nu zijne katholieke landgenooten in De Tijd op, om, grooten en kleinen, ieder naar zijn vermogen, allen eendrachtig sa&m te werken tot de uitvoering van de volgende plannen: 1. Aan Z. H. den Paus op zijn gouden priesterjubilé eene feestgift te bieden in geld, bijeengebracht door de liefde en offervaardigheid van al zijne kinderen in Nederland. 2. Het katholieke Nederland zoo luisterrijk mogelijk te doen vertegenwoordigen op de beraamde tentoonstelling in het Vaticaan. Naar deze tentoonstelling zullen de katholieken van geheel de wereld zenden voortbrengselen van hunne kunst en hunne nijverheid, den Paus ten ge schenke, vooi-namelijk voorwerpen bestemd tot den heiligen dienst, die Z. H. in staat zullen stellen om te voorzien in de veelvuldige behoeften der missiën en andere hulpbe hoevende kerken en godsdienstige instellingen. 3. Een album sa&m te stellen van de katholieke Ver- eenigingen en inrichtingen, gewijd aan godsdienst, lief dadigheid, wetenschap, kunst, enz., hetwelk Z. H. zal worden aangeboden als eene getuigenis van de ontwikkeling en den bloei van het katholieke leven in ons vaderland. 4. Eene bedevaart naar Rome te organiseeren, welke aan Z. H. den Paus de gevoelens van de Nederlandsche Katholieken vertolken zal. Het comité mocht de ver blijdende toezegging ontvangen, dat de pelgrims de graven der apostelen zullen bezoeken, onder geleide van een of meer leden van het Nederlandsche episcopaat. Over de wijze van uitvoering Aran deze plannen zullen weldra nadere bijzonderheden worden bekend gemaakt. Daar de prijs der landerijen in Friesland in de laatste jaren belangrijk is gedaald, kunnen sommige kerkvoogdijen de kerkelijke gebouwen niet meer naar behooren onder houden, zoodat zij genoodzaakt zijn om een omslag te heffen over de leden, of een beroep te doen op het syno daal fonds tot ondersteuning. Ook zijn vele predikants- tractementen, die voortvloeien uit de pastorie-goederen, door deze daling vrij wat ingekrompen. 't maar avond Toen het begon te schemeren, stond ik op en vroeg of ze mij naar het kerkhof wilde vergezellen. „Morgen! Morgen!" antwoordde zij. „Vandaag niet. Ik ga in den tuin wat op- en neerwandelen." Eh toen ik de deur uitging, kwam zij mij haastjg achterna. „Tonia!" Het scheen mij wederom toe, dat ze iets wilde zeggen; maar ze kon niets meer uitbrengen, dan: „Als gij daar bidt, vergeet mij dan niet. Wanneer komt ge terug?" „Dat weet ik niet. Maar lang zal ik niet wegblijven." Zóó scheidden wij. Nooit had Charlotte mij haar vertrouwen geschonken; haar eigen wil was altyd haar wet geweest. „Ik laat mij niet schuiven!" De drukte en het rumoer buitenshuis vormden een schrille tegenstelling met de stilte in het sterfhuis. Op het domein stonden al de paarden gezadeld; ik hoorde Roden in de stallen roepen, de knechts liepen bedrijvig af en aan, en de oude opziener van het vee, die nog van het jaar '13 was, stond druk te praten voor het keukenvenster. Zoo schielijk mogelijk liep ik daar voorbij. In de anders zoo stilte straten heerschten nu leven en beweging de vrouwen stonden vol angst en onrust voor de deuren, de mannen verdrongen zich in de herbergen, de kinderen zongen allerlei vaderlandsche liederen. Eerst op het kerkhof werd het stiller. Een geruimen tijd heb ik daar voor dien versch opge worpen heuvel gezetentoen ik opstond, was het bijna geheel donker om mij heen. In de stad heerschte nog dezelfde opgewondenheid, in de verte hoorde men muziek en hoera roepen; maar bij ons in de straat was het rustig geworden. Ik sloeg de oogen op naar de vensters van het kasteel en zag licht door de gordynen schemeren. By ons was alles nog donker; Charlotte zou zeker nog in het duister zitten. Daar kwam mij plotseling dat bezoek van Anita weer in de gedachte. Wat wildo zij eigenlijk? Zou de prins zijn overgekomen om Charlotte nog eens te zien Het zou vreeselijk naar zijn, als hij haar alleen had aangetroffen! Maar neen hij wist hoe het behoorde en zou ons op den dag van de begrafenis niet storen! Ook had hij de beleefdheid in acht genomen en een paar woorden van deelneming en een prachtigen krans gestuurd. Die arme Charlotte! Ze zat nu al zoo laug alleen Ik verhaastte mijn schreden en kwam ademloos in onze woning aan. „Ik kan 't niet helpen, Charlotte," zeide ik, de donkere kamer binnentredende, „maar ik heb mij wat verlaat." Geen antwoord! Ik opende de deur van de slaapkamer. „Charlotte!" riep ik. Alles bleef stil. „Charlotte!" klonk nu mijn stem door den tuin tevergeefsEen zonderlinge angst maakte zich van mij meester, met bevende vingers stak ik een kaars aan en keerde naar de buiskamer terug. Midden op de tafel lag een brief: „Aan mijne zuster!" En het volgend oogenblik las ik, doodelijk verschrikt: „Nog vandaag word ik de vrouw van prins Otto, want morgen vertrekt hy al. Ons huwelyk wordt te acht uur in alle stilte iu zijne vertrekken gesloten. Ik had geen moed u dit van Naar het Vaderland verneemt, zal Z. M. de Koning waarschijnlijk geen uitvoering geven aan zijn voorloopig plan, om in persoon de Staten-Generaal te openen. Door den minister van Waterstaat is aan het hoofd bestuur van de Nederlandsche Vereeniging ter bevordering van Zondagsrust kennis gegeven, dat aan het verzoek van dat bestuur wordt voldaan, om brieven en verdere stukken des Zondags niet te doen bestellen, indien de afzender van zijn verlangen daaromtrent op duidelijke en in het oog loopende wijze op het adres dier stukken heeft doen blijken. De Kroonprins van Italië, Victor Emanuel, heeft jl. Dinsdag Amsterdam een bezoek gebracht. In streng incognito, onder den naam van Graaf van Polenzo reizende, begeleid door Graaf Morrel li en kolonel Ossio, vertoefde de bijna zeventienjarige Prins verleden week in Duitsch- land, waar hij o. a. Trier, Coblenz, Keulen en Krupp's fabriek te Essen bezichtigde. Hij kwam Zaterdag middag in het Doelen-Hotel aan en vertrok van daar weder in den namiddag van Zondag. De dagloonen der handwerkslieden, die het landbouw- werk helpen verrichten, zijn in Drente nog altijd geregeld naar vroegere toestanden. Slechts in enkele gevallen is men van deze afgeweken in den tijd, toen alles duur was, en bij den tegenwoordigen goedkoopen tijd komt men niet licht tot die der met den tegenwoordigen gelijkstaanden tijd terug. Zoo ontvangt de grasmaaier, die in Noordholland, Friesland en Groningen gemakkelijk f 1.75 tot f 2.45 ver dient, te Borger, in Drente slechts fü.75, te Eksloo f 0.60, te Westerbork en Elp f 1.benevens den kost. In enkele dorpen is de daghuur met 10 a 15 cents verhoogd, doch in de meeste is alles gelijk dit voor eene halve eeuw reeds was. De opgaven der dagloonen zijn hier per dag bedoeld. De jaarlijksche algemeene vergadering van den Nederlandschen Weerbaarheidsbond, die op Maandag den 12 dezer zou plaats hebben, is door bijzondere omstandig heden verdaagd tot Maandag 9 Augustus a. s. De wol is tegenwoordig op de Drentsche markten 10 cent per kilo lager in prijs dan verleden jaar. Er is groote aanvoer van vachten, terwijl op de Drentsche dorpen door opkoopers aanzienlijke voorraad gekocht wordt tegen 70 a 75 cent per kilogram. Zooals men weet is de Drentsche wol zeer gezocht in de Fransche lakenfabrieken. De heer Domela Nieuwenhuis zal in hooger beroep worden verdedigd door mr. Katz te Amsterdam. middag mede te deelen, want ik zou geen tegenspraak hebben kunnen verdragen, en de uren van geluk zijn toch al kort genoeg. Vergeef uwe Charlotte." Het kwam dus zóóver! Was ik dan tot hiertoe blind geweest? Plotseling en als met een tooverslag, zag ik Charlotte in hare ware gedaante vóór mijnooit had ik gedacht dat zij zóó licht zinnig, zóó ijdel zou zijn. Prins Otto had haar verloofde uit haar hart gedrongennog droeg zij den ring van den ander aan haar vinger, en reeds waren hare Irouwelooze gedachten naar het vorstelijk kasteel afgezworven. En dat vandaag, juist vandaag Zoo stond ik, den brief in mijn bevende handen, toen de deur langzaam geopend werd en Frits Roden binnentrad. Hij stapte op mij toe en bood mij de hand. Het flikkerend kaarslicht wierp een zonderling schijnsel op zijn gelaat; het kwam mij voor, dat hij een geheel ander mensch was geworden, zóó veranderd zag hij er uit of was dit het gevolg van de uniform, die hij al aanhad? „Ik. wilde u even goedendagzeggen, freule Tonia," zeide hij. „U -en Charlotte. 't Is beter dat men in vrede scheidt, als men zulke tochten onderneemt als ik. Van nacht vertrek ik, om den sneltrein naar T. te treffen. Morgen te tien uur ben ik al by mijn regiment." Terwijl hij dit zeide, had hij kalm in de kamer rondgekeken en liet nu zijne ernstige oogen met een vragende uitdrukking op mij rusten. En toen ik bleef zwijgen en slechts met de hand naar den dichtsbij staanden stoel wees, hernam hij„Dank, freule van Werthern, ik heb geen tijd om te gaan zitten. Daar is nog veel te bespreken." Wat ik u te zeggen heb, kannen we ook zóó afdoen." Hij wachtte even. „Gij blijft nu zoo alleen met uwe zuster achter," begon hij opnieuw. Daar baande ze zich eindelijk een uitweg, al de diepe bitter heid van mijn hart, in den kreet: „Alleen, ja, geheel alleen!" En toen barstte ik in tranen uit, de eerste sedert den dood van de oude vrouw. Na eenige oogenblikken wist hij alles alles! Een vreeselijke pauze volgde, slechts door zijn zware adem haling afgebroken. „Gij kunt niet hier blijven," zeide hij eindelyk op hceschen toon. „Ik zal u by mijne moeder brengen." Ik schudde ontkennend het. hoofd, maar hij herhaalde zyn: „Kom mede!" thans zoo stellig en bedaard, dat ik hem volgde, alsof ik geen eigen wil meer had. Zoo gingen wij naast elkander den stillen tuin door; de centifoliën geurden bedwelmend op dien verrukkelijken zomeravond en van den kant der boerderij klonk het gezang van de meiden en knechts. Overal vrede, slechts in het menschelijk hart strijd en leed Één oogenblik bleef hij staan. De woorden van het soldatenlied drongen duidelijk tot ons door „Morgen marcheeren wij Adie! Hoe lief'lyk zong het vogelkyn Voor 't huisje van mijn liefste mijn! Nu is 't met zang en min gedaan En nu moeten wij marcheeren gaan Adie!" Zou hij aan den avond terugdenkeu, toen de nachtegaal zong cn Charlotte naa3t hem 'ond? Hij streek zich met de hand over de oogentoen sta ,e hy door, niet langzamer en niet harder, en by de deur v o de voorkamer aangekomen, opende

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 1