zijn met de spieren. Met zekeren angst zien beschaafde moeders de bewondering stijgen voor allerlei Kiderlens en zij vragen zich af of er in de harten van hun flinke jongens bewondering zal overblijven voor een edele daad en of dit alles begraven zal worden onder de alleenzaligmakende sport. „Eerzucht" zeggen de vaders, die én voor mislukte examens èn voor nieuwe tricots moeten dokken, „eerzucht is goed, maar je wedijver, jongen, is nu wat eenzijdig...." De schrijver besluit zijn goed geschreven artikel aldus: „Dat het spel spel blijve; dat uitspanning uitspanning blijve! Dat het geen vak worde! Wat jong is moet het jonge leven genietenMisschien is de kunst daarvan grooter dan zij schijnt in onze dagen, waarin de hulpmiddelen zooveel menigvuldiger zijn, terwijl wij ouderen ons zei ven helpen moesten." Bij de Tweede Kamer zijn ingekomen wetsontwerpen tot onteigening van gronden voor den lokalen spoorweg MedemblikHoorn, tot wijziging van de wet op het recht van vereeniging en vergadering en tot afwijking van de regelen, door de gemeentewet gesteld voor het heffen van plaatselijke belastingen, in de gemeenten Hellevoetsluis, Middelharnis, Vlieland, Helder, Urk, Terschelling, Veere, Alkmaar, Hoorn, Purmerend en Edam. Voorts zijn ingekomen nieuwe geheime stukken van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië in zake het land Tjiomas. Zij worden ter griffie voor de leden nedergelegd. De minister van Financiën heeft de uitkomsten mede gedeeld, door de uitvoering der conversiewet verkregen. De uitkomsten zijn iets voordeeliger dan vroeger werd opgegeven. Terwijl toch in uitzicht was gesteld, dat de nieuwe 3£ pCt. Nationale Schuld tot den koers van 96f pCt. netto zou worden te gelde gemaakt, is zij tegen den gemiddelden prijs van bijna 97 pCt. gerealiseerd, waardoor een voordeel boven de vroeger opgegeven cijfers verkregen is van f 855,850. De jaarlijksche besparing, als gevolg der conversiewet, welke oorspronkelijk was geraamd op f 1,303,342 en die na de in het ontwerp gemaakte veranderingen was terug gebracht tot f 1,225,000, is thans te stellen op het volgende: Ware de conversiewet niet tot stand gekomen, dan zou voor den dienst der 4 percents Staatsschuld op de Staats- begrooting voor 1887 noodig zijn geweest voor rente f 13,539,000, voor aflossing f 1,014,000, totaal f 14,553,000, terwijl thans voor de 3£ pCt. schuld is aangevraagd voor rente f 12,184,975, voor aflossing f 1,044,000, totaal 13,228,975; derhalve thans minder voor f 1,354,025, meer voor aflossing f 30,000, minder totaal f 1,324,025. Daarbij moet intusschen niet worden voorbijgezien, dat wegens kosten der conversie pCt. over het kapitaal 4 pCt. Nationale Schuld, ad f 846,187.50, uit de schatkist zal worden betaald. De geheele 4 pCt. Staatschuld bestond op 1 Juli 1886, den dag waarop liet rentegenot ad 5 ten honderd over de geconverteerde schuld heeft opgehouden, uit een som van f 339,545,703. Door den inspecteur van het geneeskundig Staats toezicht in Noordholland is te Hoogwoud en te Hoogcarspel het roodvonk epidemisch heerschende verklaard. Te Westerland op Wieringen werd jl. Donderdag de nieuwe school feestelijk ingewijd. Bij een te Haringhuizen gehouden wielerwedstrijd is de prijs behaald door den heer L. Bakker, te Wieringer- waard, en de premie door den heer P. Denijs, te Schagen. Ten behoeve van de Kon. Ned. Marine worden te Amsterdam plannen ontworpen voor een volledige bakkerij aan boord van de nieuwe Nederlandsche oorlogsschepen, waarin, zoowel voor het volk als voor de officieren, zal gebakken moeten worden. Als adviseur wordt geraadpleegd de technische redacteur van de Bakkers-Courant, de heer Geert De Jonge. Nadat dezer dagen de directeur der Bank van Leening te Breda plotseling overleden was, liepen er spoedig ge ruchten, dat de zaken aldaar niet in het reine waren. Thans is het een feit, dat -de gemeente voor een tekort staat van f 47,000, wijl uit het ingestelde onderzoek is gebleken, dat aanwezig moest zijn eene waarde van f72,000, terwijl slechts eene waarde van f 25,000 aanwezig is. Dit treurige feit schijnt grootendeels op rekening gesteld te moeten worden van de gebrekkige administratie. Het blijkt thans, dat de Gemeenteraad nimmer met den juisten stand van zaken op de hoogte is gebracht. De herbouw van het Kurhaus te Scheveningen zal geschieden volgens het ontwerp en onder leiding van de architecten Henkenhaf en Ebert, die den oorspronkelijken bouw uitvoerden. De mnren van den voorgevel aan de landzijde zullen gedeeltelijk blijven staan. Het nieuw-modische weegtoestel, tegenwoordig aan verschillende stations, enz. geplaatst, wijst als maximum gewicht 125 kilogram aan. Aan het station der stoomtram te Scheveningen heeft zich thans het zeker zeldzame feit voorgedaan, dat een dame, die haar 3 centen geofferd had om van het weegtoestel gebruik te maken, zwaarder was dan liet toestel kon aanwijzen en dus haar geld voor niemendal had gegeven. Daar zij echter toch naar 's Hage moest, deelde zij, aan het Rijnspoorstation gekomen, het geval mede en haar werd toegestaan om gratis op de bascule gewogen te worden. Het bleek toen dat zij 130 kilogram (260 pond) haalde. Kantonrechter, tot een boer, die als getuige optreedt! „Sta je ook in familiebetrekking tot een der partijen?" Boer: „Heel in de verte; zijn vader zou met mijn moeder zijn getrouwd, maar daar is niets van gekomen." Brieven uit de hoofdstad. 80 September. Onze Dinsdag geopende driejaarlijksche tentoonstelling van schilderijen en beeldhouwwerken, door levende meesters vervaardigd, doet mij eene ongezochte gelegenheid aan de hand om nog even terug te komen op de schilderij „Felicie" van den Berlijnsche schilder prof. Graef, welk stuk thans tegen een entréo van 50 cents in een bovenzaal van het café Mille Colonnes voor het publiek te zien is. En wat krijgt het publiek te zien? Zooals ik de vorige week zeide, een van die stukken zooals Hans Makart er in zijne laatste levensjaren herhaaldelijk geschilderd heeft, waarbij de met meer of minder talent geëxposeerde naaktheid der figuur of figuren hoofdzaak is en al het andere als niet veel meer dan bijwerk beschouwd wordt. Ook bij de door Graef voorgestelde „Felicie" is dit het geval. Het door hem geschilderde jonge meisje, dat op een uitgespreid kleed in verleidelijk bevallige houding ligt 'te rusten na een zoo pas genomen bad, is alweder een bijdrage tot de rubriek der nudilcs, die zich in den laatsten tyd op zulk eene buitengewone wyze begint uit te breiden. Vroeger had zeker gedeelte der Fransehe school tamelijk wol liet. monopolie van dit genre, doch tegenwoordig laten ook du üuitsche kunstbroeders zich krachtig medegelden in het strijdperk, vooral nu het meer en meer blijkt, dat dergelijke artikelen eene inter nationale aantrekkelijkheid op liet publiek uitoefenen. Er is veel vraag naar op de maatschappelijke markt. Geen wonder dat het aanbod daaraan geëvenredïgd blyft. De eene voorstelling volgt met merkwaardige snelheid de andere op. Pas hebben we „dc Lente" van Ilans Makart bezichtigd, of prof. Graef komt onze aandacht vragen voor zijne „Felicie." 't Is of men vreest, dat het publiek gebrek zal hebben aan indrukken van dien aard, met zoo groote snelheid volgen de stukken van die soort elkander op. Nu zou ik de laatste zijn om tegen die vruchtbaarheid eenige bedenking te maken, indien het vervaardigen van schilderyen slechts even goed een handwerk, een meer of minder lucratieve kostwinning, was als ieder ander bedrijf, als het maken van een vloerkleed of een pianino b. v. Dan zou men de schuld kunnen geven aan het publiek, dat zulke dingen vraagt en koopt of gaat zien, en minder aan de kunstenaars, die datgene maken wat het meest in trok is. Doch zoolang de kunst als zoodanig nog iets edelers is en zij zich van eene hoogere roeping bewust behoort to zijn, mogen en moeten wij hare pro ducten naar een gansch anderen maatstaf dan dien van vraag en aanbod beoordeelen. Ook zonder voor een bepaalde tendenz in de kunst te willen pleiten, wat met de vrije spontane uitingen van een opgewekt kunstleven ook ten eenenmale in strijd is, kan ik toch de bedenking niet weerhouden dat de kunst, docr opzettelijk en als met voorbedachten rade de markt van zulke producten miskent, hare roeping miskent en zichzelf in 't aan gezicht slaat. Bestaat die roeping eenvoudig in het strcelen der zinnen en het prikkelen der hartstochten, dan kan men de meest sexsueele voorstellingen als de hoogste of liever de winst- gevendste uitingen der kuDst beschouwen. Doch heeft men nog niet ten eenen male het geloof verworpen, dat het hare roeping is, den menschelijkcn geest te veredelen, to verheffen, te laven, te troosten met de scheppingen van den waarachtigen kunstenaar, die uitdrukking geeft aan het reinste en het beste wat er in eene door het genie geadelde menschonziel kan omgaan, dan ziet men in de productiviteit van dc boven aangeduide soort een bedenkelijk verschijnsel. Niets mag voor de kunst verboden toe gang zijn, niets behoort zij als verboden waar te moeten schuwen, omdat zij met haar goddelijken adem alles heiligt en reinigt; en zoo kan ook het naakt nooit of nimmer contrabande op haar terrein wezen. Doch indien zij er toe overgaat om, met hoeveel talent dan ook, het naakt als eene en voque zijnde handelswaar te beschouwen, het tc gaan exploitceren, er munt uit te slaan, zooals een klcedermaker of modiste doet met de nieuwste mode de Paris, dan komt het mij voor, dat de kunst haar heilig karakter miskent, ja, dat zij. zich in dén woord prostitueert. Het oogenblik is dan niet verre meer, dat het publiek niet meer in ware kunst gelooft; dat het de schouders ophaalt als er van genie en inspiratie gesproken wordt I En dat gedeelte van het publiek, hetwelk nu eenmaal op zulke voorstellingen belast is, zal waarlijk niet over gemis aan toevoer te klagen hebben, ook al werkt de waarachtige kunstenaar er niet aan mede. Naar welken kant men ook rondziet, aan prikkels van zinnelykhcid en hartstocht is r.og geen gebrek. In de schouwburgen, in de operettes, in de balletten, in romans en verzen, in de hier tc lande druk verspreide buitcnlandsche illus- straties, in de etalages van kunstkoopers, in de feuilletons onzer dag- en weekbladen, ja waar al niet, overal wordt gezorgd dat de liefhebbers van dit artikel behoorlijk voorzien worden. Er zou veeleer reden zyn voor dc klacht, dat de markt tegen woordig in dit opzicht tamelijk overvoerd begint te worden. Een gevolg daarvan is natuurlijk, dat het publiek geblaseerd raakt en naar nieuwe kruiderijen tot prikkeling van het gehemelte omziet. Maar kan het dan ooit op den weg van den waren kunstenaar liggen, uit louter winstbejag zijn talent dienstbaar te maken aan de bevrediging van die ongezonde behoefte? Een toestem mend antwoord op die vraag komt mij te ongerijmd voor om er aan te denken. Ik hoop van harte, dat onze Amsterdamsche kunstschilders, vooral de jongere broeders van het gilde, dit volkomen met mij eens zullen zijn en eens zullen blijven. Gelukkig bestaat er op 't oogenblik, een enkele uitzondering daargelaten, nog geen vrees voor een afdwalen in die richting. Integendeel, de indruk van de jl. Dinsdag geopende tentoonstelling is in dit opzicht zoo geruststellend mogelijk. Met veel ingenomenheid heb ik aan de verzameling binnen- en buitcnlandsche kunstwerken een vluchtig bezoek bij wijze van kennismaking gebracht. Voor de eerste maal wordt deze stedelijke tentoonstelling thans in het Rijks museum gehouden, of eigenlijk niet in het museum zelf, maar op een der ruime binnenplaatsen van het gebouw, die men met behulp van wat scholwerk en bchangdoek tot een reeks zeer bruikbare kunstzalen heeft ingericht. Men heeft er goed licht, en dat zegt reeds oneindig veel. Aan den wcnsch der Tentoon- stellings-Commissic om een eigen gebouw te hebben, is dooreen afwijzende beslissing van den Gemeenteraad dc bodem ingeslagen, daar men dc bcnoodigdo som van f 20,000 te hoog vond voor zulk eene inrichting, die toch altyd slechts van tijdelijken aard zou zijn, wijl er uitzicht bestaat dat er voor deze tentoon stellingen eenmaal in het museum zelf ruimte gevonden zal worden. I)c Commissie heeft terecht gemeend, de toelating van inzendingen eenigszins te moeten beperken, waardoor het gehalte der tentoonstelling natuurlijk slechts kon winnen, daar al het onbeteckenende nu reeds terstond geweerd is. Onze vaderlandsche schilderschool is er uitstekend vertegenwoordigd, zoowel door de mannen van naam en autoriteit in de kunst als door hunne jongere, veelbelovende kunstbroeders. Onder deze laatsten ziju er velen, die stukken hebben ingezonden, welke van een rijpend talent, van verruimden blik en toenemende ontwikkeling getuigen. Er is zooveel goeds en zooveel schoons, dat het eene onmogelijke poging zou zyn, hier ook maar met een enkel woord het beste en voornaamste te willen opsommen, daargelaten dat een loutere aaneenrijging van namen en titels toch niet het beoogde effect zou geven. Een kapitaal stuk bovenal, een tooneel aan het Fransehe hof van koning Lodewijk XIV voorstellend, wien door den kardinaal Mazarin een kunstschilder wordt voorgesteld, trekt terstond dc aandacht van den bezoeker en zal veel van zich doen spreken. In anderen zin, helaas! zal dit óék het geval zijn met het treurig rechtsgeding van den stadsambtenaar Van Wulffieu, die in den loop van betrekkelijk weinige jaren de stedelijke kas voor een som van niet minder dan circa f 50,000 bestolen heeft. Naar men weet, lijdt dc gemeentelijke schatkist echter geen schade by deze zaak, daar het tekort onmiddellijk is aangezuiverd door den hooger geplaatsten ambtenaar, wiens onvoldoende contróle bet mogelijk heeft gemaakt, dat dc stelselmatig voortgezette ont vreemdingen zoo lang verborgen bleven en tot het aan zienlijk bedrag van een halve ton gouds konden stijgen. Maar al is het toegebrachte verlies ook vergoed, toch heelt deze geheele bedroevende geschiedenis een niet zeer verkwikkend licht doen vallen op dc wyze, waarop met de stedelijke geldmiddelen wordt omgesprongen cn de contróle over het financië'el beheer wordt uitgeoefend. Men heeft er zich niet weinig over verwonderd, dat dit punt bij de publieko terechtzitting in het geheel niet ter sprake is gekomen. Doch dit feit op zich zelf bewyst trouwens genoeg zaam, dat er iets aan de groote machine van het gemeentelijk bestuur hapert en de verschillende raderen niet naar den eisch in elkander vatten. Waarschijnlijk zal dan ook deze treurige gebeurtenis althans dit goede gevolg hebben, dat de admini stratie van het gemeente-beheer op beteren voet geregeld en het toezicht verscherpt wordt. Overigens leveren de diep tragische bekentenissen en onthullingen van den beklagenswaardigen amb tenaar een welsprekende bijdrage tot de moderne manier van huishouding, die in onzo dagen hier en daar wordt toegepast, Een groot, overtalrijk gezin, rechts en links leenon om in de behoefte van dat gezin te voorzien, gewaagde bcursspecu- latiën ondernemen met eens andermans geld en ten koste van eon andermans beurs, het eene gat maken om hut andere te stoppen, en eindelijk, toen alle hulpbronnen uitgeput en op gedroogd waren, de aanwending van dat laatste en vrueselijkste redmiddelverduistering van gelden, vervalsehing van boekhouding, in écn woord diefstal, tot een zeer aanzienlijk bedrag zelfs. Al verder en verder raakte de misdadige, maar ongelukkige huis vader het spoor bijster in den doolhof, die geen uitgang meer voor hem zou hebben; al dieper en dieper gleed hij af op den weg, die onvermijdelijk tot zijn ondergang moest luiden. En is hij do eenige? Am stel aar. Buitenland. De Kroonprins van Rusland wordt den 15 dezer te Konstantinopel verwacht en reeds nu worden groote toe bereidselen gemankt voor een schitterende ontvangst. Het behoeft wel niet gezegd te worden, dat aan een en ander eene groote politieke beteekenis gehecht wordt. Jl. Donderdag vierde de Keizerin van Duitschland haren 75sten jaardag. H. M. bevond zich met den Keizer te Baden-Baden, van waar steeds de beste berichten omtrent den gezondheidstoestand van Z. M. ontvangen worden. „Men roemt schrijft een Berlijnsch berichtgever der Kolnische Zeitung de lichamelijke en geestelijke frisch- heid des Keizers, die met zijne gewone nauwgezetheid en regelmatigheid alle Ilegeeringszaken afdoet eu ook eene bijzondere belangstelling aan den dag legt voor den loop der zaken op bet Balkan-schiereiland. „Het is een in de Hofkringen bekend feit, dat Vorst Alexander van Bulgarije of Van Battenberg, die aan het Hof van Berlijn altijd persona grata was, zich ook nu nog in eene bijzondere persoonlijke deelneming van den Keizer en den Kroonprins verbeugen mag. In die hoogste kringen verwijt men, naar ons verzekerd wordt, den Vorst geenszins „het verlaten van zijn vaandel," maar men brengt integendeel hulde aan zijnen persoonlijken moed. En toen de duidelijk aan den dag gekomen politieke belangen schenen te eischcn, dat juist zijn persoon als offer voor de hand having des Europeeschen vredes werd prijsgegeven, heeft men het hem te liooger toegerekend, dat hij het niet te misduiden antwoord van den Czaar op zijn telegram met zijne abdicatie beantwoord heeft." Deze mededeeling der Köln. Zeitung uit de Hofkringen is blijkbaar een antwoord op een artikel der Nordd. Ztg., waarin dat orgaan van den Rijks-kanselier de vraag stelde „Waarom heeft de Vorst Van Battenberg eigenlijk zijn land verlaten, juist opliet oogenblik, dat men hem bet meest noodig had en de bevolking met de meest mogelijke geest drift verlangde, dat hij zou blijven?" En op die vraag gaf zij dit antwoord: Was bij van Lemberg niet naar Bulgarije teruggekeerd, het zou zeer natuurlijk geweest zijnmaar toen hij in zijn land terugkeerde en met groot gejubel door de Bulgaren werd ontvangen, toen had men, te oordeelen naar de wijze, waarop bij zich overal uitliet, eenige meerdere volharding om op zijn post te blijven van den Vorst mogen verwachten. Niemand noopte hem, heen te gaan. De mogendheden oefenden geen invloed en zelfs Rusland deed niets om het verblijf te Sofia onmogelijk te maken. De eenige reden is Ruslands vijandschap, zeggen do vrienden van den Vorst. Maar de Nordd. Zeitung is niet tevreden. Immers zoo vervolgt zij reeds gedu rende zes jaren bad Vorst Alexander met Ruslands toorn te kampen, zonder dat dit de belangen van Bulgarije scheen te beuadeelen, en nu, te midden der betuigingen van gehechtheid zijner onderdanen, maakt deze toorn hem ineens het regeeren onmogelijk. De Nordd. Zeitung wilde dit niet gelooven en daagde de verdedigers van den Vorst uit, hetzij door middel der pers, hetzij in het Oostenrijksch- Hongaarsche Parlement of in den Duitschen Rijksdag, eene afdoende verklaring te geven van deze vreemdsoortige handelwijze van hunnen beschermeling. Voorloopig kan zij nu met het bovenstaande tevreden zijn. Voor het Hof te Madrid is jl. Donderdag dc behande ling begonnen van het proces tegen Galeote, den moorde naar van den bisschop Izquierdo. Gedurende zijne gevangenschap is Galeote door zes geneesbeeren onderzocht, aangewezen door den verdediger eenerzijds en door het O. M. anderzijds. Deze heeren zijn het over den geestestoestand van den beschuldigde niet eens; de eenen zeggen, dat de daad hem alleszins toere kenbaar is; de anderen beweren, dat zijn geest geheel verbijsterd is door vervolgings- en godsdienstwaanzin, welke sedert zijne inhechtenisneming nog verergerd is. Te Annaberg (Saksen) is een merkwaardig proces aanhangig gemaakt. Een inwoner van die plaats werd des nachts telkens verontrust door een geheimzinnig schelletje, dat zich liet hooren. De man schijnt wat bijgeloovig te zijn en verkeerde met zijn gezin in den grootsten angst. Eindelijk vernam hij door eene dienstbode, dat zijn buur man, overlast van ratten en één levend gevangen hebbende, op het denkbeeld gekomen was, een schelletje aan den bals van het dier te hangen en hem zoo weer in vrijheid te laten. Hij zocht zijne makkers weder op, maar deze schrikten zéé van zijne verschijning, dat zij voor goed een ander verblijf opzochten. De uitvinder echter van dit listige rattenverdrijvingsmiddel wordt nu met een proces wegens nachtelijk burengerucht bedreigd. Voor het Hof van het Nauw van Calais hebben twee jongens van zestien jaar terechtgestaan, die een meisje van vijftien jaar met messteken hadden vermoord. Eén hunner, Clément Muchembled, een rijke boerenzoon, wiens verbeelding door het lezen van allerlei romans over prikkeld was, had een vriendinnetje, eene boerendochter, Mar ie Ledent, zeer schoon en op eene kostschool opge voed. Een vijand van hem liet een hatelijk liedje op hem drukken en verspreiden. Marie kreeg een exemplaar in handen, hetwelk zij hem toezond. Clément werd boos en raadpleegde zijn neef, Henri Muchembled, notarisklerk, den geletterde der familie. Deze ried hem, een brief vol grofheden aan bet meisje te schrijven, of liever: belastte zich zeiven daarmede. Marie werd op hare beurt boos en verspreidde allerlei min vleiende verbalen betreffende haar gewezen minnaar. Nu besloten de neven, haar te vermoorden en vervolgens naar Amerika te vluchten. Zij kochten, als het meest romaneske middel, twee messen, droegen die in lederen scheeden bij zich en betitelden elkander in den trant der Roodhuiden als „Gezwind Hert" en „Groote Slang." Den 21 Mei nu kwam Marie Ledent door een boscbje en Clément, die op haar loerde, overviel haar, wierp haar ter aarde, zette haar de knie op de borst en bracht haar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2