de schrijver, dat zij daardoor èn ieene slechte daad" èn „eene staatkundige fout" hebben begaan, en beknopt maar duidelijk toont hij aan, dat het nieuwe Grondwetartikel afkeuring verdient, niet alleen om hetgeen er in staat, maar ook en bovenal om hetgeen uit het artikel wegge nomen is, het beginsel namelijk dat geen partij-beginsel is, maar dat men tot dusver kon meenen, in het hart van eiken Nederlander te leven: de godsdienst en gewetens vrijheid, ook in het onderwijs. De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft jl. Zaterdag al de aanhangige ontwerpen, behalve de grondwets-voor- stellen, aangenomen. Daaronder behoorden dat tot wijziging van art. 385 van 't Wetboek van Strafvordering (inspectie gevangenissen), de bouw van een magazijn voor genees middelen te Amsterdam met 25 tegen 5 stemmen en de aanleg van den spoorweg op Sumatra's Westkust. De Kamer is daarop tot nadere bijeenroeping gescheiden, daar de grondwetsvoorstellen nog niet rijp zijn voor het debat. Bij de verkiezing van twee leden van 't hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zijn verreweg de meeste stemmen uitgebracht op de heeren Mr. B. Bloem bergen Ez., te Leeuwarden en Mr. G. A. Van Hamel, te Amsterdam, de eerstgenoemden der voordracht. Zij zijn dus tot leden van 't hoofdbestuur gekozen en hebben zich die keuze laten welgevallen. f Men schrijft ons van Texel, dd. 3 dezer: Wanneer van hier bericht wordt, dat de hooioogst in vollen gang is, wil dat alleen zeggen, dat men zich beijvert zooveel te winnen als men kan. Dat valt nochtans zeer tegen. Over het geheele eiland gerekend, zal de hooiteelt ruim de helft te weinig opleveren van hetgeen voor het vee in de gemeente zelf benoodigd is. De toekomst laat zich ook in dit opzicht voor de talrijke veehouders niet rooskleurig aanzien." Jl. Zaterdag was het strand achter de Koog op Texel in een feestterrein herschapen. Onder den toevloed van honderden belangstellenden werden de reddingsbooten der Noord- en Zuidhollandsche Reddingmaatschappij beproefd. Alles slaagde naar wensch. Door het fraaie weer was de zeespiegel zoo vlak, dat menigeen, zelfs dames, een water tochtje op de Noordzee mededeed. Na den afloop der proeftochten werden verschillende volksspelen aan het strand uitgevoerd. Een muziekgezelschap, op de kermis daartoe gehuurd, luisterde de feestelijkheden niet weinig op. Hon derden smaakten door het feest, dat door den burgemeester Loman op touw was gezet, een genotvol dagje. De Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar heeft den eigenaar der stroo-cartonfabriek aldaar vrijgesproken van het hem ten laste gelegde in zake het ongeval in zijn fabriek. Als advocaat van den beschuldigde was opgetreden de heer Mr. A. P. De Lange, aldaar. De persoon uit de Rijp, die eenigen tijd geleden een te Zuid-Scharwoude woonachtig meisje op eene eenzame plaats, onder St.-Pancras, op gewelddadige wijze aanrandde, is door de Rechtbank te Alkmaar tot 3 jaren gevangenis straf veroordeeld. Daar de eigenlijke dag der 275jarige droogmaking van de Beemster midden in den hooitijd valt (4 Juli), heeft de commissie tot herdenking van dit belangrijke feit besloten, de feesten den 24 en 25 Augustus a. s. te doen plaats hebben. Deze zullen bestaan in volksspelen en een onthaal der schoolkinderen. Yerder zijn plannen gemaakt voor een historischen optocht en voor eene harddraverij van paarden, toebehoorende aan ingezetenen van de Beemster. Jl. Vrijdagnacht is door een schildwacht, op post staande bij het artillerie-park aan het Kanaal te 's Hage, een schot gelost op twee personen, omdat hij bevreesd was door hen te worden aangevallen. Bij onderzoek bleek echter, dat die heeren in min of meer beschonken toestand verkeerden en het hunne bedoeling niet was den militair te overrompelen. De heer H. Pierson, directeur der Heldring-gestichten te Zetten, heeft bij gelegenheid dat de inrichting „Bethel" voor meisjes 25 jaar heeft bestaan, uit alle oorden van ons land aan feestgaven de aanzienlijke som van omstreeks f 3000 ontvangen. In de inrichting zijn thans 49 meisjes tusschen 16- en 18jarigen leeftijd geplaatst; van de op richting tot heden zijn er reeds 764 verpleegd geworden. haar te ontfermen. Het beste was, dat zy maar weder naar huis gingdaar maakte zij zich ten minste nog vroolijk over den landjonker aan het P.Bche hof, die was in ieder geval minder vervelend dan de Bennewitzer en Moritz, die goede, groote beer op hem is Frieda zelfs nog jaloersch goede Hemel De jonge vrouw had boven eerst een weinig geluisterd, toen was zy binnen gegaan. Mevrouw Van Ratenow zat kalm als altyd in haar vensterbank met haar breiwerk in de handen. Moritz liep met groote schreden het vertrek op en neer hij zag er zeer opgewonden uit. iiO riep de schoone, kleine vrouw, //Moritz lykt wel een wild dier wat is er gebeurd." z/Ik ben het niet met mama eens, Frieda." //Zoo zeide zy spottend, „dat is wel iets zeldzaams." z/En ik beweer, dat men moet volhouden," verklaarde mevrouw Van Ratenow„er zijn altijd menschen die zich tegon hun geluk verzetten, evenals een ziek kind tegen geneesmiddelen." z/En ik beweer, moeder, dat het bij ons geen gebruik is, een vrouw te verkoopen riep hij opstuivende, en zijn eerlijk, goedig gelaat werd rood van toorn. //Vrij moet zij zijn in deze, het recht hebben zich over te geven of te weigeren. Waar blyven zedigheid, moraliteit en vrouwelijkheid bij de vreeselijke beginselen die, helaas, aan de orde van den dag zijn. Ik voor mij vind het laag van een meisje, wanneer ze trouwt, alleen om een verzorger te hebbenHij stond met fonkelende oogen voor zijn moeder. De oude dame bleef zeer bedaard. Moritz was altijd een weinig een dweeper geweest, dat had hij van zijn vaderen haar jongen wist volstrekt niet wat ellende het leven opleverde voor een onbeschermd arm meisje. /,Ik kan haar natuurlijk niet naar de kerk slepen en Hegebach is er de man niet naar om door bedelen een vrouw te bekomen," was het antwoord. /,Wat gij zegt, mijn jongen, klinkt zeer fraai als men de noodige middelen bezit. Gy weet zelf wel, theorie en practijk zijn twee verschillende zaken. Ik heb dat onderwerp dezer dagen reeds te dikwijls behandeld, ik spreek er niet meer over. Ik heb het goed gemeend. Mijn groot moeder placht te zeggen«Liefde P Liefde is grootendeels inbeeldingIk heb meisjes genoeg gekend, die om den eerste, dien zij niet konden krijgen, wel in het water wilden springen, om bij den tweede te erkennen, dat deze eerst de ware, de rechte, de eenige geliefde was. Het is belachelijk van u, Moritzdat zijn meeningen, die slechts een door liefde verblind jong meisje of een half krankzinnige oude vrijster kan verkondigen." „Nu," antwoordde hij kortaf, „al zijn er meer van die opinie, ik geloof het niet." (Wordt vervolgd.) De vice-admiraal Jhr. Van Capellen, adjudant-generaal des Konings, die Z. M. vertegenwoordigd heeft bij de feesten ter gelegenheid van het Regeerings-jubilé van H. M. de Koningin van Engeland, is jl. Zaterdag uit Londen van zijn zending te 's Hage teruggekeerd. De „Amst. Crt." meldt, dat mevr. De Douairière Jhr. Lopez Suasso f 25,000 betaalde voor de verzameling oudheden, die in het Broekerhuis te zien waren. Er bestaat, volgens „de Amsterdammer", in den laatsten tijd eenige spanning onder het politie-personeel te Amster dam, tengevolge van de aan brigadiers en rechercheurs gegeven orders, om 's nachts de inspecteurs, hun meerderen, te contröleeren in de vervulling hunner plichten. Naar ge in de bladen hebt kunnen lezen, zoo meldt men uit Amsterdam aan de Prov. O. en Zw. Crt., heeft ook de ex-Keizerin Eugénie, die hier onder behandeling van den knijpdokter in het Amstel-Hötel vertoeft, een paar maal zich op het terrein doen zien. „Quamtum matata ab illa"... (hoezeer verschillend van wat ze vroeger was)Met grijze lokken, in effen stemmig gewaad en steunend op een stokje! Zij, wier verblindende schoonheid weleer aller oog betooverde en verrukte en die eens heel Europa aan haar voet heeft gezien, toen ze nog, badende in pracht, weelde en zingenot, op Frankrijks Keizerstroon zetelde in de thans reeds van den aardbodem verdwenen „Tuilerieën Zoo van iemand, dan ziet men ook te haren opzichte treffend de juistheid van Bredero's lijfspreuk gebleken „'t Kan verkeeren." Tot mijn spijt is 't mij nog niet mogen gelukken, haar op een harer wandeltochten langs de winkeluitstallingen in den omtrek van het Amstel-Hötel te ontmoeten. Voor zulk een gevallen grootheid moet wel ieder zich gedrongen voelen, hoeveel ze ook mag hebben misdreven, eerbiedig den hoed te lichten. De Keizerin zal tot 15 dezer te Amsterdam blijven. Een wachter in het Vondelpark te Arasterdam nam jl. Vrijdag van eene netgekleede dame eene parasol in beslag, geheel gevuld met pas afgeplukte rozen. Uitvaart van eene edele vrouw. Wel oprecht geliefd en hooggeacht moet zij geweest zijn, wier stoffelijk hulsel, bedolven onder kransen en kruisen van levende bloemen, palmtakken en losse bloemen, jl. Zaterdagvoor middag op Eik-en-Duinen te 's Hage, gevolgd door honderden dames, heeren en jongelieden, naar de laatste rustplaats werd gebracht, zoo lezen wij in het Vaderland: Ten elf ure had de stoet het huis der liefde aan de Laan van Meerdervoort verlaten, nadat vooraf de weleer waarde heer, Ds. Knottnerus, in het sterfhuis een indruk wekkende lijkrede had gehouden. Ook aan het gesticht was een dichte schare aanwezig, die in stilte een laatst vaarwel aan de alomgeachte doode toeriep, toen de rouwwagen haar wegvoerde. Plechtig en indrukwekkend was de uitvaart van die vrouw, door zoovele vrouwen, die de ziekenverpleging van haar geleerd en met haar uitgeoefend hadden, met den moedernaam bestempeld. De diaconessen, voor zoover zij uit het gesticht gemist konden worden, stonden allen geschaard rondom de groeve, waaromheen ook verschillende genees- heeren verzameld waren. In gevoelvolle bewoordingen schetste Ds. Rademaker de geliefde moeder en vriendin, meer bepaaldelijk in haar godsdienstig leven. Het geheim van het gezegend leven van mevrouw De Bronovo bestond zeide spreker slechts in haar standvastig, kinderlijk geloof in den Heiland. In 't licht der Eeuwigheid heeft zij gewoekerd met de uren, haar door God gegeven. Te 6 uren 's morgens, 's winters als 's zomers, vond men haar reeds gereed ter vervulling van haar liefdevolle taak. Spreker wekte de aanwezige liefdezusters op om het voorbeeld van haar goede moeder te volgen. Niet minder schoon waren de woorden die Ds. Creutzberg uit Arnhem aan de nagedachtenis van de overledene wijdde. Spreker vertegenwoordigde aan de groeve den Diaconessen- bond in Nederland en sprak een hartelijk woord van deel neming tot de liefdezusters en de betrekkingen van de dierbare doode bij het zware verlies. De heeren doctoren Vinkhuizen en Moll gaven in korte, doch treffende woorden de sympathie te kennen door de geneeskundigen, die met mevr. De Bronovo samenwerkten, aan deze liefdezuster der liefdezusteren toegedragen, waarna Ds. Knottnerus nogmaals kortelijk het godvreezend leven van de overledene in welgekozen, krachtige bewoordingen in de herinnering terugriep. Alle aanwezigen stemden in met het psalmgezang, dat deze laatste spreker aan het slot zijner rede aanhief. Geheel onder den indruk van de plechtigheid, verliet men de begraafplaats, overtuigd eene vrouw grafwaarts te hebben gebracht, die de menschen ten zegen was geweest. Jl. Zaterdag had te Arnhem de internationale gecos- tumeerde zwemwedstrijd plaats in de Bad- en Zweminrichting in den Rijn, uitgeschreven door de Arnhemsche zwemclub, ter gelegenheid van haar vijfjarig bestaan. De eerste prijs in het snelzwemmen op den buik (inter nationaal) iso.a. gewonnen door J.D.Bloemen, van Amsterdam, in 5.27 min. (afstand 120 M., stroom op en af), de tweede door Harthoorn, van Amsterdam, in 6.2 min., de derde door W. A. Booth, van Londen, in 6.28 min. De eerste prijs in het snelzwemmen op den buik, 40 M. op en 80 M. af (alleen voor Nederlanders), G. P. A. Tuyt, te Utrecht, de tweede door A. E. Rouffaer, te Arnhem. Door bestuurders der Vereenigde Gestichten te De venter werden jl. Vrijdag in het openbaar bij inschrijving voor den tijd van 6 jaar 10 boerenplaatsen in verschillende omliggende gemeenten gelegen, verpacht voor f 5162. Bij de vorige verpachting brachten zij op f 6022. Het oordeel van een buitenlander, den secretaris van de Oldenburgsche Landbouw-Maatschappij, over de Hol- landsche paarden, is te belangrijk om onvermeld te blijven. De Hollandsche paarden maakten op verscheidene tentoon stellingen, volgens dat oordeel, den indruk, dat het een gezond, krachtig, maar in zijne ontwikkeling 3 eeuwen ten achteren zijnd ras is. De afbeeldingen, beelden en schetsen uit de 16de eeuw geven in hoofd, rug en hals vorm, alsook in den hoogeu draf met sterke kniebuiging een trouw beeld van het hedendaagsche Nederlandsche paard. Er steekt iets van het trotsche Spaansche, en iets van het met oor spronkelijke kracht begaafde Deensche paard in het Hol landsche ras. Onze paarden doen zich door hunne sterke beweging en schoone halsvormen in den draf goed voor, doch zij kunnen op aangevoerde gronden geen taaie loopers zijn, de uitzonderingen daargelaten. Het Hollandsche paard heeft eene voortreffelijk gezonde kern in zich, welke het in het bijzonder vóór het landbouwbedrijf geschikt maakt. Wordt dit paard op zaakkundige wijze bij herhaling gekruist met zulke paardenrassen, welke door hunne lichaamsvormen (lange, schuine schouders, korten rug, recht, goed gevormd kruis, krachtige beenen, en betere stelling van de achter ledematen) de gebreken van het Hollandsche ras verbeteren, zonder dit in grootte en kracht afbreuk te doen, zoo kan daaruit een voortreffelijk gebruikspaard en ook een elegant vurig en taai rijtuigpaard voortkomen. Het nec plus ultra van boerenbedrog. Een fabrikant van kunstboter in ons land heeft als handelsmerk aangenomen de afbeelding eener lachende Hollandsche weide met grazend melkvee, eene boerenwoning en om het landelijke te volmaken nog een afzonderlijke voor stelling van eene Hollandsche boerin voor haar karnmolen De Spectator geeft den politieken toestand van 't oogenblik weer met een beeld uit den Don Juan. Dr. Schaepman (Don Juan) zingt Zerline (de Eerste Kamer) toe: Reich mir die Hand mein Leben, Komm in mein Schloss mit mir. Jl. Woensdag werd in de zitting van het Landhuishoudkundig Congres, te Haarlem, nog het volgende behandeld: Na korte opmerkingen van eenige leden werd besloten het verslag van het hier verhandelde aan het landbouw-comité te zenden, 't welk, gelijk men weet, mede dit punt behandeld beeft. Gelijk wij reeds mededeelden zal het volgend Congres te Assen worden gehouden. Het Congres is Donderdag ten einde gebracht. Op de afdeelings- vergadering werd nog uitvoerig van gedachten gewisseld over de vraag„Zou er van de zich steeds uitbreidende tramwegen niet meer partij getrokken kunnen worden voor den landbouw dan tot heden geschiedde?" En zoo ja, hoe?" 't Bleek dat sommigen aanleg wenschten van wege de provincie, terwijl anderen meenden dat er, evenals in België, een Maatschappij moest worden opgericht tot aanleg en exploitatie van tramwegen, in welke Maatschappij alleen de Staat, de provinciën en de gemeenten aandeelen kunnen hebben. Die Maatschappij legt de tramwegen aan en verpacht ze ter exploitatie. Zij ontvangt alle inkomsten en keert aan hem, die de lijn exploiteert, 1500 francs per kilo meter en een gedeelte der bruto-ontvangsten uit. Op die wijze heeft men in België een goed net van tramwegen gekregen, hetwelk naar vaste en bij de wet vastgestelde regelen wordt geëxploiteerd. Het blijkt dat de exploitatie daar goedkooper is dan bij ons. Er waren echter ook leden die op de tegenwerking wezen, welke de tramwegen dikwijls bij den landbouwer ondervinden. Als conclusie werd voorgesteld: „De vergadering is van oordeel, dat de wijze, waarop de tramwegen in België worden aangelegd, aanbeveling verdient," en verwijst daarvoor naar het heden en ook in het congres te Gouda van 1885 verhandelde." De vraag: Zijn veeverzekeringen voor den landbouwer nuttig werd toestemmend beantwoord. Men achtte onderlinge maat schappijen van kleine boeren het best, gesteund door groote land bouwers. Daarop kwam 't volgend vraagpunt aan de orde „De meeningen over het Poland-China-varken loopen zeer uiteen. Wenschelijk zou het zyn, aangaande dit ras gegevens te bezitten, op nauwkeurige waarnemingen gegrond, vooral met het oog op den groothandel in geslachte varkens, die voor ons land meer en meer van beteekenis wordt." De heer Broekema (Wageningen) wees op de uitbreiding der varkens-fokkerij in ons land, voor een gedeelte aan den grooten uitvoer van geslachte varkens toe te schrijven. Voor den uit voer worden eenige eischen gesteld: de varkens moeten zijn 150 a 200 kilo zwaar, vleezig, lang en diep. De vraag: Is het Poland-China-varken geschikt voor den uitvoer? moest hij ont kennend beantwoorden. Het voldoet niet aan de boven aange geven eischen. Verder is het niet zoo vruchtbaar als de Engel- sche rassen, terwijl de biggen dikwijls sterven. Ook is het voor de fokkerij minder geschikt. Spreker gaf de voorkeur aan het Berkshire- en het Yorkshire-varken en geloofde niet, dat het Poland-China-varken ooit de Engelsche en de inlandsche varkens zou verdringen. De meeste leden waren het hiermede eens, maar ook het Poland-China-varken vond verdedigers. In de algemeene vergadering, die nog volgde, werden de con- clusiën der afdeelingen medegedeeld en vastgesteld. Voorts is besloten de statuten van het Sloet-fonds te herzien, terwijl nog werd gesproken over de opleiding van hoefsmeden, daar de kennis van het hoefbeslag bij de meeste smeden veel te wenschen over laat. Van Regeeringswege werd, men erkende het dankbaar, reeds het een en ander gedaan bij de stallen der cavalerie. Men zou zich tot den Minister van Oorlog wenden met verzoek, dat op den ingeslagen weg zou worden voortgegaan. Na wederzijdsche plichtpleging, werd de samenkomst daarop gesloten. Buitenland. De Kreuzzeitung staat met eene waarschuwing tegen Russische effecten, welke zij dezer dagen bevatte, niet alleen onder de Duitsche bladen, integendeelde Vossische Zeitung echter, die zich met die waarschuwing vereenigt, vraagt, waarom de conservatieve bladen als de Kreuzzeitung het pupliek niet vroeger op het bedoelde gevaar opmerk zaam gemaakt hebben. Daarop geeft de Kreuzzeitung o. a. het volgende antwoord „Wij verzoeken de Vossische Zeitung onze artikelen en wekelijksche overzichten te doorbladerensedert meer dan een jaar zal het daar de nadrukkelijkste waarschuwing tegen den onbezonnen aankoop van Russische effecten vinden. Wij zijn deswege meer dan eens door de Beurscouranten aangevallen, van „onkunde en valsche behandeling van financiëele zaken" en de Hemel wete van wat niet al meer beschuldigd geworden. Thans valt ons de voldoening ten deel, dat bijna alle Duitsche bladen met onze waarschuwing instemmen. „Het tegenwoordige Rusland staat, helaas, niet meer in dezelfde vriendschappelijke verhouding tot Duitschland als in den tijd van HH. MM. Czaar Alexander I, Nicolaas I en Alexander II. Toen was Rusland een steunpilaar van het monarchale begins^L van het gezag. Wij twijfelen er niet aan, dat het der Regeering van Z. M. Czaar Alexander III gelukken zal, dat roemvol verleden te verlevendigen. Doch voor het oogenblik hebben wij met het feit rekening te houden, dat de aandrang van het panslavisme het Rus sische schip van Staat uit zijn koers gedreven heeft. Dat panslavisme is revolutionair in het binnenland, omdat het de grondslagen der dynastie ondermijnt, en naar buiten, omdat het de betrekking van Rusland tot andere Staten en volkeren, eeuwen lang proefhoudend gebleken, wil om- keeren. „Wanneer Rusland tot zijne roemvolle traditiën is terug gekeerd, dan znllen wij het ook weer de oude mate van sympathie kunnen betuigen, want dan zou de vrede der wereld verzekerd en Rusland niet voortdurend aan het gevaar van een staatsbankroet blootgesteld zijn. Maar zooals de zaken nu staan, kan alleen blind vertrouwen den Duitschen kapitalist nopen, zijn goed geld in Russische fondsen te steken,*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2