Dg Staatscourant van 6 dezer bevat het"*verslag van het examen tot toelating als adelborst 3de klasse aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord in het jaar 1886. Van de 101 adspiranten hebben aan de vereischten van het examen 42 voldaan, of 41.58 pCt., en 59 niet voldaan. Onder het aantal adspiranten, die deelgenomen hebben aan het examen in zijn geheel, kwamen er 26 voor, die verleden jaar ook examen hadden afgelegd, waarvan er toen 4 hadden voldaan, doch die wegens gebrek aan vacature toen niet geplaatst konden worden; de overige hadden toen niet voldaan. Van die 26 adspiranten hebben er thans 15 voldaan, die allen voor eene benoeming tot adel borst 3de klasse in aanmerking ziin gebracht, terwijl de 11 overigen niet hebben voldaan. Van de 17 adspiranten, die ook deel zouden nemen aan het toelatings-examen voor kadet bij de Koninklijke Mili taire Academie te Breda, hebben er 6 voldaan, de overige niet. De uitkomsten, welke het adspiranten-examen dit jaar heeft opgeleverd, kunnen, over het algemeen genomen, behoudens eenige zeer gunstige uitzonderingen, geenszins als bevredigend of gunstig worden beschouwd, en de com missie verklaart, evenals verleden jaar, het innig te betreuren, dat men ook nu wederom jongelieden tot het examen heeft doen opgaan, wier kennis zoo uiterst gering en wier denk vermogen zoo weinig ontwikkeld was, dat men vooraf bepaaldelijk kon en moest weten, dat zij hoegenaamd niet zouden kunnen slagen. Het Rijkstelegraafkantoor te Terschelling is voortaan op Zon- en feestdagen open van 8 tot 9 uren voor- en van 1 tot 3 ure namiddags. De diensturen op werkdagen blijven onveranderd. Tegen Voormey, die onlangs de agenten van politie te Amsterdam met peper wierp en die gisteren bij de behandeling zijner zaak voor de Rechtbank niet verscheen, is door het O. M. 3 maanden gevangenisstraf geëischt. In de vorige algemeene vergadering van den Volks bond, Vereeniging tegen drankmisbruik, werd aan eene commissie opgedragen, te onderzoeken, op welke wijze door het uitgeven van platen het doel van den Bond het best zou kunnen worden bevorderd. Het rapport dier commissie, dat in de op 25 dezer te Groningen te houden algemeene vergadering aan de orde zal komen, houdt in hoofdzaak in, dat onderhandeld is met den uitgever C. L. Brinkman te Amsterdam, die de uitgave op zich nam, mits de Bond voor deze eerste proefneming de teekening leverde en 3000 exemplaren voor zijne rekening nam. De uitvoering der plaat (houtgravure) geschiedt door den heer Walther te 's Hertogenbosch, naar eene teekening van den heer Joh. Braakensiek. De gravure wordt gedrukt naar clichés, zoodat de gravures geacht mogen worden allen even krachtig ie zullen worden afgedrukt. De platen worden gedrukt op licht rosé zwaar getint papier, ter groote van p. m. 32 bij 48 centimeters, met breeden witten rand, in den trant van de staalgravures der Maatschappij ,Arti et Amicitiae." De voorstelling zelve is gegrepen uit het dagelijksch leven en stelt de bittere ellende, door misbruik van sterken drank veroorzaakt, helder in het licht. Hoezeer het volle getal van 3000 exemplaren nog niet is geplaatst, heeft de commissie echter gemeend, dat zij met vertrouwen de toe komst tegemoet kon gaan, en heeft zij tot de uitgave besloten. Mocht deze proef slagen, dan mag de verwach ting worden gekoesterd, dat door den uitgever langzamer hand eene serie platen zal worden uitgegeven, waarvoor van den Bond geene andere geldelijke offers zullen worden gevorderd, dan het bestellen van exemplaren. Wanneer de kinderen der natuur hun winterslaap reeds lang zullen zijn ingetreden, zal te 's Hage Flora's tempel nog opgeslagen worden, omstreeks den Sylvesterdag. Met dezen poëtischen aanhef kondigt het Dagblad de stoute onderneming van de Haagsche afdeeling der Ned. maat schappij voor tuinbouw en plantkunde aan, die 28, 29 en 30 December nog een tentoonstelling van planten en bloem werken in het „Gebouw" te 's Hage zal houden. Reeds is het programma verschenen. Het telt de volgende afdeelingen bladplanten, bloeiende planten, heestergewassen enz., bloem werken en diversen. De dames Van Tienhoven, Van Wassenaer Catwijck, Roëll, Schorer, Twiss en Quack hebben de volgende circulaire verzonden „De ondergeteekenden meenen overeenkomstig de inspraak van Holland's hart te handelen, wanneer zij haar zusteren oproepen, een bijdage te willen offeren, om een gedenk- teeken te plaatsen op het graf van mevrouw Bosboom Toussaint. Mevrouw BosboomToussaint is in onzen leeftijd wel de degelijkste en waardigste vertegenwoordigster geweest van het ideaal, dat Nederlandsche vrouwen kunnen bereiken. Ootmoedig en eenvoudig ging zij haar weg, en vervulde zij haar plichten. Doch tegelijkertijd schiep haar dichterlijk brein een wereld van beelden en gestalten, verrijkte zij de fantasie onzer natie met een schat van edele gedachten en gevoelens. Haar doel, om aan het thans levende volk het perspectief van zijn historie in haar romans te geven, heeft zij ten volle verwerkelijkt. Rein en verheffend is de indruk, die van haar werken uitgaat. Zij was weldoenster en opwekster van ons volk. Wij brengen haar zeker de liefste hulde, wanneer wij haar aandenken in ons gemoed bewaren. Toch zal het zijn eigenaardige beteekenis hebben, wanneer de wandelaar, die het kerkhof te 's Hage bezoekt, bij den steen, die het stoffelijk hulsel der groote afgestorvene dekt, een zichtbaar teeken ziet, dat Nederlandsche vrouwen haar niet vergaten, toen zij de oogen sloot. Ook dankbaarheid wil een symbool en eene uiting. Wij roepen u op aan dezen wensch, zeker ook van uw hart, te voldoen, en verzoeken u vriendelijk ons hetgeen gij daarvoor zoudt willen afstaan te doen toekomen." „De Zaanstreek" schrijft omtrent de Edammer stoomznivelboerderij 't volgende Deze inrichting, hoewel pas in 1884 opgericht, bedingt thans reeds voor haar langs streng wetenschappelijken weg verkregen product, zoowel in Engeland als hier, bij voortduring een prijs, die nagenoeg gelijk staat met dien der voortreffe lijkste Deensche merken. Het bewijs, dat het Hollandsche zuivel, bij nauwgezette toepassing van weten schappelijke regelen, ook op de Eugelsche markt nog steeds hoogelijk wordt gewaardeerd, is dus door de firma Tuyu Co. te Ednin geleverd op eene wijze, welke allen, die belangstellen in de toekomst der Hollandsche zuivelbereiding, hartelijk moet verblijden. Het doet in elk geval goed bij zooveel klaagtonen als er in den laatsten tijd over de mindere deugdzaamheid van het Hollandsch product vaak met recht zijn aangeheven, ook eens te kunnen wyzen op licht punten, die aan de kimmen ziju waar te nemen. Wij meenen. daarom omen legers geen~oii,4ipri«t te doen hun, door een korte omschrijving, een kijkje te geven iu een vaderlandsche inrichting, die de eer van ouzeu goeden naam als zuivelbereiders in het buitenland op waardige wijze handhaaft. Midden in de stad, aan een der hoofdgrachten gelegen, is de boerderij tot nog toe hoofdzakelijk ingericht tot bereiding van 2uivere roomboter. De room wordt daartoe door middelpuntvliedende kracht na weinige oogeublikkeu van de melk, die volkomen versch 's morgens en 's avonds door de boeren uit den naasten omtrek wordt geleverd, afgescheiden. In het eerst bewerkten drie zoogenaamde Lefcldtschc centrifuges deze afscheiding. Thans zijn er geregeld vier iu werkiug. Nadat de melk uit het voorste gedeelte der fabriek, dat geheel met asphalt is bevloerd, iu ontvangst is genomen, wordt zij in een bassin gestort, van waar ze, na op natuurlijke warmte te zijn gebracht, in de centrifuges loopt. Met ecu snelheid van 5700 tot 5S00 omwentelingen in de minuut rond gedraaid, scheidt de room zich onmiddelijk af en vloeit door een buisje, dat onder aan de centrifuge is aangebracht, naar een verkoelings-apparaat, waarlangs ze iu een bassin afloopt. De ontroomde melk, die laugs een tweede buis dc centrifuge verlaat, wordt, op gelijke wijze afgekoeld, in twee bassins opgevaugen. De bassins zijn allen in stccnen koelbakken geplaatst, waarlangs het water, uit eeu Norton pijpwel aangevoerd, doorloopcnd in- en uitstroomt. Het karnen van den room, door ijs op de gevorderde temperatuur gebracht, geschiedt iu do zoogenaamde Holsteinsche boterkarn, vanwaar de boter, na met regenwater te zijn afgespoeld, op het Ahlbornsche kueedbord op zoodanige wijze wordt bewerkt, dat de nog in de massa teruggebleven vloeistoffen volkomen worden verwijderd. De aldus verkregen zuivere en geurige roomboter wordt vervolgens op de zorgvuldigste wijze iu fust gebracht of na tot halve en heelc kilo's te zijn afgewogen, gevormd eu gestempeld. De stempels dragen alle bij den naam der firma (Tuyu Co.), het fabrieksmerk, bestaande uit (het wapen derstal Edam) eeu stier vau sabel op een grond van sinopel in een veld vau keel, met drie vergulde sterren, waarboven de woorden: „Edammer roomboter." De verschillende werktuigen worden in bcwegiug gebracht door een stoom machine van zes paardeukracht, terwijl door de geheele inrichting op onderscheiden punten geleidingen zijn aangebracht, waardoor voortdurend zoowel warm als kond water en stoom wordt aangevoerd. De boterbereïdiug staat onder toezicht van een zoogenaamde „ObermeycriD." In het vorige jaar werden ongeveer een millioen pond melk in deze inrichting verwerkt. Bultenlana. Met grooten luister hebben te Albany van 18 tot 22 Juli jl. de feesten, ter gelegenheid van het 200jarig bestaan dier stad, plaats gehad. Heel de stad was in feestdos, prachtige eerebogen waren er opgericht. Van alle zijden waren uit de Vereenigde Staten en uit andere oorden dor wereld gasten toegestroomd, die met bijzondere eerbewijzen werden ontvangen. De President der Vereenigde Staten en zijn Ministers behoorden onder die gasten en te hunner eere hadden groote feesten, optochten, banketten, recepties enz. plaats. Bij de receptie van den Mayor werden ook de Neder landsche vertegenwoordigers, de heeren dr. T. H. Blom Coster, jhr. P. H. De Jonge en H. J. Coster Jr., ont vangen. Een deputatie van de Hollandsche Vereeniging uit New-York stelde hen voor, terwijl tal van andere deputaties en hooggeplaatste personen er bij tegenwoordig waren. Dr. Blom Coster overhandigde den Mayor een document op perkament, in fraai letterschrift, vergezeld van een geschenk van de stad Amsterdam (vijf prachtbanden met 50 photographieën van de fraaiste punten der hoofdstad). Het bedoelde stuk was de gelukwensch van 't Haagsche Gemeentebestuur en luidt als volgt: „Wij, Burgemeester en Wethouders van 's Gravenhage, brengen u onze hartelijke groeten op het feest, dat de stad Albany viert ter eere van den dag, waarop, 200 jaar geleden, aan haar bij charter de stadsrechten werden toe gekend. Wij verheugen ons over den steeds toenemenden voorspoed dien uwe stad sedert dat tijdstip heeft mogen ondervinden en wenschen haar een langdurige en schitte rende toekomst toe. Het vervult ons met groote dankbaar heid, dat gij erkent in welke hooge mate het karakter uwer voorvaderen en de beginselen, door hen beleden, hebben medegewerkt tot het 'leggen der grondslagen, op welke door latere geslachten uwe groote Republiek is ge bouwd, evenals gij aan dezelfde oorzaken den grootsten zegen toeschrijft, welke tot de nakomelingschap is over gebracht, het bezit van onaf hankelijkheid en vrijheid. Deze overtuiging vindt bij ons, evenals bij u, daarin evenarende onze gemeenschappelijke voorvaderen, hartgrondige en warme instemming; zij haalt de banden van liefde en van vereeniging nauwer toe, welke ons hechten aan uwe edele Republiek, wier grootheid en welvaart het voorwerp is onzer oprechte wenschen." Nadat mayor Thacher zijn dank voor deze geschenken betuigd had, nam het geheele gezelschap plaats in rijtuigen, welke deel uitmaakten van een „burgelijken optocht." Op het rijtuig van de drie afgevaardigden volgden de Hollanders uit New-York. Overal waar de stoet zich vertoonde werden zij luide toegejuicht. Een Albaniër, van Hollandsche afkomst, bood hen op weg lange pijpen aan met de woorden „Sta mij toe u een echt Hollandsche pijp aan te bieden, als het zinnebeeld van vrede en gezelligheid. Rook haar in navolging van uwe waardige voorvaders en verheug u in onzen voorspoed." Ter gelegenheid van de feesten, waarbij men talrijke attenties aan de Hollanders bewees, is ook een tentoon stelling gehouden, voornamelijk betrekking hebbende op het leven van de Hollandsche burgers te Albany. Men vindt er een echt Hollandsch huis, waarvan vooral de keuken typisch is, blinkend en gezellig; voorts zijn er oude vaandels en banieren van de Hollanders, de stoelen en ander huisraad van de familie Rensselaer, een der eerste die zich te Albany vestigde en naar wie dan ook een der wijken van de stad dicht nabij het fort Oranje op de plaats waar de Hollanders voor 200 jaren voet aan wal zetten, is genoemd, kleedingstukken van bekende oud- Hollanders, de sabel van generaal Gansevoert, enz. enz. Het rapport van de Engelsche commissie over de depressie in den handel is gereed. Men zegt dat do com missie geen bewijzen heeft gevonden van depressie, in zoo ver als daaronder verstaan moet worden beperking der handelsoperaties. De commissie is van oordeel, dat de achteruitgang van den landbouw de hoofd-, zoo niet de eenige oorzaak is van den achteruitgang in den binnenlandschen handel. Gladstone heeft door een brief in de bladen bekend gemaakt, dat hij door de vermoeienissen van de laatste zes jaren genoodzaakt is zijn werkzaamheden te verminderen en hetzij in Engeland, hetzij buitenslands rust te zoeken. Wat de uitgebreide correspondentie betreft, die hij thans te voeren heeft, hij zal zich daarin onmiddelijk en voor goed moeten beperken. Jaarlijks ontvangt hij gemiddeld 20.000 brieven, hij zal die voortaan niet meer kunnen beantwoorden. Men ziet in dit schrijven een bewijs, dat Gladstone zich geheel, of gedeeltelijk aan het publieke leven wil onttrekken. „Je ne sais pas" waren Liszts laatste woorden, toen zijn dochter Cosima tot hem de vraag richtte of hij zich mat voelde. Hij was, op enkele heldere oogenblikken na, voortdurend buiten bewustzijn, ijlde sterk, wilde telkens uit het bed en riep zijn bediende om hem aan te kleeden. Een van de vele kransen, die voor de begrafenis waren gezonden, was van den Duitschen Kroonprins. vil baccio, de beroemde wals van Arditi, waarmede de uitgever fortuin maakte, bracht den maker slechts 1250 francs op. Ingezonden mededeeling. Carbolineum Avenarius. Onder bovenstaauden naam is door de Heeren Gebroeders Avenarias te Gsualgesbeim, Steglitz en Amstetten, sinds eeu tiental jaren een preparaat in den handel gebracht, dat proefondervindelijk bewezen heeft Ban zijue bedoeling en bestemming volkomen te kunnen beantwoorden. Het CARBOLINEUM AVENARIUS vrijwaart hout tegen bederf. Het is eene scheikundige samenstelling, die in het hout doordringt, zonder afsluiting van de lucht. Het ontleedt of neutraliseert dc bestanddeelen van het hout, die tot zijn bederf anuleidiug geveu, en daar het even als teer of verf wordt toe gepast, leidt het op de meest eenvoudige wijze tot het doel waarvoor men houtwerken op omslachtige wijze, als door metallisatie, kyanisatie e. m. a. tracht te conscrveercn. Indien de industrie uitsluitend te doen had met even deugdzaam als in-drooghout, zou dit door de gewone bestrijking met teer of verf vrij wel geconserveerd kunnen blijven. De ervaring heeft evenwel geleerd, dat in deu regel de balkeu, planken, stijlen, liggers, enz. niet in-droog, of wel de sappen daarin slechts opgedroogd ziju. In beide gevallen heeft het hout zijne kiemen van bederf behouden, eu kan een teer- of verflaag dat bederf niet voorkomen. Het Carbol iueum sluit de poriën van het hout niet. Zijn in het hout nog vochtdeeleu aanwezig, zij kunnen naar buiten treden, terwijl juist de bederf- veroorzakende elementen door het Carbolineum worden ontleed en alzoo on schadelijk gemaakt. In deze eigenschap is do verklaring gelegen, dat het Carbolineum zelfs niet-droog, d. w. z. versch hout, geschikt kan maken voor het gebruik. Merkwaardig is onder de talrijke attesten het rapport van de Directie der Pfalzische Eisenbahn: Twee stukken van dezelfde greenen plank werden in den grond gebracht, nadat het eene stuk met CARBOLINEUM AVENARIUS bestreken was, en bleven daarin gedurende 3 jaren Bij het opgraven ver toonde het met Carbolineum Avenarius behandelde hout geenerlei sporen van verrotting, terwijl het andere in staat van verrotting verkeerde. Vau hoeveel gewicht de toepassing van zulk een scheikundig preparaat moet zyn, vooral bij houtwerken die aan machtige invloeden zijn blootgesteld, houten gebouwen, schuttingeu, steigers, heipalen, dwarsliggers, broeikasten enz., springt duidelijk in bet oog. Ook tegen vloerpaddenstoelen, en voor het conserveeren van netten, zeilen, touwwerk, enz. wordt Carbolineum Avenarius gezegd een uit stekend middel tc zijn. De ondervinding van tien jaren heeft dan ook aan dit CARBOLINEUM AVENARIUS iu vele landen reeds een zeer uitgebreide toepassing verzekerd, eene toepassing, die niet teleurstellen zal, waar zij naar de duidelijke voorschriften plaats vond en de gebruikers verzekerd ziju, dat zij niet te doen hebben met gelijknamige prepnrateu vau andere samenstelling. Brieven uit de hoofdstad. 5 Augustus. Gelukkig zijn dc zoo plotseling ontruste gemoederen nu reeds weder zoo goed als geheel tot de gewone kalmte van het dage lijksch leven teruggekeerd. Vooral de zoo boven verwachting rustige afloop van de begrafenissen der slachtoffers van het oproer op jongstleden Vrijdag heeft aan den terugkeer dier kalmte zeer veel toegebrachten toen ook de daaropvolgende Zaterdag avond welke avond zich hier nog al eens door buitengewone rumoerigheid pleegt te onderscheiden rustig en stil bleef, kon men den heftigen storm, die onverhoeds boven een deel onzer stad was losgebroken, wéér als bedaard beschouwen. Een storm?... ik zou het even vreeselyke als betreurenswaardige oproer van 26 Juli het liefst by een hoos willen vergelijken: het had er al het spontane, plotseling overweldigende en snel voorbijgaande van. Nu het gebeurde reeds weder op eenigen afstand achter ons ligt en dc voorgevallen feiten zich dus meer in bun onderling verband laten overzien, komt men onwillekeurig tot de gevolg trekking, dat Amsterdam in de laatste vyf-en-twintig jaren mis schien geen zoo heftig, maar zeker ook geen zoo schielyk ver loopend oproer aanschouwd heeft. Het berucht September-tumult van een jaar of twaalf geleden wegens de afschaffing der Am- sterdamsche kermis was lang niet zoo fel en bloedig als het oproer van de vorige week, maar daarentegen duurde het byna een geheele week en bracht het avond aan avond duizenden menschen op de been. Ditmaal echter was het verloop der zaak geheel anders. Met de woede en de heftigheid van een orkaan stak de geest van verzet en oproer plotseling het hoofd op, bleef met verbitterde volharding eenige uren achtereen voortrazen, om daarna even schielyk te verdwijnen als hij gekomen was. Ik weet er geen betere vergelijking dan de hoos voor. Het zou voor de rust van stad en burgerij wel wenschelyk zijn, zoo die vergelijking zich ook voor het vervolg in alle op zichten bevestigde. Heeft een hoos eenmaal uitgewoed, dan keert zy niet terug. Zal dit ook met het Juli-oproer het geval zijn? De voorzichtigheid gebiedt, die vraag, voor hetoogenblik althans, nog onbeantwoord te laten. Een toestemmend antwoord zou ik ten minste niet onvoorwaardelijk durven geven; daarvoor was de zaak mij veel te haastig in haar verloop. Grieven als hierby in het spel waren, laten zich ook maar niet zoo in een ommezien met geweerkogels en sabelslagen tot zwijgen brengen. Het oproer als zoodanig, het gewelddadig verzet tegen de wettige macht, moest onvermijdelijk met geweld bedwongen en in dc geboorte gefnuikt worden, doch de diepere drijfveeren, die tot deze jammerlyke volksbeweging aanleiding hebben gegeven, laten zich niet op den duur met geweld krachteloos maken. Integen deel, zij wachten slechts op de eerste gelegenheid de beste om zich bij vernieuwing, en dan misschien met des te grooter kracht, te doen gelden. Er behoeft b. v. slechts op den aanstaanden Hartjesdag of bij gelegenheid van het trommelen der kinderen op de Beurs een oploopje van overigens doodalledaagschen aard te ontstaan, om de volkswoede weêr tot uitbarsting te doen komen en de poppen opnieuw aan het dansen te brengen! De moraal der zoo harde en bloedige les ga daarom aan beide zijden niet te loor. Aan den eenen kant hebben de jammerlijk gedupeerde volgelingen der sluwe volksmisleiders thans als 't ware kunnen voelen en tasten, dat ze niets dan schade en schande van hunne zoogenaamde bevryders en verlossers te wachten hebbenen aan den anderen kant mogen alle rangen, standen en klassen, die er langs ordelijken en wettigen weg in waarheid iets aan kunnen toebrengen om uit den weg te ruimen wat er waars is in de te berde gebrachte grieven, thans wel in dubbele mate bedacht zijn op deze wezenlyke en waarachtige bevordering van het volksheil in gezonden en duurzamen zin. Eenig besef van die noodzakelijkheid om iets te doen en zich zekere opofferingen te getroosten, schynt er voor het oogenblik althans wel te bestaan. Moge het slechts geen vluchtig voorbij gaand morgenwolkje zijnEen uiting van dat besef vindt men o. a. in het verblijdende feit, dat binnen den tijd van ééneweek het fonds tot hulp en onderstand van zieke en bejaarde politie agenten met verschillende meer of minder aanzienlijke schenkingen tot een bedrag van f 18,000 vermeerderd werd, en dat do hier gevormde Commissie tot ondersteuning der behoeftige betrekkingen van de gedoode of gewonde slachtoffers der jongste ongeregeld heden in weinige dagen reeds aan onderscheidene groote en kleine giften een bedrag van ruim f 600 ontving. Hieronder bevond zich ook een gift van f 50 van de gebroeders Leendert en Jacobus Mens, de zoons van wijlen „Bokkebek," den indertyd zoo popu- lairen burgemeester der Willemstraat, die zich thans zulk eene welverdiende reputatie hebben verworven door het neêrhalen van de roode en zwarte vlaggen aan de Zaterdagsche brug op de Lindengracht. De bovenvermelde stijving van het politiefonds zal, hoop ik, den armen agenten weêr eens een hart onder den riem steken. Zy hebben waarlijk wel behoefte aan eenig blijk van waar deering van dc zijde der burgery in deze voor hen zoo moeielijke dagen, en verdiend hebben zy het óók wel. Het is tegenwoordig lang niet alles om in Amsterdam de betrekking van politieagent te vervullen; het baantjo is uit den aard reeds niet zeer eervol, want door de groote meerderheid der bevolking wordt men met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2