licht brengen. Ik zou u daarbij nog iets meer kunnen verhalen aan den ernst, waarmee van de liberale gelederen de nadere oplossing van den strijd wordt tegemoet gezien van het verstandig beleid, waarmede, reeds nu, tussclien de hoofden der partij besprekingen zijn gevoerd met 't doel om, onder alle omstandigheden, de eenheid der geheele linkerzijde te bewaren. Doch ik meen, dat 't plicht is in den bestaanden toestand niet vooruit te loopen op de dingen, die komen zullen; ik betreur het dan ook zeer, dat men reeds, zonder eenigen grond, 't praatje heeft verspreid van een in gereedheid gebracht kabinet-Gleichman-Tak, blijkbaar met geen ander doel dan om door 't ophalen van oude veeten, nieuwe tweedracht te zaaien. f Men schrijft ons van Texel, dd. 22 dezer: „Op de Yliehors en aan het strand van Eierland zijn gisteren een menigte visschermansbreiltjes, of boeien, benevens vele nieuwe hoepels en kurken, aangespoeld. Vermoedelijk is een en ander van een verongelukt visschersvaartuig afkomstig. Op eenige van de breiltjes was het merk 116 V. L. ingebrand. In sommige der tonnetjes zat een stukje touw vastgesplitst." Men schrijft ons uit Schagen, dd. 22 dezer: „November is nog niet ten einde, en reeds hebben wij onderscheidene uitvoeringen van verschillenden aard achter den rug. Vooreerst eene uitmuntend geslaagde opvoering van ./Met plezier/' door het gezelschap van Ch. de la Mar, van Amsterdamdaarna een concert van ons Mannenkoor „Euterpe,* door verschillende bladen met veel waardeering besproken; vervolgens proeven van uiterlijke welsprekend heid door de heeren Koster en Bakker alhier, wier pro gramma mij haast zou verleiden om, gelijk men wel eens van een Wagner- of een Beetliovenavond leest, van een „Schoolmeesteravond'' te spreken, daar hoofdzakelijk diens gedichten werden voorgedragen; dan een tweede optreden van het gezelschap de la Mar met „Componist en Orgel draaier/ een dronk van het zuiverste water, waarin o. a. in het eerste bedrijf reeds zooveel onechte kindertjes voor komen, dat men met een lantaarntje naar een „wettig geborene' moet zoeken, en met de opvoering van welk product ik weet, dat de heer de la Mar het bij het kunst minnend publiek van Schagen en omstreken voor goed heeft afgelegd, wijl die den gunstigen indruk, door de opvoering van „met plezier" teweeggebracht, vrij wel totaal heeft uitgewischt. Op dit viertal amusementen volgde nu Zondagavond jl. numero vijf, bestaande in eene tooneelvoorstelling in het lokaal „Ceres," gegeven door eenige leden der Sociëteit van dien naam. Met genoegen vermeld ik, dat die heeren het vrij goed opgekomen publiek een recht prettigen avond hebben bezorgd. De drie blijspelen „Jonkheid moet uitrazen" van Servaas De Bruin, „Hercules" van Leonard en „Nieuwe manier van poffen" van D. B. Yan Heuven, werden zoo flink afgespeeld, de opvoering getuigde van zóó ernstige studie, dat de herhaalde luide bijvalsbetuigingen, naar mijn oordeel, ten volle verdiend waren. Dat de opgewekte stemming onder de aanwezigen niet weinig werd bevorderd door de vroolijke melodiën, welke onze Harmoniekapel tusschen de bedrijven ten gehoore bracht, zal wel niet behoeven te worden gezegd; een woord van lof voor de keuze der nummers, mag den directeur, den heer Rugers, niet worden onthouden." Door den Minister van Waterstaat enz. is den 15 dezer afwijzend beschikt op het adres van den heer C. J. Brutel de la Rivière, te Haarlem, en op dat van C. Kroon c. s. aldaar, waarbij werd verzocht om aan de verschillende spoorwegdirectiën de verplichting op te leggen om geen andere beambten in dienst te hebbep, dan die het gebruik van sterken drank geheel nalaten. Dory in haar element. Dienzelfden dag, toen Ju met zulke mismoedige gedachten vervuld, den hemel dankte dat de nacht aanbrak en zij in haar kamertje de eenzaamheid mocht zoeken, dieDzelfden dag voelde Dory zich zoo voldaan, zoo tevreden als zij maar zijn kon. Immers, op weinig na, waren hare wenschen vervuld, althans zou het, naar zij meende, slechts van haar aihangen. De man dien zij boven allen stelde, die haar het hof maakten en hoe- velen deden dat niet? die man had haar sinds eenige weken de meeste oplettendheid bewezen, haar overal gezocht, en, als oud vriend der familie, meermalen te midden van groote gezel schappen of druk bezochte recepties, zóó vriendschappelijk en vertrouwelijk met haar gepraat over hetgeen hij „voorheen" en zy „oude tijden" noemde, dat ieder die het bemerkte, en Dory zelve allereerst, begreep, dat „dit muisje een staartje zou hebben," en dat Otto Sterndorff, die tot nu toe onkwetsbaar scheen, evenals zoovelen bezweken was voor de macht der bekoorlijke blondine, de nicht, de aangenomen dochter van den schatrijken heer Ridders. Nu, 't was dan ook niet moeilijk dit te gelooven, als men de liefelijke gestalte zag, die nu, het was acht uur 's avonds, in de voorgalerij verscheen, waar „oom Karei" en „tante Betsy" haar wachtten, de eerste byna even ongeduldig als de twee flinke Sidneyers, die, voor 't keurige rijtuig gespannen, trappelend en snuivend, er naar schenen te verlangen heen te snellen, en een veel verderen tocht te doen, dan de weg van Menteng naar de Harmonie. De loopers, die werk hadden dc prachtige dieren tegen te houden, hadden hun voorraad vleiende en sussende woorden reeds lang uitgeput, en waren begonnen het te beproeven met halfgesmoorde verwenschingen, die niet alleen de vurige paardeD, maar ook het talmen der „nonna" betroffen. Mijnheer Ridders, een groot man in de Bataviasche wereld, in de oogen zijner vrouw en zijne eigene, overigens een klein, mager ventje, dat onwillekeurig deed denken aan een van die, uit bruin hout gesneden, en met een quasi-menschelijk hoofd versierde kurken lag met zijne magere beentjes recht uitgestrekt in een stoel, beet met nijdige tanden stukken van zijn sigaar af, en liet nu en dan een paar korte woorden hooren, die hij scheen aftebyten en uittcspuwen evenals de stukken zijner sigaar, en die van alles behalve een vroolijke stemming of van de opge wektheid getuigden, die onmisbaar is om een bal te genieten. Het was dan ook volstrekt niet voor zijn genoegen, dat hij naar dit bal ging; het was dienst, beweerde hy. Wij voegen er by, dat het in geen geval een liefdedienst was, dien hij door deze opoffering verrichtte; dat gaf hij dan ook niet voor; 't is niet meer dan eerlijk, dit te erkennen. Mevrouw Ridders, of tante Betsy, zat op den uitersten rand van een canapé, en voor wie haar daar zoo zag zitten, moest het een raadsel zijn, hoe zij zich in die positie wist te handhaven. Tante Betsy vormde het volmaaktste contrast met hare zuster Mina (Mevr. Darling). Geleek deze laatste een dunnen, slappen bundel flanel en wollen hulsels, eerstgenoemde had verbazend veel weg van een ontzaglijk groot vat, een okshoofd, op dezen avond bekleed met zwart satijn en schitterende van diamanten en goud. Haar bolrond, tamelijk bruin gezicht, dat gewoonlijk niet veel zeide, droeg thans eene uitdrukking van zenuwachtigen angst en hare dikke handen, in enge witglacé's gewrongen, De beslissing van den Minister is gegrond op de volgende feiten: dat misbruik van sterken drank in dienst bij de verschillende spoorweg-ondernemingen onverbiddelijk wordt gestraft met ontslag; dat gebruik van sterken drank wordt tegengegaan, daar de bepaling bestaat, dat locomotief-personeel, dat betrapt wordt van sterken drank met zich te voeren op de machine, onmiddellijk uit den dienst wordt verwijderd; dat een absoluut verbod om sterken drank te gebruiken eensdeels te ver, anderdeels niet ver genoeg zou gaan, daar onbedachtzaamheid van het personeel ook van andere oorzaken, b. v. het onmatig gebruik van bier, het gevolg kan zijn. Verder werd ook aangenomen, dat de spoorweg-onder- nemingen maatregelen hebben genomen ter voorkoming van dronkenschap van het personeel buiten dienst. De heer Rutgers Van Rozenburg heeft in de Tweede Kamer voorgesteld, de heffing van wik- en weegloonen in de vier Noordhollandsche gemeenten, in plaats van tot 1891 tot het einde van 1888 te bestendigen, met vermin dering van 80 tot 70 cents per 100 kilogram. De Staatscourant behelst het verslag nopens het onlangs afgenomen notaris-examen. 380 aspiranten werden tot het examen toegelaten, 26 meer dan in 1885, toen hun aantal dat van 1884 reeds met 25 overtrof. Van de 8 aspiranten, die het geheele examen dit jaar wenschten af te leggen, heeft slechts 1 het getuigschrift van candidaat-notaris verworven; 3 slaagden alleen in het eerste en tweede gedeelte. Van de 40 aspiranten voor het eerste en tweede gedeelte zijn 15 geslaagd in beide, 7 alleen in het eerste gedeelte. Van de opgekomen 137 aspi ranten voor het eerste gedeelte alleen slaagden 54. Van de opgekomen 66 aspiranten voor het tweede en derde gedeelte zijn 15 geslaagd in beide, 32 alleen in het tweede gedeelte. Van de opgekomen 28 aspiranten voor het tweede gedeelte alleen slaagden 19. Van de 101 geëxamineerde aspiranten alleen voor het derde gedeelte eindelijk zijn 55 bevorderd tot candidaat- notaris. De einduitslag was dat van de 185 aspiranten, die het eerste gedeelte hebben afgelegd, 80 zijn geslaagd, 105 afgewezen; van de 118, die het tweede gedeelte hebben afgelegd, 85 zijn geslaagd, 33 afgewezen, en van de 148, die het derde gedeelte aflegden, 71 dit met gunstigen, 77 met ongunstigen uitslag deden. Op de binnenplaats van het Stadhuis te Amsterdam werden gisteren proeven genomen met de nieuwe veeg- machine, naar het stelsel van Taylor, uit Burry St. Edmonds, die het opgeveegde vuil tevens medevoert. De proef slaagde uitmuntend. De directeur Te Winkel verklaarde de wer king der machine, waarbij handenarbeid overbodig is, aan eenige Raadsleden, leden der commissie van bijstand. De directeur der Rijkslandbouwschool te Wageningen heeft aan de oud-leerlingen van die inrichting een gedrukte circulaire gezonden, waarin zij worden uitgenoodigd lid te worden eener „Nederlandsche Vereeniging van oud-leer lingen der Rijkslandbouwschool." Het plan hiertoe werd geopperd bij de herdenking van het lOjarig bestaan der school; het beoogt een blij venden band te vormen tusschen oud-leerlingen onderling, maar tevens om de betrekkingen tusschen de Rijkslandbouwschool en haar leerlingen levendig te houden en voortdurend te versterken. Dat vele boeren, volgens hunne eigene zegswijze, „van eene koe een kalf maken," komt hierdoor, dat de veestapel nog steeds te groot voor het beschikbare weiland is, hetwelk daarbij nog schraal gemest wordt. Veel koeien en geen vet weiland geeft inderdaad „veel moeien," want in het voorjaar kan het vee nog niet naar buiten, omdat de weide nog te schraal is, en op stal is het voer aan het einde, terwijl de boeren hun vee reeds met glans naar het plukten nu aan de kanten, dan aan de juweclen waarmede zij gegarneerd was; niet omdat er iets „niet goed zat" aan haar toilet, alles „zat zoo goed" als een knappe lijfmeid en de beste kleêrmaakster der hoofdstad het konden doen „zitten" aan de onbehouwen taille der rijke vrouw. Maar, zooals haar gezicht en oogen toonden, tante Betsy was zenuwachtig, niet omdat ze naar 't bal ging, maar omdat Dory zich zoolang liet wachten en dit haar heer gemaal zóó mishaagde, want de aanzienlijke, schat rijke heer Ridders kon veel, had veel geleerd, maar wachten kon hy niet, en hij zou het nimmer leeren, ten minste niet mit Anstand. En voor zijne vrouw was het vreeselijkste dat haar kon overkomen, als „Papa knorrig was." Zij zou het onmogelijke gedaan hebben, om die ramp te verhoeden, en deed menigmaal wat voor de meeste vrouwen onmogelijk zou schynenze zweeg namelijk, als haar man eene van zijne veelvuldige „knorrige buien" had. Maar, ofschoon het haar voorheen menigmaal ge lukte veel te verbergen, veel te vergoelijken, dat die buien zou hebben kunnen veroorzaken, thans, ja, ze wist het wel, al zeide ze 't niet, sedert do lieve, blonde Dory in huis was, kwamen die „buien" dikwijls, ja, bijna dagelijks op, en de toch reeds bewolkte hemel der arme rijke vrouw, was nu bijna aan houdend verduisterd door donkere onweerswolken. Orde, stiptheid, oprechtheid, waarheid in alles, waren de geloofsartikelen van den heer Ridders; hij wist die deugden, wel is waar, het onaangenaamste voorkomen te geven, maar toch, hij beoefende ze, hield haar in eere en was haar in alles getrouw. Dory was ordelijk noch stipt; hare oprechtheid was, op zijn minst genomen, twijfelachtig; „ze vond het niet beleefd alles zoo maar te zeggen," beweerde zij; „en wat waarheid betreft.... Zij vond dat oprechtheid, waarheid, orde en al die zoogenaamde deugden slechts uitgevonden waren voor hen, die hun naasten het leven onaangenaam willen maken. Orde! Wat was orde, bijvoorbeeld! Zooals tante en Ju misschien, 's morgens voor dag en dauw opstaan, gekleed en gereed aan een vroeg ontbijt ver schijnen en dan verder den heelen dag alle mogelijke huise lijke bezigheden op gezette uren verrichten, zelve haar kamer in orde brengen en haar kleeren zelve nazien.... Als men arm was zooals Ju, dan was dit alles goed en wel, maar dat tante het deed was dwaasheid! En zij, Dory, was waarlijk niet in Indië gekomen om zoo'n leven te leiden. Was het niet „orde" genoeg, als men zorgde altijd keurig getoiletteerd te voorschijn te komen, en op behoorlijken tijd in gezelschappen te verschijnen; niet te vroeg, want dat zou zoo bourgeois staanook niet te laat, om niet onbeleefd te schijnen, maar zoo tusschen beide, laat genoeg pour se faire desirerom sensatie te maken; dit laatste alleen dan, als men mooi en „chic" gekleed was. Voor 't overige vond Dory orde het lastigste verzinsel van oude, knorrige lui, dat er maar bestond, en oom Karei mocht boos zyn, zooveel hij verkoos, zij zou haar zienswy zo niet veranderen om hem te believen. Van daar, dat door Dory zeer dikwijls stoornis kwam in de huiselijke omstandigheden en dat oom, zooals gezegd is, meer knorrige buien had dan ooit te voren. Ook heden avond was dit weder het geval; we zullen er niets meer van zeggen en liever de feiten laten spreken. (Wordt vervolgd.) land brengen en nog hooi over hebben, omdat zij zorgen voor puik weiland. In den herfst hetzelfde: de magere weide drijft het vee naar stal, wanneer de goed onderhouden graslanden nog voor eene maand voer aanbieden. Zoo ziet men, dat ook hier de zuinigheid de wijsheid bedriegt, en dat de veehouder, die zijne weidegronden flink in den mest houdt, „van zijn kalf eene koe maakt," ook eene zegswijze van de boeren. (N. Rott. Crt.) Buitenland. Volgens de Times zal Europa niet toelaten, dat Bulgarije, met uitzondering van den naam, geheel en al eene Russische provincie wordt. Eene poging om dit zonder Europa's toestemming tot stand te brengen, zou zegt de Times Rusland in conflict brengen met strijdkrachten, even sterk als de zijne en waarachter eene dubbele rij van verbondenen zou staan. Het behoud van een vrij, constutioneel Bulgarije hangt zamen met belangen, welke de groote Rijken besloten zijn te verdedigen. Indien Rusland hiermede tevreden wil zijn, dat de onaf hankelijkheid van Bulgarije, onder een wezenlijk populair bestuur, verzekerd worde, dan zal het Europa bereid vinden, rekening te houden met Ruslands gevoeligheid en zijne billijke wenschen te erkennen. Ongetwijfeld zal niemand zich vergissen omtrent het vertrek van generaal Kaulbars met al de Russische consuls in Bulgarije, zegt het officieus-Russische weekblad „Le Nord." Het is geen aftocht, het is eene breuke. Het is een uiterste maatregel, waarvoor Rusland lang is teruggedeinsd. Zelfs gedurende het revolutionaire tijdperk der regeering van Alexander van Battenberg had de Russische Regeering niet gemeend, daartoe de toevlucht te moeten nemen. Dit besluit beteekent volstrekt niet, dat Rusland in het minst zal ophouden, zich aan de Bulgaarsche kwestie gelegen te laten zijn, noch dat het iets van de volheid zijner bijzondere en internationale rechten prijsgeeft." Generaal Kaulbars wordt heden via Adrianopel te Kon- stantinopel verwacht, om een onderhoud met den heer Nelidofï, den Russischen gezant, te hebben. Vervolgens zal hij over Odessa naar Petersburg vertrekken. De kapitein en zes man van het Fransche oorlogs schip de Pengouin zijn te Ambadoe door den stam der Somanli vermoord. Zij waren aan wal gegaan om water in te nemen. Jl. Vrijdag is de heer De Lesseps zijn 82ste jaar ingetreden. Dat er bij den overvloed van huwbare Engelsche Prinsessen bestendig uitgekeken wordt naar geschikte schoonzoons op het vasteland, vindt de Köln. Ztg. zeer begrijpelijk. Tot de meest begeerlijke onder deze laatsten moet de Prins Ernst Günther van Sleeswijk-Holstein- Sonderburg-Augustenburg gerekend worden, zoo om zijn persoon als om zijn jaarlijksch inkomen van 300,000 mark. Hij is bestemd voor de 19jarige Prinses Louise, de oudste dochter van den Prins van Wales. Haar nichtje, Prinses Victoria, dochter van den Hertog van Teek, die even oud is als zij, schijnt zich met een Engelschman, lord Weymoutb, te zullen vergenoegen; Prinses Victoria is trouwens wel zeer schoon, doch geheel onbemiddeld. Berichten uit België, te Berlijn ontvangen, verzeke ren, dat het contract met den Noordduitschen Lloyd be treffende Antwerpen als aanleghaven voor de Duitsche poststoomschepen na afloop van proefjaar beslist zal worden vernieuwd. Uit Parijs meldt men aan het Vaderland: „Nergens vindt een portretschilder beter gelegenheid tot studie dan de Parijsche Beurs, waar alle standen, alle typen uit de wereldstad, zijn vertegenwoordigd. Hier ziet men den bekenden, den onmetelijk rijken graaf C., die een geheele étage in 't Hotel Continental afhuurde, alleen om Gambetta's lijkstoet te zien passeeren; iets verder wijst men u een gelukkig speculant, die in Suez-acties het ronde sommetje van 8 millioen verdiende; daar ontwaren weden markies De M., gewezen prefect van 't Keizerrijk, ginds den heer B., broeder van den bekenden raadsman der Orle- anistische partij. Onder dezen zuilengang wordt de Fr. rente verhandeld, voor ?t oogenblik vrij stil en neerslachtig. In 't midden zien we 't parket met zijn deftige wissel agenten; vlak bij den ingang staan buiten op de stoep de handelaars in Cuba, die elkander half plat drukken, terwijl ze de eene of ook wel de beide armen omhoog houden, ten einde elkander te midden van al 't leven begrijpelijk te maken wat ze willen, of de prijzen op te teekenen. Daar nog verder schreeuwen de Turken als bezetenen; de Verheven Porte was heden nog veertig centimes minder waard dan gewoonlijk. Hoe verder we buiten komen, hoe vuiler de waarden en hoe schooner de gi-oepenop den rand van de stoep vindt men het uitschot der beursbe zoekers, avonturiers van allerlei allooi, een vent die er uitziet als een verloopen slager, verder koffiehuisjongens, huisknechts zonder dienst, conciërge's in functie of en retraite, allerlei menschelijk afval, dat de groote Parijsche zee dikwijls moedernaakt op 't strand werpt; ze scharrelen in allerlei waarden, die nagenoeg den prijs hebben van oud papier, en van dat gescharrel moeten ze geheel of gedeel telijk leven. Zoo juist komt er een achtbaar „citoyen" aan met een pak effecten onder den arm, zoo dik als tien jaargangen van een dagblad; het blijken acties te zijn van de„ Banque Franco-Hollandaise." Die Gallisch-Bataafsche instelling, wier aandeelen nominaal 500 francs waard zijn, staan thans op.... drie francs; ook wordt in dien hoek het „Crédit Provincial" verhandeld tegen den schitterenden koers van 12 francs. Eenige vuile kerels, in geheel verschoten en zelfs aan flarden hangende jassen, onderhouden de gemeen schap tusschen deze groep en eenige schamel gekleede oude wijven, die bij het beurshek staan. Men weet, dat vrouwen op de Beurs niet worden toe gelaten en daarom stellen die bijna als bedelaars uitziende schavuiten, „courtiers-marrons" genaamd, zich ter beschik king van de dames om haar zaakjes te doen. Die wijven zien er insgelijks uit als ware „misérables" in versleten japonnen en met geheel verkreukte hoeden; ze leven uit sluitend van 't geschagger aan de Beurs. Steeds wandelen de „courtiers-marrons" de stoep op en af, koopende, ver- koopende, het verkeer levendig houdende tusschen de man nelijke speculanten boven en de vrouwelijke beneden. Heden staat het „Crédit Provincial" 3 francs hooger, waarom weet niemand en het is des te vreemder, omdat de Beurs algemeen lager was. Misschien is er een van de snuiters geweest, die met buitengewoon rappe tong

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2