HELDERSCHE
EN N1EUWEIHEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad vooi- Hollands Noorderkwartier.
1886. N°. 136. ;-x.v
Vrijdag 12 November.
Jaargang 44.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentièn: Van 14 regels 60 cents, elka
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
De vertrekdagen der mails naar Oost-Indië gedurende de maand
November zijn als volgt:
12 November Engelsche mail (over Brindisi).
13 November Hollandsche mail (uit Amsterdam).
13 November Hollandsche mail (over Marseille).
20 November Franschc mail (over Napels).
21 November Hollandsche mail (over Marseille).
24 November Hollandsche mail (uit Amsterdam).
26 November Engelsche mail (over Brindisi).
Laatste buslichtingen aan liet Postkantoor te Amsterdam:
Ned. mail (uit Amsterdam) brieven 8 u. 's morgens; drukwerken
den vorigen avond 8.45.
Ned. mail (over Marseille) brieven 4.30 u. 's avonds; druk
werken 2 u. 's avonds.
Franschc mail, brieven 4.30 u. 's avonds; drukwerken 2 u. 's av.
Fransche mail (Napels) brieven 11 uur 's morgensdrukwerk
10 u. :s morgens.
Engelsche mail, brieven 11 u. 's morg.; drukwerken 10 u. 's morg.
Om van de aansluiting te Brindisi zeker te zijn, is het raad
zaam daags te voren, op hetzelfde uur, van de voorloopige ver
zending gebruik tc maken.
Binnenland.
De verslagen over de verschillende hoofdstukken der
staatsbegrooting maken op den Haagschen correspondent
der Zutf. Crt. den indruk, dat de meerderheid in de Tweede
Kamer berouw begint te krijgen, dat ze in Juli 11. bet
ministerie-Heemskerk aan het bewind beeft gelaten. Vooral
bet algemeene verslag, uitgebracht bij het eerste hoofdstuk,
getuigt van veldwinnend wantrouwen en ongeduld. Het
geloof aan de mogelijkheid, om met deze Regeering nog
een grondwetsherziening in milden geest tot stand te brengen,
is blijkbaar zeer verzwakt, en met zooveel woorden wordt
aan het Ministerie de eisch gesteld: óf binnen eenige dagen
nieuwe kiesrechtvoorstellen in te dienen in den geest als
dat in Juli tusschen Regeering en Kamer is afgesproken,
óf been te gaan.
Voor de suiker is bet in Europa letterlijk eene
dollemans-concurrentie geworden, zegt de Standaard,
liet bedorven kindje van schier elk Gouvernement.
En omdat het ééne Gouvernement dit kindeke bederft,
moet nu het andere het ook wel doen. En zoo is het door
heel Europa een pleisteren en nog eens overpleisteren, om
de suiker-industrie van zijn eigen land toch maar tegen
de suiker-industrie van nabuur te beveiligen. Maar daar
naast loopt nu ook de wedstrijd tusschen de koloniale en
de beetwortelsuiker; voor eene koloniale mogendheid als de
17)
EEN LIEF BLONDINETJE.
Door Mevr. M. C. FRANK.
Na het lezen van dien epistel was Ju nog minder verblijd,
dan te voren. Wat had dat onbedachtzame schepseltje zich nu
in een moeielijke positie gebracht! De hemel mocht weten, hoe
't nog afloopen zouze kon nog verdriet genoeg hebben, al was
het alleen door „de praatjes" die hare medereizigers er over
zouden maken. En dan die arme Charles, die al even onbezon
nen en dwaas had gehandeld als Dory! Hij, soldaat! Hij, dat
ruwe, moeitevollc leven van den Indischen soldaat uithoudenhij,
die zoo weekhartig, en eigenlijk ook wel een beetje verwend
was, zou misschien wel op expeditie uitmoeten, de hemel wist
in welk woest, barbaarsch land! Misschien ziek worden, of
gewond en sterven of sneuvelen, die arme jongen, zoo ver
van allen die hem kenden en liefhadden, zoo ongelukkig!
En dat alles om ja, waarom Om een gril van Dory, want
uit haar brief meende Ju wel tc merken, dat zij wel degelijk
van Charles gehouden had en hem nog liefhad! O, o, hoe
zou dat gaanEene jonge dame, om zoo te zeggen, de dochter
des huizes van zulke rijke, deftige lui als oom Karei en tante
Betsy en dan op een gewoon soldaat verliefd zijnEn dat in
Indië! 't Was meer dan genoeg om een meisje voor altijd te
ruïneren.
Met zulke gedachten bezwaard zocht Ju hare rust; Dory's
brieven hadden haar teleurgesteldimmers, zij schreef dat zij
«eenige oude kennissen" had gesproken; maar ze zeide niet wie.
En dat had Ju nu juist zoo gaarne geweten, want, op den bodem
van haar hart, was er een geheimzinnig stemmetje dat haar, sinds
vele jaren, toefluisterde, dat er een „oude kennis" was, die haar
niet vergeten had, die even gaarne van haar zou hooren, als zij
van hém, en die zeker o zoo zeker, dadelijk een visite had
geb'.acht bij oom en tante, zoodra hij zou vernomen hebben,
dat er een lid der familie Darling daar in huis was. Maar Dory
zei er niets van! Zij was te vol van hare eigene belangenen Ju
zou haar zusje nooit of te nimmer écn woord gezegd of geschre
ven hebben, dat op hare hartsgeheimen doelde; zij was bijna vijf
jaren ouder dan Dorine, maar veel schroomvalliger, ja, kinderlijk
bedeesd in zulke zaken terwijl Dory er niets in zag, wijd en
breed te redeneeren over hare hartszaken, enzoovoort. Frans zeide
wel eens, dat Dory over die aangelegenheden redeneerde als een
oude ervaren coquette; maar dut sprak Ju altoos tegen en be
weerde, dat het juist Dory's kinderlijke naïveteit was, die haar
zoo onbevangen liet spreken, over hetgeen bij andere meisjes
met maagdelyke schroomvalligheid geheim werd gehouden.
Eenige ideeën van oom Dorus.
Na Dory's vertrek kwam oom Dorus vooral niet minder bij
de familie aan huis. Immers, hij had den post van trooster en
moedinspreker niet opgegeven en nam dien met allen ijver waar.
In menig opzicht had dit bijgedragen om het gemis van Dory,
de lieveling, zoo niet te vergoeden, dan toch minder opvallend
te maken. Nog nooit was Ju zoo dikwijls gaan wandelen, nog
nooit was zij zoo dikwijls naar Scheveningen, het bosch en andere
uitspanningsplaatsen geweest; en wonder, ja? ondanks de
onze stellig van niet minder belang. En daarbij heeft het
nu reeds lang gedreigd, tot eindelijk de klap kwam, en er
aan optornen tegen zulk eene geprivilegieerde concurrentie
uit den aard der zaak geen denken meer was. Al wat
suikert in Indië, of in Nederland aan de Indische suiker
annex is, klopt dan ook op platte zakken. Niet alleen de
room is van de melk af, maar ook de melkdeelen zijn uit
het vocht verdwenen. Heel deze tak van koloniaal bedrijf
loopt gevaar. Hiertegen nu is raad op tweeërlei wijs te
schaffen. Of ge moet door internationale onderhandeling
de geheele suikermarkt reformerenóf ge moet in uwe
eigene kolonie uwe suiker vrijmaken. Het eerste kan
natuurlijk niet. De niet-koloniale mogendheden weigeren
eenvoudig mee te doen. Dus moet het laatste geschieden
en de suiker door het Gouvernement ontlast worden. Maar
zie, in stee van een zoo flinken maatregel, blijft nu onze Re
geering u eene onmogelijke positie scheppen en scheept u
voorts af met een nietsbatend credietje.
De Provinciale Staten van Friesland hebben aan het
hoofdbestuur der Friesche Maatschappij van Landbouw
voor de oprichting eener vakschool voor zuivelbereiding te
Bolsward eene bijdrage ad f 1000 toegekend en voor de
instandhouding van die school gedurende de eerste vijf
jaren eveneens f 1000 per jaar.
Als een bewijs, hoe belangrijk de afvoer van turf
in deze dagen uit de groote veenderijen te Nieuw-Amster-
dam is, wordt gemeld, dat in de maand October niet
minder dan 1336 geladen vaartuigen de Hoogeveensche-
vaart zijn afgekomen, meerendeels bestemd voor Holland
en Gelderland.
Te Andelst waren jl. Dinsdagmorgen twee mannen, vader
en zoon, bezig eenen zwaren peppelboom te vellen. De zoon
waarschuwde zijnen vader, dat de boom ging vallen, doch
door den verkeerden kant uit te loopen, kreeg de oude
man den boom op het hoofd, zoodat hij terstond een lijk
was.
Er is verslag uitgebracht door de commissie, benoemd
door houders der 6 pCt. obligatiën, ten laste van de Dorre-
paalsche Bank der Vorstenlanden. Het bevat de mede-
deeling dat er zonder nieuw geld zeer weinig terecht zal
komen van het bezit der obligatiehouders. Alle hulpmid
delen, om de zaken gaande te houden, zijn uitgeput, een
gedeelte van het actief der Bank is tot ongeveer 50 pCt.
van de boekwaarde, met het recht van weder inkoop ver
kocht, een ander gedeelte in pand gegeven. Hetgeen de
treurige gedachten, die haar vaak bezielden, zag Ju er veel beter
en liever uit, dan ooit te voren. Behalve oom Dorus, scheen
niemand dit echter te bemerken. Mevrouw Darling was nog steeds
en eigenlijk nog meer dan in 't begin, treurende over hare lieve
linge, die zij dag aan dag meer scheen te missen. Frans en
Riekje waren te veel vervuld van hun eigen belangen om veel
te letten op Ju; behalve dat zij in haar een liefderijke zuster
en eene waakzame, trouwe beschermster vonden, en 't gaarne en
dankbaar erkenden, vonden zij in haar niets dan de oude Jn!
Evenmin bemerkten zij, noch mevrouw Darling, hoe de zomer
tijd oom Dorus scheen te verjongen. Maar wat vermag die
heerlijke zomertijd ook niet? Oom's ruige baard was nu ver
dwenen by een gladde kin, vertoonde hij thans een zeer on-
burgerlyken knevel, dien hij zichzelve geleerd had op heel martiale
wijze op te strijken, alsof hij een oud-kolonel of generaal en niet
een „suiker- en indigo-boer in ruste" was. Het scheen ook,
dat zijn toilet minder middeneeuwsch was en dat hy opgehouden
had met groeien; althans, hij was nu deftig modern gekleed en
zyn pantalon viel tot op zijn schoenen of laarzen, zoodat hy er
niet meer uitzag, als een uit zijn broek gegroeide schooljongen.
Zelfs zijne stem hield hij thans meer in toom en alles bijéén
genomen, had de man inderdaad gewonnen bij die verandering.
't Is op een warmen avond in 't laatst van September dat
wij hem voor liet bed der weduwe vinden zitten yverig pratende,
maar op gedempten toon, als wilde hij het zwakke hoofd der
zieke sparen. Ju zit op een laag vouwstoeltje bij 't open venster,
dat de zachte, zoele avondlucht inlaat, benevens de geuren der
reseda en rozen in de tuinen beneden. -Ju's banden liggen rustig
in haar schoot; haar naaiwerk is opgevouwen en in de naaimand
geborgen, want het is te donker om nog te werken en te vroeg
om de lamp al aan te steken. Ginder, op het weiland liggen
de koeien al in zoete rust; ver in 't westen is de horizon nog
schitterend van lange, bleeke gouden strepen, die scherp afsteken
by de donker purperen of diepblauwe wolken, 't Is stil en
vreedzaam in deze achterwijk der groote stad; de rustige stilte
wordt slechts nu en dan gestoord, door 't fluiten en hijgen van
een locomotief, want ginder ver loopt de spoorbaanen dan stijgt
de witte damp recht opwaarts in de heldere lucht, en men ziet
voor eenige oogenblikken lantaarns zweven langs de baanware
dit teeken van levendig verkeer met de buitenwereld hier niet
te zien en te hooren, men zou zich diep in 't hartje eener afge
legen provincie, op de hei of op een eenzaam eiland kunnen
wanen, zoo stil is 't in deze wyk.
Ook in huis is 't rustig. Frans en Riekje zijn samen gaan
wandelen, en oom Dorus had dit met gefronsde wenkbrauwen
gezien. Hy had terstond zijne oude vriendin er over onderhouden,
en 't is by het gesprek, dat op zijn waarschuwende woorden
volgde, dat wij hem weerzien. „Maar Dorus, ik verzeker je,
dat hy 't ernstig meent," zegt mevrouw Darling; „hij is niet als
andere jongelui, die voor hun drie-en-twintigste jaar een dozijn
amourettes hebben gehad. Tot nu toe heeft hij nooit werk gemaakt
van een meisje, maar zoover ik zien kan, houdt hy onbegrijpelijk
veel van haar."
En, vermoeid door dit voor haar vrij lange betoog, zinkt
mevrouw Darling's hoofd weer terug in haar kussen, en ze zucht
droevig als zo oom Dorus' spotachtigen glimlach ziet.
obligatiehouders en ongedekte crediteuren nader kunnen
beschouwen als het onderpand hunner titels en vorderingen,
heeft meerendeels zeer geringe waarde.
De toestand van. zaken is dus deze: dat bij liquidatie de
uitkeering zeer gering zal wezen, en dat, wil men de kans
op verbetering van uitkomsten niet te loor doen gaan, de
voortzetting van het bedrijf noodzakelijk is; doch daartoe
wordt in de allereerste plaats nieuw kapitaal vereischt.
Een plan om daartoe te komen wordt overgelegd.
Het gerucht van een verlevendiging in den diamanten-
handel wordt door het D. v. N. voorbarig genoemd. Wel
is te Berlijn een diadeem voor de Keizerin van Japan
besteld, en dit geeft aanleiding tot de hoop, dat het hof
en de aanzienlijke Japansche dames, het voorbeeld der
Keizerin volgende, diamanten zullen gaan dragen, doch
daaromtrent is geen zekerheid te geven, en allerminst zijn
reeds bestelb'ngen gedaan.
Het bestuur van den Algemeenen Nederlandschen
Vredebond heeft zich bij gemotiveerd adres tot de Tweede
Kamer gewend om aan te dringen op eene wijziging van
art. 56 der Grondwet, zoodanig, dat geen oorlogvoeren
door eene Nederlandsche Regeering zal zijn toegelaten
zonder de voorafgaande toestemming der Staten-Generaal.
Aan de verschillende in 1886 in Nederland gehouden
wedrennen namen 14 Nederlandsche „gentlemen-ridders"
deel, waaronder 10 officieren. Van het bedrag der prijzen
behaalden luitenant Metelerkamp f 2233 en een zilveren
beker, luitenant jhr. Van den Bosch f 1269, jhr. Den Tex
f 1040, luitenant Van Duuren, f 655, luit. jhr. Rutgers
van Rozenburg f 235, luitenant Van Altena f 220, luite
nant Van der Mersch f 125, luitenant Wagner (kunstvoor
werp van die waarde,) luitenant Erzey f 75, luitenant I. A.
M. A. Albarda f 50 en luitenant Kuijk f 25. Een Belg,
de heer H, Crombez, won het leeuwendeel nl. f 6760
van 't bedrag der prijzen, dat f 30,000 was.
Tegen den landbouwer v. L., te Roggel, is proces
verbaal opgemaakt wegens het vervoeren van een kalf op
een noodeloos pijnlijke of kwellende wijze (strafbaar volgens
ons nieuw wetboek van strafrecht), 't Kan anderen ter
waarschuwing zijn.
Den 8 dezer heeft te Amsterdam plaats gehad de
buitengewone vergadering van aandeelhouders in het Paleis
voor Volksvlijt, op verzoek van één houder van 500 aan-
deelen, den heer T. A. Huizinga, gehouden, ter behandeling
van het door dien heer ingediende voorstel tot het benoemen
Deze groote man zit gemakkelijk in mevrouw Darling's zieken
stoel, naast het bed der weduwe, die, sedert het afscheid van
Dory, zelden langer dan voor één enkel uur, haar legerstede
verliet. En 't was geen gril van eene hypochondriste, het was
inderdaad een soort stille wanhoop, een blijvende en steeds toe
nemende lusteloosheid om zich met de dingen van 't dagelijksche
leven te bemoeien, sinds haar „zonneschijn" haar hnis had ver
laten. Doch, hoe 't zwakke lichaam ook mocht lijden, door de
smart van die scheiding, haar moederhart bleef waken; naast
Dory, haar oogappel, was Frans haar de liefste; hij was'teven
beeld zijns vaders, hij had 's vaders karakter, hij zou ook be
minnen, „ééns maar voor altijd" zoo als zijn vader.
En nu, ofschoon Ju met oordeelkundige wijsheid hare moeder
in kennis had gebracht met Rika, in 't eerst volstrekt zwijgende
over de confidences van haar broer, nu had Mevrouw Darling,
ingenomen met de hartelijke genegenheid die 't eenvoudige kind
haar, betoonde, en, zelve van Indische geboorte en afkomst zijnde,
ook ingenomen met Rika's eigenaardige lieftalligheid het geheim
der jonge lui langzamerhand ontdekt. Toen had ze Ju „a faire"
genomen, zooals we in Indië zeggen, en Ju had kleur bekend.
Mevrouw Darling was volstrekt niet tegen het engagement, in
tegendeel, zij was nog niet zóó oud; ze was vijftig jaar, en
herinnerde zich den tijd, toen haar „Fran^ois Darling," een arm
derde commiesje was, en zij hem leerde kennen op de recepties
haars vaders, een dikke, deftige, oude secretaris der stad Samarang.
Hoe vele jaren had zij gewacht op haar Frans, tot hij 2de, daarna
lste commies en eindelijk haven- of pakhuismeester of beide
tegelijk op Banda werd, en toen, toen mocht ze hem trouwen,
en hij werd secretaris, en daarna assistent-resident en toen waar
nemend resident, en toen, misschien was het wel tegen den
gewonen gang van zaken, toen werd hij resident en het top
punt hunner wenschen was bereikt; en toen stierf hij.
Zij dacht aan die vrijage, die van haar vyftiende tot haar
acht en twintigste jaar had geduurd, onder velerlei hindernissen
en bezwaren, en hoe de trouwe liefde, die haar aan haren Frans
verbond, alles overwon, en zy dacht aan de zestien jaren van
bijna ongestoord geluk dat hun deel werd, en zij kon niet
afkeuren, dat haar zoon zijn hart had weggeschonken, eer hij in
eene positie was om te trouwen. Immers, hij deed niet anders,
dan zijne ouder3 vóór hem hadden gedaan!
Nu was evenwel de „positie" van haar zoon heel anders dan
die van wijlen haar Fran^is. Onderofficier! Over hoeveel jaren
zou hij pas luitenant, tweede luitenant zijn? Moesten die arme
kinderen dan zoolang wachten Moesten zij oud en gedésillusion-
neerd worden eer zij konden trouwen? Haar vroolijke, zorgelooze
jongen zou oud, bekommerd, door zorg gebogen, Riekje, dat frissehe,
levenslustige kind, zoo dartel en mollig, zou mager, verbleekt,
misschien ook verbitterd en verzuurd zijn door 't lange wachten
Ach, ze wist het immers, die bleeke zieke: hope deferred makes
the heart sick."
Daarom had zij alles verteld aan haar gewonen confident, oom
Dorus; hij was een man van de wereld, verstandig, rijk (dat is
bijna nog beter), hulpvaardig ook. Misschien zou hij helpen
een andere betrekking voor Frans, enfin hij was immers altijd
zoo hulpvaardig
(Vervolg op pag. 4.)