dames van Nederland. Van hare offervaardigheid en kunst vaardigheid verwacht het hoofdcomité inzendingen van liturgische gewaden, altaarlinnen en andere kerksieraden, welke geschikt zijn om door den Paus te worden geschon ken aan missionarissen, arme kerken, kloosters en andere behoeftige godsdienstige instellingen. Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd. 23 dezer „Gisterenavond had alhier een voorval plaats, dat in zijn gevolgen een waarschuwend voorbeeld voor jeugdige knapen is. Gelijk overal, zoo ook hier, maken de jongens er een pretje van, de rijtuigen na te loopen, er aan te hangen, of zoo mogelijk, indien daartoe gelegenheid is, op een der veeren te springen en een eindje meê te rijden. Eenige knapen deden dit gisteren ook weêr bij een rijtuig, dat naar het spoor reed. Een kleine jongen bleef echter bij het afspringen met een been beklemd tusschen de spaken van een wiel, werd rondgeslingerd en belangrijk gekwetst opgenomen. Het kind is dadelijk onder geneeskundige behandeling genomen. Moge het een gewichtige les zijn, ook voor anderen De jaarlijksche algemeene vergadering van den Anti- dienst ver vangingsbond zal plaats hebben den 30 dezer, in Diligentia te 's Gravenhage. Jeanne Lorette, die hare gevangenisstraf te Arnhem ondergaat, is sedert eenigen tijd ongesteld en schijnt aan eene kwijnende ziekte te lijden. Voor den landbouwer in het Noorden zoo schrijft men uit de provincie Groningen is de toekomst niet bijzonder rooskleurig. Het hoofdgewas, de aardappel, is derwijze door de ziekte aangetast, dat de velden zwart zijn en een gezonde akker tot de zeldzaamheden behoort. De late zoowel als de vroege soorten zijn erg aangetast, en ongelooflijk snel deelt de ziekte zich in een hoop, die reeds uit den grond is, mede. Er wordt weinig gekocht, omdat men het niet vertrouwt. Het graangewas heeft te veel van het water geleden, zoodat men het hier en daar tegen den grond geslagen kan vinden. Het koolzaad is zeer laag in prijs, omdat in den oliehandel niets omgaat. Het dit jaar veel verbouwde vlas is goed gelukt. Wel heeft men het langer gehad, doch „kwade koppen* zijn achterwege gebleven. Voor het werkvolk is het vlas in den winter een ware zegen. De boekweit heeft het uit muntend met bloeien getroffen. De handel in beste kall en melkkoeien, die van f 180 tot f 230 kosten, wordt levendig. In Drente is dit jaar de opbrengst der St. Jans- en der Zeeuwsche rogge weêr aanmerkelijk beter dan die der andere rogge. Bedoelde roggesoorten, aldaar niet inheemsch, maar in de laatste jaren ingevoerd, worden er met het beste gevolg op zware binnenvelden uitgezaaid. Proeven, daarmede op dc esschen genomen, voldeden minder en gaven de verzekering, dat aldaar de Drentsche rogge alleen tehuisbehoort. Op de binnengronden en goorngrond heeft de St. Jans- en Zeeuwsche rogge de gerst en haver groo- tendeels verdrongen. Nederland heeft in den heer E. Kiderlen, student te Delft, zijnen kampioen-wielrijder, en in den heer F. E. Pels Rijcken, student te Leiden, zijnen kampioen-zwemmer; het zal binnenkort ook zijnen kampioen-pagaaier hebben. In navolging van Engeland, Frankrijk, Duitschland, België en andere landen, zal dit jaar een wedstrijd plaats hebben met zoogenaamde pagaaibootjes. De winner zal den titel voeren van kampioen-pagaaier van Nederland. Dezer dagen vergaderden te Amsterdam eenige heeren, die het plan op touw hadden gezet telken jare zoo'n wed strijd te doen plaats hebben. Aan het hoofd van hen staat het bestuur, bestaande uit de heeren P. A. Bundten, voor zitter, baron De Salis, secretaris en Schmidt. De prijs zal bestaan in een zilveren beker, ter waarde van f 1000, en eene rood-wit-blauwe sjerp, die echter nooit in het vaste bezit van den winner overgaan. Hij zal deze eereteekenen elk jaar moeten verdedigen, en ze aan den nieuwen kam pioen-pagaaier overgeven. Een gouden medaille wordt zijn vast eigendom. Dit jaar zal de wedstrijd nationaal zijn. Of hij het blijven zal, moet later worden uitgemaakt. Voor dit jaar is de datum vastgesteld op 25 September. Het terrein is de Amstel, van den Omval tot de Hoogesluis. De baan is een recht eind van 2100 meter. De Gemeenteraad van Vlissingen heeft besloten om de kermis te behouden. De verleden jaar gevluchte directeur der Haagsche Bankvereeniging, Felix Polak, bevindt zich te Athene en.... gaat trouwen. Hij heeft zijn vroegere huishoudster uit 's Hage ontboden, om met hem in het oord zijner balling schap liet en leed te deelen. De terreinen waar van 26 tot en met 29 dezer binnen Edam de Landbouw-Tentoonstelling zal gehouden worden, hebben reeds een recht vroolijk en feestelijk aanzien. Voor de afdeeling „Zuivel-Bereiding" is een groote tent gebouwd, met een gevel in oud-Hollandschen stijl. De gebouwen aan het Prinsenhof zijn zeer net gedecoreerd, en alles is gereed voor de ontvangst van de te exposeeren voorwerpen. Ook voor het vee is eene prachtige plaats aangewezen. Het is te voorzien, dat, bij gunstig weder, het vriendelijke stadje aan de „Zuider Zee" te klein zal zijn om de bezoekers te bergen. De korporaal P. Jongert, van de lste compagnie 3de batailjon 7de regiment infanterie, is wegens zijn manmoedig gedrag als commandant eener patrouille, bij de ongeregeld heden op 26 Juli jl. te Amsterdam, benoemd tot sergeant bij zijne tegenwoordige compagnie; hij wordt daarbij voor- loopig als overcompleet gevoegd. Deze onderscheiding moet op drie appèls aan den troep worden voorgelezen. Op de fraaie R. K. kerk aan de Prins Hendrikkade te Amsterdam is jl. Vrijdag het beeld van den bescherm heilige van stad en parochie, „Sint-Nicolaas," aangebracht. Hij is als bisschop in vol ornaat; in de eene hand houdt hij den kromstaf, de andere hand is zegenend over het traditioneele tonnetje met de 3 kinderen uitgespreid. Het beeld is 3 meter hoog, gebeiteld uit één stuk Trierschen zand steen, in schoonen renaissancestijl en is van de hand van den talent vollen Amsterdamschen beeldhouwer Bart Van Hove. Het is een genot, tegenwoordig eene wandeling door onze landsdouw te maken, zoo schrijft men uit Idaarderadeel. De weilanden prijken met een zwaar, heerlijk donkergroen getint kleed van dicht aaneengegroeid gras en klaver, zooals slechts enkele jaren in dezen tijd het geval is, terwijl in onderscheidene velden de maaiers reeds bezig zijn om de tweede snede hooi van den stengel te nemen. Niet dat er aan dit nagewonnen hooi eenige behoefte bestaat, neende meeste boerenerven zijn versierd met één of meer schelven hooi, dat geen plaats in de overvolle schuur meer kon krijgen, maar het overvloedig gras dwingt den landman schier tot maaien. Zijn vee kan het land niet, zooals men het noemt, „onderhouden." Enkelen hunner hebben dan ook reeds vee van derden uit de Woudstreken in de weide genomen. Bij al deze gunstige omstandigheden doen zich echter twee donkere stippen voor: de telkens herhaalde regens van de laatste dagen, die het gras en hooi beide op het land beginnen te doen rotten, en de lage boterprijzen, die jl. Dinsdag te Sneek f 10 a f 12 per vat lager noteerden dan in 1885 op hetzelfde tijdstip. Jl. Donderdag verdronken aan den Hoek van Holland, naar men zegt door roekeloosheid, drie twintigjarige jonge lingen, die van elders den dag daar doorbrachten. In een klein schuitje werden ze den Nieuwen Waterweg overgezet, en toen ze nabij den wal waren, begonnen ze te schommelen, waardoor het schuitje (eene zoogenaamde schietschouw) kantelde, en allen te water geraakten. De persoon, die overzette, wist zich aan de schuit vast te houden, totdat hij gered werd. Ofschoon er terstond pogingen tot redding werden aangewend, konden de andere 3 niet gered worden. Tot nu toe werden hunne lijken niet gevonden. (N. R. C.) Bij den jl. Vrijdag te Hengeloo gehouden verkoop van den failliet verklaarden boedel van den uitgever B. Frank aldaar, is o. a. het recht van uitgifte van de Henge- loosche en Goorsche Courant gekocht door G. T. Blenken, uitgever te Almeloo, voor vijf cents. Aan de werf van den heer Van Heemstede Obelt, aan den Kadijk te Amsterdam, is op bestelling van Z. M. den Koning een vaartuigje gebouwd voor het Prinsesje, om mede te spelevaren. Het is een vierriems wherry, wrigged, met vaste banken, ongeveer aciit meter lang. Boven den stuurstoel is eene zonnetent gemaakt van wit en blauw gestreept linnen; de bank daaronder draagt een blauw zijden kussen. De houten vloer is ingelegd met twee kleuren. Het vaar tuig zelf is van cederhout gebouwd en met verguldsel versierd; waar metaal noodig was, schittert het nikkel. De wapens van den Koning en de Koningin zijn klein, maar smaakvol op de achterplecht geschilderd. Aan den voorsteven prijkt de naam „Emma," en ook de riemen dragen eene gekroonde E Voorop staat een oranjewimpel, en achterop de Nederlandsche vlag. (N. Rott. Crt.) Op het beklag van den pastoor Van Asveld te Franeker over den onderwijzer J. Holling aldaar is door den minister van Binnenlandsche Zaken beschikt. Vermits de aan dien onderwijzer te last gelegde laakbare handelingen niet door 'net onderzoek zijn bewezen, is aan den adressant te kennen gegeven, dat ten dezen voor tusschenkomst der Regeering geene termen zijn. De geheele uitslag van het onderzoek is in de beschikking opgenomen. Naar de Arnh. Crt. verneemt, is een tweede verzoek om gratie ten behoeve van mevrouw Bulklev ingekomen, ditmaal voorzien van eene verklaring van den waarnemenden geneesheer in de gevangenis te Dordrecht, dat een langer verblijf aldaar voor haar leven gevaarlijk te achten is. Uit Amerika wordt aan de Haarl. Crt. eene brief kaart toegezonden, waarop het volgende gedrukt staal: Eene ontdekking. (Overgenomen uit de DailyEagle van Reading.) Het inademen van uien verschaft slaap, rust en verkwikking. De soldaat op marsch en de uitge putte fabrieksarbeider sterken zich aanmerkelijk door het eten van uien. Bind eene versche, ter verhooging van den reuk gekneusde ui om den hals en gij verzekert u een gezonden slaap door dien des nachts in te ademen. Daniël R. Clymer, oud-burgemeester van Reading, Penn- sylvanië. „Het zal eene menschlievende daad zijn jegens de ruste- loozen, zenuwachtigen en kranken, dit in uw blad over te nemen; eene Gode welgevallige daad." In een dames-hoedenwinkel voor de toonbank: Dame: Nu reeds winterhoeden voor het raam? Denkt u nu reeds te verkoopen? Winkeljuffrouw: Neen, dat niet; het is slechts eene herinnering aan de dames, dat het zoetjes aan tijd wordt, om bij de heeren te beginnen met de tranen en de flauwten vanwege de nieuwe hoeden. Het rapport van het Algemeen Nederlaudsch Werkliedenverbond over een by de wet geregelden arbeidsdag is, zooals wij reeds hebben medegedeeld, ver schenen. Het is bewerkt door den heer B. H. Ueldt. De vragen, door het centraal bestuur aan de afdeelingen ter beantwoording gezonden, luiden aldus: 1. Acht gij het vaststellen van een normalen arbeidsdag noodzakelijk? 2. Wcnscht gij vaststelling en regeling van den arbeidsdag bij dc wet? 3. Tot welk getal uren per etmaal wenscht gij den arbeid beperkt? 4. Wenscht gij een zelfden werktijd bepaald voor alle beroepen en bedrijven, eu zoo neen, voor welke acht gij dan uitzonderingen, hetzij geregeld of op sommige tijdstippen, in beperkten of uitgebreiden zin, wenschelijk? 5. Wenscht gij het door u in het algemeen of met inachtneming van uit zonderingen gestelde maximum dadelijk ingevoerd of met overgangstermijnen b. v. beginnende met 12, na drie jaar 11, ua 6 jaar 10 uren, enz. 6. Wenscht gij absoluut verbod om van den eeumaal vastgestelden werktijd af te wijken, in ieder geval, of kant ge er u mede vereeuigen, dat öf voor bepaalde gevallen en bedrijven, öf voor alle werkzaamheid in erkende onvoor ziene eu buitengewone omstandigheden, of in beide gevallen, speciale uitzonde ringen worden toegelaten? 7- Wenscht gij bij erkenning van uoodzakelijke of onvermijdelijke uitzonde ringen, dat bij de toepassing danrvan, het loon, voor de uren welke het als regel gestelde aantal overschrijden, met b. v. 20 a 25 pCt. worde verhoogd? 8. Indien gij de in vraag 6 bedoelde uitzonderingen wenscht of het toelaten daarvan onvermijdelijk acht, tot welke beroepen en bedrijven moeten die naar uwe meening dan worden beperkt? 9. Wenscht gij zulk een wet ook in toepassing te brengen op arboid, die in huis voor eigen rekening of voor rekening van anderen wordt verricht (tehuis- werkers of ondernemers zonder gezellen)? 10. Kont gij ook voorbeelden opgeven omtrent overmatigen arbeidstijd, hetzij in uw vak of in uwe omgeving? 11. Hebt gij ook nog op- of aanmerkingen van algemeenen aard, waartoe vorenstaande vragen u geen aanleiding gaven? De eerste vraag werd eenstemmig met „ja" beantwoord. Wel vreesden enkelen voor tegenstand en wel bij de werklieden zelf, maar men meende dat dit wel zou terecht komen. De arbeid is niet voor enkelen, maar voor allen en het beperken van den orbeidsteriuiju zou ook ten goede komen aan do werkeloosheid, waardoor men altijd een massa werkkracht heeft, die geneigd is zich voor te laag loon oau te biedeu. Ook de tweede vraag werd toestemmend beantwoord, door op e'e'n na alle afdeelingen. Dit de antwoorden op vraag 3 bleek, dat de mecsten zich voor een arbeidsdag van 10 uur verklaarden -, sommigen wilden S, anderen 12 uur, waarbij er op werd gewezen, dat het loon niet moest worden verminderd. Voor sommige vakken, die *s zomers veel en 's winters weinig te doen hebben, zou een door slag moeten worden genomen. Uitzonderingen, waarop vraag 4 doelt, achtten bijna allen noodig, ook met het oog op werkzaamheden in fabriekeu, die schadelijk voor de gezoudheid zijn. De regeling daaromtrent wilden sommigen overlateu aan kamers van arbeid. Nopens vraag 5 bestond groot verschil van gevoelen. De eeue helft wilde dadelijke invoering, de andere een overgangstermijn. De groote meerderheid wilde verlof voor afwijkingen, waarvan in vraag 6 gewag wordt gemaakt. In sommige vakken in dagbladzettcrijeu o. a. en bij werk voor den handel moet men kunnen afwijken. Hooger loon bij overschrijding van den vastgestelden tijd vraag 7 wilden verreweg de raeesten eu sommigen zelfs een zeer belangrijk hooger bedrag, om het den patroons wat moeilijker te maken, terwijl anderen juist in te hoog bedrag voor overwerk een te sterkeu prikkel zagen voor de werk lieden. De meesten achtten 20 a 25 pCt. verhooging voldoende. Het antwooid op vraag 8 ligt reeda in de vorigen. Wat vraag 9 betreft, verschillende afdeelingen wilden den maatregel ook toepassen op de thuiswerkers, al ontkende men de bezwaren niet, daaraan verbonden. Een aantal Vereenigingcu beweren, dat de overmatige arbeidstijd zoozeer regel is, dat bet beter ware geweest, vraag 10 aldns te stellen: Kent gij ook voor beelden van uitzondcriag? Op potten- en panuenfabrieken is de werktijd 14£ uren per dag, ook voor kindereu van 12 jaren af. In suikerfabrieken wordt dag en nacht gewerkt, met twee ploegen, elke ploeg staat 36 uren uchtereen. Bij de Spoorweg-, Tram- eu Omnibusmuatschappijen ^inzonderheid de Amsterdamsche, waar de diensttijd 18 uren per dag is) vau 's morgens 6 uren tot middernacht. In het meubelvak werken van de 1000 werklïedeu 800 langer dan den gewonen dag eu die is 11J uren werktijd of 13 a 13£ uren met inbegrip vuu don schafttijd. In de bouwvakken wordt door een deel dor werklieden des zomers gewerkt van 4 a 5 uren des morgens tot 8 a 9 uren des avonds, op andere tijdon van 6, 7 a 8 uren af tot 10 en zelfs tot 12 oren, terwijl een ander deel geen werk kan vinden eu weer een ander deel een zeer korte dagtaak heeft, die het verzuim niet kan vergoeden, waartoe de werkman in andere seizoenen genoodzaakt is. Boerenarbeiders werken des zomers vau 3 uren 's morgens tot 6 uren 's avonds, en daarna nog in hun eigen tuintje als zij dat hebben, en». Wat vraag 11 betreft, een paar afdeelingen drongen aan op afschaffing van arbeid op Zondag, op verbod van vrouwenarbeid en betere regeling van den kinderarbeid. Anderen wilden een internationale regeling. Men wees ook op de noodzakelijkheid om iuspectcurs aan te stellen of kamers van arbeid in 't loven te roepeu. De gebroeders Mens ziju bijzonder ingenomen met hnnne benoeming tot broeder in de orde van den Nederlandscheu Leeuw. En te meer, wijl de belooning voor hun moedig gedrag zoo geheel onverwacht kwam. Toen zij jl. Vrijdag bij den burgemeester werden ontboden, wisten zij „van den prins geen kwaad." .Tacobus wilde zoo maar „in zgn gewone spulletjes* gaan, maar Leendert bracht zijn broeder aan het verstand dat men „knapjes voor zijn Achtbare moest comparccren." (lelijk reeds vermeld werd, ontvingen zij van verschillende zijden blijken van belangstelling. Zaterdag morgen vertelden zij, niet zonder voldoening, dat cr al ver in de twintig brieven eu briefkaarten waron gekomen. Ook de Visch- markt, waar beiden dagelijks handel drijven, liet zich niet onbetuigd. De aanlegplaats van de schuit was met hot dundoek getooid. Leendert is 44 jaren ond, getrouwd eu vader van acht kinderen. Jacobus is de zestig bijna gepas seerd. Zij wonen in de Willemstraat, voorheen het I'ransche pad genaamd, en destijds eene smalle, onaanzienlijke gracht, gelijk men zien kan op de fraaie aquarel, die zij onlangs ten geschenke ontvingen eu waaraan ecue plaats word ingeruimd aau den wand van de mooie kamer bij Leendert. Er zgn daar meer reliqnieu, zou men zeggen, met het oog op de gehechtheid, die de eigenaar er voor aan den dag legt, wanneer hij ze den bezoeker toont. Bij het raurn haugt o. a. het portret vau Prinses Wilhelmina; een gouden kroon op een kussen prijkt op de lijst. Een enkele blik op de gezichten vau Leendert eu zijne vrouw bij dit portret, vestigt de overtuiging, dat het aauvalligo koningskind eene ruime plaats in huu hart bekleedt, eu dat de uitdrukking „de hoop des vaderlands" voor hen geen ijdele klank is. Verder ziet men, behalve portretten, de afbeelding der koninklijke familie in was, onder eene glazen stolp. Een groote vlieger, met het stedelijk wapeu, hangt eveneens aan den wand. In de woning van Leendert, welke men door eene gang binnentreedt, ziet liet er net eu zindelijk uit. Zij getuigt van welstand, en men kan zien dat de huisvrouw, eene stoere vrouw, met een forsch, maar vriendelijk uiterlijk, er de hand aan houdt. Het spreekt vau zelf dat zij niet weinig deelt in den reclitmatigen trots van haren man. Ook de kinderen van dit echt Hollandsche paar waren niet weinig opgetogen over de heugelijke gebeorteuis. Even natuurlijk echter, dat de bezoekers, die het voorrecht hadden vau in de mooie kamer te wordeo toegelaten, het gesprek brachten op de geschiedenis vau de neergehaalde vlaggen, maar opmerkelijk was het, met hoe weinig zelf verheffing en op welk een eenvoudige en naïeve wijze Leendert, die de vlag wegnam, eeue voorstelling daarvan gaf. Hij kwam dan toevallig met zijn broeder langs de Zaterdagsche brug en ziet daar de roode en zwarle vlaggen wapperen. Eene rilling voer hem door het lijf, uit verontwaardiging en medelijden tegelijk met de menigte, die het tot het uiterste wilde laten komen. „Dat loopt hier op moord en doodslag uit, moet dat maar zoo?" zei ik tegen m'u broer. Jacobus dacht dat er niets aan te doen viel. Jawel, zei ik, die vlaggen moeten weg; waarop Jacobus antwoordde: „dat doe ik voor geen duizend galden." Onderwijl waren zij bij de brug eu te midden van de opgewonden menigte, die door Leendert toegesprokeu werd: „Broers, is dat niet God geklaagd, die bloedvlag hier? wat mot daarvan groeien?" waarop een groote, zwaar gebouwde kerel met blond haar en blondeu board, de beide inanucn met vloeken eu bedreigingen tegen hun leven tegemoet trad. „Zonwe julli geldwolven, daar wat un wille doen?" Terwijl Leendert eu Jacobus nog trachtten de inonschen te vermanen hnn dolzinnig bedrijf te stakeu, nain genoemde kerel met zijn aauhaug een dreigende houding aau en daagde hij de beido mannen uit om de vlag zelfs aan te raken. "Denk je dat 'k niet durf?" zei Leendert. En in hetzelfde oogenblik was de vlag van de lantaren neergehaald. Met moeite gelukte het hnn, dwars door het gewoel heen, de lantaren aan de andere zijde der brug te naderen en even eens van de vlag te ontdoeD. De roode werd in de gracht geworpen, dc zwarte vlag werd aan flarden gescheurd, die Leendert in „de straat" in een put smeet, „waar ze nog ligt." In weerwil van de bedreigingen van het volk, dat blijkbaar te zeer onder den indruk van het gebeurde verkeerds om de daad bg het woord te voegen, bleven zij tot de eerste schoten vielen. Zoo ongeveer, maar met wat meer woordeu en in ziju eigenaardige spreekwijze vertelt Leendert zijn wedervaren, terwijl zgne vrouw, die naar hot uiterlgk heel wat meer „mans" is, het verbaal aanhoort als de natuurlijkste zaak der wereld. Bij al zijne bescheidenheid geraakt Leendert wel eens in vuur; dat is, als de verontwaardiging over andere vlaggen in de straten dao de vaderlandsche wéér boven komt, of als hij van zijn vader spreekt, wiens nagedachtenis hij een onbegrensden eerbied toedraagt. Het is een eigenaardig geuot, dien eenvoudigen werkzamen man, onder wiens boezeroen een warm hart klopt, bij zijne benoeming, te hooren zeggeu: „dat had vader nog eens moeten beleven 1' (N. Rott. Crt.) Bultenlano! De laatste berichten op politiek gebied zijn, dat Vorst Alexander van Bulgarije is weggejaagd. De omstandigheden, waaronder dit geschiedde, zijn voor een Vorst zeer curieus. Op een wapenschouwing te Widdin werd den Vorst, die alles nauwkeurig stond waar te nemen, gezegd, dat hij gevangen man was en onder het oog van het leger werd hij in arrest gebracht. Of hij reeds over de grenzen is gebracht, dan of hij nog gevangen zit, is niet bekend, daar de voorloopige Regeering geen andere berichten de grenzen laat passeeren, dan zij zelf wil. Men vermoedt echter dat Alexander van Battenberg reeds over de grenzen is en waarschijnlijk op weg naar zijn familie in Duitschland. Omtrent Ruslands optreden in Bulgarije schrijft de Times, dat het succes niet volkomener had kunnen zijn. Onmiddelijk volgend op de schending van een internatio naal tractaat, moet deze nieuwe uiting van Ruslands macht en volharding deze waarschuwing, tot allen zonder onderscheid gericht, om den Czaar niet te weêrstaan, moreel een diepen indruk maken. Is de val van den Bulgaarschen Vorst een schitterende triomf der Russische diplomatie, dan is hij ook, hoewel in mindere mate, eene nederlaag voor de Engelsche diplomatie. De Times vermoedt, dat de onttrooning van PrinsAlexander geschiedt met medeweten van Duitschland en Oostenrijk; is dit het geval, dan mag worden aangenomen, dat Rusland zich voorloopig met den val van den Vorst tevreden stellen zal, en geene verder reikende wijzigingen zal trachten te brengen in de verhouding tusschen Turkije en zijne vazal staten. Alle vorige ochtendbladen noemen Prins Alexanders afzetting eene ongerechtvaardigde en niet te verontschuldigen tusschenkomst, welke allicht ernstige gevolgen zou kunnen na zich slepen. De voorloopige Regeering van Bulgarije heeft eene proclamatie uitgevaardigd, waarin gezegd wordt, dat Prins Alexander op de slagvelden groote diensten aan het land heeft bewezen, maar dat hij in de politiek te weinig acht gaf op de positie van Bulgarije als Slavischen Staat en op eene goede verstandhouding met Rusland. Daarom was zijne afzetting noodzakelijk. Hij vertoeft als gevangene te Lompalanka en zal spoedig over de grenzen worden gebracht. Te Berlijn loopt het gerucht, dat Prins Alexander niet voor liet front der troepen te Widdin, maar jl. Zaterdag

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2