Gemeenteraad van Helder. dé aandacht vestigt, heeft dan ook hoofdzakelijk ten doel, het door Nederland gegeven voorbeeld aan allen en voor namelijk aan de Regeering van zijn eigen land ter navolging aan te bevelen. De Koning, de Koningin en het Prinsesje zijn gisterennamiddag ten half vier uur in welstand van het Loo naar de residentie teruggekeerd. Zij werden aan het station verwelkomd door verschillende autoriteiten, terwijl een buitengewoon talrijke menigte hen begroette. Het Vaderland verneemt met leedwezen, dat de kapitein P. Thijssen, directeur van de Pupillenschool, die zich voor eenige dagen met -verlof te 's Hage bevond, onverwacht zeer ernstig ongesteld is geworden. Den 23 dezer is te Schagen in het openbaar verpacht de inning der marktgelden gedurende 1887 met dezen uitslag: van paarden en runderen f 644 door W. Plukker; van schapen en lammeren f 501 door C. Raven; van varkens en biggen f 45 door L. Hornong; van konijnen, gevogelte enz. door W. Wit f 5; van de belasting der schapenhokken door C. Raven f 461. Een loodgieter te Hoorn, die jl. Dinsdag de sneeuw uit de goten op de Groote Kerk moest scheppen, had het ongeluk daarvan af te vallen, zonder evenwel eenig letsel te bekomen, daar hij in de dikke sneeuw, welke des nachts, evenals op vele plaatsen in den omtrek, was gevallen, is terechtgekomen. Het blijft altijd opmerkelijk, dat de man van zulk een hoogte ongedeerd is neergekomen. Te Amsterdam werd gisteren het stoffelijk overschot van den heer J. Dirks ter aarde besteld. Bij het graf huldigden de heeren Caland en Conrad den overledene als een ijverig, kundig, nauwgezet kameraad en vriend, die veel tot verbreiding van den roem van Neêrland's water bouwkunde in het buitenland had bijgedragen. Jl. Dinsdagmorgen is zekere C. v. d. D., te Zoeter- woude, onder een hooiberg geraakt, met het gevolg dat hij gestikt is. Een gedeelte van den hooiberg viel nl. onder het afsteken om. Omtrent den moordaanslag onder Barneveld meldt men, dat als verdachte is gearresteerd de 19jarige stiefzoon Hendrik Veldhuyzen. Hij is naar Utrecht overgebracht, doch blijft alle schuld ontkennen. De vrouw van den verwonde is gevankelijk naar Utrecht gevoerd. Verschillende heeren, in Nederland en Belgie, aan gezocht ook door den Paus en de kardinalen Jacobini, Simeoni en Macchi, om een nieuwe Nederlandsche bedevaart naar Rome te organiseeren, hebben besloten om een pelgrimstocht te ondernemen, doch niet naar Rome, maar naar Lourdes. Deze bedevaart zal geschieden omstreeks Mei 1887, alzoo niet te dicht bij het tijdstip eener reeds vroeger voorgenomen groote Nederlandsche bedevaart naar Rome, bij gelegenheid van 's Pausen feest. De bedoeling der tocht naar Lourdes, naar het lievelingsoord der Onbe vlekt „Ontvangene," is volgens de ontwerpers ook, „haar daar te smeeken, door haar machtige tusschenkomst het feest van Leo XHI tot een blij en gelukkig feest voor de gansche Christenheid te maken." Berichten uit Batavia, dd. 23 Nov. 11., luiden o. a. „Het stoomschip „Java" is naar Ternate gedirigeerd, ten einde den resident van dat gewest in de gelegenheid te stellen zich naar het eiland Brak, ten noorden van Nieuw-Guinea, te begeven, tot het instellen van een onder zoek naar den moord en de plundering, aldaar gepleegd aan boord van het aan de firma Van Duivenbode Co. te Teröate toebehoorend stoomschip Coreda. Inmiddels heeft de „Tromp", die toevallig in de buurt was, een onderzoek ingesteld. Bij aankomst van het schip op het eiland Brak, waar vermoed werd, dat de gezag hebber en opvarenden vermoord zouden zijn, nam de bevol king een zeer vijandelijke houding aan, waardoor een onderzoek vrij wel onmogelijk werd. Intusschen werd onze vlag aan den wal nedergehaald en die der inboorlingen in top geheschen, een feitelijke uittarting dus. Het gevolg hiervan was, dat de kommandant van de „Tromp" het noodzakelijk achtte, zijn landings-divisie te ontschepen, die gesteld werd onder kommando van den sedert tot kapitein-luitenant ter zee bevorderden luitenant ter zee 1ste kl. A. P. Tadema. De landing werd volbracht en één kampong getuchtigd, waardoor men het geluk had, twee der opvarenden van de Coreda te ontdekken, die op eerste aanmaning werden uitgeleverd. Tevens werden eenige vlaggen buit gemaakt." Een zeldzaam bewijs van rechtschapenheid heeft, naar men uit Kimswerd meldt, zekere J. S. R., thans Hoofd eener school in Zeeland, geleverd. Vóór eenige jaren ondersteund door het Burgerlijk Armbestuur van Kimswerd en door dat van Arum, heeft hij thans de aan hem be stede gelden geheel terugbetaald, zonder daartoe aangezocht te zijn. Iemand heeft in het „Tijdschrift voor Geneeskunde" op het feit gewezen, dat 14 personen uit Nederland zich reeds aan de behandeling van prof. Pasteur hebben onder worpen. Zou het, vraagt de inzender, niet van schrielheid getuigen, indien de Nederlandsche Staat zich er met een bedankje afmaakte, en is eene bijdrage van Rijkswege voor het Instituut-Pasteur niet noodig? Men schrijtt uit het Noorden van Overijsel: „De verzending van wild naar het buitenland was in de vorige week van geene beteekenis, wijl voor binnenlandsche rekening bij de nadering van het Kerstfeest zooveel ge vraagd werd, dat aan alle bestellingen niet kon voldaan worden, vooral ook tengevolge van de geringere vangst. De prijzen waren dan ook zeer hoog en bedroegen voor hazen f 1.25 2.25; eenden f 0.95 1.60; korhoenders f 4.50 k 7; fazanten f 2 2.25; ganzen f 1.60 k 2.75; kalkoenen f 2.25 k 3; houtsnippen f 2.25 a 2,50; poel snippen 85 k 95 c.; watersnippen 75 80 c.; jonge pa trijzen f 1.45 a 1.65; oude dito 80 k 95 c.; pijlstaarten 90 a 95 c. en konijnen 50 k 70 c., alles per stuk. In het overige wild kwam geen prijsverandering. Te Rabber (Oostfriesland) is 3 voet onder den grond een goudstuk gevonden, hetwelk een Merovingische Triens uit cle 17de eeuw schijnt te zijn. Het stuk vertoont op de eene zijde een paardenkop, op de andere een kruis. In den nacht van 12 op 13 dezer werden uit de kelders van het kasteel Mount Stewart aan lord Londonderry, onderkoning van Ierland, 130 manden wijn ontstolen. De lord heeft nu in de Engelsche bladen de volgende adver tentie doen plaatsen: „Ik begrijp dat de hh. dieven en heelers de waarde van den gestolen wijn niet kennen. Ik heb dien van souvereinen ten geschenke gekregen en hij is waard alleen door Keizers gedronken te worden. Ik beloof op mijn woord van eer geen vervolging te zullen instellen en wil voor elke flesch die ik ongeschonden terugkrijg een guinje betalen. Als men den wijn dus verkoopen wil, vraag ik de voorkeur." Men heeft tot dusver nog niet vernomen of de „heeren" aan deze beleefde uitnoodiging hebben voldaan. Rijks-postspaarbank. De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid brengt, ingevolge het bepaalde bij art. 21 der wet van 25 Mei 1880 (Staatsblad No. 88), ter algemeene kennis, dat gedurende de maand November 1886 zijn ingelegd en terugbetaald de volgende bedragen, als: Bedrag der inlagenf 589,263.88 terugbetalingen380,187.18 Alzoo meer ingelegd dan terugbetaald f 209,076.70 Aan het einde der maand October was ten name der verschillende inleggers inge schreven 8,371,535.78 zoodat het gezamenlijk tegoed der inleg gers aan het einde der maand November bedroeg f 8,580,612.48 In den loop der maand November zijn 3374 nieuwe spaarboekjes uitgegeven802 zijn er geheel afbetaald, zoodat er aan het einde der maand 137,400 in omloop waren. Zitting van Dinsdag 28 December 1886. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de heer Groen. De tribune is zeer talrijk bezet. Na de opening der vergadering worden de aanteekeningen van het verhandelde in de zittingen van 8 en 10 Decem ber 11. voorgelezen en goedgekeurd. 't Eerst wordt aan de orde gesteld de nadere behande ling van 't voorstel des heeren Korver tot benoeming eener Commissie, belast met het onderzoek naar de mogelijkheid om de heffing van schoolgelden dusdanig te wijzigen, dat die met het oog op de gegoedheid der ouders van leer lingen meer in evenredigheid worde gebracht met de groote kosten, die het onderwijs van de gemeentekas vordert. Over dit voorstel hadden in de zitting van 8 dezer de stemmen gestaakt. De heer Van Gijn opent de dis cussie met een warm woord van lof, gewijd aan 't lager onderwijs in deze gemeente. Spreker acht het ongeraden eene speciale Commissie te benoemen. De zorg voor het openbaar onderwijs is in de eerste plaats opgedragen aan B. en W. en aan de Plaatselijke Commissie van Toezicht; spreker ziet niet in, dat eene nieuwe Commissie nog noodig is. De benoeming van zoodanige Commissie zou z. i. zijn een bewijs van wantrouwen in beide genoemde Colleges. Als er inlichting of onderzoek noodig is, dan zou spreker wenschen dat zulks van die zijden werd gevraagd. De Voorzitter doet uitkomen, dat door den heer Korver de benoeming eener Commissie van onderzoek wordt gewenscht. Zijn, tengevolge van het rapport dier Commissie voorstellen noodig te doen, dan zullen die door B. en W., de Com missie van Toezicht gehoord, worden gedaan. Naar 't oordeel des Voorzitters moet, vóór de benoeming eener Commissie, worden uitgemaakt of men zich vóór of tegen de verhooging van schoolgelden verklaart. De heeren Van Gijn, Hordijk en Van Neck houden echter vol, dat met het doen van 't voorstel niet is bedoeld te beslissen over een principe, maar dat slechts het doen van onderzoek wordt gewenscht naar de mogelijkheid eener meer even redige schoolgeldheffing. Ook de heer over de Linden meent, dat dit de bedoeling van den voorsteller is geweest. Die voorsteller, de heer Korver, brengt in herinnering den onaangenamen indruk, dien de nu onlangs vastgestelde begrooting, welke met een nadeelig saldo sluit, op de leden van den Raad heeft gemaakt. Met het oog op dat deficit zocht hij naar middelen om meer evenredigheid tusschen uitgaven en ontvangsten te verkrijgen. Nu trof hem het groote bedrag der kosten voor 't onderwijs tegenover een zoo luttel bedrag der schoolgelden, 't Voorstel, door hem gedaan, tot benoeming eener Commissie van onderzoek, had slechts een financiëele oorzaak. De beoordeeling van 't openbaar onderwijs leidde hem niet daartoe. Hij meende, dat het niet aanging, dat ouders, die best hooger bedrag kunnen betalen, nu met 8 cents per week het onderwijs, dat hunne kinderen gegeven wordt, kunnen voldoen, terwijl der gemeente dat onderwijs 42 cents per week kost. Z. i. moeten de ouders, ieder naar zijn vermogen, in de kosten van 't onderwijs bijdragen, de onvermogenden natuurlijk uitgezonderd. Met zijn voorstel wil hij volstrekt geen nadeel aan 't onderwijs toebrengen; ook hij wil de onderwijzers behoorlijk salariëeren. Zijn voorstel bedoelt alleen een speciaal onderzoek naar de mogelijkheid om de ouders die kunnen, meer te doen betalen voor 't onderwijs hunner kinderen. Hij wil meer evenredigheid brengen tusschen de schoolgelden en de kosten van 't lager onderwijs in deze gemeente. De heer Van Neck bestrijdt het voorstel-Korver. Hij vindt het vreemd, dat dit voorstel gedaan is en gesteund wordt. Hij herinnert, dat bij de behandeling der begrooting voor 1887 werd voorgesteld om tot verhooging van den hoofdelijken omslag over te gaan. Men was daar echter zeer tegen. Nu wordt voorgesteld het schoolgeld te ver- hoogen, 't geen, naar sprekers meening, op hetzelfde neder- komt. Schoolgeld en hoofdelijke omslag worden betaald door die ingezetenen, die belasting kunnen betalen, door de meergegoeden. Z. i. had men beter gedaan den hoofde lijken omslag te verhoogen. 't Onderwijs moet, volgens spreker, zoo min mogelijk kostbaar zijn. Door goed onder wijs worden de leerlingen gevormd tot menschen, die niet van het betalen van belasting behoeven te worden vrij gesteld. 't Voorstel-Korver, tot benoeming eener Com missie van onderzoek, wordt nu opnieuw in stemming ge bracht en aangenomen met 9 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren Maalsteed, Van Neck, Verfaille, Tin- kelenberg, Braaksma, Van Gijn en de Voorzitter. Nadat bepaald was, dat deze Commissie zou bestaan uit 5 leden van den Raad, werd eene stemming gehouden, die deze uitkomst had: de heeren J. C. Jansen en Hordijk ver kregen ieder 8 stemmen, de heer Korver 7, de heeren Van Neck, Van Gijn en over de Linden ieder 6, de heeren Oudenhoven, Beukenkamp en Tinkelenberg ieder 5, de heeren Maalsteed en Verfaille ieder 4, de heeren Braaksma, H. Janzen, Govers en Hoogenbosch ieder 2 stemmen en de heer Groen 1 stem; 1 briefje was in blanco. Vóór de stembus geopend werd, was bepaald, dat voor deze benoe ming geene volstrekte meerderheid werd vereischt. De heer J. C. Jansen neemt echter de benoeming ,niet aan, omdat z. i. het onderzoek bij de Commissie van Toezicht tehuis behoort; de heer over de Linden bedankt wegens drukke bezigheden en de heer Van Gijn, omdat hij in beginsel tegen de benoeming dezer Commissie is. De heeren Hordijk, Van Neck, Korver, Oudenhoven en Beukenkamp nemen daarop de benoeming aan. In de zitting van 8 dezer hadden de stemmen mede gestaakt over het voorstel van B. en W. om het salaris voor den bediende ter Secretarie te bepalen op f 300. De helft der leden had zich in die zitting uitgesproken voor eene bepaling van dat salaris op f 200. Door den Voor zitter wordt nu opnieuw het voorstel van het Dag. Best. toegelicht, en er op gewezen, dat de bepaling der jaar wedde, zooals B. en W. die wenschen, zeer billijk is. In stemming gebracht wordt het voorstel van het Dag. Best. met 10 tegen 6 stemmen verworpen. Vóór stemden de heeren Braaksma, Maalsteed, Tinkelenberg, J. C. Jansen, Verfaille en de Voorzitter. Nadat dit besluit genomen is, wordt door den Voorzitter opgemerkt, dat het bij een salaris van f 200 niet mogelijk zal zijn, een voor deze betrekking geschikt en vertrouwd persoon te vinden. Nog hadden in de vorige zitting de stemmen gcstaak over den begrootings-postf 200 voor het beschikbaar stellen van vrije zitplaatsen in de kerken voor HH. offi cieren van land- en zeemacht, alhier verblijf houdende. De Voorzitter doet, vóór dat eene nieuwe stemming plaats heeft, uitkomen, dat het toestaan dier som een beleefdheid is, jegens de hier garnizoen houdende officieren. Hij wijst op 't belang der gemeente bij 't verblijf van officieren, die, 104 in getal, niet minder dan f 5158.50, d. i. bijna 1/6 in den hoofdelijken omslag bijdragen. Voor de geringe som, die voorgesteld wordt, wil hij eene van ouds bestaande instelling, een gevolg van beleefdheid, niet intrekken. Bestond de bepaling niet, ze zou zeker door niemand worden voorgesteld. De heer Korver bestrijdt de mee ning des Voorzitters. Het toestaan van die som zou zijn een vergoeding voor 't betalen van belasting; spreker doet de vraag: welke vergoeding krijgen de burgers dan, die ook belasting moeten betalen? Bij de veranderde toe standen op kerkelijk gebied, komt de bepaling, die voor gesteld wordt, niet meer te pas. Vrije plaatsen in eene Schouwburg-loge zou bij de officieren wellicht meer bijval vinden, want van de vrije plaatsen in de kerken wordt toch geen gebruik gemaakt. Ook vindt spreker die bepaling vernederend voor de officieren, en bovendien noemt hij het beschikbaar stellen van die gelden een vermomde douceur aan de kerkbesturen. Het voorstel van B. en W., om de som van f 200 voor vrije zitplaatsen in de kerken voor de officieren op de begrooting te handhaven, wordt daarop aangenomen met 10 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Korver, Oudenhoven, Van Neck, Verfaille, Govers en Hoogenbosch. Aan de orde wordt gesteld de benoeming van een gemeente-bode, ter vervanging van wijlen C. Dienaar. De Voorzitter deelt mede, dat zich twee sollicitanten hebben aangemeld: 1. R. Ilan, die tijdelijk deze betrekking heeft waargenomen en over wien het Dag. Best., en inzonder heid de Secretaris, zeer tevreden is; en 2. J. P. Quant. Eerstgenoemde wordt met 14 stemmen gekozen. Er waren 2 blanco-briefjes in de bus. De Voorzitter deelt mede, dat, naar aanleiding van het verslag omtrent de gemeente-reiniging, waarmede sedert primo October 1885 een proef is genomen, door de Com missie van bijstand in zake de Gemeentewerken wordt voorgesteld, om, even als vroeger, het ophalen van beer, asch, vuilnis, enz. bij openbare inschrijving te verpachten. De heer Van Gijn erkent, dat hij de op dit voor stel betrekking hebbende stukken niet vooraf heeft inge zien. Plij meent, dat dit met meerdere leden het geval is, en hij stelt daarom voor, om de behandeling van dit voorstel tot de volgende zitting te verdagen. De Voorzitter deelt mede, dat de proef, sedert ruim één jaar genomen, den uitslag heeft gehad, dat het voor stel wordt gedaan om over te gaan tot verpachting. De heer Maalsteed doet uitkomen, dat het voorstel om over te gaan tot verpachting niet uitgaat van de Com missie, die zich belast heeft met het toezicht op de gemeente reiniging, maar van de Commissie van bijstand voor de Gemeentewerken. De heer Van Gijn formuleert daarop zijn voorstel tot behandeling dezer zaak in eene volgende zitting. Het voorstel wordt aangenomen met 8 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heer Braaksma en de Voor zitter. De heeren J. C. Jansen, Oudenhoven, H. Janzen, Tinkelenberg, Beukenkamp en Maalsteed hielden zich buiten stemming. De heer Maalsteed verlaat hierop de vergadering. (Slot op pag. 4.) Buitenland. In de buitenlandsche politiek ziet het er duister uit, zoo meldt men o. a. uit Parijs aan de Haarl. Crl. Het is, als broeide er een onweder in de lucht. Men steekt de hoofden bijeen en meent het rollen van den donder reeds te hooren. Is het waar, dat Duitschland zich voorbereidt, reeds voorbereid is op een nieuwen oorlog met Frankrijk? Dat de Duitsche Minister van Oorlog maatregelen neemt om Duitschlands strijdkrachten langzamerhand en onbemerkt samen te trekken aan de westelijke grenzen? Dat er op dit oogenblik in Elzas-Lotharingen reeds honderd vijftig duizend Duitsche soldaten staan en er aldaar vijf honderd duizend geweren en proviand en amunitie voor vijf honderd duizend man gereed zijn? Dat in Zuid-Duitschland de boeren aanschrijving hebben ontvangen om hunne voer tuigen in orde en bereid te houden ter eventuëele beschik king van het Departement van Oorlog, gelijk de station chefs in Elzas-Lotharingen uitvoerige instructiën ontvingen voor het vervoer van groote hoeveelheden oorlogsmateriëel? Dat in de eerste dagen van 1887 Duitschland in de aan gehechte provinciën tweehonderd duizend man disponibel zal hebben, in staat om binnen drie dagen vóór Nancy te zijn tegenover de ten hoogste vijftig duizend man, die hun in het eerste oogenblik aan Frankrijks oostelijke grens het hoofd zouden kunnen bieden? Dat Duitschland het voor nemen koestert om aldus Frankrijk midden in zijne mobi lisatie te overvallen? Dat België, omgekocht of in het harnas gejaagd, zijne neutraliteit schenden en aan de Duit sche troepen overgang verleenen zou? Dat er een offen sief en defensief verbond bestaat tusschen Duitschland en Italië, welk laatste land twaalf legerkorpsen, uitmakende

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2