diensten kan bewijzen, is ter beoordeeling naar het Ministerie
van Marine opgezonden.
Jl. Zondag is te Scbagen plotseling overleden de
heer G. P. Van Vladeracken, ontvanger der directe belas
tingen en accijnsen te Haarlem. De overledene bereikte
den leeftijd van nagenoeg 56 jaren.
In de jl. Dinsdag gehouden zitting van den Gemeente
raad van Hoorn is de begrooting voor 1887 in behandeling
genomen en vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op een
bedrag van f 199,255.06^.
In de onderstelling, dat aan Jeanne Lorette in de
gevangenis verschillende voorrechten worden verleend, heeft
de socialist Belderok zich thans gewend tot den Minister
van Justitie met verzoek, dat deze zoodanige maatregelen
neme, dat ook hem bij zijn aanstaand verblijf in de gevan
genis dezelfde welwillendheid worde betoond.
Hij vraagt, naar het D. v. N. meldt, vergunning voor
het lezen van Recht voor Allen en De Vrije Pers, het
aanleeren van Fransch en Duitsch, het kweeken van vogels
en bloemen en het uitoefenen van zijn vak, zijnde dat van
timmerman.
Op Zaterdag 13 dezer zal de Vereeniging „De
Militaire Willemsorde'- te Amsterdam, ter herdenking van
Neêrlands onafhankelijkheid, een feestconcert en assaut
geven in het Paleis voor Volksvlijt aldaar, onder mede
werking van de Schermmeesters-Vereeniging „Minerva."
De opbrengst van dit concert zal weder ten goede komen
aan de ondersteuningskas van de Vereeniging „De M. W. O."
De gedecoreerden, leden der Vereeniging, uit andere
plaatsen, zullen des middags afgehaald worden aan het
Centraal-station te Amsterdam door het bestuur, de staf-
muziek van het 7de regiment infanterie en de genoemde
Scherm vereenigi ng.
Het bericht, dat de Nederlandsch-Indische Spoorweg
maatschappij tot verlaging der spoorweg vrachten met 25
cents per picol heeft besloten, wordt door den president
directeur dier Maatschappij tegengesproken.
Het nieuwe gebouw het „Tehuis voor Militairen," op
de Lijnbaansgracht te Amsterdam, werd jl. Dinsdagavond
feestelijk geopend. Behalve een groot aantal mindere
militairen waren daarbij de meeste chefs van corpsen, aldaar
in garnizoen, aanwezig; ook de kolonel van Marle, com
mandant van het regiment vesting-artillerie te Helder, en
de kapitein Schog, van de veld-artillerie te Utrecht, beide
laatstgenoemde officieren leden van den Bond van de
Huizen voor Militairen, woonden deze feestelijke opening
bij. Onderscheidene sprekers voerden het woord, waarin
hoofdzakelijk het nut van dergelijke inrichtingen werd
aangetoond. Een gemengd zangkoor luisterde deze feeste
lijkheid op.
Een onzer landgenooten, tijdelijk te Londen vertoe
vende, met zijn 25jarigen zoon, heeft in de bladen bekend
gemaakt, dat deze jongeling sedert jl. Vrijdag, toen hij in
Regents Park een wandeling ging doen, niet naar huis
(Kentish-townroad) is teruggekeerd. De jonkman was
gezond en volkomen wel bij 't hoofd toen hij uitging.
Naar men verneemt, bereidt de heer W. Gosler, te
Haarlem, eene volks-editie van „De Negerhut" voor, die,
ter grootte van ongeveer 16 vel druks, opgeluisterd met
gekleurde platen en ingeleid door dr. E. Laurillard, slechts
50 cents zal kosten. Deze buitengewoon lage prijsberekening
verdient, in vergelijking zelfs met de bekende goedkoope
uitgaven, waaraan Duitscbland en Engeland ons gewoon
hebben gemaakt, als eene bijzonderheid te worden vermeld.
De oplaag moet dan ook 25,000 bedragen.
Met groote plechtigheid en praal had de ter-aarde-
bestelling van den onverwacht aan zijn werkkring en zijne
betrekkingen ontrukten commissaris der loodsen bij het
Nederlandsch Loodswezen, den heer E. W. Fabritius,
jl. Dinsdag te Vlissingen plaats. Aan de groeve werd hem
rechtmatige hulde voor zijn welbesteed leven gebracht.
Door den heer dr. Enklaar te Deventer zijn hand
granaten vervaardigd, gevuld met dezelfde vloeistof als de
bluschgranaten van Hayward en die volkomen dezelfde
uitwerking hebben. Het eenige verschil is, dat in de prijzen.
Die van Hayward kosten f 2.50 en die van dr. Enklaar...
30 35 cents!
Onder Borssele werd dezer dagen een mangelwortel
gerooid, die, bij eene lengte van ruim een halve Ned. el,
een gewicht had van circa 18 kilogram.
De Gemeenteraad van Giethoorn heeft de jaarwedde
van den doodgraver vastgesteld op.... f 15, benevens het
gras van het kerkhof.
Te Witmarsum wonen drie arbeiders zonder onder
dak of huisvesting. Zij werken bij den boer, als ze daar
werk kunnen krijgen, en slapen des nachts bij dezen of
genen landbouwer in een hooi- of strooibult, ook wel in
eene schuur. Men zou zeggen, dat deze drie maatschap
pelijk vrijwel in dezelfde conditie verkeeren, en toch is
dit het geval niet, want de een spaart meer, de ander ver
teert meer. Het gevolg is, dat de een voor zijn doen een
aardig sommetje heeft kunnen opsparen en de ander niets
overhoudt. De laatste heeft nu in een nacht, toen zijn
kameraad in een hooibult sliep, dezen zijn schat, eene som
van f 42.50, welke hij in een zakje in zijn broekzak bij
zich droeg, ontstolen. Hiervoor heeft hij voor de recht
bank te Leeuwarden moeten terechtstaan en de substituut
officier van justitie vond dit zulk een lagen diefstal, dat
hij 1 jaar gevangenisstraf eischte. De Rechtbank heeft
zich met dien eisch vereenigd en den dief tot de genoemde
straf veroordeeld.
Volgens de Indische bladen komt in het programma
der wedrennen te Buitenzorg een pajong-race Yoor. Deze
race wordt op de volgende wijze gehouden:
De mededingers gaan met hun ongezadelde paarden voor
de tribune op één rij staan. Op een gegeven sein beginnen
zij hunne paarden te zadelen. Hierna moeten zij een
parapluie, die zij medegenomen hebben, openen, een sigaar
aansteken en te paard stijgen.
Daarna moeten ze onmiddellijk wegrijden zoo hard ze
willen en op een bepaalde plaats om een paal draaien, en
is hij, welke het eerst terug komt, met zijn paard goed
gezadeld, zijn sigaar aan en een ongeschonden parapluie
op, winner van deze race.
Deze soort van race moet eigenlijk gereden worden met
een hoogen hoed op, doch daar de meeste heeren in Indië
en vooral in de binnenlanden als regel geen hooge hoeden
bezitten, zoo heeft het bestuur deze conditie laten vervallen.
De Standaard geeft 't volgende verhaal ten beste:
„Een kat, wier eigenaar te Antwerpen woont, is zoo
kieskeurig uitgevallen, dat ze steeds de fijnste Holland-
sche roomboter onder haar eten krijgt; indien men't waagt
haar te misleiden, door boter van minder goede hoedanig
heid er onder te mengen, straft poesje deze stoutmoedigheid
met een volstandig weigeren van alle voedsel. Onlangs
heeft men beproefd, haar deze kieschkeurigheid af te leeren
en men gaf haar daarom gewone-, in plaats van roomboter,
te genieten, doch de poes weigerde en hield dit vier dagen
vol, zoodat men, voor de gezondheid van 't lieve dier
beducht, haar als voorheen de boterham met fijne Holland-
sche roomboter besmeerde.
Deze poes kan aan vele menschen, die zeggen van
kunstboter te gruwen en ze nochtans smakelijk verorberen,
wanneer ze slechts onder den naam van gewone boter
wordt opgedischt, ten voorbeeld worden gesteld."
De kunst staat ook op liet gebied der melkerij niet
stilEerst hadden wij kunstboter, daarna kunstkaas, nu
hebben wij ook kunstmelk. Luidens mcdedeelingen in de
Revue Scientifique en de Moniteur des Inventions indus-
trielles heeft men den grondslag gevonden, om kunstmelk
te maken. Vet wordt in den staat van emulsie gebracht,
en men voegt er bij eenige zouten, melksuiker, albumine
en wat zoutzuur. Wel is de smaak van dat fabrikaat nog
niet precies die van de melk, maar de scheikunde heeft
ook in dezen haar laatste woord nog niet gesproken
Provinciale Staten van Noordholland.
Vergadering op Dingdag '2 November 1886.
Als lid der Staten is toegelaten en heeft zitting genomen
de heer mr. J. A. Sillera, gekozen in het hoofdkiesdistrict
Amsterdam, in de plaats van den heer A. C. Wertheim.
Voorts hebben zitting genomen, na aflegging der gevorderde
eeden, de heeren P. N. Mulder, A. Prins en mr. J. C.
De Vries, tot wier toelating in de zomervergadering besloten
was.
De voorzitter sprak daarop als volgt:
„Vóór wij onze werkzaamheden aanvangen zij het mij
vergund, uwe aandacht te vestigen op een heugelijk feit,
dat zich gisteren heeft voorgedaan. Gisteren toch mochten
wij den dag gedenken, waarop vóór 25 jaren mr. H. Jacobi
aan den dienst der provincie werd verbonden. Eerst als
ambtenaar ter griffie, daarna als chef van het bureau van
statistiek, later als griffier, heeft zich de heer Jacobi èn
door zijne kunde en werkzaamheid èn door zijne groote
bereidvaardigheid de achting en de toenegenheid weten te
verwerven van allen, die met hem in aanraking kwamen.
„Nimmer is door polder- of gemeentebesturen, door
ambtenaren of particulieren te vergeefs een beroep gedaan
op zijn raad en op zijne hulp, en altijd is deze gebleken
verstandig en goed te zijn.
„Van harte hopen wij, dat onze provincie nog lange
jaren het voorrecht moge hebben, den heer Jacobi op deze
plaats te zien, door eene goede gezondheid in staat gesteld
zijne gewichtige taak te blijven vervullen.
„Overtuigd, mijne heeren! dat gij allen in mijn gevoelen
^ult deelen en met mijn wensch zult instemmen, stel ik u
namens Gedeputeerde Staten voor, te besluiten, dat de door
mij gesproken woorden in de notulen uwer vergadering
opgenomen zullen worden."
Door den heer Backer wordt daarop mede een woord
van waardeering en hulde bij het jubileum van den griffier
gesproken.
De vergadering geeft treffende blijken van instemming,
zoowel met hetgeen door den voorzitter als door den heer
Backer is in het midden gebracht.
In handen van eene commissie, bestaande uit de heeren
De Leao Laguna, Van Valkenburg, Loman, Jordens, YVurf-
bain, Dijkers en Hartsen, worden gesteld: het voorstel tot
het uitschrijven eener enkele geldleening van f 465,000,
in plaats van de twee verschillende leeningen, tot liet aan
gaan waarvan vroeger besloten is; de derde suppletoire
begrooting van het gesticht Meerenberg voor 1886; de
rapporten van Gedeputeerde Staten omtrent de aanvragen
om subsidie ten behoeve van den stoombootdienst tusschen
Texel en het Nieuwediep, ten-behoeve van een aan te leggen
stoomtramweg tusschen Egmond aan Zee en Alkmaar en
ten behoeve van eene te Amsterdam te houden tuinbouw
tentoonstelling.
In eene volgende vergadering zal worden behandeld het
adres van visschers in den polder het Grootslag, inhoudende
verzoek om het visschen met den zegen te verbieden.
In handen van eene commissie, bestaande uit de heeren
Westerwoudt, Calkoen, Donker, Zwaardemaker, Röell, Har-
togh en P. N. Muller, worden gesteld de voorstellen van
Gedeputeerde Staten tot het verleenen van een crediet
voor de verbetering van den weg van het Schouw naar
Broek in Waterland; tot verlenging van den termijn, gesteld
voor de herziening der verordening op de tramwegen, en
tot uitbetaling aan de Locaalspoorweg-Maatschappij Hollands
Noorderkwartier van het subsidie, toegezegd voor den aanleg
van een localen spoorweg tusschen Mcdemblik en Hoorn.
In handen van eene commissie, bestaande uit de heeren
Rendorp, Rutgers Van Rozenburg, A. Prins, Slagter en
Bos, worden gesteld de voorstellen tot wijziging der bij
zondere reglementen van bestuur voor den Noordschar-
wouder-polder, de Broekermeer, den Waarderpolder, den
Venpolder en de banne Berkhout.
Door den heer Heemskerk wordt verlof gevraagd om
aan Gedeputeerde Staten de navolgende vragen te richten
Maken Gedeputeerde Staten ten opzichte van het verleenen
van eene bijdrage tot de verplegingskosten van arme krank
zinnigen een onderscheid naarmate de verpleegde in een
provinciaal gesticht of in een ander gesticht is opgenomen
Zoo ja, zijn Gedeputeerde Staten bereid, mede te deelen,
waarop dit onderscheid berust?
Zijn Gedeputeerde Staten bereid, te overwegen, of zij aan
de Provinciale Staten voorstellen kunnen indienen, waardoor
het bedoelde onderscheid zal vervallen?
Het gevraagde verlof wordt verleend.
De voorzitter deelt mede, dat Gedeputeerde Staten bereid
zijn in eene volgende vergadering de gedane vragen te
beantwoorden.
Aan Gedeputeerde Staten worden gerenvoyeerd ten fine
van rapport de ingekomen adressen om subsidie ten behoeve
van de bewaar- en handwerksschool te Terschelling en ten
behoeve van de algemeene bewaarschool te Hypolitushoef
op Wieringen.
Gemeenteraad van Zijpe.
Zitting van Dinsdag 2 November 1886.
Tegenwoordig alle leden.
Na de opening van de vergadering, lezing en goedkeuring der
notulen van de vorige, werden de werkzaamheden ingeleid met
de benoeming van eene onderwijzeres aan 't Zand. Op de door
den Schoolopziener gemaakte voordracht, waren vier van de vijf
sollicitanten geplaatst, en werd nummer twee, mej, C. J. M.
Lorentz, als zoodanig benoemd. Het gunstig advies van den
Schoolopziener, den goeden indruk dien zij op den Voorzitter
had gemaakt, en hare zeer naar genoegen van het Hoofd der
school, den heer Morra, afgelegde proeven van practische be
kwaamheid, waarvoor zij op eigen kosten was overgekomen, waren
motieven, waardoor zij met algemeene stemmen werd benoemd,
om met 15 November e. k. in functie te treden.
Na de goedkeuring van het suppletoir kohier van de honden
belasting, bedragende f 13.bracht de Voorzitter een ingekomen
voorstel van den heer Nobel ter tafel, behelzende wijzigingen in
den hoofdelijken omslag.
De heer Nobel vroeg onmiddellijk het woord, om den Voor
zitter mede te deelen, dat het geenszins zync bedoeling is geweest,
zyn voorstel nu al in behandeling te brengen, daar het ook in
deze noodig is, dat alle leden van den Raad er vooraf mede in
kennis worden gesteld, waarvoor hij hun elk een afdruk of
afschrift zal geven, daar hy het zou bejammeren, als het, door
niet genoegzame bekendheid er mede, werd verworpen of aange
nomen. Hij wenschte dus de behandeling te verdagen, hetgeen
werd toegestaan.
Alsnu brengt de Voorzitter in herinnering, dat het Gemeente
land voor het einde dezes jaar wcér moet worden verhuurd, en
vraagt den Raad, B. en "\Y. te willen machtigen, znlks te doen
welke machtiging met algemeene stemmen wordt verleend.
Omtrent het nu aan de orde zijnde „concept, regeling onder-
wijzers-jaarwedden," vraagt de heer Nobel het woord. Hij zegt,
dat, naast het vele goede, dat dit concept bevat, er ook zooveel
bepalingen in voorkomen, die met elkander in botsing komen,
dat de Raad z. i. hieraan nimmer goedkeuring zal hechten, en
dus verwerping te voorzien is, waarom hij B. en W. in over
weging geeft, dit concept weder in te trekken.
De heer Paarlbcrg vindt, dat de tractementcn nog te hoog
gesteld zijn (daar wc in ons vorig verslag de jaarwedden hebben
opgenomen, mecncn we ze nu achterwege te kunnen laten).
De heer Zeeman vraagt, waarom f 650 te geven, als men
voor minder een onderwijzer kan krijgen? En wat waarborgt
ons de geschiktheid van den onderwijzer? En, gaat hij voort,
kan de Zijpe zich op het oogenblik beroemen op een goed onder
wijzend personeel? Volgens de vele klachten van ouders, niet.
De heer Kaan vindt het wel wat „hard," den ijverigen en
bekwamen onderwijzer eerst na 5jarigen dienst te verhoogenhij
zou dit liever om de twee jaren willen zien.
De heer Francis oordeelt, dat daar ijver en bekwaamheid bij
den onderwijzer plicht en vereischte is, dit niet afzonderlijk
beloond mag worden, te meer, daar men den niet ijverigen en
niet genoeg practischen bekwamen toch niet mag ontslaan. Hij
zou dus voor een vaste jaarwedde zijn, zonder meer.
Na nog eenige discusie hierover, deelt de Voorzitter mede,
dat, daar hij verwerping van het concept voorziet, hetgeen B.
en W. ook hadden gevreesd, zij de voorgestelde nieuwe regeling
weder intrekken, en stelt voor de jaarwedde vast te stellen op
f 550, zonder eenige nevenbepaling ten gunste van den onder
wijzer, en dus terug te komen op een onlangs genomen besluit
van f 500.
De heer Paarlbcrg verklaart fich ten sterkste tegen de
vaststelling eener jaarwedde van f 550. "Waarom, vraagt hij
f 550 te geven, als er voor f 500 nog vyf sollicitanten komen,
zooals nu het geval is?
„Om hun te laten leven," was het korte antwoord van don
heer Nobel.
De Voorzitter trachtte den heer Paarlbcrg dit duidelijker te
maken door hem mede te doelen, dat de zoo even benoemde
onderwijzeres f 360 kostgeld moet geven, en dus van f 500 slechts
f 140 zou overhouden voor kleeding, boeken en reiskosten, het
geen voor een onderwyzer en onderwijzeres zeker toch wel wat
weinig is.
Ook dit mocht de heer P. blijkbaar niet overtuigen, daar hij
en den heer Zeeman hunne stemmen onthielden aan de vaststel
ling op f 550, zoodat het voorstel des Voorzitters met 9 tegen
2 stemmen werd aangenomen.
Nu volgde de behandeling van de Algemeene Politie-Verorde
ning, in verband met het nieuwe Strafwetboek.
De Voorzitter oordeelt, dat dit een zeer onvruchtbare discussie
zal uitlokken, zonder tot een definitief besluit te komen, waarom
hy voorstelt, eene Commissie van drie leden te benoemen,
die den Raad in eene volgende vergadering van advies dient.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen, en de
heeren Kaan, Van Beusekom en Paarlberg als zoodanig gekozen.
Ten slotte kwam in behandeling een adres van den heer H.
Hagen, pachter van de plaats van het Algemeen Weeshuis te
Zijpe. Adressant deelt daarin mede, dat hij die plaats heeft
gehuurd voor f 2000, in de veronderstelling, dat zijne voorgangers
hunne verplichtingen opzichtens de bemesting waren nagekomen,
wat volgens zijn bevinding niet het geval blykt te zijn, en waarom
de huurprijs niet in verhouding staat tot de vruchtbaarheid van
het land, en hij zich, uithoofde van die teleurstelling, daarom tot
de Regenten van genoemd Weeshuis had gewend, om cenigo
verlaging van den huurprijs, doch te vergeefs. Reden waarom
hij het onhoudbare van zijn toestand onder de aandacht van den
Raad wilde brengen, en zijne welwillende medewerking inriep,
tot eenige verlaging van den huurprijs. Desverlangd, wilde hij
mondeling alle gewenschte inlichtingen geven, betreffende huur
voorwaarden, enz. Adressant woonde de vergadering bij.
Do Voorzitter gaf als zijn gevoelen te kennen, dat heeren
Regenten algeheele machtiging was verleend door den Raad, en
deze dus dit adres z. i. niet in behandeling kon nemen, welk
gevcclen door allen werd gedeeld.
De heer Zijp zegt, in zijn kwaliteit als Regent van genoomd
Weeshuis, dat hij gaarne tot eenige verlaging van den huurprijs
had willen medewerken, doch, uithoofde zij van de gemeente een
hooger subsidie hadden moeten vragen, meenden zij niet te kunnen
en te mogen verlagen, en had hierom gaarne gezien, dat de Raad
hiertoe termen had gevonden.
Ondanks het adres slechts voor kennisgeving werd aangenomen,
moest de heer Paarlberg toch van 't hart, dat genoemde Weezen-
plaats, onlangs door hem bezocht, op hem een zeer slechten
indruk had gemaakt, wat bij goede bemesting zeker niet het
geval zou zijn geweest.
De discussie hierover zullen we niet verder volgen.
Bij de gewone rondvraag vraagt de heer Nobel den Voorzitter,
of het Gemeentebestuur geen uitnoodiging heeft ontvangen van
het Zuidcrzee-Comité, om lid te worden dier Vereeniging. Daar
de Voorzitter dit ontkennend moest beantwoorden, stelde de heer
Nobel voor, dat de gemeente als lid toetreedt, daar het onderzoek
naar de droogmaking van de Zuiderzee toch van algemeen nut
geacht kan worden, en de contributie slechts f 5 is. Allen
waren blykbaar niet van het nut dier Vereeniging overtuigd, daar
het voorstelNobel met 7 tegen 4 stemmen werd verworpen.
Om in geheime zitting nog eenige reclames in zake den
hoofdelyken omslag te behandelen, werd de openbare vergadering
gesloten.
Gemeenteraad van Schagen.
Zitting van Dinsdag 2 November 1886.
In deze zitting werd, na voorlezing en goedkeuring van de
notulen der vorige, door den Voorzitter aan de orde gesteld do
benoeming van een Stembureau voor de op 9 dezer te houden
verkiezing van een Raadslid, ter voorziening in de vacature,
ontstaan door het bedanken als zoodanig van den heer Noë. Tot
leden van dat bureau werden benoemd de heeren lvooij en Schenk,
en tot plaatsvervangers de heeren Buis en Govers.