„en het is wel erg verschrikt, maar verder is er niets
gebeurd, mijne vrouw echter is zeer ontdaan."
„Ik kom dadelijk bij u, antwoordde de dokter.
Hesse hield liem echter terug. „Waarde vriend! ik heb
eerst nog een verzoek. Toen ik er zoo even over dacht,
welk een' Kerstavond wij zonder de goedertieren hulp van
God zouden gehad hebben, nam ik mij voor, hier of daar
iemand, die geen vreugde, maar slechts leed en droefheid
kent, op dezen Kerstavond gelukkig te maken, en daartoe
moet gij mij helpen. Gij kent den nood en de ellende
beter dan ik. Hier hebt gij geld geef dat aan eene of
andere familie, die in grooten nood is en die daardoor voor
eenigen tijd geholpen zal zijn."
De dokter opende haastig de beurs en telde de geld
stukken.
„Twee honderd gulden riep hij verrukt uit. „Hesse,
gij zijt mij als een bode Gods," en hij vertelde van de
Hanels en hoe hij gehoopt had, die lieden in den nood
bij te staan en innig gewenscht de kleine Marie te
helpen.
Weenend zat vrouw Hanel op Kerstavond aan hare
naaimachine. Zij moest zonder ophouden werken. Trots
alle moeite en zorg had zij niets kunnen overhouden om voor
Marie eene kleinigheid te koopen en haar te verrassen, en
niemand wilde haar borgen.
Ook de man zag er treurig uit; Marie alleen was
vroolijk, ofschoon zij geen Kerstboom had. „Moeder,"
zeide zij, „het volgend jaar ben ik bepaald weêr geheel
gezond geworden en dan koopt gij mij een Kerstboom met
een heel groote ster. „O vader," riep zij uit, „ga toch
eens uit en zie eens naar de sterren; één van dezen, de
mooiste en schitterendste, zal zeker de Kerstster zijn
en misschien ziet gij dan ook wel Kerstboomen."
„Wie zou daar komen?" zei vrouw Hanel verschrikt,
toen zij iemand hoorde naderen en er zacht aan de deur
werd geklopt. Nog voordat men „binnen" had kunnen roepen,
trad de oude dokter, vriendelijk groetend, de kamer
binnen.
„Gij hier, heer dokter?" riepen man en vrouw, als uit
één mond, verwonderd uit.
„Ik kom bij Marie. Ik wil haar eenige minuten de
handen voor de oogen houden, opdat zij het werken van
den Kerstman niet zie." Hij legde de hand op Marie's
oogen en zei toen„zie zoo, kleine, nu moogt gij niets zien."
Stom van verbazing zagen Hanel en zijne vrouw, hoe
eene dame binnen kwam en door een dienstmeisje een
Kerstboom en een mandje binnen liet brengen. Het meisje
ging daarop heen, maar de dame bleef, trok de tafel kort
bij het bed, Avaarin Marie lag, zette er toen den boom op
en versierde hem met allerlei kleinigheden. Daar lag een
mooi boek en eene prachtige pop, koek, appels en verster
kende middelen. Ten slotte stak zij toen de waskaarsje3
aan den boom aan.
„Nu!" riep de oude dokter innig voldaan uit, terwijl
hij de hand van voor Marietjes gezicht wegtrok.
„O, een Kerstboom!" Als een jubelkreet klonk het van
Marie's lippen„O moeder, o vader en de Kerstster
boven in den boom, juist als in de Zondagsschool! Hoe
prachtig, moeder! Ziet gij wel, vader! ik heb nu toch
een Kerstboom en zie de Kerstster weder!"
De dochter des dokters kAvam nu aan het bed en kuste
Marie op het voorhoofd. „Ik had eens ook een meisje,
dat evenals gij Marie heette, maar dat is in den hemel.
Ik kan mijn kind niet meer verrassen en dat behoeft ook
niet meer, maar nu wilde ik zoo gaarne u verblijden."
Met glinsterende oogen keek Marie de vriendelijke dame
aan, dan weêr zag zij naar de geschenken, totdat ten
slotte haar blik vol verrukking op den Kerstboom bleef
rusten.
„O, de Kerstster, de Kerstster," riep zij vol blijd
schap uit.
Nu streek zij de kleêren van de pop glad, dan keek zij
in het boek en wist niet wat zij opnemen of bekijken
zou.
Hare ouders konden geen woorden vinden. De dokter
ging tot hen en zeide: „Marie heeft geloofd, dat de Kerst
nacht alles terecht zou brengen en als door een wonder
heeft God geholpen. Hij heeft een kind van den dood
gered en daarmee een ander kind geholpen. Ik alleen kon
die hulp niet gebracht hebben, hoe gaarne ik het wilde."
„Voor u," zeide hij tot Hanel, „heb ik van Nieuwjaar
af Averk, en al is het loon niet hoog, het is toch beter
dan niets. En dit, dit is voor u," zeide hij tot vrouw
Gelukkig had de heer Ridders streng verboden aan iemand,
behalve de intiemen des huizes, en daar waren er slechts
enkele het Avare mee te deelendus zeide mevrouw Ridders
eenvoudig, doch niet zonder eenige ontroering, de les op, die
haar heer en meester haar had opgegeven: „Frits was op een
voetreisje door de Preanger uit; men wist niet juist, dag voor
dag, waar hij was, hij werd echter binnenkort terugverwacht,"
enzoovoort.
Het onderwerp scheen oom Dorus niet bijzonder te interesseeren,
althans hij vroeg niet verder naar den vermiste. Hij stond
weldra op, doch niet eer hij de twee dames uitgenoodigd had,
dien avond met hem naar de ope'ra te gaanhet zou hem zooveel
genoegen doen hij had zijn lief nichtje Dory in zoo langen
tijd niet gezien.....
MevrouAv Ridders bedankte voor zich zelve, doch nam voor
Dory de uitnoodiging aan „behoudens nadere goedkeuring"
van haar echtgenoot, wel te verstaan. Dory's blauwe oogen
schitterden bij de gedachte weer eens uit te gaanzij leefde
nu te Batavia bijna even eenzaam als „boven" te Buitenzorg;
immers sinds Frits vermist werd, was er geen sprake meer geweest
van uitgaan en inviteeren en werden zelfs de meeste bezoekers met
een „niet thuis" afgescheept, daar beiden, oom en tante, verklaarden,
zich niet gestemd te voelen tot vroolijkheid en drukte. Zelfs
Willy bleef 's avonds meestal thuis, en het was Dory's lot den
heelen avond met hem te musiceeren, of hem allerlei „dwaze
verliefde verzen te hooren voorlezen of opzeggen," dacht zij,
terwyl de jonkman zich die aangename tijdkorting ten nutte
maakte om Dory's hart, dat hij reeds meer dan half het zijne
waande, geheel te veroveren. Ofschoon het meisje zich hierbij
niet bijzonder amuseerde, en den verliefden jonkman bij zich
zelve een „verwaanden uil" noemde, liet zij hiervan niets blijken,
maar moedigde hem veeleer aan. Een bepaald aanzoek had hij
nog niet gedaan, daartoe was hij te voorzichtig; hij had immers
reeds gezien, hoe Dory hare bewonderaars plotseling wist af
te wijzen, juist als zij meenden zeker te zijn van hare gunst.
Maar dat hij het niet lang meer zou uitstellen, dat was duidelijk
bovendien dat lag in baar plan, ze zou er hem wel toe weten
te brengen, en, wat zou de strenge oom Karei dan op zijn neus
kijken
(Wordt vervolgd.)
Hanel, terwijl hij de beurs overreikte. „Daarin zijn de
baden voor Marie, de steenkolen, de huur en van Nieuw
jaar af een beter huisToen vertelde de dokter, hoe hij
aan het geld Avas gekomen.
Dat was een Avondervolle Kerstavond in de kleine
woning. Gevolgd door de zegenbeden en wenschen, ver
lieten de dokter en zijne dochter de kamer. Marie had
steeds gejubeld: „O, gij goede, lieve dokter! Nu word ik
zeker spoedig gezond." De metselaar en zijne vrouw
hadden zwijgend elkaar de hand gegeven, terwijl de tranen
hen in de oogen stonden. Zij beschouwden de gouden ster
aan den dennenboom en dachten aan de ware Kerst
ster, die boven Bethlehem gestaan had en de kribbe van
den Heiland had beschenen, den Heiland, die voor armen
en rijken is gekomen.
De glans van die Kerstster vervroolijkte hunne harten
en verduisterde hunne oogen door tranen van dankbare
blijdschap.
Marie had het boek voor zich op het dek liggen en
neuriede met de pop in den arm
„De Kerstboom is de schoonste boom,
Geen schooner in de landen;
Hoe schittert toch de Avonderboom,
Als alle lichtjes branden." (bis.)
En zij fluistert hare pop toe„en de Kerstster is de mooiste
ster."
Binnenland.
In den morgen van den eersten Kerstdag Averd in de
kapel op het paleis het Loo te Apeldoorn in tegenwoordig
heid van HH. MM. den Koning en de Koningin en vele
genoodigden godsdienstoefening gehouden, onder leiding
van ds. Koetsveld, Hofprediker te 's Gravenhage, die tot
tekst gekozen had Luc. 2 vers 14, terwijl gezongen werd
Gezang 2 vers 1, Gez. 114 vers 1 en 6 en Psalm 72 vers 2.
Bij het uiteengaan der Tweede Kamer zijn de vol
gende wetsontwerpen onafgedaan gebleven: regeling der
gemeenschap door electrische telephonen (V. V. uitgebracht
1 December); bekrachtiging eener overeenkomst met de
Nederlandsche Rijnspoorweg-Maatschappij (V. V. uitgebracht
9 December); Avijziging van art. 329 van het Wetboek van
Strafrecht (V. V. uitgebracht 13 October); verandering
der grens tusschen Bussum en Hilversum (Memorie van
Antwoord ingezonden 6 December); onteigening voor
de vaart verbetering tusschen Rijn en Schie (Memorie van
Antwoord ingezonden 4 December); onteigening voor
uitbreiding van haven- en sluiswerken te IJmuiden (V. Y.
uitgebracht 4 November); grensverandering tusschen De
Lier cn Maasland (Memorie van Antwoord ingezonden
3 December); verzekering der uitvoering van werken
betreffende den Waterstaat (ingediend 19 September);
wijziging en aanvulling der wet op het recht van veree-
niging en vergadering (ingediend 27 December); regeling
van het aandeel der geldmiddelen in Nederl.-Indië in
de conversie (Memorie van Antwoord ingezonden 3Dec.);
bepalingen ter bevordering der Zondagsrust ("ingediend
23 October); Avijziging der wet van 1847 op het teloorgaan
van schuldbrie\'en (Memorie van Antwoord ingezonden
6 December); goedkeuring eener verklaring betreffende
art. 34 der overeenkomst omtrent de grensscheiding met
België (V. Y. uitgebracht 7 December); onteigening voor
een tramweg naar Scheveningen (V. V. uitgebracht 3 Dec.)
wet tot regeling van 't notarisambt (ingediend 27 November);
onteigening A'oor den spoonvog naar den Hoek van Holland
(ingediend 16 December).
Van vorige zittingen zijn nog de geneeskundige wetten,
de wijziging der gemeentewet, de wijziging van het Reg-
regl. van Nederlandsch-Indië en het auteursrecht op beel
dende kunsten onafgedaan gebleven.
Naar men aan het Hld. mededeelt is de portefeuille
van Marine aangeboden aan den kapitein ter zee C. H.
Bogaert, thans commandant van het eskader in West-Indië,
en aan den kapitein ter zee C. A. Le Bron de Vexela,
laatstelijk commandant van den Nautilus. ^Beiden hebben
er echter voor bedankt.
Men meldt uit Scheveningen het overlijden van den
heer J. Dirks, hoofdingenieur van den Waterstaat, een
man, die zich door zijne uitgebreide kundigheden, niet het
minst door den aanleg van het Noordzeokanaal en door
zijne werkzaamheid aan het Panama-kanaal, van eene uit
stekende zijde heeft doen kennen. Hij vertegenwoordigde
gedurende verscheidene jaren Amsterdam in de Tweede
Kamer.
De séance door den hofmechanicus D. T. Bamberg
van Amsterdam op het Koninklijk Paleis Het Loo gegeven,
heeft veel bijval gehad. HH. MM. de Koning en de
Koningin met de Kroonprinses, de leden der hofhouding
en eenige genoodigden, benevens een vijftiental kinderen
uit Apeldoorn en omstreken, te zamen ongeveer 45 personen,
woonden de soirée bij en amuseerden zich kostelijkvooral
de Prinses en haar kleine gasten hadden veel pret. Na
afloop der soirée betuigde Z. M. den heer Bamberg per
soonlijk HD. bijzondere teATedenheid.
De kapitein-ingenieur P. G. Van Schermbeek, die
onlangs uit Japan terugkeerde, wordt met 1 Januari a. s.
ingedeeld bij liet korps genietroepen te Utrecht.
Een uitstekende maatregel, die in groote garnizoenen
zeker navolging verdient, is te Bergen-op Zoom toegepast
bij het tegen de Kerstdagen met verlof vertrekken van oen
groot gedeelte van het garnizoen. Een half uur vóór het
vertrek der treinen waren alle militairen voorzien van
plaatskaarten en stonden zij in rij en gelid geschaard,
onder toezicht van een adjudant-onderofficier, de aankomst
der treinen af te wachten, om daarna in volmaakte orde
in te stappen.
De adjudant-onderofficier maakte de reis tot Rozendaal
mede, om ook daar, aan dat drukke grensstation, de orde
te handhaven.
Bij terugkomst wordt op gelijke wijze gehandeld en het
geleide tot in de kwartieren voortgezet.
De marinier L. C. H. is wegens diefstal veroordeeld
tot 3 maanden gevangenisstraf.
Door het vallen van een enorme massa sneeuw en een
hevigen wind is jl. Zondagnacht het circus van den heer
Blanus, staande op de Munt te Kampen, ingestort.
Een droeve zeeramp is weder te vermelden:
Het Engelsche stoomschip Egret, van Londen met stuk
goederen naar Rotterdam, is in den nacht van Vrijdag
op Zaterdag, ten ongeveer 3 ure, bij het binnenkomen, door
de hooge zee op den lagen strekdam bij het zuiderhoofd
van den Nieuwen Waterweg vastgeraakt en blijven zitten.
Reddingbooten van Maassluis en den Hoek van Holland,
benevens sleepbooten van den sleepdienst der heeren L.
Smit Co. hebben getracht het schip te naderen, docli
konden geen hulp verleenen, daar zij zelf groot gevaar
liepen om op den dam verbrijzeld te Avorden. 's Namiddags
omstreeks 1 uur verliet de equipage van de Egret met
eigen 3 booten het schip, doch de booten sloegen dadelijk
om, waardoor de loods Steehouwer benevens 6 man ver
dronken; de kapitein en verdere bemanning kwamen zwem
mende en met behulp van verschillende personen aan land.
Door kapitein T. Klop, van de sleepboot Zuidholland, Averd
de eerste machinist van de Egret opgevischt, die nog
teekenen van leven gaf; het mocht hem echter niet gelukken
bij den drenkeling het leven weder op te wekkenevenmin
slaagden daarin de twee geneesheeren, die zich aan boord
begaven van de Zuidholland, welke inmiddels naar Maassluis
gestoomd was.
Het stoomschip heeft roer en achtersteven verloren en
is lek. Men tracht de lading te bergen.
Te Sint-Maarten is eene Zangvereeniging opgericht,
aanvankelijk 20 leden tellende. De leiding is opgedragen
aan den heer J. Borstlap, muziekondenvijzer te Schagen.
Het tramverkeer was gisteren te Amsterdam door de
vele sneeuw bijna geheel gestremd.
In verschillende deelen van ons land zijn groote massa's
sneeuAV gevallen.
Op Groot-Achterveld, onder Barneveld, heeft in den
vroegen morgen van den eersten Kerstdag een moordaan
slag plaats gehad op den bewoner A. Van Veldhuizen, een
landbouwer, 49 jaar oud, waaromtrent men aan de H. C.
de volgende bijzonderheden mededeelt: Twee zoons zijner
vrouAv (Veldhuizen zelf heeft geene kinderen) hadden zich
naar de R. K. kerk begeven, terwijl zijne vrouw en een
zoon zich tehuis bevondenalleen de man lag nog te bed,
Op dezen werden, te circa 4 uur, verscheidene kogels
gelost, waarschijnlijk met een revolver. Een kogel Avas
in de rechterkaak binnengedrongen en er aan den anderen
kant van den hals Aveör uitgegaan. Verder was hij aan
linker- en rechterhand gewond, terwijl ook een kogel in
den rechterarm terecht kwam en zich Avaarschijnlijk nog
daarin bevindt. In de bedstede zijn kogels en bloedspatten
zichtbaar.
Veldhuizen vluchtte, in zijn nachtgeAvaad en op bloote
voeten, naar de AveduAve Van D., op een kwartier afstand
wonende. Dr. Versteeg uit Barneveld verstrekte genees
kundige hulp en de toestand van den geAvonde geeft nog
hoop op behoud. De justitie uit Utrecht is naar BarncA'eld
gekomen, om ter plaatse een onderzoek in te stellen.
Mevrouw Hansen is Zaterdag 6 dezer van Penang
naar Europa vertrokken per stoomer Telamon. De land-
bouw-ondernemers in Deli hebben voor 3000 dollars inge-
teekend en eene gelijke som is onderhands bijeengebracht
aan de overzijde der Straits, makende een totaal van 6000
dollars. Met leedwezen vermelden wij, dat mevr. Hansen
nog niet geheel hersteld is van het gebrek en de ver
moeienissen, gedurende hare gevangenschap in Atjeh onder
gaan; haar zenuwgestel heeft veel geleden. Doch de reis
naar Europa en algeheele verandering van omgeving zal
haar ongetwijfeld geheel herstellen.
Het bovenstaande is aan de Penang Gazette ontleend,
die nu ook vraagt, of er voor John Fay niet iets gedaan
moet Avorden. Men kan echter een volwassen zeeman niet
gelijk stellen met eene dame en weduwe.
Den 17 November 11. is het ramtorenschip Prins
Hendrik der Nederlanden uit het bassin te Soerabaja kunnen
vertrekken, waarin het bijna een vol jaar in reparatie
gelegen heeft.
Wel is de machine van het kostbare schip nog niet
geheel wat ze behoorde te wezen, maar daaraan valt weinig
te veranderen. Daardoor zal dan ook in de praktijk
nimmer meer het volle aantal slagen in de cilinders Avorden
verkregen, AYaarop bij den bomv gerekend is en dus het
schip nooit meer, ook al kwam het geheel schoon uit het
dok te Singapore, werwaarts het via Batavia zal vertrekken,
zijn volle vaart kunnen bereiken.
Het is inderdaad jammer van die schepen, dat ze, bij
al hunne goede eigenschappen, hier zoo weinig werkelijk
nut kunnen stichten en zulke dure houpaardjes zijn.
De bestemming is (na Singapore) Makasser. (Soer. Crt.)
Niettegenstaande de lage suikerprijzen, heeft eene
der fabrieken nabij Soerabaja, die dezer dagen afmaalde en
hare balans opmaakte, per slot van rekening nog circa
f 60,000 zuiver verdiend.
Die onderneming maakte niet meer dan f 7.75, hoogstens
f 8 gemiddeld voor hare suiker No. 14; ze verkreeg echter
door aangebrachte veranderingen en verbeteringen eeno
grootere productie dan uit den oogst 1885; ze werkt
bovendien onder gunstiger omstandigheden, zoodat ze goed-
kooper kan produceeren dan de meeste andere fabrieken.
In alle opzichten eene exceptie dus.
Zweedsch klaverzaad, eene nieuAve soort, blijkt zich
veel langer te handhaven dan roode en witte klaver; ook
is de Zweedsche goedkooper. Eene proef bewees, dat,
terwijl in het derde jaar na den zaai van roode klaver
bijna niets, en van Hollandsche witte klaver slechts een
zesde Avas overgebleven, de Zweedsche nog ruim een derde
van den grond bedekte. Hieruit alleen volgt, dat Zweed
sche klaver, ook wel bastaard-klaver genoemd, goedkooper
is, terwijl op gronden, waar de roode niet meer aanslaat,
deze soort nog tiert.
Buitenland.
De avond vóór de Kerstdagen werd te Berlijn door de
Keizerlijke familie bij HH. MM. in het paleis gevierd. De
Keizer nam den eersten Kerstdag met de Keizerin en de
overige leden van het Keizerlijk Huis deel aan eene gods
dienstoefening in eene zaal van het paleis, die als kapel
was ingericht.
Paus Leo heeft zijne Kerst-toespraak met een eigen
handig begeleidend schrijven aan Keizer Wilhelm van
Duitschland gezonden.
Jl. Vrijdag heeft de Paus het college van kardinalen
ontvangen, dat hem de gewone gelukwenschen ter gelegen
heid van het Kerstfeest kwam brengen. In antAvoord op
eene rede van den Deken van het college, protesteerde de
Paus in zeer nadrukkelijke, volgens den berichtgever der
Times te Rome zelfs heftige bewoordingen tegen de anti-
clericale beAveging in Italic en de tegen hem zei ven en de
Kerk gerichte aanvallen, evenals tegen de wet, welke, zeide
hij, den Heiligen ;Stoel beroofde van de laatste overblijf
selen zijns erfdeels en eene onbetamelijke inmenging der
leeken in de kerkbesturen had ingevoerd. Hij gispte voorts
de uitdrijving van geestelijke Orden en klaagde over de