stapvoets voorttrekken; doek op de Paviljoensgracht liep, zooals te verwachten was, liet vrijgemaakte wiel er af, waardoor de wagen kantelde en de bestuurder op straat tuimelde. Gelukkig was er nog niets gebroken, maar de lens was zoek. „Waar zoek je naar, jong? Daar ligt je wiel!'' zei de deugniet, die uit zijn schuilhoek doodleuk te voorschijn was gekomen. „„Dat zie ik wel, zei de ander, maar ik moet de lens hebben!"77 Zij zochten toen beiden, totdat de grappenmaker luide te kennen gaf, dat hij het vermiste voorwerp gevonden had. Bovendien hielp hij nog een handje om den boel weêr in orde te brengen en spoedig behoorde het ongeval tot het verledene. Doch vóór de wagen aan den Burgwal was gekomen, sloeg deze opnieuw om, maar nu aan den anderen kant. De listige deugniet had zich, onder het zoeken, ook van de tweede lens meester gemaakt en die toen gebezigd voor het wiel, dat afgeloopen was. Hij had thans het hazenpad gekozen en liet den ander maar alleen tobben. (Haagsche Crt.) t Men schrijft ons van Texel, dd. 25 dezer: „Het postwezen, dat hier over het geheel zeer goed is ingericht, zal met 1 April a. s. nog weêr aanmerkelijk worden verbeterd. De dorpen Waal en Oosterend zullen daarbij vooral zijn gebaat. Beide dorpen hebben thans alleen 's morgens eene bestel ling. Van af April zal er 's avonds eene bestelling worden bijgevoegd. Deze goede regeling is te danken aan de bemoeiingen van den heer Ledeboer, Inspecteur der Poste rijen te Amsterdam." De J&inister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, overwegende dat de heer J. C. Fabius in den Staatsdienst is bevorderd en dus, ingevolge art. 91, laatste alinea, der Grondwet, heeft opgehouden lid te zijn van de Tweede Kamer der Staten-Gencranl, zoodat een ver kiezing van een lid dier Kamer moet plaats hebben in het hoofdkiesdistrict Delft, heeft goedgevonden te bepalen, dat die verkiezing zal plaats hebben op Dinsdag 12 April a. s.; dat herstemming, indien noodig, zal geschieden Dinsdag 26 April daaraanvolgende. Te 's Hage is aangekomen, laatstelijk uit Berlijn, de Japansche Prins Kornatsu, vergezeld van den heer Y. San- nomya, lid van zijne hofhouding, en kolonel Jalsumi. De Prins werd aan het Rijnspoorstation opgewacht door den gezant van Japan bij ons Hof en het personeel der Japan sche legatie aldaar en heeft met zijn talrijk gevolg intrek genomen in het Hotel de Bellevue. Te Ede (Gelderland) heeft jl. Donderdagnacht een brutale diefstal plaats gehad bij verschillende villa-bewoners aan den stationsweg. Bij den heer Levie, directeur der Stoomslachterij, worden vele gouden en zilveren voorwerpen vermist en ruim f 300 aan geld. Een aanzienlijk bedrag, in eene jas geborgen, is niet door de dieven gevonden. Ook bij dr. Baumgarten en bij den heer Balk hebben de dieven zich vertoond. Ook bij laatstgenoemde is nogal veel gestolen. Een nader bericht behelst de volgende bijzonderheden Bij den heer E. Levie, directeur der Stoomslachterij, hebben de dieven alle kamers en slaapkamers doorzocht en medegenomen wat van hunne gading was, waaronder: 5 horloges, kettingen, vingerringen, goud en zilver. Uit eene broek, liggende voor het bed, waar de heer Levie sliep, zijn een bos sleutels en 300 gulden uit de portemon- naie ontvreemd. In eene slaapkamer, waar 2 logé's sliepen, bleef eene portefeuille met 5000 gulden onaangeroerd. Zeer vreemd is het, dat niemand der huisgenooten wakker is geworden. Een keukenraam en .een raam aan de tuin- zijde waren opengeschoven. Overal is kaarsvet gemorst en werden afgebrande lucifers gevonden. Een kistje uit de logeerkamer werd in den tuin ledig teruggevonden. Bij den heer Balk, ook woonachtig aan den stationsweg, zijn de dieven met eene ladder ingeklommen op de boven- achtarkamer; ook daar werden alle kamers en de zolder doorzocht, en uit de slaapkamer een horloge en eene porte- monnaie uit den broekzak ontvreemd, en uit een kast een stel zilveren lepels. r Ook bij dr. Baumgarten zijn de dieven boven ingeklom men zij hebben de kamers doorzocht en op de slaapkamer uit een der broekzakken de portemonnaie en sleutels gehaald. De echtgenoote van den heer Baumgarten heeft, daar zij rumoer hoorde, haar man gewekttoen deze opstond, waren echter de inbrekers in allerijl vertrokken. Van de daders is tot heden geen spoor ontdekt. Het hoofdbestuur der Maatschappij van Landbouw te^ Limburg heeft besloten, zich bij adres tot de Tweede Kamer te wenden met verzoek: 1. het kapitaal evenals de gronden te belasten en 2. de kraaien en musschen van de lijst der nuttige vogels te schrappen. J. S. Dresden, die den 4 dezer de echtelijke woning te Amsterdam heeft verlaten, en in een brief had mede gedeeld, dat hij niet terugkwam.... voor hij rijk was, is, volgens de Heerenv. Crt., thans als bedelaar opgesloten in de gevangenis te Heeren veen.' zij hem thans onbeschrijfelijk lieftallig voor in haar dun rose kleedje, dat slechts met een paar wilde rozentakken was versierd en haar fraai figuurtje als in een geurige wolk hulde. Dezelfde lichtroodc bloemen prijkten ook in hot donkere haar, dat even eenvoudig als vroeger was opgemaakt. Haar ziende, dacht men onwillekeurig aan een bedauwden rozeknop, die op het punt is zich voor het zonlicht te ontsluiten. „En hoe bevalt het u bij ons?" vroeg Johan thans, toen het jonge meisje zweeg. „Het leven in zoo'n groote stad heeft iets bedwelmends, iets verblindends voor ieder, die dat voor het eerst leert kennen vindt ge ook niet?" Gerlinde schudde het hoofd en zag voor zich. „Het bevalt mij niets," bekendè zij. „Ik was veel liever thuis bij papa en de geit. Hier voel ik mij zoo eenzaam en verlaten onder al die vreemde menschen; ze begrijpen mij volstrekt niet en ik hen evenmin." „Dat zult ge wel leeren," troostte de jonge man haar. Maar zij ging voort met het hoofd te schudden. Het arme kind had nu een duister besef gekregen, dat zij zich belachelijk aanstelde en klaagde op weemoedigen toon „De menschen bekommeren zich hier zoo weinig om hun stamboomen; niemand weet dat wy uit de tiende eeuw afstam men en ons geslacht het alleroudste is. Als ik daarover begin, zegt Hertha: „Gerlinde, houd toch op, stel je toch niet zoo be spottelijk aan!" en dan zegt tante: „Kind, dat komt bier niette pas!" en dan glimlacht graaf Raoul zoo beleedigend. Ik begrijp nu wel, dat hij mij uitlacht. Maar gij vindt dat niet zoo be spottelijk, niet waar, mijnheer van Wehlau Wehlenberg? Gij hebt immers ook zoo'n ontwikkeld gevoel van stand, zooals papa dat noemt?" (Wordt vervolgd.) Dit jaar zullen voor de cavalerie geleverd worden 320 paarden door den Fransehen paardenhandelaar Delangle, voor den gemiddelden prijs van f 580 per stuk. Aan de Israëlietische militairen, die het verlangen daartoe te kennen geven, wordt, ter viering van hun Paasch- feest, een verlof van 10 dagen verleend, en wel van 717 April a. s. De droogmaking der Zuiderzee. Aan de reeds kortelijk vermelde nota, samengesteld door den hoofd ingenieur van 's Rijks Waterstaat J. Van den Toorn en den ingenieur der Zuiderzee-Vereeniging B. Lely, omtrent de afsluiting van de Zuiderzee, de Wadden en de Lauwerzee, is nog het volgende ontleend: Het komt den stellers der nota wenschelijk voor, de lijn van afsluiting zóóver binnenwaarts te ontwerpen, dat de diepe en breede geulen van den Texel- en Vliestroom buiten de bedijking blijven. Tot dat advies werden zij gebracht, niet alleen door de technische bezwaren en de groote kosten, die noodig zullen zijn om deze te overwinnen, maar ook door de overweging, dat het behoud, speciaal van het Texelsche zeegat, in het belang van marine en defensie van groot gewicht is. Wanneer Texel en Vlieland buiten de afsluiting blijven, lost het meest uitgebreid ontwerp betreffende eene afslui ting van de Zuiderzee, de Wadden en de Lauwerzee zich eigenlijk op in minstens drie ontwerpen, die ieder op zich zelf beoordeeld dienen te worden. Deze drie ontwerpen zijn: 1. Eene afsluiting volgens eene lijn tusschen de Noord- hollandsche en Friesche kusten, volgens eene richting over Wieringen en ten noorden van dat eiland, waardoor wordt afgesloten eene oppervlakte ter grootte van ongeveer 360,000 hectaren. 2. Eene afsluiting volgens eene lijn, aansluitende aan bovengenoemde afsluitlijn, gaande over Terschelling en de oostelijk daarvan gelegen eilanden naar de Groninger kust, waardoor bij de uiterste richting dier lijn wordt afgesloten eene oppervlakte ter grootte van ongeveer 160,000 hectaren. 3. Eene afsluiting van waardgronden, die aan de oostzijde van Texel en Vlieland zijn gelegen, waardoor wordt afge sloten eene oppervlakte ter grootte van ongeveer 30,000 hectaren. De uitvoering van den afsluitdijk tnoge bezwaren opleveren, onmogelijk achten de heeren v. d. Toorn en Lely haar niet. De vraag, of het mogelijk is eene afsluiting der Zuiderzee tot stand te brengen, waarbij de IJsel binnen de lijn van afsluiting valt, beheerscht eigenlijk het geheele vraagstuk. De bezwaren, die tegen insluiting van den IJsel zijn opgeworpen, worden door de stellers der nota uitvoerig nagegaan; hunne slotsom is, dat die bezwaren geene aanleiding geven, om eene noordelijke afsluiting der Zuiderzee reeds nu voor onuitvoerbaar te houden, zonder grondig onderzoek. Wat de wenschélijkheid der drie ontwerpen aangaat, komt het aan de stellers der nota voor, dat het eerste ontwerp wenschelijk kan zijn, zoowel om de verkorting van de lengte der zeewering, die daardoor verkregen wordt, als om de groote oppervlakte land, die daardoor droogge maakt kan worden. Voor de beide andere ontwerpen daarentegen komt het hun voor, dat de wenschelijkheid voornamelijk gezocht moet worden in de landaanwinningen die daarmede gepaard gaan, hoewel ook door het tweede ontwerp eene beveiliging der Friesche en Groninger zee weringen wordt verkregen. De omstandigheid, dat met de afsluiting van de geheele Zuiderzee of een gedeelte daarvan groote en gewichtige belangen in verband staan, maakt, dat het onmogelijk is, thans een bepaald oordeel mede te deelen omtrent de wenschelijkheid van zulk eene grootsche onderneming. Dit zal eerst dan mogelijk zijn, wanneer men over behoorlijk uitgewerkte ontwerpen beschikken kan, en daardoor in staat is, zoowel de voordeelen als de bezwaren en kosten van zulk eene onderneming te beoordeelen. De heeren v. d. Toorn en Lely sommen daarna op, wat er nog ontbreekt aan de volledige kennis van den bestaanden toestand. Zij geven te kennen, dat voor het verrichten der grondboringen en waarnemingen ongeveer twee zomers noodig zijn, en het uitwerken van de gedane opmetingen eveneens geruimen tijd zal vorderen, waaruit volgt, dat, wanneer in den zomer van 1887 met de terrein-werkzaam heden begonnen wordt, de noodige gegevens niet eerder dan tegen het einde van het jaar 1888 bekend kunnen zijn, zoodat een volledig rapport betreffende het door hen in te stellen onderzoek niet spoedig verwacht kan worden. Uit Groningen schrijft men aan de N. Rott. Crt.: „De verkoopingen van landerijen leeren, dat in weerwil dat de prijzen der landbouwproducten sedert het vorige jaar weder gedaald zijn, de grond echter duurder wordt. Deze afwijking van den regel laat zich hierdoor verklaren, dat tot de liefhebbers en mitsdien ook tot de koopers kapitalisten behooren, die met het oog op den staatkundigen toestand van Europa hunne gelden liever beleggen in landerijen dan in schuldbrieven. Een natuurlijk gevolg hiervan is, dat het aantal huurboeren grooter wordt, wat doorgaans nadeelig is voor den landbouw; want de verhuurder is niet altijd met de noodige kennis toegerust om te beoordeelen, wat al of niet geschikt is voor den grond, en al ware dat ook zoo, menigmalen onwillig de noodige verbeteringen aan te brengen. Voorts is het huren tijdelijk, en in de laatste huurjaren doet de huurder zijn best, zooveel uit het land te halen als mogelijk is, al ware het ook voor het vervolg nadeelig." Men schrijft uit Drente aan de N. Rott. Crl. „Wie de toestanden der Drentsche dorpen van voor ruim eene kwarteeuw heeft gekend en deze met die van den tegenwoordigen tijd vergelijkt, moet wel tot de over tuiging komen dat de Drentsche landbouw dier dorpen ook zonder den invloed van ongunstige tijden had moeten achteruitgaan. Toen immers waren in de meeste dorpen enkele vier- of zespaards boerenplaatsen, want men gat in het algemeen de grootte eener boerderij te kennen door het aantal werkpaarden, op zoodanige boerderijen te houden. De zespaards of vierpaardsplaatsen werden bij erfopvolging in deelen gesplitst en er kwamen boerenplaatsen van halven of minderen omvang naar gelang de deelen, waarin zij gesplitst werden. De gewone twee- of driepaardsche boer derijen werden eveneens in halve boerderijen of keuterijen verdeeld. In andere provinciën kan misschien door huur of aankoop worden voorzien in handhaving der volle boer derij in Drente ging dit, behoudens uitzonderingen, minder, omdat de grond hier minder productief is en eene gedeeltelijke perceelsgewijze huur niet in gelijke verhou ding staat tot de huur eener geheele plaats aan den meier. Deze wanverhouding ontstaat door het aantal kleine keu ters, die concurrentie in de huurprijzen brengen. Het getal der twee- en driepaards boerderijen is alzoo in vele dorpen tot op de helft verminderd. Er zijn er waar dit niet het geval is, doch daar waren meest land bouwers woonachtig, die eigengerechtigd waren en door vroegere opkomst en hooge prijzen der venen zoozeer gebaat werden, dat erfopvolging er geen verdeeling van het enkel bij de boerderij behoorende hooi-, wei- en bouw land noodzakelijk maakte. Daar waar deze boerderijen het meest zijn verminderd, is ook het bouwland het meest in prijs gedaald en is de aanbieding in huur bij perceelen toegenomen, hetwelk ten deele oorzaak was van den achter uitgang der esschen. Het groenland hield ook zijne prijzen staande, en zulks wel om twee redenen: 1. omdat het meeste groenland in zijn bodem eene laag van een tot drie meters veen inhield, en 2. omdat het meer dan het bouw land van een dorp verwijderde groenland ook door land bouwers uit andere dorpen kon worden gebruikt en daarom aangekocht werd. De gevolgen, die enkel door erfopvolging uit de thans bestaande toestanden zullen voortkomen, zijn ongetwijfeld zoodanig, dat in de dorpen waar deze stroom heerscht, het getal der boerderijen nog zal slinken, waar door de landbouw zoo beknopt zal worden, dat hij op den duur geen voldoende productie voor het bestaan der inwoners oplevert. Het zoeken van andere dan de tot nu toe algemeen beoefende vakken van landbouw is daarom zeer gewenscht." Bij eene te Eist gehouden groote verpachting van weiland bleek, dat die landerijen dit jaar f 7 a f 8 per hectare minder opbrachten dan het vorige jaar. Een Javaansche huwelijks-advertentie. Onder de vele zonderlinge gebruiken, bij de Chineezen op Java in zwang, is er een, dat onze Europeesche dames zeker heel zonderling zal toeschijnen. Onder de vensters hunner woningen kan men dikwijls een ledigen bloempot zien liggen, bij sommigen ook op 't dak. Dit i3 geen toevallige omstandigheid, want men ziet dit verschijnsel bij velen, 't Beduidt ook geen godsdienstig symbool, want dan zou men dit bij alle Chineezen kunnen opmerken. Maar nu de beteekenis er van? Zoo'n op zijn kaut liggende ledige bloempot is niets anders dan een huwelijks-advertentie; in duidelijk Hollandsch beduidt het: „Ilier is een jong, huwbaar meisje in huis. Men vraagt een echtgenoot.7' Buitenland. De vermoeienis van jl. Dinsdag is Keizer Wilhelm van Duitschland goed bekomen, hoewel Z. M. niet voor midder nacht rust kon gaan nemen. De feestdag namelijk werd besloten in de Witte Zaal van het Slot met eenige voor stellingen door het personeel van Opera en Schouwburg, waartoe een aantal personen uit verschillende kringen uit- noodigingen hadden ontvangen. Het was 11 uur voordat deze soiree afliep en de Keizer bleef tot het einde even opgewekt en krachtig als hij den geheelen dag geweest was. Het bericht, dat Dr. Von Lauerjl. Dinsdag een geschenk in geld van den Keizer zou ontvangen hebben, is een verzinsel. Ook 10 jaren geleden ontving hij geen geschenk van dien aard. Lauer kreeg de orde van den Rooden Adelaar 1ste klasse. Nog slechts eenmaal maakt de geschiedenis gewag van een Vorst, die eveneens 90 jaar oud werd. Dit was de West- gothen-koning Kindasewinth, die in de zevende eeuw over Spanje regeerde en wiens regeering tot de gelukkigste behoorde, welke dit land ooit gekend heeft. In Duitschland zelf bracht tot nog toe de oudste Vorst, Keizer Frederik III, het slechts tot 77 jaar, terwijl de grondlegger der Habs- burger dynastie, Rudolf I, 73 jaar oud werd. Frederik Barbarossa bereikte een leeftijd van 69 jaar. Ter aanvulling van bovenstaand bericht ontvangt de Prov. O. en Zw. Crt. de volgende mededeeling: Masinissa, Koning van Numedië, geb. 239 f 149 v.C. in zijn 90ste jaar. Tot zijn dood toe was hij in het volle bezit van zijn geestelijke en lichamelijke vermogens. Hij liet een kind van één jaar achter en was dus een waardige evenknie van de aartsvaders en van Ferdinand De Lesseps. Hermanrik, Koning der Oostgothen in de 4de eeuw, toen dit volk nog woonde in Rusland, ten O. van de Dnjestr. Hij onderwierp vele Slavische, Lettische en Finsche vol keren en heerschte van de Oost- tot de Zwarte Zee. Toen de Hunnen in Europa doordrongen, viel zijn Rijk bij den eersten stoot ineen en doodde hij zichzelf uit wanhoop 375 n. C.). Hij had den ouderdom bereikt van 110 jaar. Voor hen, die in de Hunnen de voorloopers zien der Russen, en in de Duitschers de opvolgers der Gothen, zou de geschiedenis van Hermanrik een slecht voorteeken zijn voor Keizer Wilhelm's verdere regeeringsjaren, ware het niet, dat het zeker is, dat het Duitsche volk even trouw en standvastig den Weichsel als den Rijn bewaakt. Van de regeerende Vorstinnen der geheele wereld is Keizerin Augusta de oudste; zij werd 30 September 1811 geboren. Van de niet-regeerende echter spant de weduwe van den Hertog van Cambridge, een geboren Prinses van Hessen, de kroon, daar zij 25 Juli a. s. ook 90 jaar hoopt te worden. De oudste Vorstin, waarvan de geschiedenis gewaagt, was de in 1871 overleden Groothertogin van Mecklenburg-Schwerin, die haar gemaal 52 jaar overleefde en 95 jaar oud werd. Duitschland zal niet deelnemen aan de Parijsche Tentoonstelling. Een politie-officier te St. Petersburg, op wien zware vermoedens rustten, dat hij niet alleen tot de nihilisten be hoorde, doch ook tot het laatste complot had medegewerkt, werd jl. Zondag in hechtenis genomen en trachtte op dat zelfde oogenblik een einde aan zijn leven te maken. Hij is levensgevaarlijk gewond, doch moet gewichtige bijzonder heden in verband met den jongsten aanslag aan het licht hebben gebracht. Aan de Daily News wordt gemeld, dat de arrestatiën te St. Petersburg voortduren en er een gouvernementeel schrikbewind schijnt te heerschen. Een aantal officieren, alsook een professor der hoogeschool zouden zelfs heimelijk geëxecuteerd zijn, terwijl kolonel Sassoulitch van het grena diers-garde-regiment, welks officieren en manschappen revolutiegezind heeten, plotseling naar Perm gebannen is, hetgeen te meer sensatie wekt, omdat hij een broeder is van de vermaarde Vera. Een Russisch staatsman verze kerde den correspondent, dat alleen onmiddellijke hervor mingen een revolutie kunnen voorkomen. De politie ont

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2