Gemeenteraad van Helder, bank, dat de hem ten laste gelegde feiten niet wettelijk waren bewezen en sprak hem derhalve vrij. Naar men aan het Vaderland meldt, is bij het Ministerie van Koloniën een telegram ontvangen, inhoudende het be richt, dat de kolonel Demmeni, kommandant van de troe pen in Atjeh, te Pajacomba is overleden. f Men schrijft ons van Texel, dd. 14 dezer: „Aan het strand van Eierland is een klein wrak van een vermoedelijk gekoperd schip aangespoeld. Ook spoelde er een vat lijnzaad aan. Voor zoover bekend is, hadden bij de jongste stormen aan onze kust geene schipbreuken plaats. In het jaar 1886 zijn naar Nederl.-Indië uitgezonden 122 onderofficieren, 127 korporaals, 21 hoornblazers en 1524 soldaten. In No. 293 der Staatscourant zijn opgenomen de uit voerige verslagen van de in 1886 gehouden examens, ter verkrijging der akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer en hoofdonderwijzeres, met een overzicht van den uitslag der examens. In 1881 slaagden 79 van 198 opgekomen adspiranten; in 1882 idem 169 van 509; in 1883 idem 213 van 777; in 1884 idem 295 van 901; in 1885 idem 372 van 1205; in 1886 idem 374 van 1214. Door den Commissaris des Konings in Noordholland is bepaald, dat de jacht op klein wild in dit gewest zal worden gesloten op Vrijdag 31 dezer, met zonsondergang, en dat dus het verkoopen, te koop uitstallen en vervoeren van wild uiterlijk tot en met 14 Januari 1887 zal mogen plaats hebben. Op de Zuiderzee, niet ver van den Marker vuur toren, is jl. Vrijdagnacht een tjalk gezonken, welke door het noodweêr overvallen was. De SOjarige schipper en de twee knechts trachtten in den mast een schuilplaats te vinden. De schipper werd evenwel door een stortzee over vallen en verdween in de golven. De knechts werden den volgenden dag door Gooische visschers gered en te Vol en- dam binnengebracht. Doch ondanks de goede verpleging is toch een der knechts, een man in de volle kracht des levens, te Volendam gestorven, tengevolge van de doorstane ellende. Het lijk is naar het lijkenhuis te Edam overgebracht. Door de directie der Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij is met de bergers te IJmuiden een contract gesloten om de lading van het gestrande stoomschip Stella in veiligheid te brengen. Hun is 10 pCt. van de waarde der geredde goederen en, indien zij er in slagen het schip binnen 14 dagen naar Amsterdam te ver voeren, bovendien een premie van f 2000 toegezegd. De jachtpartij op grof wild, welke door Z. M. den Koning onder Apeldoorn zal gegeven worden, ving gisteren aan. Te dien einde kwamen jl. Zaterdag per extra-trein op het Loo aan de Regeerende Vorst van Waldeck-Pyrmont en Erfprins Alexis van Bentheim-Bentheim met zijne ge malin (zuster van H. M. de Koningin), terwijl Zondag nog arriveerde de opper-jagermeester des Konings, Werner Baron Van Pallandt van Oud-Beierland. De heer Elout van Soeterwoude maakt in de Standaard bekend, dat hij, wegens de uitspraak der Synode in de zaak der 75 Amsterdamsche kerkeraadsleden, alle betrek king met het Hervormd Kerkgenootschap afbreekt. In den Hoogen Raad heeft de advocaat-generaal Gregory in zake het cassatie-beroep van Domela Nieuwen- huis geconcludeerd tot verwerping van het beroep, daar de beide cassatiemiddelen hem geheel ongegrond voor kwamen. Uitspraak 10 Januari a. s. In de IJselstreken is nog grooten voorraad groen- voeder voor het vee, waardoor de veehouders veel hooi besparen. Er wordt weder veel vee aangehouden. De boeren verwachten dat het buitenland tegen het voorjaar nog groote inkoopen zal doen. In Gelderland en Overijsel staat het wintergraan uitmuntend te velde. Te Bierum (Friesland) is een stuk kleiland, groot 8 hectaren 38 aren 80 centiaren verkocht met de kosten voor f 28,542. Omtrent het nut der gymnastiek, ook voor meisjes, leest men in Vragen van den Dag:" „Zwak zijn" is geen schande, maar kwaad zou het niet wezen, indien het aldus werd beschouwd. Velen, meisjes vóóral, vinden zwak zijn interessant; zij weten geen ander middel, naar het schijnt, om de aandacht op zich te vestigen, dan door het opdisschen van uitvoerige verslagen harer kwalen. De jeugd moet leeren inzien, dat een frissche kleuren flink ontwikkelde leden een sieraad zijn voor wie ze bezitten. Eén der beste middelen ze te verwerven is gymnastiek. In een tijd als de onze, waarin de eischen van het onderwijs hoog worden opgeschroefd, ook voor meisjes, is doelmatige lichaamsbeweging vereischte, om het evenwicht tusschen geestes- en lichaamsontwikkeling te bewaren. Het is jammer, dat nog zoovelen de eischen van het lichaam miskennen. Maar ongestraft gebeurt zoo iets niet, al springen de nadeelen, door die eenzijdigheid in 't leven geroepen, niet aan ieder in het oog. Het is niet alléén de geest, niet enkel het lichaam, dat men moet opvoeden, maar „een mensch Iets verder gaat bedoeld artikel voort: De physieke opvoeding der meisjes moet vooral in den gewichtigen leeftijd van 915 jaar met zorg worden geleid. Het langdurige zitten, waartoe zij, meer nog dan de jongens, worden veroordeeld, maakt systematische lichaamsoefeningen voor haar tot een eerste vereischte. De jongens stoeien en spelen op weg van school naar huis, waarvan meisjes, vooral in steden, worden terugge houden door niet genoeg te laken begrippen van fatsoen. Yelen schijnen der meening toegedaan, dat de meisjes minder behoefte hebben aan beweging dan jongens. Niets is echter meer bezijden de waarheid. Ieder meisje moet minstens twee uur per dag zich flink en vrij in de frissche lucht bewegen, zegt dr. Lion, vanLeipzig, en hij voegt er bij, dat het ook de meisjes aan geschiktheid voor allerlei lichaamsoefeningen niet ontbreekt. Waarom ook zou de natuur haar in dit opzicht zoo stief moederlijk hebben bedeeld, haar, aan wie toch in latere jaren door die natuur zulke zware verplichtingen worden opgelegd, als zij aan hare bestemming „moeder te worden" beantwoorden. De physieke opvoeding, ontwikkeling en verzorging van het lichaam, moet voornamelijk in huis geschieden. Een regelmatige levenswijs, eenvoudige, doelmatige voeding, geregelde beweging en langdurig verblijf in de open lucht zijn de eerste vereischten tot behoud der gezondheid. Yan een vervulling der twee voornaamste voorwaarden eener goede lichamelijke opvoeding, beweging en frissche lucht, is in grootere steden voor de meeste kinderen geen sprake. Was dit wèl het geval, dan zou de behoefte aan gymnastiek minder dringend zijn. Hoe meer de jeugd buiten speelt, hoe minder ze zit, hoe minder men tot bijzondere gymna stiek zijn toevlucht behoeft te nemen. Een inwoner van München is, naar Sempervirens mededeelt, er in geslaagd langs kouden weg de planten en bloemen met een metaalhuid te overdekken, waardoor de levende planten een ongelooflijke duurzaamheid ver krijgen en men b. v. de gisteren geplukte bloemen heden in haar eigen gedaante, in blinkend of mat goud, zilver of koper vóór zich heeft, en ze voor broche of doekspeld kan gebruiken. Op de plantententoonstelling, in dit jaar te München gehouden, wai'en monsters daarvan ingezonden, waarvan men niet wist wat meer te bewonderenhet leven in deze planten, waarvan elk blad, iedere bloem versch van den steel scheen geplukt te zijn, of de deugdelijkheid waarmede deze vormen als voor de eeuwigheid bewaard werden, om van nu af als massieve metaalkunstwerken van onberispe lijke schoonheid te schitteren. Ook op enkele kleine dieren moet deze bewerking met verrassende uitslag toegepast zijn. Nog een schrede verder, en de mensch zal zichzelven in een metaalhulsel kunnen doen emballeeren, deze in goud, gene in zilver, een derde in koper, een vierde in ijzer of lood, al naar hij er geld voor over heeft. Zitting van Yrijdag 10 December 1886. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 15 leden; afwezig de heeren Oudenhoven en Groen. De tribune is zeer goed bezet. 't Eerst komt, na de opening der zitting, aan de orde het rapport van B.en W., in zake eenige vroeger ingekomen adres sen, inhoudende het verzoek om bestrating van in dat opzicht minder begunstigde deelen der gemeente, welke adressen om bericht en raad in handen van het Dag. Best. waren gesteld. De conclusie van 't rapport, strekkende om te bepalen, dat successivelijk die straten van een plaveisel zullen worden voorzien, door gebruik te maken van steenen, die bij vernieuwing van bestratingen vrijkomen, wordt met eenparige stemmen aangenomen. Er geschiedt voorlezing van een adres van de heeren Klauwers, Riesselmann en Dunselman, inhoudende het verzoek tot het plaatsen van een gaslantaarn op den weg tusschen de Leliestraat en de Nieuwstraat, in 't belang vooral van bezoekers der avond-godsdienstoefeningen in de R. C. kerk aldaar. Yerder wordt voorgelezen 't rapport desbetreffende van B. en W., waarin wordt voorgesteld om het verzoek van adressanten in te willigen. De heer over de Linden herinnert, dat dergelijk verzoek aanhangig is van bewoners der Gravenstraat, en zou gaarne zien, dat ook omtrent dit adres in deze zitting eene beslissing werd genomen. De Voorzitter antwoordt, dat de bewoners der Gravenstraat meer vragen dan. enkel verlichting bij avond. Hun adres is nog steeds in onderzoek en een rapport over dat adres zal eerst in de volgende zitting in behandeling kunnen komen. De Voorzitter wijst er op, dat bij het toestaan van 't verzoek des heeren Klauwers c. s. slechts één gaslantaarn noodig is, zoodat er van de drie, die toegestaan zijn, nog twee ter beschikking blijven, De heer Korver merkt op, dat slechts een deel der Graven straat bij avond onverlicht is; waarop de Voorzitter doet uitkomen, dat dit onderwerp thans niet aan de orde is. De heer Verfaille acht het plaatsen van den gaslantaarn tusschen de Nieuwstraat en de Leliestraat niet noodig. Z. i. ware in de behoefte aan verlichting te voldoen door de verplaatsing van een lantaarn in de Nieuwstraat. De heer Van Gijn wil het nemen eener beslissing uitstellen, doch de Voorzitter dringt op afdoening aan. In omvraag gebracht, wordt de conclusie van het rapport van B. en W. met algemeene stemmen op 1 na aangenomen. Tegen stemde de heer Verfaille. Er geschiedt voorlezing van een adres van eenige mrs. schilders in deze gemeente, houdende verzoek, dat bij aan bestedingen van gemeentewerken het verfwerk zooveel doenlijk afzonderlijk moge worden aanbesteed. Dit adres was om bericht en raad in handen gesteld van B. en W., wier rapport thans mede wordt voorgelezen. De conclusie luidt: Het Dag. Best. stelt voor, adressanten te antwoorden, dat op hun verzoek in den vervolge zooveel mogelijk zal worden gelet. Door den Voorzitter wordt deze zaak nog nader toegelicht. Hij doet uitkomen, dat steeds geschiedt hetgeen door adressanten wordt gevraagd, doch dat het niet altijd kan plaats hebben, wegens den aard der te verrichten werkzaamheden. Hij heldert een en ander op, met aanhaling van voorbeelden. 't Verzoek van adres santen wordt door den heer Van Gijn ondersteund. De heer J. C. Jansen doet uitkomen, dat niets de schilders belet om zei ven aannemers van openbare werken te worden; het werk dat niet tot hun vak behoort, zouden zij dan aan anderen kunnen opdragen. De heer Korver bepleit de zaak der schilders en gelooft, dat het toestaan van dat verzoek zou zijn in 't belang der gemeente. De heer Van Gijn merkt op, dat splitsing van timmer- en schilder werk zeer goed mogelijk is bij de aanbesteding van 't jaarlijksch onderhoud der gemeente-gebouwen. De heer Korver komt nog eens op de zaak terug en vraagt of het niet mogelijk is, de uitdrukking in "t rapport „zooveel mogelijk" te vervangen door eene andere, waardoor meer uitkomt, dat de Raad splitsing verlangt, waar dit eenigszins doenlijk is. De heer Van Neck wil bepaald uitgemaakt hebben of men vóór of tegen splitsing van timmer- en schilderwerk is. De heer H. Janzen en de Voorzitter verzekeren, dat steeds splitsing heeft plaats gehad, waar dit mogelijk bleek, en verdedigen de conclusie van 't rapport. Nadat de heer Van Gijn, met goedvinden des Voorzitters, nog eens het woord heeft gevoerd ten gunste van 't adres der schilders, wordt door den Voorzitter de conclusie in dien zin gewijzigd, dat de gemeente-bouwmeester zal worden uitgenoodigd, zooveel mogelijk bij aanbestedingen splitsing der werken te bevorderen. Bij acclamatie wordt dienover eenkomstig besloten. De volgende benoemingen hebben plaats: a. Tot leden van het Burgerlijk Armbestuur, wegens de periodieke aftreding met het einde dezes jaars van de heeren J. Breebaart, H. A. Stadermann en H. Janzen Ez. Laatst genoemde had verzocht niet weder in aanmerking te komen. De door 't Armbestuur ingezonden aanbevelingslijst bevat de namen van de heeren J. Breebaart, H. A. Stadermann en D. Hoogenbosch als eerste, en van de heeren P. Kindt, J. Daarnhouwer en J. Dito als tweede candidaten. Herkozen worden de heeren Breebaart en Stadermann, respectivelijk met 15 en 13 stemmen. Gekozen wordt de heer Hoogen bosch met 11 stemmen. De heer J. Daarnhouwer verkrijgt 3, de heer Dito 2 stemmen, de heer Kindt 1 stem. Aan het aftredende lid, den heer H. Janzen Ez., wordt door den Voorzitter voor zijne toewijding een woord van dank gebracht. b. Tot leden der Commissie van bijstand in zake de Gemeentewerken. De aftredende leden, de heeren J. C. Jansen, H. Janzen Ez., C. A. Beukenkamp en J. T. Tinkelenberg worden herkozen, respectivelijk met 14, 13, 13 en 12 stemmen. De heeren I. Korver en S. Van Gijn verkrijgen ieder 2 stemmen, de heeren T. C. Govers, J. Hoogenbosch, P. S. Hordijk en L. F. over de Linden ieder 1 stem. De benoemden laten zich die keuze welgevallen. Voor kennisgeving worden aangenomen deze mededee- lingen a. Dat door HH. Gedep. Staten, bij schrijven van 17 November 11., afwijzend is beschikt op een adres van den heer J. C. F. Kroon, houdende verzoek tot vermindering van zijn aanslag in den hoofdelijken omslag, dienst 1886; b. Dat Z. M. de Koning voor den tijd van 3 achtereen volgende jaren heeft verlengd de concessie voor het houden eener Bank van Leening in deze gemeente; c. Dat HH. Gedep. Staten hebben goedgekeurd het Raadsbesluit tot het verleenen van een drietal gratificatiën, ieder groot f 25en d. Dat door HH. Gedep. Staten goedkeuring is verleend aan het besluit van den Raad tot af- en overschrijving van een bedrag van f 75 op de begrooting voor den dienst van 1886. Er wordt voorgelezen een adres van de wed. A. Tegel, inhoudende het verzoek om, met het oog op de diensten, door wijlen haar echtgenoot gedurende 36 jaren als ge meente-bode aan de gemeente bewezen, eene toelage uit de I gemeentekas te mogen genieten, nu zij op den leeftijd van 86 jaren door omstandigheden buiten staat is in haar onderhoud te voorzien. Na eenige discussie, waarbij door den heer Korver voor het vervolg de stichting van een fonds voor gemeente-ambtenaren wordt aanbevolen, wordt de beslissing op het verzoek uitgesteld tot de volgende zitting. Op een daartoe gedaan verzoek, wordt den heer N. H. Klaassen, wegens vertrek uit deze gemeente, 1/12 van 't bedrag, waarvoor hij over 1886 in den hoofdelijken omslag is aangeslagen, kwijtgescholden. Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat B. en W. in de volgende zitting aan de orde zullen stellen de be noeming van een gemeente-bode. De heer Hordijk meent, dat die benoeming niet door den Raad, maar door B. en W. behoort te geschieden. Over dit punt wordt, staande de vergadering, de Gemeentewet geraadpleegd, waaruit men te weten komt, dat de ambtenaren en bedienden ter Gemeente-Secretarie door B. en W. worden benoemd. De vraag: is een gemeente-bode een bediende ter Secretarie? zal in de volgende zitting beantwoord worden. Bij de gewone rondvraag bekomt de heer Korver het woord. Spreker wijst op het gevaar, 't welk ontstaat door de aanwezigheid van niet onbelangrijke hoeveelheden petro leum binnen de kom dezer gemeente. Hij uit daarom den wensch, dat door B. en W". het opnemen van bepalingen van voorzorg in eene Politie-verordening moge worden be vorderd. De Voorzitter herinnert er aan, dat sedert 1874 eene Rijkswet in deze aangelegenheid voorziet; dat omtrent het toestaan van verzoeken tot stichting van petroleum-berg- plaatsen gelegenheid wordt gegeven aan om- en nabij- wonenden om hunne bezwaren daartegen in te dienen; en dat die bepaling der Rijkswet nog onlangs hier ter plaatse is toegepast, toen door den heer Klik eene aan vraag bij 't Gemeentebestuur was ingezonden. De heer Korver dringt nog nader op voorziening, bij wijze van Politie-verordening aan, doch de Voorzitter merkt op, dat, nu de Rijkswet daarin voorziet, eene plaatselijke Verorde ning te dezer zake niet noodig is. De zitting wordt hierop gesloten. Buitenland. De politie te Brussel heeft eene belangrijke vondst gedaan, in verband met den belangrijken diefstal op den Belgischen posttrein. Een ieder moet Nieuwjaarsgeschenken geven en een ieder denkt aan de keuze, die hij doen moet, zoo meldt men o. a. uit Parijs aan de Haarl. Crt. Belangwekkender dan de groote schare der koopers, waartoe alle Franschen, ook de behoeftigste, behooren, dunken mij de nijvere ver vaardigers van al dat fraais. De speelgoederen bekleeden eene eerste plaats. Terwijl de groote fabrikanten honderden werklieden bezig houden om aan de schatrijke kinderen, millionairs in den dop, de kunstige poppen, die praten, hoesten, lachen en schreien, te kunnen aanbieden, werken er in de dakkamertjes der straat St. Martin kleine indus- triëelen aan het goedkoope speelgoed voor de arme kleinen of, juister gezegd, voor de kleinen der armen. Die onaan zienlijke speelgoed-fabrikant is zeer opmerkelijk te Parijs. Men veracht hem niet. Hij is een scheppend genie, een dichter, een idealist. Hij schept niet zelden kunstwerken, even vernuftig bedacht als de locomotief of de naaimachine en streeft nog altijd naar iets hoogers. Zijn ideaal is, het speelgoed van het jaar, het furore makende speelgoed, het speelgoed par excellence te vervaardigen. Dat droom beeld achtervolgt hem en laat hem geene rust. Daarin ligt zijn roem en zijn fortuin. Korten tijd geleden kon een dezer vlijtige werklieden huis en erve koopen uit de opbrengst van eene nieuwe soort van zelfrijdende wagentjes, zeer eenvoudig, doch ongemeen vernuftig in elkander gezet. De Parijsche werklieden van het echte ras koesteren allen hetzelfde ideaal en niet zelden gebeurt het, dat zij in Decem ber hunne spaarpenningen van het geheele jaar ten koste leggen aan de uitvinding van een zoodanig klein en fijn werktuigje, waarvan zij van Kerstmis af tot half Januari op den Boulevard partij hopen te trekken. Sommigen laten voor deze grootsche onderneming hunne werkplaats in den steek. Men spreekt bij voortduring over het Duit- sche speelgoed. Zonder twijfel is het soms vrij aardig en bijna altijd goedkoop, maar het mist dat eigenaardig lichte, smaakvolle, elegante, hetwelk het Parijsche speelgoed ken- teekent. Naar het schijnt, is de inlandsche nijverheid dit jaar toegenomen; volgens de verslagen der Syndicale Kamera

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2