van tweeërlei kant een onderzoek naar liet ontstaan en liet
verloop der wanordelijkheden ingesteld, eerstens van den
kant der justitie en ten andere ook van de zijde der
gemeente-politie, bij wijze van administratieven maatregel.
In hoever bij dit tweeledig onderzoek de beteekenis van
zeker ingenieen schotschrift, uit socialistische bron afkomstig
en verspreid, in het licht zal treden, dienen wij af te wachten.
Het schijnt, dat dit liederlijk pamflet ook hier en daar
buiten de hoofdstad zijn weg gevonden heeft, en de moge
lijkheid bestaat dus, dat deze en gene mijner lezers kennis
van den walgelijken inhoud draagt. Doch ai bleef het hun tot
dusver ook volkomen onbekend waarbij zij niets ver
liezen dan kan ik er hier toch geen verdere toespe
lingen op maken, eerstens wijl het libel geen bespreking
in een fatsoenlijk blad waard is, en ten andere omdat zulke
persproducten juist in de kritiek de gewenschte reclame en
levensvatbaarheid vinden, iets wat ze waarlijk niet ver
dienen. De niets ontziende brutaliteit der socialisten gaat
tegenwoordig alle grenzen te buiten. En toch durft een
man als Mr. Keuchenius in ons volle Parlement den leider
dezer lieden tegenover de uitspraak der wet in bescherming
te nemen! (/'k Weet niet, hoe een verstandig man, zoo
iets onnoozels zeggen kan/'
Zijn de toebereidselen voor de Aprilfeesten nog in wording,
daarentegen is men met de voorbereidende maatregelen
voor onze aanstaande tentoonstellingen reeds vrij wat ge
vorderd. Men kan den voorgevel van het gebouw, waarin
achtereenvolgens tuinbouwproducten en voedingsmiddelen
zullen geëxposeerd worden, zelfs reeds geheel voltooid
aanschouwen bij een koekebakker in de Vijzelstraat.
Als om den bijnaam „koeketers," den Amsterdammers in
den ouden tijd toegekend, nog eens weer in herinnering te
brengen, heeft deze waardige man de fa^ade van het ten
toonstellingsgebouw in deeg gekneed en in zijn oven doen
korsten, zoodat dit eigenaardig staaltje van koekebakkers-
architectuur er nu kant en klaar achter de glazen prijkt.
Als een beeldhouwer, die van het te maken standbeeld
eerst een gipsmodel ontwerpt, zoo ook hier onze bakker:
met wat goeden wil en verbeeldingskracht kan men zich
bij hem nu gaan vergewissen van het effect der lijnen en
proportiën. Maar met het gebouw zelf begint men thans
ook goed op te schieten, den lsten Maart was alles over
eenkomstig de bepalingen van het bestek in orde en had
men gereed wat op dien datum gereed moest zijn. Overal
laat zich hamer en zaag hooren, van alle kanten worden
de materialen en de elders afgewerkte stukken aangevoerd
en de houten voorgevel, die met doek bespannen en als
metselsteen geschilderd wordt, belooft een werkelijk fraai
aanzien te zullen hebben. De tuinbouw en de voedings
middelen worden gehuisvest op eene wijze, die de bezoekers
van Amsterdam wel tot een kijkje zal nopen.
Ook op tooneelgebied is er thans veel, dat belangstelling
verdient. De buitenlandsche grootheden en specialiteiten
blijven elkander nog steeds geregeld opvolgen, en tevens
met de gewenschte afwisseling. De gastvoorstellingen in
Van Lier's Grand-Theatre van de talentvolle mevrouw
Hedwig Niemann-Raabe zijn thans afgeloopen en gisteren
avond trad in hare plaats reeds een ander Duitsch kunste
naar van naam op, de heer Carl Sonntag, die mede tot de
beste en meest gewaardeerde elementen van het Berlijnsche
theater behoort. Voorts wordt gedurende eenige avonden
in de Hollandsche opéra (Parkschouwburg) medegewerkt
door de beroemde Minnie Hauk, en krijgen wij Dinsdag
in den Stadsschouwburg een opvoering van de Fraviati
met niemand minder dan mevrouw Albani. Keus genoeg
dusAmstelaar.
Binnenland.
De Tweede Kamer heeft gisteren het tweede ontwerp
der Grondwetsherziening (1ste afdeeling) aangenomen
met 43 tegen 28 stemmen.
Het Dagblad verneemt, dat HH. MM. de Koning en
de Koningin, na hun jaarlijksch bezoek aan de hoofdstad,
ongeveer eene maand op het Loo zullen vertoeven en dan
den 13 Mei naar de badplaats Wildungen vertrekken. Daar
zullen zij verblijven tot half Juli, om dan wellicht eene
nakuur te ondergaan in Bad-Kreuth, in Opper-Beieren,
waar H. M. de Koningin in den zomer van 1884 verblijf
hield. Uit Duitschland teruggekeerd, zullen HIi. MM. het
verder gedeelte van den zomer op Oranje-Nassau'soord en
op het Loo doorbrengen.
Uit het verslag over 1886 van den Koninklijk West-
Indischen Maildienst blijkt, dat de toestand der Maatschappij
gunstig is. De exploitatie van 1886 gaf, na aftrek van
het nadeelig saldo der renterekening, een batig saldo van
f 91,058, waarvan voor afschrijving op de schepen f 48,948
woorden. Ik ben vandaag volstrekt niet daartoe gestemd."
Deze woorden klonken zeer ongeduldig en ook de wijs, waarop
zij thans de kamer op en neêr begon te loopen, getuigde van
zenuwachtige onrust. Vol verbazing bleven Gerlinde's oogen op
de fiere, vorstelijke gestalte gevestigd, met den zwaar satijnen
sleep achter haar aanruischendzij begreep volstrekt niet, hoe
een meisje op haar verlovingsdag niet in een stemming kon
zijn om gelukwenschen te ontvangen en vroeg met naïve ver
wondering
«Houdt gij dan niet van Raoul?"
Hertha bleef plotseling staan.
ffEen wonderlijke vraag! Hoe komt ge daaraan Ja, natuurlijk
houd ik van hem, wij zijn immers voor elkander opgevoed ik
wist al als kind dat hij tot mijn echtgenoot was bestemd. Hij
is schoon, ridderlijk, beminnelijk, my in naam en afkomst gelijk
waarom zou ik hem dan niet liefhebben? Gij denkt zeker, dat
het tegenwoordig bij elk huwelijk nog even romantisch toegaat
als in je oude kronieken, waar altijd eerst om de bruid getwist
en gestreden werd. Gij hebt ons gisteren immers nog zoo'n
geschiedenis verteld van die Gertrudis
«Ja, van Gertrudis van Eberstein en Diederik Fernbacher,"
viel Gerlinde ijlings in, alsof zij met dien naam geëlectriseerd
was geworden. //Maar zij mocht geen huwelijk met hem aangaan,
dewijl hij niet van adellijke afkomst, maar slechts de zoon van
een koopman was."
//Mocht ze dat niet?" vroeg Hertha, het hoofd in den nek
werpend. Ze zal ook wel niet gewild hebben, daar het haar zeker
tegen de borst stuitte, haar ouden, adellijken geslachtsnaam tegen
dien van een rijk geworden koopmansfamilie te verwisselen.
Begrijpt gij dat Diet, Gerlinde? Wat zoudt gij bijvoorbeeld doen,
als gij eens van een burf jrman gingt houden?"
wDat zou vreeselijk -ijnzeide de kleine freule met al de
ontzetting van een aframmeling uit de tiende eeuw, maar liet
er aanstonds met volle overtuiging op volgen:
wPapa zegt, dat dit nooit mag gebeuren."
/,Maar 't is toch wél gebeurd, en zelfs in je eigen familie.
Hoe is het eigenlyk met die geschiedenis afgeloopen heeft je
voormoeder afstand gedaan van haar Diederik?"
(Wordt vervolgd.)
wordt gebezigd, terwijl f 42,110 strekt tot vermindering
van liet verlies-saldo van vorige jaren, waardoor dit tot
f 20,736 wordt teruggebracht. Het assurantie-fonds bedroeg
op 31 December 1886 f 19,284.
Aan Z. M. den Koning is door honderd Nederlanders,
militairen en burgers van verschillenden rang en stand,"
een adres ingediend, waarin zij vragen, dat het Z. M. moge
behagen ;/het noodlottig verval van leger en vloot in Nederl.-
Indië te stuiten door zoodanige versterking van personeel
en materiëel als noodig blijkt om de taak te vervullen,
welke, op het voetspoor van een i'oemvol verleden op
Nederland als koloniale mogendheid rust en de toekomst
zijner koloniale heerschappij verzekert."
f Men schrijft ons van Texel, dd. 8 dezer:
//Sedert een paar dagen verkeerde men hier in vrees
over het lot van de blazerschuit T. X. 159, schipper Vlaming.
Vele visschers meenden, dat deze schuit op de Noordzee
bij het visschen door een of ander stoomschip in den grond
moest zijn geloopen, voor welk vermoeden bij het mistige
weer veel grond was.
Gisterenavond evenwel kwam de vermiste schuit, tot
groote blijdschap der doodelijk ongeruste betrekkingen,
behouden binnen.
De mist was oorzaak geweest van haar lang uitblijven."
De op Texel woonachtige 93jarige Arie Bremer geniet
nog voortdurend eene goede gezondheid. Op de verjaar
dagen zijner goede vrienden onder de dorpsgenooten is hij
altijd een oogenblikje present; hij spreekt nog zeer opge
wekt en zijn geheugen is nog bijzonder goed. Hij weet zelfs
lange verhalen te doen. Op 19 Februari 11. stak hij zelf
de vlag uit, kleedde zich netjes aan en tooide zich met
oranjelint en dito sjerp. Zijne oogen zijn echter zeer ver
zwakt. 29 Augustus e. k. wordt de oude heer 94 jaar.
Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 6 dezer:
„In de Stoom-strookartonfabriek alhier had hedennacht
een treurig ongeluk plaats. Door het onverwacht omhoog
springen van het deksel van den ketel, waarin eene kokende
massa papierpap aanwezig was, kregen een drietal werk
lieden den kokenden inhoud over het lichaam, terwijl de
stoom, die nu vrij kwam, nog hunne zware brandwonden
vermeerderde. Twee dezer werklieden zullen het waar
schijnlijk met den dood moeten bekoopen, terwijl voor den
derde, hoewel deerlijk gewond, nog kans op herstel bestaat.
De slag was zóó hevig, dat de dakpannen van de fabriek
vlogen, en de knal, niettegenstaande de fabriek op 15 minuten
afstands van de stad is gelegen, daarbinnen werd gehoord.
Op hetzelfde oogenblik werden Alkmaar's bewoners door
de brandklok geroepen om een brand te blusschen in een
perceel aan het Luttik-Oudorp.
Het vrijwillig brandweerkorps der Turnclub was spoedig
ter plaatse en den brand vrij gauw meester."
Jl. Zondagnamiddag zijn te Alkmaar elf jongens uit
het opvoedingsgesticht voor jeugdige gevangenen aan hunne
bewaarders ontsnapt. Zij zijn gekleed in hunne gewone
gevangeniskleeding. Opsporing en kennisgeving aan de
politie wordt verzocht.
Het college van bestuur over de „Niedorper-kogge-
strijkmolens* vierde jl. Zaterdag te Nieuwe-Niedorp een
eigenaardig feest. Op dezen dag namelijk is het 25 jaren
geleden, dat de heer D. Van der Stok als dijkgraaf, de heer
H. Rezelman als penningmeester, en de heeren J. Koopman
en K. Breebaart, jthans heemraden, als hoofdingelanden in
genoemd bestuur optraden. De vergadering werd met een
feestmaal besloten.
- De prijs van het gas van de Gemeentelijke Gasfabriek
te Hoorn is thans wederom met 1 cent verlaagd en gebracht
op 7 cent per M3.
In enkele der waggons 3de klasse van de Hollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij, die in de laatste maanden
reeds beter (voldoende) waren verwarmd, zijn thans de
zoozeer gewenschte gordijnen aangebracht ter bescherming
tegen de zon. Zooals de Werkmansbode mededeelt, zou
het nog slechts een proef gelden. Is dat juist, en is het
aan het reizend publiek gegund te oordeelen over de al of
niet doeltreffendheid van deze gewaardeerde nieuwigheid,
dan twijfelen wij geen oogenblik aan een algemeene waar
deering van die zijde.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam stellen
den Raad voor, aan de Zuiderzee-vereeniging eene subsidie
te verleenen van f 1500 per jaar, gedurende 3 jaren, onder
voorwaarde, dat het geheele benoodigde bedrag voor onder
zoek, ad f 125,000, zal zijn volteekend.
Onder het gehoor van eene talrijke schare herdacht
dr. E. Laurillard jl. Zondag in de Nieuwe kerk te Amster
dam zijne 25jarige Evangelie-prediking bij de Hervormde
gemeente aldaar. Tot grondslag zijner rede had hij den
lijdenstekst gekozen, Matth. 26 vs. 30: „En als zij den
lofzang gezongen hadden gingen zij naar den Olijfberg," en
sprak daarover in verband met zijne gedachtenisviering.
Den feestvierenden leeraar werd bij het einde der gods
dienstoefening toegezongen Psalm 134 vs. 3.
Jl. Vrijdag is uit België een Amsterdammer aange
komen, die, in zijne woning komende, een bedrag van zes
en dertig duizend gulden aan ruwe diamanten vermiste.
Hij vermoedt, dat de diefstal te Rijssel heeft plaats gehad,
waar hij voor een oogenblik den wagen verliet, het pakje
met diamanten, in een reisdeken gewikkeld, achterlatende.
Bewuste handelaar is Zondagavond in zijne woning
te Amsterdam gearresteerd. De diamanten waren niet zijn
eigendom.
De „Salvation Army," leger des heils, is van plan
weldra Nederland te bezoeken. Jl. Donderdag kwam te
Amsterdam uit Londen een zaakgelastigde van dat leger,
om voorbereidende maatregelen te nemen voor dat bezoek.
Binnen drie of vier weken wordt de veldtocht te Amster
dam geopend. Jl. Vrijdag is de zaakgelastigde naar Stutt-
gart vertrokken, dat na Nederland een bezoek krijgt.
Tusschen twee vuren! J. Mieremet, Brande-
wijnsteeg No. 1 te Leiden, plaatst in het Leidsch Dagblad
de volgende advertentie:
„De Socialen voegen mij woorden toe om mij het leven
te ontnemende Oranjemannen uitten reeds in den vroegen
morgen woorden tegen mij, die afschuwelijk zijn en die ik
maar niet aan zal stippen en dan nog de uitdrukking er
bij om de ruiten in te komen slaan. Dat begrijp ik niet;
maar wel begrijp ik dat de Socialen en de Oranje-mannen,
die zóó hun weg bewandelen, ver beneden het standpunt
van ontwikkeling staan."
Buitenland.
Een berichtgever der Débats, naar de geteisterde plaatsen
in Italië gezonden, schrijft in een brief van 1 dezer uit
Nizza o. a, het volgende:
„Het stadje Diano Marina, gelijk uit den naam blijkt
aan zee gelegen, was vóór acht dagen nog een lachend
plaatsje van 2500 inwoners, in eene geheel met olijf boomen
beplante, breede, vruchtbare vallei. De handel in olie, de
eenige bron van welvaart langs de geheele kust, bloeide er
en onder de ingezetenen waren millionairs, die thans tot
den bedelstaf gebracht zijn.
„Het schouwspel, dat zich aan den van Oneglia komenden
bezoeker voordoet, is werkelijk schrikkelijk. Diano Marina
is niet meer dan een vormlooze, treurige hoop puin. Alles
is gevallen, te loor gegaan, gespleten, gescheurd, het in
storten nabij, behalve het huis van den burgemeester. Het
overige van het dorp is één verwarde opeenstapeling van
steenen, balken, pannen, pleister, en te midden daarvan
flarden lakens, verbrijzelde meubelen, aan stukken gereten
kleederen, gereedschappen en waren van allerlei aard, hier
en daar ook verpletterde, bloedige, afzichtelijke ledematen.
Eenige muren staan nog, met het in evenwicht zwevend
dak, krakende balken, gebarsten zolderingen, waaronder nu
en dan aandoenlijke stilleventjes, naïeve, bij verrassing
ontsluierde intieme bijzonderheden.
„Onder deze samengetaste bouwvallen reppen zich dag
en nacht, in uitputtenden, loffelijken arbeid, tal van bleeke
soldaten en werklieden.... Des nachts worden de nasporingen
voortgezet bij het licht van toortsen. Nu er geen hoop
meer is, levenden onder het puin te vinden, haalt men
liever omver wat nog staat, dan het leven der kloeke
werklieden te wagen. Rondom de vergruizelde woningen,
met oogen vol kommer en wanhoop de opgravingen der
soldaten aanziende, zwerven werkeloos en verstompt de
overlevenden rond, zoekende naar slachtoffers. Den eersten
dag vergezelden hartverscheurende kreten en tooneelen
het verschijnen van elk lijk, dat men vond, van eiken
gekwetste, die voor den dag werd gehaald. Thans is er
geen hoop meer. Overal waart de dood rond en het hou
weel der gravers verricht ongestoord zijn dienst."
Volgens den berichtgever kan men geen lof genoeg hebben
voor den ijver en de houding der troepen, maar is de
Regeering aarzelend en weinig doortastend geweest. Had
men, zeggen de lieden, een regiment gezonden in plaats
van eene compagnie, dan hadden nog velen gered kunnen
worden. Nog Zaterdag, vier dagen na de ramp, is een
kind van acht jaar onder een gewelf levend gevonden, dat
dadelijk om brood riep.
Er waren reeds 300 dooden begraven, zoozeer verminkt,
dat er niet meer dan 15 herkend waren. De doeltref
fendste hulp kwam uit Genua, van den burgemeester aldaar,
die niet alleen levensmiddelen en dekking, maar ook een
groote hoeveelheid ontsmettingsstoffen zond, waaraan men
bet dank weet, dat er geene epidemie is uitgebroken.
De Deensche Kroonprinses is jl. Vrijdag van haar
zevende kind, een zoon, bevallen.
De vermaarde Amerikaansche predikant Ward Beecher
is te Londen door eene beroerte getroffen, met het gevolg
dat hij aan ééne zijde verlamd is; hij ligt buiten bewust
zijn en zijn toestand schijnt hopeloos.
Omtrent de gas-ontploffing in eene van de kolenmijnen in
de Borinage meldt een berichtgever van de Indépendance het
volgende
De mijn behoort aan de „Vennootschap der 24 aandeden" en
is bekend onder den naam Sainte Désirée. In deze mijn worden
vier kolenlagen gevonden, welke doorsneden worden door twee
galerijen, eene op 404, de andere op 495 meter diepte. De ont
ploffing heeft in de benedenste galerij plaats gevonden, doch ook
hoogerop verwoesting aangericht. Op het oogenblik der ontplof
fing waren 210 mannen in de mijn werkzaam.
Uit do bovenste galerij is een zeker aantal werklieden gered,
maar op eene diepte van ongeveer 430 meter was de schacht
verstopt door de ingestorte aarde, zoodat men daar beneden niet
kon doordringen. Bijna al de arbeiders, die op het oogenblik
buiten de mijn waren, zijn onder leiding der twee directeuren
aan het werk getogen om de verstopte gang open te maken. Te
vier uur 's ochtends werden de eerste drie lijken gevonden,
spoedig daarna vijf zwaar gekwetsten en twee mannon die nagenoeg
ongedeerd waren. Omtrent het lot van de ongeveer 200 arbeiders,
die nog bedolven zitten, verkeerde men toen in de grootste onge
rustheid. De meesten konden er het leven niet afbrengen, want
do instortende aarde en steenen, de vlammen en de rook waar
mede de ontploffing vergezeld ging, moeten samengewerkt hebben
om de ongelukkigen te doen omkomen.
De gouverneur der provincie Henegouwen en de ambtenaren
van de rechterlijke macht zyn op de plaat3 aanwezig. Zooals
gewoonlijk, verdiept men zich in gissingen over de oorzaak der
ontploffing. Het mijnga3 kan ontvlamd zijn bij het openen eener
nieuwe galerij, of eene mijnwerkerslamp kan gebroken zijn door
onvoorzichtigheid of door nedervallende stukken steen. Uit de
twee ongedeerd te voorschijn gekomen arbeiders is niets te halen,
zij zijn als verwezen van schrik.
De laatste berichten zijn van Zondagochtend 5 tot 6 uur.
Men had toen de benedenste galerij bereikt. Een zestigtal mijn
werkers waren ontkomen. Het aantal dooden wordt op 144 ge
schat. Vele lyken zijn geheel zwart, het gevolg van verstikking,
andere verpletterd of zwaar verminkt.
Eene vreeselijke bijzonderheid is dat de bevolking van het
district, onder den indruk van de ramp, in eenen toestand van
versuffing schijnt te verkeeren. De kroegen zijn vol bezoekers,
waarvan sommigen stomdronken. Eene vrouw, wier man en
twee zonen zijn omgekomen, bedient rustig de gasten in hare
herberg, en heeft slechts nu en dan moeite om hare tranen to
bedwingen.
In de kolendistricten in het Noorden van Frankrijk zijn, naar
aanleiding van deze ontploffing, buitengewone maatregelen van
voorzichtigheid voorgeschreven.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur I
Met handhaving van den inhoud der advertentie van 25 Febr.jl.
verklaart ondergeteekende, dat het gelogen is als J. D. Sipman
beweert, dat ik een uitnoodiging van den heer aannemer ontvangen
zou hebben. De heer aannemer zal wel zoo goed moeten zijn dit
te bevestigen. Ik was op een uitnoodiging van J. D. SIPMAN,
niet van den heer 11UIJGH, bij den aannemer, en had daar een
samenkomst met J. D. Sipman en den heer Ruygh, doch zonder
voorkennis en tegen het advies der overige bestuurders, aange
zien zij volstrekt weigerden aan een uitnoodiging van J. D.
Sipman gehoor te geven. Natuurlijk begrijpt nu een ieder, dat ik
zonder mijn medebestuurders geen recht had J. D. Sipman
namens het bestuur te machtigen tot aanvragen of ontvangen
van gelden en dit ook bepaald ontken gedaan te hebbenja hem
zelfs gezegd heb, hij, geen secretaris meer zijnde, ook niets met
de aangelegenheden der Evangelisatie te maken had. Wie voorts
informatiën verlangen mocht omtrent de geloofwaardigheid van
J. D. Sipman, vervoege zich bij de nobele ingezetenen der ge
meente of bij hen die hem van naderbij hebben leeren kennen.
Verder geschrijf van J. D. Sipman zal door mij niet beantwoord
worden.
Anna Paulowna, 7 Maart 1887.J. KOOLE.
Benoemingen, enz.
Tot ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw zijn