fcsüjk. bljjven vlaaien. Dit schjjijt nuat de racantifi- I kolonies, over wier nut de raeeningen trouwens nog al uiteenloopen, niet voldoende te gelukken, zoodat er gevaar zou kunnen rijzen, dat men dezen zomer een kleiner aantal arme kinderen dan vroeger de bosch- of zeelucht zou kunnen doen genieten. Om in die behoefte aan financiëelen steun te voorzien, zal men nu den meer en meer gebruike- lijken weg inslaan en het nuttige met het aangename paren. Te Parijs geeft men tegenwoordig in zulke gevallen een liefdadigheidsbal, wij zullen het op bescheidener schaal aanleggen en een liefdadigheids&wnw geven, drie dagen lang, in het Paleis voor Volksvlijt, ten bate van de Vacan- tie-kolonies. Ik hoop van ganscher harte, dat de zaak slagen moge, niet alleen wat hare aangename zijde betreft, want daarvoor bestaat geen groote vrees, maar ook wat het practisch nut aangaat, dat men er zich van voor stelt. Gewoonlijk leveren deze moderne ondernemingen zoo weinig financieel voordeel voor de betrokken bewelda- digden op en gaat er zooveel heen met de „onvermijdelijke onkosten/ dat de werkelijke bate dikwijls slechts zeer weinig boven Fahrenheits vriespunt staat. Doch, zooals ik zeide, ik hoop van ganscher harte dat de uitkomst mijne niet zeer rooskleurige vermoedens schitterend zal logen straffen. Ik mag dezen niet eindigen zonder het best voor 't laatst bewarend een woord van dank te richten tot den „bestendigen lezer/ die in het nommer van Zondag zijne hartelijke instemming betuigt met mijne door hem als recht matig gehuldigde sympathie met het lot der arme binkers en ontslagenen der Amsterdamsche Marinewerf. Bij bestendig lezen, hoe vleiend ook voor den betrokkene, zij echter ook goed lezen gevoegd. En mijne vluchtige opmerkingen nog eens goed lezende, of herlezende, zal de vriendelijke inzender het wel met mij eens worden, dat het allerminst mijn doel was, „ontevredenheid of verzet te verwekken.' Ik gaf slechts in concreten vorm mijn indruk omtrent de stemming der broodelooze arbeiders weêr, een stemming die voortvloeit uit hunne overweging dat èn de bureaulisten èn het werk volk uit een en dezelfde Staatskas bezoldigd worden. Die goede lieden redeneeren nu eenmaal niet anders, zij krijgen den vollen regen, al blijven de „kantoorheeren" niet geheel van den drup verschoond. Begrijpelijk is het dus wel, dat zij over ongelijken maatstaf klagen, aangenomen zelfs dat die ongelijkheid slechts in hun oog en louter in schijn bestaat. Maar wie de meeste pijn lijdt, schreeuwt het hardst! Amstelaar. Binnenland. De Minister van Marine heeft bepaald, dat bij mobilisatie onzer strijdkrachten alle reeds verleende verloven onmid dellijk vervallen, zoowel van officieren als van onder officieren en minderen, en de belanghebbenden met den meest mogelijken spoed naar boord zullen behooren terug te keeren. Eerste Kamer.De vestingbegrooting is aangenomen met 32 tegen 3 stemmen, nadat de minister verzekerd had, dat onze forten, evenmin als eenig ander van Europa, bestand zijn tegen de kracht der moderne projectielen. Men schrijft ons van Texel, dd. 21 dezer: „De hardrijderij op schaatsen, uitgeschreven door de commissie ter ondersteuning van behoeftige ingezetenen alhier, en waarvan de prijzen alleen bestonden uit levensmiddelen, is heden namiddag in de beste orde afgeloopen. Van de 46 mededingers werd de prijs behaald door D. J. Vos, de eerste premie door A. Jb. Bakker en de tweede premie door P. Daalder. Bovendien werd aan ieder winner, voor privé rekening van de commissie, een aardig souvenir vereerd.' In de jl. Donderdag in het koffiehuis van den heer J. C. Hofdijk, te Heer-Hugowaard, gehouden vergadering van de Hengstenvereeniging voor Alkmaar en omstreken, werd door den voorzitter, den heer Jhr. Mr. P. Van Foreest, met voldoening gewezen op den bloeienden toestand der Vereeniging, vooral blijkende uit het batig slot, dat de rekening over het afgeloopen eerste jaar opleverde. De ontvangsten bedroegen f 4366.25, de uitgaven f 3427.80J, zoodat, na aftrek van het aan de aandeelhouders uit keeren dividend ad f 550, voor het reservefonds kon wor den bestemd een bedrag van f 388.44, dat nog vermeerderd behoort te worden met f 500, zijnde de Rijks-subsidie, aan den hengst Horsa ten deel gevallen op de jongste te Alk maar gehouden hengstenkeuring. Het bestuur, bestaande, behalve den voorzitter, uit de heeren S. De Jongh, secre taris, C. De Geus, C. Swager en A. Bood, werd met bijna algemeene stemmen herkozen. Evenzeer vond bij de ver gadering ingang een bestuurs-voorstel, om toe te treden tot het lidmaatschap van Hollands Noorderkwartier, „En ik herhaal nogmaals, dat ge over my beschikken kant, pastoor Valentyn. Als ge soms een gesprek onder vier oogen verlangt, zal myn zoon „Neen, ik verzoek den graaf hier te blyven," viel Valentyn in. „Hy is ook bekend met de zaak die my hierheen voert: *y betreft den zoon van den houtvester Wolfram.' Hy zweeg alsof hij een antwoord verwachtte; maar dit bleof achterwege. De graaf zat onbeweeglyk. Albrecht's belangstelling daarentegen scheen plotseling opgewekt, maar ook hij zeide niets, zoodat de geestelijke wel genoodzaakt was het woord weer op te vatten. „Gy zult u herinneren, mynheer de graaf, dat ik het ben geweest, door wien gy het bericht hebt gekregen, waar de knaap zich ophield, zoowel als het verzoek voor hem te willen zorgen.' „Een verzoek, waaraan ik terstond heb voldaan. Wolfram nam op myn bevel het kind onder zyne hoede, zooals ik u toen heb laten weten.' „Ja. Ik had den knaap liever aan andere handen toevertrouwd gezien, maar die bepaling hing van u af. Nu is hij evenwel geen bind meer en kan onmogelijk langer in die omgeving blyven. Ik ben overtuigd dat gy dit met my eens zult zyn." „Waarom zon hy daar niet kunnen blijven?' vroeg Steinruck koel. „Ik ken Wolfram als een vertrouwd persoon en had myn goede redenen om juist hém te kiezen. Weet gij soms iets in zyn nadeel?' „Neen, de man is goed en oppassend in zyn soort, maar ruw van aard en half verwilderd in de eenzaamheid. Sinds den dood zyner vronw komt hy bijna niet in aanraking met andere men- schen en zyn huishonden is echt boersch ingericht. En dit is toch geen geschikte omgeving voor een aankomend jonkman in geen geval voor den kleinzoon van graaf Steinruck.' Albrecht, die achter den stoel van zyn vader stond, maakte een afwerend gebaar, terwyl de oude graaf verstoord de wenk brauwen samentrok en hard en streng antwoordde: „Ik heb maar één kleinzoon, het kind van myn zoon, en ik verzoek u, eerwaarde heer, dit niet te vergeten, als er over die zaak wordt gesproken.' (Wordt vervolgd.) waarna als afgevaardigde tot de in 1887 te hpuden ver gaderingen dier Vereeniging werd gekozen de heer C. De Geus. Tot standplaats gedurende 1887 voor den hengst werd weder „de Hengstman* aangewezen en bijzondere tevredenheid werd betuigd aan den heer Hofdijk, voor diens goede zorgen, aan Horsa besteed, zich uitende in eene, zonder eenig verzet, toegestane gratificatie van f 25. Eenige discussie lokte uit het voorstel van het bestuur, om niet meer dan vijf merries bij den hengst dagelijks toe te laten, doch bij stemming bleek de meerderheid zich daarmede te vereenigen. Nadat door een der leden in herinnering waren gebracht de verdiensten, die de heeren Foreest, De Jongh en Swager hadden met betrekking tot de oprichting der Vereeniging, sloot do voorzitter de ver gadering, waarop 24 aandeelen vertegenwoordigd waren. Volgens de statistiek der Bijbelverspreiding over 1885/86 in Nederland, zijn door het Nederlandsch Bijbel genootschap in dat jaar verspreid 12,611 Bijbels, 350 Oude Testamenten, 42,341 Nieuwe Testamenten; door het Britsch en Buitenlandsch Bijbelgenootschap 22,223 Bijbels, 4643 Oude Testamenten en 10,470 Nieuwe Testamenten en gedeelten daarvan. Hierbij zijn niet medegerekend drie uitgaven van Hollandsche Staten-Bijbels en Nieuwe Testa menten, die te Londen gedrukt en vandaar voor de ver schillende behoeften van het Nederlandsche volk in andere landen verzonden worden. De heer Domela Nieuwenhuis is jl. Donderdagmorgen per trein van 6.15 van den Rhijnspoorweg te 's Hage naar Utrecht overgebracht, om in de celgevangenis aldaar zijn straf te ondergaan. Hij werd door twee rijksveldwachters begeleid en in een vigelante van het huis van bewaring naar het station gevoerd, alwaar op dat vroege ochtenduur slechts zeer weinige partijgenooten aanwezig waren. Te Utrecht werd hij per celrijtuig naar de gevangenis gebracht. De ooievaar heeft als lentebode zijn crediet verloren. Te Lage Zwaluwe toch vertoonde zich in de laatste dagen, zelfs terwijl te Slikkerveer op ijs-water de schaatsenwedstrijd plaats had, een ooiejraar bedaard en deftig in de vrije lucht. De N. Drentsche Crt. zegt: „Er begint variatie te komen in de hardrijderijen. Men rijdt niet alleen meer hard, maar schoon, acrobatisch en geïllumineerd. Er rijden mannen alleen, vrouwen alleen, jongens, meisjes, studenten en kweekscholieren alleen. Men combineert mannen en vrouwen, en te Idaard laat men nota bene vrouwen tegen mannen rijden. De bepalingen, soms allergekste, die de directiën der festiviteiten aan de wedstrijden verbinden, zijn legio. Zoo moeten te Onderden- dam de deelnemers gekleed wezen als graven, edelen en ridders uit de 16de, 17de en 18de eeuw, en bij den Lopper- summerdraai wordt hun opgelegd te rijden met de schaatsen achterste voor onder de voeten; te Ezinge, bij eene hard rijderij tusschen jongens beneden 18 jaar, moeten zij eene geboorte-acte in hun zak hebben; te Garnwerd idem; te Workum moet worden hardgereden tusschen twee cirkels, en straks begint men misschien te Wildervank met hooge hoeden en floddermutsen." Een annonce van een café op de Kralingsclie Plassen „Eiken middag piano-soirée.' Buitenland, Volgens telegrafisch bericht uit New-York kan er tusschen 24 en 26 dezer stormweder verwacht worden op de Fran- sche kusten. Eene paniek. Jl. Dinsdagavond had, zooals wij in ons vorig nummer meldden, in het Oosteinde van Londen een treurige ramp plaats. In een Israëlietische Club, in de Princesstreet, Spitalfields, werd eene tooneelvoorstelling gegeven, die tegen het einde gestoord werd door het geroep van „brand." Volgens sommige berichten werd die kreet aangeheven door iemand op de gaanderij uit louter moed willigheid; volgens anderen zag iemand op het tooneel bij ongeluk een stuk van een gasarm afbreken en deed daarop den kreet van „brand" hoorenweer volgens anderen hieven een paar vrouwen, die op het einde der voorstelling binnen gekomen waren, het brandgeroep aan. Hoe het zij, er ontstond onder de aanwezigen, ongeveer 400 in getal, eene geweldige paniek; die op de gaanderij waren, stormden naar beneden, waar het verschrikte publiek bezig was de deuren, die pas gesloten waren, open te rameien. Het ergst was het gedrang op den trap der gaanderij; de ver warring vermeerderde toen iemand het gas uitdraaide. Tot overmaat van ramp brak een houten beschot naast den trap door het gedrang en stortten dertig k veertig menschen in eene kleine daarnaast aanwezige ruimte op elkander naar beneden. Die daar het onderste kwamen te vallen hebben allen het leven verloren. De daar omgekomenen zijn twaalf vrouwen, één klein meisje, twee jongens en twee mannen. Er kwam daarna spoedig hulp opdagen; verder schijnen er geen dooden te betreuren en betrekkelijk weinig personen bekwamen kwetsuren. Jl. Maandag werd er uit Mainz voor den dieren handelaar Bode te Leipzig een beer verzonden, die 4 cente naars zwaar was en die er in slaagde onderweg zijn kooi te ontvluchten en los in den goederenwagen rond te loopen, waarin hij geplaatst was. Het personeel van den spoortrein bemerkte zulks gelukkig nog in tijds en liet den wagen gesloten, zoodat de goederen op de tusschenstations niet konden worden afgeleverd, doch de reis naar Leipzig mede maakten. Daar de beer als bijzonder kwaadaardig bekend stond, besloot men, met toestemming van den heer Bode, hem dood te schieten, ten einde alle ongelukken te voor komen. Toen de wagen aankwam besloot men eerst door een reet een stuk vleesch te werpen in de veronder stelling dat het dier wel uitgehongerd zijn zou. Dit bleek de waarheid te zijn en terwijl de beer het vleesch verslond, loste de eigenaar twee schoten op hem, zoodat hij eenige oogenblikken later den laatsten adem uitblies. In den wagen zag het er bar uit, daar het dier bijna alles vernield had. Een groote menigte woonde het interessante tooneel bij. Een mild Kerstgeschenk. Volgens de Centra News, heeft de Londensche firma Baring Brothers aan ieder der klerken, die op haar kantoor werkzaam zijn, eene som, gelijkstaande met het salaris van één jaar, als Kerstgeschenk gegeven. Er wordt bijgevoegd, dat de firma bij het tot stand brengen van de „Guinness Company" men herinnert zich, dat de groote bierbrouwerij van den heer Guinness te Dublin eene naamlooze vennootschap geworden is een millioen p. st. verdiend heeft. De belangrijke vraag, hoeveel steken met de naald er gedaan worden om een winterjas te maken, werd dezer dagen te Weenen, als het gevolg eener weddingschap, beslist, nadat een zekere kleermaker beweerd had, dat er meer dan 40,000 voor noodig waren. Een sufdersgeaol werd met de vervaardiging van het kleedingstuk belast en eene commissie van deskundigen moest nauwkeurig de steken tellen en moest tevens toezien, dat er geen enkel nuttelooze steek gedaan werd. De uitkomst was de vol gende: De voor-, achter- en zijstukken te zamen gevoegd 4780, kraag 8063, kraag vastgehecht 1763, knoopsgaten 2520, mouwen met de voering 980, zakken 924, stikken van de voering en het innaaien van de watten 17.863, zoomen 2726, te zamen 39,619 steken. Ingezonden. Mynheer de Redacteur! Dat „La critiquo est facile/ etc. een waar woord is, bleek me by het lezen van „Brieven uit de hoofdstad/ in uw blad van jl. Zondag. Nadat de schryver zyn blykbnar diep leedwezen heeft uitgedrukt over de belangeloosheid van de hoofdstad des Rijks in de viering van 's Konings a. s. verjaardag, plaatst hij zich op een tamelijk hoog voetstuk om zyn vaderlandslievend hart eens goed te luchten over den volgens hem zoo laaghartigen Koningssmader Domela Nieuwenhuis. Met zooveel genoegen als ik doorgaans zyne brieven lees, met zooveel ergernis las ik, en velen met mij, genoemden brief Met „sentimenteele hooghartigheid' be- en veroordeelt hy den socialist Domela Nieuwenhuis, met een vuur, waarlijk een betere zaak als een veroordeeling waardig. Triomfantelijk deelt hy mede, dat Domela Nieuwenhuis, ondanks alle officiëele en officieuse verdedigers, een jaar achter slot moet. Ik ben geen blinde volgeling van den veroordeelde, maar ook geen blinde tegenstander, zooals Amstelaar blijkt to zyn, die met een naar een vaderlandsch feest verlangend gemoed den tegen stander als „gewetenloos" kwalificeert. Valt er veel af te dingen op de door de socialisten gebezigde middelen om hunne beginselen ingang te doen vinden, ik zal de eersto zyn dit te erkennen, doch te ontkennen is 't zeker, datóff beginselen „zoogenaamd" zyn en dat Domela Nieuwenhuis een man is zonder verdiensten. Dat mon zyne stellingen niet juist vindt, dat men optreedt als zyn felste tegenstander, daarin is niets schandelyks en kon mon openlijk seggenmaar om een nog onteerander vonnis in een courantqn-artikel over hem uit te spreken, als waartoe hy is veroordeeld, is voor 't minst een man, een schryver als Amstelaar, onwaardig. Wie ie er naast Domela Nieuwenhuis, die zooveel tegenwerking, zooveel hoon en spot, alsook celstraf trotseert, voor een maat schappelijke hervorming, zooals hy en zeker ook ik dat zou willen Noem zijne beginselen goed of niet goed, 't doet er niet toe. Hy handelt volgens overtuiging, volgens een vast beginsel. Wien kan men noemen, die lang» een hem en ook my betoren weg de koe by do horens vat? En hervorming is toch zekor noodig. Door alle eenwen heen, zijn zy, die zich de belangen des volks hebben aangetrokken, als martelaars voor hunne zaak ondergegaan? En ondergegaan zyn ze door dezelfde wapens als Amstelaar op het einde der verlichte 19de eeuw tegen D. N. bezigt. Weerspreek, of beter, weerleg de stellingen van een staat kundigen of kerkelijken tegenstander, maar val niet den man aan, en vooral niet op zolk eene onwaardige wyze. Multatuli is ook geen partygenoot van D. N., maar wacht zich wel hem een laaghartige te noemeD, erkent integendeel zyne verdiensten. En of er reden is dat Amstelaar zich werkelyk zoo kan verheugen over het geslagen vonnis des heeren Domela Nieuwenhuis, doe ik hem de vraag, die Mr. Kerdyk in zyn Sociaal Weekblad doet Zoudt u denken door deze veroordoeling aan de zaak der maat schappelijke orde een goeden dienst te hebben bewezen Myn dank voor de plaatsing, Zype, Januari 1887. 1L Benoemingen, enz. De luitenant ter zee lste klasse B. De Groot, behoorende tot do rol van Zr. Ms. wachtschip alhier en belast met het bevel over het torpedo-instruetievaartuig „Vulkaan," wordt met den 1 Februari a. 8. op non-activiteit gebracht en vervangen door den luitenant ter zee lste klasse P. F. H. Volcke. De machinist Sde klasse by de Kon. Marine A. F. G. Groese heeft alhier met goed gevolg examen afgelegd voor machinist 2de klasse. Vischberichten. Jl. Maandag kwamen binnen de sloepen Vertrouwen, schipper Van den Hoek, Maria Cornelia, schipper Van den Hoek, Bedacht zaamheid, schipper Boon, en Ebenhaeser, schipper Langbroek, met 4800, 4100, 3700 en 3500, en Dinsdag do sloep Tweelingen, schipper De Groot, met 2900 schelvisschen, die tegen f21 tot f24 't honderd werden afgeslagen. Jl. Woensdag kwamen binnen de sloepen Willem de Zwyger, schipper J. Van den Hoek, Hondrika Adriana, schipper Koster, Zeemanshoop, schipper Van den Hoek, respectievelijk met 4000, 3000 en 2300 schelvisschen, Zeenimf, schipper Van der Zwan, met 100 levende, 700 doode kabeljauwen, 25 lengen, één heilbot en 600 doode schelvisschen, en de logger Gerardina, schipper Roeleveld, met 400 tongen, 8 kisten groote en 1$ kist kleine schol en een partytje schelvisschen en kabeljauw, terwyl door een Zandvoorter bom 150 groote, 200 kleine tongen, 90 bunschollen en één tarbot werden aangevoerd; levende schelvisch gold f 19 h i 21, doode idem f 10.50 het honderd, levende kabeljauw f 4.35, doode idem f 2, levende leng f 3.55, doode idem f 2.50, groote tong 40 k 45, kleine idem 10 h 20 cents, bunschol 40 c. per stuk, groote schol f 7, kleine idem f 6.75 per kist, de heilbot f 23.50 en de tarbot f 7. Jl. Donderdag kwamen binnen de sloepen Eersteling, schipper Barendrecht, met 110 levende en 90 doode kabeljauwen, 40 lo vende en 10 doode lengen en 1300 schelvisschen; Maria Jacoba, schipper Noordzy, met 90 levende en 120 doode- kabeljauwen, 20 levende lengen, 1 heilbot en 2500 schelvisschen, en Trio, schipper Wapenaar, met 30 levende en 100 doode kabeljauwen, 3 levende en 6 doode lengen en 250 schelvisschen; levende kabeljauw gold f 3.45 a f 3.70, doode idem f 1.75 k f 1.95, levende leng f 3.10 k 3.80, doode idem f 1.70 a 1.95 per stuk, de heilbot f 25 en schelvisch f 7.10 a 8.50 't honderd. Stoomvaart-Maatschappij Nederland. OF BET8 VAN BATAVIA NAAK AMST1BDAM Print Hendrik... Te Aden binnen. Madura20 Januari St. Vincent gepasseerd. Prins Alexander. 17 Januari van Port-Saïd vertrokken. Prinses Amalia.. 18 Januari Perim gepasseerd. Burgevt. denTez. 19 Januari van Batavia vertrokken. OP BEIS VAN AMSTEBDAM NAAB BATAVIA: Sumatra10 Januari Aden gepasseerd. Pooneaarts21 Januari Perim gepasseerd. Prins Frederik.. 17 Januari van Marseille vertrokken. Koningin Emma.. 19 Januari van Southampton vertrokken. IN LADING NAAB NEDERLAND: Soenda16 December te Batavia aangekomen. Conrad.6 Januari te Batavia aangekomen. Prinses Harte.... 17 Januari te Batavia aangekomen. IN LADING NAAB OOST-INDIË: Prs. Wilheltnina. Vertrekt 26 Januari van Amsterdam. Prins v. Oranje.. Vertrekt 5 Februari van Amsterdam.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2