stooiimiihiimcemij „zeeland, De PRACHTIGE Stoomschepen BEELDEN, GROEPEN, VAZEN, KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE POSTDIENST, varen, van af 1 Jnni a. s., TWEEMAAL daags VLISSINGEN-QUEENB0110-L0NDEN, v. v. Noordhollandseh Landbouw -Crediet. THEE GEBR. SNEL, Amsterdam. PUIKE ZALM 70 cents per ons. PUIKE ELFT 20 J. REIS, Oesterput. KOFFIEBRANDERS, van Zuivelbereidingsstoffen. Specialiteit in Beiersch en Lager-Bier. DE CONCURRENT. Weststraat, L 87.Weststraat, L 88. BLOEMPOTTEN. KRISTAL- EN GLASWERK, VERLAKTE GOEDEREN, Brittannia-Metalen Serviezen, Vorken, Lepels en Messen. ongeveer 200 mud Aardappelen, De Openbare Verkooping Columbus II, N°. 1061N. 11S., Best Landbooi a f 16.— per 1000 pond, Zondag a. s.: BAL. Brieven uit de hoofdstad. V VAN DE Deze dienst is Roven alle andere ondernemingen UITMUNTENDE voor PASSAGIERS-DIENST en SNELGOEDERENVERVOER. Kantoren te Alkmaar en te Hoorn. CORRESPONDENT op TEXEL: ie Heer J. E. De Vennootschap verleent Credieten aan hare leden, koopt Coupons, Chèques, Wissels, Effecten, houdt Rekening-Courant, belast zich met inkasseeringen en het uitvoeren van orders ter beurze, en neemt gelden in deposito. GSL JD. Ten kantore van den ondergeteekende zijn beschikbaar van particuliere geldgevers op éérste hypotheek landerijen: sommen van f 1000 en hooger, a 41°/0 rente. Texel. J. H. MOOJEN. van Verkrijgbaar te Helder bij J. J. MOL, Banketbakker; W. J. DRIESSEN. Weststraat 12; C. JONKER, Kanaal- weg 57; Mej. H. L. SCHRöDER, Hoofdgracht 49; te Schagen bij K. VERHEUS, Banketbakker, Loet. Probeer s. v. p, de SOUCUON-TDEE N°. 3, a 1.25 per I kilo. Patent-Bolvormige i NIEUWSTE CONSTRUCTIE, voor 5 tot ÏOOKG. ^inhoud, van alle SCHIJNBAAR GETROFFEN namaaksels verre onderscheiden; MUNTEN »UIT door: SCIÏOONE en GELIJKMATIGE 'roostingen, GERING VERBRUIK van brand materiaal KLEIN plaatsbeslag, LICHTE han teering, VLUGGE en ZEKERE branding. Meer don 11,000 stuks zijn reeds geleverd. Ook in b Nederland algemeen bekend en met succes in gebruik. GeïlluBtr. Prospectus gratis verkrijgb. EMMERIKSCHE MACHINEFABRIEK en IJZERGIETERIJ Van Gulpen, Lensing Von Gimborn, Emmerik a/d Rijn. - Dikwijls bekroond o.a. op de Intern. Tentoonstelling te Amsterdam en Antwerpen. HOLLANDSCH STREMSELPOEDER, het zuiverste en sterkste praeparaat. Het is het goed koopste en beste Stremsel, aangezien het 't duurzaamst is en steeds dezelfde krachtige werking behoudt. Vloeibaar Stremsel, Bloter en Kaasklcurscl. Beste kwaliteit. Concurreerende prijzen. Wedcrverkoopcrs gevraagd. W. SMIT heeft de eer de bewoners van ^Winkel en omstreken te berichten, dat hij zich heeft gevestigd in het Logement „Het Wapen van Winkel," vroeger bewoond door den Heer P. BAKKER, te Winkel. Tevens beveelt hij zich aan als Schilder en Kamer behanger, hopende door een prompte en nette bediening zich ieders gunst waardig te maken. Tafelserviezen en Theeserviezen, GROOTE KEUZE. LAGE PRIJZEN. TE KLOOF: lange en ronde Wolkammers, puike kwaliteit, bij T. LANGEDIJK, Anna Paulowna. van den inboedel, behoorende tot de nalatenschap van Dr. ENSING, zal niet plaats hebben op Vrijdag den 13 Mei 1887, ten huize van Mevrouw de Wed. ENSING, te Schagen, maar op WOENSDAG den 11 MEI 1887, des voor middags 11 ure, in een der lokalen van de Landbouw-Societeit Céres, aldaar. •geboren 2 Mei 1885, vader Columbus, _^'N°. 391 N. R. S., moeder Jannetje, N°. 1876 N. R. S., staat bij den ondergeteekende beschikbaar, tegen f 1.25 dekgeld per koe. Wierinnerwaard (Kreil.) J. J). SCHENK. HOOI. bij C. VETHMAN, te Wieringerwaard. T I V O L I. 5 Mei. Onlangs las ik ergens ik weet niet meer in welk blad of boek een zedekundige gelijkenis tot leering en stichting van arme lui. Zulk een misdeelde door liet lot woonde eens in een schamel hutje, dicht bij de villa van een aanzienlijk heerschap. Die onmiddellijke nabijheid van het mooie huis zijns rijken buurmans, vlak naast zijn onooglijk verblijf, was voor den armen man een oorzaak van voortdurende kwelling. Nooit kon hij er voorbij komen, of hij maakte vergelijkingen, die hem met wrok en bitterheid vervulden. In zulk een vlaag van nijdigheid zag hij eensklaps eene bovenaardsche gedaante voor zich staan, een engel, die hem zijne ontevredenheid verweet, liern bij de hand vatte en medevoerde naar boven, al hooger en hooger de lucht in. Toen zij op eene duizeling wekkende hoogte waren gekomen, zei de engel tot den armen man: Kijk nu eens naar beneden, welk verschil er tusschen uw hutje en het huis van den rijkaard is! Het duurde lang eer de man ze kon vinden. Maar eindelijk had hij ze toch: twee nietige stipjes. Ik zie er haast geen verschil tusschen, antwoordde hij; ik kan ze bijna niet van elkander onderscheiden. Juist, hernam de engel, onthoud dat, en plaats u bij de beoordeeling der schijn bare onrechtvaardigheid van het lot steeds op een hooger standpunt. Toen de man weer op aarde kwam, was hij tevreden. Zoo zouden wij menschen ons ook menige ergernis kunnen besparen en onze gemoedsstemming ontzaglijk kunnen ver aangenamen, indien wij ons bij de beoordeeling der vraag stukken van den dag wat meer op een wetenschappelijk standpunt wilden plaatsen. Hoe nietig, hoe onbeteekenend, hoe kinderachtig zijn alle quaestiën van het staatkundig en maatschappelijk leven voor den man, die de dingen door den bril der wetenschap bekijktDe toekomst van al het ondermaansche ligt dank zij de resultaten dei- edele Wiskunde klaar en duidelijk als een boek voor hem opgeslagen, en hij leest er even vlot en gemakkelijk in als gij en ik in onze Heldersche en Nieuwedieper. En met welk een verheven glimlachje beschouwt en beluistert hij dan, na zulk een lectuur, het gehaspel van ons, niet-wis- kundige menschen, over allerlei dingen, die ons de hoofden en harten warm maken, maar die hem, als hij in een echt wiskundige stemming is, volkomen koud laten. Op zijn wetenschappelijk standpunt is al het menschelijk doen en drijven louter kinderspel, den tijd en de aandacht van een wiskundig denkend mensch totaal onwaardig? Wat be kommert hij zich om den afloop der Grondwetsherziening? Wat kan het hem schelen of de nieuwe Amsterdamsche Beurs op het Gedempte Damrak of naast den Atjehschen Kraton komt te staan? Wat maalt hij er om, wie in den aanstaanden Fransch-Duitschen oorlog overwinnaar zal zijn? Al die vraagstukken zijn hem geen minuut denkens waard, want of liet nu wat korter of wat langer duurt, per slot van rekening krijgen wij toch de maan op ons hoofd en komen alle planeten, dus ook onze aarde, op de zon terecht Dit alles gelijkt, ik moet het eerlijk bekennen, bijzonder veel op bombast, maar 't is het toch niet. 't Is niets anders dan een proefje van de wetenschappelijke geleerdheid, waarmee de heeren wiskundigen zich onder elka&r amu seeren, als zij eens heel gezellig een dagje bijeenkomen. Ik heb nooit geweten, dat het in die samenkomsten zoo toeging, totdat het geheim voor mij ontsluierd werd door het verslag der 108ste (zegge hondèrd-en-achtste) alge- meene vergadering van het Wiskundig Genootschap „Een onvermoeide arbeid komt alles te boven." Alles? het is stout gesproken, maar op het wetenschappelijk standpunt, waarop de leden dezer 108ste zich bevonden, staat men voor niets meer. Welk een ruimte van blik! Welk een diepte van onderzoekDe voorzitter hield een openingsrede over „Getijden wrijving," dat wil zeggen (staat er gelukkig bij) over «do vertraging iu do omwenteling der aarde, veroorzaakt door de wrijving van de vloedgolven over de aardoppervlakte en de daaruit voorvloeiende wijzigingen in het stelsel aarde maan en ons zonnestelsel." De gevolgen van die wrijving we zullen weldoen, er aan te denken als we dezen zomer aan Scheveningen of Zand- voort de golfjes der Noordzee op het strand zien kabbelen de gevolgen van die wrijving zullen volgens den wis kundigen spreker allergeweldigst zijn. Zoo zal b. v. de maan een heel eind verder van ons af komen te staan, tengevolge waarvan de welbekende zegenwensch „loop naar de maan!" in onbruik zal raken. Ook zal de omloopstijd der aarde, of de lengte van den dag, noodzakelijk, hoewel ook langzaam, grooter worden. De dagen en nachten van 12 uur lengte hebben dan afgedaan, en wij zullen tegen dien tijd voor andere horloges en andere huurcontracten moeten zorgen. Volgens het verslag rekende de geleerde Voorzitter dit op i de Vergadering, Zaterdag hier in 't N u t gehouden, aan zijne geleerde hoorders aldus voor: „De voorloopige eind toestand zal worden, dat in plaats van 25 aardstralen, zoo- als nu, de maan op een afstand van 87 aardstralen" (vol- I gens Bartjes dus meer dan driemaal verder) „zal geplaatst zijn, de maansomloop dan 48 onzer tegenwoordige etmalen zal duren, en tevens de lengte van een dag op aarde even veel zal bedragen, dus p. m. 24 etmalen dag en 24 etmalen nacht." En wanneer zullen die reuzendagen en -nachten een aanvang nemen? Wanneer krijgen we dien „voorloopi- gen eindtoestand?" Over54 millioen jaren. Stel u dus gerust, vriende lijken lezer, gij hebt den tijd nog! Maar gebeuren zal het. Hoor slechts: „Uit deze beschouwing volgt verder, dat de maan veel van de aarde heeft losgemaakt vóór 54 millioen jaren, en genoemde eindtoestand misschien nog langer zal uitblijven." Misschien nog langer, dat geeft den burger moed; komen die tijden, dan komen die plagen. Maar als zij dan toch werkelijk eens gekomen zijn Wat dan? Luister maar weer; de Wiskunde neemt haar pot loodje op, cijfert even en decreteert dan„Na nog grootere perioden zal de maan weer tot de aarde moeten naderen" (et 1'on revient toujours a ses premiers amours) „ja zelfs ten slotte op de aarde moeten valleneven zoo zullen alle planeten, van Mercurius af te beginnen, achtereenvolgens op de zon moeten terecht komen." Zoo staat het in het verslag te lezen, zwart op wit, en ik ben voornemens om tegen een iegelijk mensch, die mij nu nog langer van bombast durft betichten, een aanklacht bij mijnheer den officier van justitie en een eisch tot schadevergoeding in te stellen, betaalbaar over.... nu, laat ons zeggen 54 milli oen jaren, als de maan ons dan'ten minste nog niet heeft platgedrukt. „Een onvermoeide arbeid komt alles te boven/ zegt de leus van het Genootschap; maar het zal wel een zeer onvermoeid wiskundige moeten zijn, die zich onder den druk van dit hemellichaam uitwerkt. En welk een vooruitzicht hebben die heeren het menschdom geopend Onze klein-achter-na-neven van het zooveelste geslacht met een smak op de zon terecht komend en dan, schrik na schrik, de maan boven op hen tuimelend! 't Is zooals het oude Zeeuwsche volksdeuntje zegt: „Tusschen twee ijzeren tangen, Tusschen de zon en de maan, Herder, wat heb je met mijn schaapjes gedaan?" Ik wilde om een lief ding, dat de heeren wiskundigen hunne sombere profetiën voor zich hadden gehouden, of ze althans niet in de kranten hadden laten zetten. Wij zullen nu de zon, als ons toekomstig eindstation, en de maan, als onze generale slaapmuts, met heel andere oogen gaan bekijken. Vooral van „de zilveren maan, de bleeke nachtgodin" had ik nooit zulke leelijke dingen verwacht, en wie haar 's avonds met hare bolronde, goedig lachende tronie aan den onbewolkten hemel ziet staan, zou niet zeggen, dat zij op haar ouden dag zulke moorddadige streken zal gaan uithalen. Men kan tegenwoordig toch nergens meer op vertrouwen! Maar misschien weet zij het zelf nog niet eens, dat haar „eindtoestand" zulk een verpletterende taak zal medebrengen. Van ons kan zij het niet gehoord hebben, en daar het niet te veronderstellen is dat er op de maan ook Wiskundige Genootschappen zijn, kan men het haar niet zooals ons hebben voorgerekend. Zalige onwetendheid, waarin zij dus, drijvende in den blauwen aether, blijft voortdommelenMaar ondertusschen hebben de „onvermoeide arbeiders" met hunne 108ste samen komst mijne handelingen in den maneschijn gladweg be- bedorven. Ik geef er voortaan den brui van, er is geen aardigheid meer aanIk vind de maan nu een gluiperig schepsel en heb een hekel gekregen aan haar dom en schijnheilig gezicht. Die „getijdenwrijving" zit mij dwars in de maagl Ongelooflijk echter dat de wiskundigen zelf, die som bere ongeluksprofeten, de zaak zoo doodkalm opnemen. Want wat staat er aan 't eind van 't verslag? „De ver gadering werd besloten met een gezelligen maaltijd." Groote goden, wat heb je toch voor menschen in de wereld! Een gezellige maaltijd, terwTjl de dischgenooten elkaar zoo pas hebben voorgerekend, dat hunne nazaten eenmaal de maan op hun hoofd zullen krijgen! Wijndrinken en pastijtjes eten en toosten slaan, als men wiskunstig zeker weet, dat over vier en vijftig millioen jaarLieve God, ik had aan dien gezelligen maaltijd geen hapje naar binnen kunnen krijgen! Maar 't is waar: een onvermoeide arbeid komt alles te boven, alles, ook d&t dus. Ik ga nog wat aan Wiskunde doen. Ams telaar. Snelpersdruk van A. A» Bakker Cz.t Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 4