leiden, dat zoo spoedig mogelijk bij de wet worde vast gesteld 1. Aan alle inrichtingen van landbouwvak-onderwijs, voor wier oprichting, onderhoud en exploitatie minstens 50 pet. der kosten voldoende verzekerd zijn, wordt een subsidie verleend van staatswege van hoogstens 50 pet. 2. Het toezicht op deze scholen wordt opgedragen aan een of meer personen, daartoe door de Regeering aan te wijzen. 3. De Regeering zal het subsidie intrekken, wanneer haar na ingewonnen advies van den persoon of de personen, door de Regeering met het toezicht belast, en nadat het bestuur der school zal zijn gehoord, blijkt: a. dat het onderwijzend personeel onvoldoende is wat betreft zedelijkheid of geschiktheid: b. dat de inrichting in verhouding tot het verleende subsidie niet voldoende bevorderlijk is aan het landbouwvak-onderwijs. De commissie is echter zoozeer overtuigd van de wen- schelijkheid, dat de ondersteuning van het particulier initiatief in deze voor den landbouw zoo belangrijke aangelegenheid niet worde uitgesteld, dat zij er ernstig op meent te mogen aandringen, dat reeds zoo spoedig mogelijk voor die inrich tingen, welke aan bovengemelde eischen beantwoorden, een voldoende som voor subsidie worde uitgetrokken. Eenige weken geleden richtte de kerkeraad der Herv. gemeente te Oude Schild op Texel aan den kerkeraad te Oosterend de vraag, of de laatste gemeente zich met de eerste kerkelijk wilde combineeren. De kerkeraad te Oosterend heeft die vraag ontkennend beantwoord. De Herv. gemeente aldaar, die sedert 1862 steeds predikanten van de moderne richting beriep, zal het nu met een ortho doxen leeraar beproeven. Oude Schild zal dan nog de eenige plaats op Texel zijn, waar de Hervormden geen predikant van de behoudende richting hebben of verlangen. Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd. 16 dezer: „Het Nutsdepartement alhier besloot in zijne jongste vergadering, niet meê te gaan met het Hoofdbestuur in zake het voorstel, om het Sociaal Weekblad tot een orgaan der Maatschappij te maken. Tot afgevaardigde ter algemeene vergadering werd- ge kozen de heer Van den Berg. Uit het verslag van de Spaarbank over 1886 vernamen wij o. a., dat het aantal deelhebbers op ultimo December 55 bedroeg. In 1886 werd ingebracht f 2380.94 en terug betaald f 1892.87^. Op 31 December 1886 bezat de Spaarbank f 3798.55 en was schuldig f 3622.87. Van de Nutsbibliotheek werd in het winterseizoen gebruik gemaakt door 78 lezers, aan wie in 25 zittingen 1119 boeken werden uitgereikt. De schoolbibliotheek van school No. 1 telde in hetzelfde tijdvak 87 lezers, welke in 25 zittingen 1438 boekjes ont vingen." Bij de jl. Zaterdag te Alkmaar door dijkgraaf en heemraden van de Schermeer gehouden aanbesteding van dijkgrond en slootwerk, waren minste inschrijvers: voor perceel 1. S. Blom, Schoorl, voor f 1289; perceel 2. J. Molenkamp, Oost-Graftdijk, voor f 1594; perceel 3. J. Bas, Grootschermer, voor f 285; perceel 4. K. Woestenburg, Graft, voor f 224, aan wien die perceelen zijn toegewezen. Het dividend van de Haarlemsche tram is na ruime afschrijvingen vastgesteld op 2 pet. In het verslag, in de gisteren gehouden algemeene vergadering van de Koninklijke Fabriek van stoom- en andere werktuigen te Arasterdam uitgebracht, werd mee gedeeld, dat in 1886 geen nieuwe verliezen waren geleden. De winst- en verliesrekening toonde aan, dat het nadeelig saldo over 1885, ad f 223,925.38L tot f 222,364.39 is verminderd. Heden zal te Amsterdam de eerste volks- en kinder keuken in de Laurierstraat 246 geopend worden. De op richters dezer keuken stellen zich ten doel, zonder winst te maken, maar ook zonder verlies te lijden, een zoo goed koop mogelijk, eenvoudig, doch goed toebereid warm middag maal (één gerecht) te verschaffen aan mannen, vrouwen of moeten toch nog afrekenen, na hetgeen ge uit naam van freule Hertha aan mijn grootvader hebt medegedeeld. Later had ik zelf u daaromtrent ter verantwoording willen roepen." „Daarover spreken wc thans niet," viel Michaël hem in de rede. „Ik heb u iets anders te vragen. Gij zyt op weg naar Straatsburg wat wilt ge daar doen?" „Wal beteekent die toon?" riep Raoul verstoord. „Gevergeet, dat ge tot graaf Steinruck spreekt!" „Ik spreek in naam van generaal Steinruck, die mij heeft afgezonden om de papieren terug te eischen, die gij bij u hebt en waarvan gij de waarde even goed kent als ik." De jonge graaf kromp ineen, alsof hem een beroerte had ge troffen. „De papieren? Denkt mijn grootvader dan „Hy en ik! En ik vermeen, dat wij het recht daartoe hebben. "Wind er maar geen doekjes om! Ik heb niet veel tijd te verliezen en ben besloten, desnoods geweld te gebruiken. Wilt gij het zóóver laten komen?" Raoul staarde hem nog altijd als half versuft aanmaar eens klaps sloeg hij de handen voor het gelaat en steunde luid „O dat is ontzettend!" „Speel toch geen komedie!" hernam Rodenberg verstoord. „Daarmede kunt ge mij toch niet misleiden. De schrijftafel van den generaal is opengebroken, het geschreven stuk gestolen, en de bediende, die onverwachts binnenkwam, vond den dief Een woeste kreet brak zyn woorden af en Raoul maakte een beweging, alsof hij hem te lijf wilde. Michaël trad achteruiten sloeg de hand aan zijn degen. „Bedaar, graaf SteinruckGe hebt het recht verbeurd van met meer verschooning behandeld te worden." „Maar dat is een leugen!" barstte Raoul thans in de grootste woede uit. „Niet ik Henri de Clermont is 't geweest!" „Ik heb er nooit aan getwijfeld, dat Clermont de hoofdschuldige is, daar ik hem zelf op dat uur door het park heb zien sluipen. Maar een ander had heimelijk de hand in die scbandelyke daad Die vreemdeling, die Franschman zou nooit toegang hebben gehad tot de vertrekken van den generaal!" „Maar wel tot de mynenHij had den sleutel van de tuindeur en van mijn slaapkamer. Mijn grootvader was altijd tegen hem ingenomen, myne moeder was het later ook, en op die manier wilden wij ons aan die eeuwige controle en ver wy ten by Henri's bezoeken onttrekken. Ik vermoedde immers in de verste verte niet, tot welk doel hij dien sleutel van mij verlangde!" Met over elkaar geslagen armen leunde Michaël tegen de tafel en wendde geen oog van den spreker af; maar men kon hem aanzien, dat hij dit verhaal niet geloofde. „Dus heelt de zoon des huizes den spion de deuren geopend En hoe wist deze het bestaan van de geheime lade, die voor eiken oningewijde verborgen was? Hoe vond hij de veer, waar mede men die alleen kon openen „Hij kende myn schrijftafel, die op dezelfde wijs is ingericht. Mijn grootvader heeft haar naar het model van de zijne laten kinderen, die in staat zijn daarvoor 7 cents te betalen. De inkomsten moeten de uitgaven geheel dekken; jaarlijksche giften of liefdadigheid zijn in deze onderneming geheel en onvoorwaardelijk uitgesloten. Een ieder, die er dus prijs op stelt, zijn middagmaal en dat zijner kinderen, onafhan kelijk van liefdadigheid, zelf te betalen, vindt in deze keuken wat hij zoekt: een goed en goedkoop middagmaal voor zijn eigen geld. Naar het Yad. verneemt, zal de keuken het geheele jaar door eiken werkdag, voorloopig van halftwaalf tot halfdrie, geopend zijn, ook voor hen, die portiën zullen willen afhalen. De commissie van bestuur bestaat uit de heeren: B. H. Heldt, J. H. A. A. Kalff, W. Spakler, J. A. Tours, mevr. de wed. KunemanVan Haeften en mej. Merciers. In de jongste vergadering van het hoofdbestuur van het Genootschap van Nijverheid in Groningen werd gecon stateerd, dat het onderzoek bij de Nederlandsche Regeering omtrent de quaestie van de voorwaardelijke weder toelating van ons vee in Engeland een niet genoegzaam bevredigend resultaat heeft opgeleverd. Men vertrouwde de Engelschen niet en vreesde, dat, als Nederland toegaf en den doorvoer van Duitsche schapen verbood, men in Engeland wel wederwat anders zou vinden om den invoer van Nederl. vee tegen te gaan, zooals veler eigenbelang aldaar medebracht. Het geheele gevaar van het overbrengen van besmetting door die schapen achtten sommigen enkel een gezocht en ongegrond bezwaar. De vergadering besloot, de zaak op te dragen aan de Staats commissie voor den landbouw van 21 September 1886, en haai- aan de zorg van dat college dringend aan te bevelen. De 49jarige vrouw uit Dordrecht, die met haar 25jarigen schoonzoon is weggeloopen, is kort en dik, donker blond, gekleed met groenachtige japon, omslagdoek en hoed met rose veer. Van Leeuwarden is gisterenmorgen, met bestemming naar Noord-Amerika, verzonden een verzameling best rund vee, bestaande uit 60 stuks, waaronder hokkelingen, kalf- koeien, een stier, enz. Allen zijn ingeschreven in het Friesche Rundvee-Stamboek of zijn volbloed afstammelingen van ingeschreven vee. De verzending geschiedt onder geleide van een boeren zoon, die reeds eenigen tijd bij een farmer in Noord- Amerika is werkzaam geweest. Een geval van snelle rechtsbedoeling wordt door de Middelb. Crt. medegedeeld. Jl. Woensdag werd te Vlissingen aangifte gedaan van een diefstal van lijfsieradenden eigen dag werd de daderes opgespoord; den volgenden dag werd het proces-verbaal aan de justitie opgezonden en Vrijdag had de behandeling der zaak voor de Rechtbank te Middel burg plaats. De eisch luidde tegen de 17jarige voormalige dienstbode, die haar schuld bekende, een half jaar gevan genisstraf. Over 14 dagen uitspraak. Te Menaldum is jl. Donderdag een rijtuig met 7 personen, bruiloftsgasten van Dronrijp, van het Gemeentehuis komende, te water geraakt, met het droevig gevolg, dat een vrouw, moeder van 5 kinderen, daarbij het leven verloor. De 6 overige drenkelingen werden gelukkig gered. Bij een landbouwer nabij Rhenen heeft een schaap vijf gezonde lammeren geworpen. In het begin dezer wëek ontstond te Nijkerk, naar aan de Amsterdammer-word^ gemeld, een anti-doleerende beweging. Ruim tweehonderd mannen en vrouwen ver zamelden zich voor de huizen der doleerenden. De politie kon tegen de overmacht weinig of niets uitrichten. Gelukkig kwam het nog niet tot dadelijkheden. Men vreest evenwel nieuwe botsing. Aan boord van een stoomboot sprak een predikant een zijner medereizigers aan en het gesprek kreeg weldra een ernstige wending. „Is het wel eens bij u opgekomen," vroeg de predikant, „dat niets zoo wisselvallig is als het aardsche leven?" „O ja, zeer dikwijls," was het antwoord. „Elk oogenblik kan als het ware ons laatste zijnofschoon niemand vóór zijn tijd sterft, is toch niets zoo onbekend als het uur van iemands dood." „Ditzelfde zeg ik ook altijd, geloof mij maar vrij." „Is mijnheer dan soms ook predikant?" klonk de ver wonderde vraag. „Pardon, mijnheer, ik ben agent eener levensverzekering maatschappij." Voorkomend. „Lieve August," sprak een Amerikaansche schoone tot haar verloofde, „pa heeft zijn geld gestoken in een zilver mijn in het Verre Westen en vertrekt derwaarts, en ik kan ma niet alleen laten. Wil je niet nog wat wachten met ons huwelijk August. „Zeker, zeker, kindlief. Mij dunkt, we moesten wachten totdat wij hooren hoe of het met die zilvermijn afloopt." Buitenland. In vele kolendistricten van België breidt de werkstaking zich uit. Jl. Donderdag had op eene Engelsche torpedoboot in het Kanaal, die met een aantal andere torpedobooten bezig was proefnemingen te doen omtrent den spoed, waarmede zij van Portland naar Plymouth konden komen, eene ont ploffing plaats. De stoomketel sprongvijf man werden zeer zwaar gekwetst, drie hunner doodelijk. Op een verkooping te Londen werd voor een orchidee f 4000 betaald In 1886 stierven te Londen 40 personen van honger. Romantische zelfmoord. Twee dames uit Munchen, de Baronessen Anna en Louise Guttenberg, oud 26 en 23 jaren, hebben zich verdronken in het meer Starnberg, op dezelfde plaats waar de Koning van Beieren een eind aan zijn leven maakte. Reeds meermalen hadden zij die plek bezocht en hadden daar bloemen in het water gestrooid en langzamerhand was bij de romantische jonge dames het plan gerijpt, daar te sterven. Zij huurden een boot, roeiden naar het meer en lieten zich in het water zakken. Men vond haar in elkanders armen dood. De beide zusters waren mooi, rijk en begaafd. Volgens de Débats is er sprake van eene telefoon verbinding tusschen Parijs en Amsterdam over Brussel. Eene fabriek van vuurwerk, te Weiszensee bij Berlijn, toebehourende aan de firma Bock en Zonen, is I jl. Vrijdag in de lucht gevlogen. Verscheidene personen, waaronder mevrouw Bock en twee harer zonen, kwamen daarbij om het leven. Te Parijs overleed dezer dagen op hoogen leeftijd de komediant Hyacinthe. Gedeeltelijk had hij zijn roem overleefd, doch door zijn kolossaal grooten neus slaagde hij er altijd nog in om het publiek aan het lachen te maken. Ook in het dagelijksch leven trok zijn enorme gevel de aandacht en werd er dikwijls mede gespot, wat de man zich weinig aantrok. Eens, toen hij zeer verkouden was, zeide een vriend, met wien hij zat kaart te spelen„Maar, Hyacinthe, snuit toch je neus eens!" „Doe het zelf," was het antwoord, „iij bent er dichter bij dan ik." maken en mij ten geschenke gegeven." „O zoo Ga voort!" „Rodenberg, drijf mij niet tot het uitersteGe hebt een wan hopige vóór je, die niets meer ontziet. Ge moet mij gelooven, ge moet myn grootvader overtuigen, dat die vreeselijkc ver denking valsch isanders zou ik mij dien toon en die manieren niet laten welgevallen. Ik kwam gisteren laat thuis en vond de anders altijd gesloten deur tusschen mijn kamer en die van den generaal, waarvan wij beiden alleen den sleutel hebben, openstaan. Dit wekte mijn achterdochtik liep door naar groot papa's bureau en vond den man, dien ik tot hiertoe vriend had genoemd „Bezig met zijn bedrijf uit te oefenenviel Michaël in. „En gy schynt hem daarin niet gestoord en al den tijd gelaten te hebben, om den diefstal te volvoeren." „Hij was daarmede al gereedTerwijl ik, half verpletterd van schrik en afgrijzen over die vrecselijke ontdekking, op hem toevloog, hoorden wij de deur van de voorkamer openen en voetstappen naderen. Henri greep mij in doodsangst bij den arm en bezwoer mij, hem te redden. Als hij ontdekt werd, was hij verloren, dat wist ik en zoo snelde ik naar de deur en belette den knecht binnen te komen, door te zeggen dat ik er was. Toen de man zich had verwijderd en ik mij omkeerde, was Clermont gevlogen." „En hebt ge hem niet nagezet niet op staanden voet zijn roof ontrukt Hebt ge den generaal niet verteld wat er gebeurd was Raoul sloeg de oogen neer en antwoordde, nauwelyks hoorbaar „Hij was myn beste vriend en de broeder van een vrouw, die ik onuitsprekelijk liefhad en die ik toen nog meende dat onschuldig was. Den volgenden morgen snelde ik naar hen toeze waren vertrokken, en een uur later deed ik nog een andere vreeselijke ontdekking toen stoorde ik mij aan niets meer en ging hen na." Hij zweeg uitgeput en leunde achterover in zijn stoel. Michaël had uiterlijk kalm naar hem geluisterd, maar een minachtende trek vertoonde zich op zijn aangezicht en nu hief hij het op. „Zijt ge uitgepraat? Met mijn geduld is 't ook gedaan; ik ben niet hier gekomen om sprookjes te hooren vertellen. Geef de papieren hier of ge dwingt mij geweld te gebruiken „Gelooft ge mij niet?" viel Raoul uit. „Nog altijd niet?" „Neen, ik geloof geen syllabe van dat geheele verzinsel. Voor de laatste maal zeg ik jelever de papieren uit, of bij God in den hemel! ik maak het woord tot waarheid, dat mijn grootvader mij bij het afscheid toeriepontruk ze den levende of den doode Een huivering voer den jongen graaf door de leden daar was ze weer, die merkwaardige gelijkenis Hij kende die vlammen schietende oogen, die stem met haar klank als metaalEen gewaarwording overviel hem, alsof zijn grootvader zelf vóór hem stond en zijn doodvonnis uitsprak. „Breng dien last dan ten uitvoer!" zeide hij op doffen toon. „Dan kunt ge uzelf overtuigen, dat de doode niet gelogen heeft." Benoemingen, enz. De officieren van gezondheid 1ste klasse bij de zeemacht D. Matak Fontein en 2de klasse J. A. Rademaker, respec tievelijk behoorende tot de rol van Zr. Ms. wacKtschip te Amsterdam en dienende aan boord van Zr. Ms. schroef- stoomschip „Zilveren Kruis," worden met den 26 dezer en 1 Juni a. s. op non-activiteit gesteld. Ter hunner ver vanging worden met 26 dezer aangewezen de officieren van gezondheid 1ste klasse bij de zeemacht W. Schutte en dr. T. Abrahamsz, terwijl met laatstgenoemden datum nog wordt geplaatst aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip „Zilveren Kruis" de officier van gezondheid 1ste klasse bij de zeemacht H. J. Van Rhijn, en gedetacheerd te Vlis singen, de officier van gezondheid 1ste klasse bij de zee macht A. W. M. Van Deventer. Daar lag iets in deze onvoorwaardelijke overgave, dat meer indruk maakte dan de hartstochtelykste betuigingen. Ook Michaël was daarvoor niet onvatbaar. Hy wist dat Raoul genoeg per soonlijken moed bezat om iets, dat hij zich niet wilde laten ontrukken, met zijn leven te verdedigen, en op hem toetredend, legde hij de hand zwaar op zyn arm. „Graaf Raoul Steinruck, in naam van den man, van wien wij beiden afstammen, wil ik de waarheid weten. Hebt gij de papieren niet, waarvan de veiligheid van ons leger af hangt „Neen," antwoordde Raoul op gedempten, maar vasten toon, terwyl zijn schuwe blik voor de eerste maal weêr dien van den ander ontmoette. „Heeft Clermont ze dan „Ongetwijfeld Hij moet zo in handen hebben." „Dan behoef ik hier myn tijd niet te verzuimen, maar moet ik hem nazetten en inhalen. De trein, waarmede ik gekomen ben, gaat over een half uur door ik moet naar het station!" Hij wilde gaan, maar de jonge graaf hield hem terug. „Neem mij mede! Bezorg mij een plaats in den transport trein Wij gaan denzelfden weg „Neen, dien gaan wij niet!" viel Michaël hem ijskoud in de rede. „Gy blijft hier, graaf Steinruck! Waarschijnlijk zal ik genoodzaakt zijn, met het pistool in de hand Clermont die papieren af te persen, en het zou u op het beslissend oogenblik te binnen kunnen schieten, dat hij uw „beste vriend" is en dat go zyne zuster „onuitsprekelijk liefhebt." „Rodenberg, ik geef je mijn woord van eer „Je woord van eer?" 't Was slechts een korte vraag, maar zij klonk zoo vernietigend, dat Raoul verstomde. De kapitein ging op denzelfden onmee- doogenden toon voort: „Al hebt gij het kwaad niet gedaan, toch hebt ge het kwaad toegelaten en persoonlyk beschermd. Het een en ander is hoog verraad, de heler is even slecht als de steler dat is mijn gevoelen omtrent die zaak." Hiermede ging hij heen, zonder óón blik achterom te werpen. Juist toen hij de gang doorstapte, werd een van de deuren geopend en verscheen Valentijn op den drempel. Hij bleef een oogenblik staan, als verstijfd van verrassing, en deed daarop schielijk een paar schreden voorwaarts. „Michaël! Zijt gij daar?" „Eerwaarde heer!" klonk het antwoord, niet minder verrast. „Zie ik hier?" „Ja, dat vraag ik u! Ge hebt ons immers eerst overmorgen hierheen bescheiden, en als freule Hertha niet een soort van voorgevoel gehad en de reis verhaast had „Is Hertha hier? Mót u? Waar is ze?" viel Michaël opgewonden uit, en toen de pastoor naar de deur van de tweede verdieping wees, die op de trap uitkwam, hoorde Michaël niets meer, maar was met drie sprongen de trap op, wierp de deur open en het volgend oogenblik lag Hertha in zyne armen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2