verschillende ploegen, of van andere bij dergelijke gelegen heden gebruikelijke huldebetuigingen heeft men niets ver nomen. Welken indruk dit eigenaardig verschijnsel op den jubilaris zelf gemaakt heeft, heb ik hier natuurlijk niet te onderzoeken: dat is eene zuiver persoonlijke zaak. Maar waar liet een openbaar Rijksambtenaar van zoo uit nemende verdiensten als de heer Pisuisse geldt, die 40 jaren achtereen in verschillende betrekkingen zijne veel zijdige bekwaamheden aan het welzijn der Marine heeft dienstbaar gemaakt, daar zal men mij wel willen veroor loven, de niet-viering (althans niet officieel) van dit ju- bilé, terwijl zoovele mindere goden worden bewierrookt en gelauwerd, te rangschikken onder de zonderlinge voorvallen, die tegenwoordig op de Werf zijn waar te nemen. Verklaarbaarder vind ik het verschijnsel, door velen misschien nóg zonderlinger geacht, dat de groote meerder heid der leden van onze grootste liberale Kiesvereeniging, ons veelvermogend Burgerplichtzich vóór wijziging van art. 194 der Grondwet heeft verklaard. Werkelijk, dit is zoo onverklaarbaar niet, en evenmin zoo bedroevend als velen het willen doen voorkomen. Wat zal ik u zeggen: les idees marchent. Ik herinner mij, hoe mijn grootvader met een schelmsch lachje kon vertellen van de bezorgde blikken, waarmede zijn grootvader het slechten der Am- sterdamsche muren en torens had aangezien, zuchtende: „Als nu de Moffen of de Fransozen komen, hebben ze ons maar voor 't inpakken!" En ziet wij schrijven honderd jaar later en zijn nog niet ingepakt, evenmin door onze Germaansche als door onze Gallische naburenLaten we toch met onzen tijd meegaan; muren en bolwerken hebben uit gediend, vooral als de muren hier en daar bijgepleisterd zijn met onrecht en de bolwerken hier en daar gestut met ongelijkheid. Te zeggen, dat er tot dusver van beide zijden met gelijke wapenen gestreden is, zou een lafheid zijn. De vergadering van Burgerplicht heeft zich aan die lafheid niet schuldig willen maken, dat is alles, en ronduit haar meening gezegd, dat is veel. Van „onveranderd behoud" te spreken in een tijd, dat alles werkt en wisselt en woelt en gist, is liberalisme uit de nachtschuit. Dat onze eerste liberale kiesvereeniging feestelijk bedankte om in dit zoet- voerig vaartuig plaats te nemen, ook al kon zij een stoel met een kussen in het roefje krijgen, werkelijk, het komt mij zoo onverklaarbaar niet voor. Amstelaar. Binnenland. Rijks-Postspaarbank. De Minister van Waterstaat, enz. brengt ter algemeene kennis, dat gedurende de maand Juni 1887 zijn ingelegd en terugbetaald de volgende be dragen als Bedrag der inlagenf 650,549.49^ terugbetalingen422,013.74 Alzoo meer ingelegd dan terugbetaald f 228,535.75^ Aan het einde der maand Mei 1887 was ten name der verschillende inleggers ingeschreven9,651,656.43^ zoodat het gezamenlijk tegoed op ultimo Juni bedroegf 9,880,192.19 In den loop der maand Juni 1887 zijn 3374 nieuwe spaarboekjes uitgegeven; 889 zijn geheel afbetaald, zoodat er aan het eind der maand 155,535 in omloop waren. De heer Schaepman heeft aan de Eerste Kamer een nota toegezonden, ter beantwoording van het eindverslag omtrent de wijziging van art. 194. Hij houdt vol, dat de 2de en 3de alinea daarvan geen geest van vrijheid ademen hij ontkent, dat godsdienstvrijheid aangetast zou worden door het wegvallen der woorden „eerbiediging van ieders fodsdienstige overtuiging." Het voorstel vestigt allerminst e verplichting om het bijzonder onderwijs te bekostigen. De Grondwet mag geen partij kiezen tusschen hen, die Staats-onderwijs wenschen bij voorkeur of alleen bij nood zaak. Alleen als de onderwijs-regeling onrechtvaardig en onbillijk is, kan men vreezen voor verandering van stelsel bij het overlaten der regeling aan den gewonen wetgever. staren. Dit was het, wat hem aantrok en boeide, wat zijn geheel zorgeloos kindergeluk ract een sluier bedekte: de aan gebeden gestalte zijner moeder, en onder dit kijken, deze droo- men en deze verlangens stond de tijd voor den armen beroofde stil. Hoeveel wondersprookjes had mama met hare zoete stem hem niet verhaald, en hij had er zoo geloovig naar geluisterd. Ach, wilde dan geen enkel daarvan nu waar worden wilde er geen engel komen met witte vleugelen, geen fee met den golvenden, met goud geborduurden sluier wilde de steen zich niet opheffen van het graf, de deur zich niet openen, geen hand hem wenken en geen stem hem liefelijk toefluisteren„kom, arm, eenzaam kind, kom!" Zoo vraagde en wachtte het jongentje dag aan dag, een geheel jaar door,alles bleef stom, geen ruischen van vleugels, geen golven van sluiers, geen enkel geluid: moeder kwam niet terug. Maar voor niets ter wereld zou Percy aan iemand, zelfs niet aan de trouwe Marianna gezegd hebben, waarop hij wachtte, maar hare goede waakzame oogen, die bijna met de trouw van een hond over hem waakten, zagen toch, wat het kinderhart leed, hoe de teedere wangen bleek en bleeker werden. Ook de jonge onderwijzer zag het en waagde het tegen de oude meid er over te spreken. Hij liet zich door haar, als hij haar in haar vrijen tijd met haar naaiwerk in den tuin vond, ook vertellen van de overleden mevrouw, die zij reeds van haar eerste huwelijk af gediend had. De jonge Annie, vertelde zij, was met haar moeder, een weduwe, uit Engeland gekomen om haar oom, die pas getrouwd en veel jonger was dan zijne zuster, tc bezoeken. Arm, maar frisch als een veldbloem, aanminnig en vroolijk was zij opgemerkt door den flinken husaren-luitenant, die aan den overkant woonde. Hij kreeg haar lief en trouwde haar, ofschoon hij ternauwernood de noodzakelijke geldelijke cautie kon stellen, die voor het huwelijk van een officier verplichtend is. Marianna was de eerste en eenige dienstbode van het gelukkige paar geworden en wist stellig, dat zij samen zoo gelukkig en zorgeloos geweest waren, als twee nachtegalen in het voorjaar. Zij smaakten het hoogste geluk in de geboorte van Percy. Men kon niet zeggen, wie het meest op het kind verliefd was, de vader of de moeder. Slechts drie jaren mochten zij hun geluk genieten; toen kwam de oorlog in Sebastopol, zooals Marianna placht te zeggen, en de jonge man sneuvelde. Had zij den kleinen Percy niet gehad, dan zou Mevrouw Annie de smart nooit doorstaan hebben, maar het kind ketende haar aan het leven. En weder twee jaren later begeleidde de jonge weduwe haar sukkelende moeder naar Engeland terug, en Marianna ging als kindermeid van Percy mede. Op deze reis was het, dat zij Baron Van Werden ontmoette. (Wordt vervolgd.) Blijkens een rapport van den Minister van Staat, Minister van Binnen landsche Zaken aan den Koning (opge nomen in de Staatscourant van 29 Juli) was de sterkte van den eersten ban der dienstdoende schutterijen, met inbegrip van de reserve, op 1 Januari jl.eerste categorie 26,730, tweede categorie 14,487, te zamen 41,217 man. Van dezen hebben 10,638, derhalve ruim van het geheel, hetzij als onderofficier of korporaal, hetzij als soldaat of milicien bij het leger gediend. Op 1 Januari 1886 bedroeg de sterkte eerste categorie 26,424, tweede categorie 14,727, te zamen 41,151 man. Sterkte der rustende schutterijen, met inbegrip der reserve van den eersten ban, op 1 Januari jl.eerste categorie 54,318, tweede categorie 22,149, te zamen 76,467 man. Van dezen hebben 17,833 man, dus ruim 2/3 van het geheel, vroeger als onderofficier, korporaal, soldaat of milicien bij het leger gediend. Op 1 Januari 1886 was de sterkte: eerste categorie 54,820, tweede categorie 22,026, te zamen 76,846 man. De geheele sterkte der schutterijen was dus 117,684 man op 1 Januari 1887, tegen 117,997 op 1 Januari 1886. Men schrijft ons van Texel, dd. 29 dezer: „Omstreeks midden in den afgeloopen nacht brak in het van hout gebouwde en met brandstof en petroleum gevulde pakhuis van J. J. Bruin in de Parkstraat alhier een hevige brand uit, die zich in den beginne voor belendende gebouwen dreigend liet aanzien. Het aangetaste perceel is natuurlijk geheel verwoest, doch, dank zij het stille weêr, bleven de naastgelegen huizen gespaard en was men ten ongeveer 3 ure het vuur geheel meester. Het verbrande perceel was met inhoud geassureerd te 's Hertogenbosch. De oorzaak van het onheil is onbekend." Namens den tiendheffer, werden jl. Donderdag te Wieringen de tienden van den oogst over het jaar 1887 verpacht. De opbrengst was f 142, tegen f 222.25 in 1886. Bij den kolfwedstrijd, te Nieuwe Niedorp gehouden, werd de prijs behaald door den heer A. Blok, te Alkmaar, en de premie door den heer J. Plaister, te Zuid-Scharwoude. Bij den aldaar gelijktijdig gehouden biljartwedstrijd werden prijs en premie beide behaald door den heer D. Nierop, te Alkmaar. Dr. Mezger, te Amsterdam, heeft de directie van het nieuwe Senatorium te Wiesbaden op zich genomen. Hij is dus voor Amsterdam verloren. Uit een huis in de Palmstraat te Amsterdam is jl. Dinsdag een kind uit het venster der derde verdieping gevallen. Het bleef op de plaats dood. De hoogste prijzen in de Haarlemsche paardenverloting zijn gevallen opNos. 22248, 16215, 24954, 14149, 21677, 15419, 1327, 11661,14314,763.24839,9461,6311, 20491, 23361, 4885, 15773, 7611, 1264, 1486, 9201, 22572, 17364, 12911 en 8845. J. v. H., voormalig agent van de Verzekeringsbank „De Nederlanden" te Rotterdam, beschuldigd van 8 valsch- heden in geschriften, is jl. Woensdag door de Arrondisse- ments-Rechtbank te Breda veroordeeld tot 2 jaren gevange nisstraf en in de kosten. Van een hoogst ernstig ongeval wordt uit Nieuwe- Schans aan de N. Gron. Crt. gewag gemaakt. Met den trein, die jl. Zondagmorgen, ongeveer half zes ure, van Nieuwe Schans naar gene zijde der grenzen ver trok, had op Duitsch grondgebied een voorval plaats, dat velen deed huiveren. De wachter aan den spoorweg over de rivier de Leda tusschen Ihrhove en Leer had zich ver slapen. Terwijl hij bezig was met het beweegbare deel van de vrij lange brug zoo mogelijk te sluiten, nadert de trein, niettegenstaande het veiligheids-signaal ontbrak. De locomotief kwam met een gedeelte der brug in aanraking en is daarop ten deele blijven hangen, doch de tender stortte in de rivier. Door den schok schijnen de koppel verbindingen te zijn gebroken, want de personen-waggons bleven op het vaste gedeelte der brug. Machinist en stoker zijn in de rivier gesprongen en hebben zich met zwemmen gered. De volgende treinen ondervonden aanmerkelijke vertraging. Zondag werd de gemeenschap voor de reizigers onderhouden door roeibooten; sedert is een pontdienst ingesteld. De machinist zou geslapen hebbenvandaar dat de trein, trots het signaal op onveilig stond, doorreed. Aan den Bondsschietwedstrijd, te Genève gehouden, hebben o. a. deelgenomen de heeren: J. Van Mens, te Rotterdam en H. G. Koster, te Amsterdam. De heer Van Mens behaalde de meeste punten en werd tot overwinnaar uitgeroepen. Door een heer te Luik is tegen eene familie te Maastricht een eisch ingesteld tot betaling van 10,000 francs, ter vergoeding van schade en onkosten, veroorzaakt door het verbreken van huwelijksbeloften. De afgewezen min naar brengt o. a. in rekening zijne reiskosten van Luik naar Maastricht, zoomede den verzuimden tijd bij de ber zoeken, die hij aan zijne verloofde heeft gebracht. De „Neue Züricher Zeitiog" behelst het volgende schrijven uit Amsterdam „De gezondheidstoestand van den Koning der Nederlanden geeft bij voortduring tot ernstige bezorgdheid stof. De kiem zijner ziekte is eene sedert jaren verwaarloosde blaaskwaal, die in den laatsten tijd veel verergerd is en den Koning hevige pijn veroorzaakt. Daaraan paart zich nu een hevig zenuwlijden en eene algemeene verzwakking, welke natunrlijk wegens den hoogen ouderdom van den Koning een bedenkelijk karakter heeft. Tot dusver zijn de geneesheeren in staat geweest door jaarlijksche badkuren te Wildungen en te Karlabad de kwaal te bedwingen en op de kuur te Wildungen volgde in den regel eene merkbare verbetering. Den 30 Juni echter zijn de Koning en de Koningin op aanraden der geneesheeren naar Nederland teruggekeerd, waar zij thans op het slot Soestdijk vertoeven. „De berichten, welke van daar komen, luiden immer meer bedenkelijk. Men weet dat de Koning nooit toeschietelijk van karakter geweest is. Altijd heeft hij aan een afgezonderd leven de voorkeur gegevenandere Europeesche hoven bezocht hij zelden, en aan zijn volk vertoonde hij zich slechts bij buitenge wone gelegenheden. Sedert het noodlot beslist heeft, dat hij de laatste mannelijke loot van zynen stam moest zijn, lijdt de Koning aan droefgeestigheid, gepaard aan eene nu en dan zorgwekkende overprikkeling der zenuwen, waarvan eene algemeene uitputting der phyaieke krachten het gevolg is. De lijder weigert daarbij de voorschriften zijner artsen te volgen en maakt daardoor hunne taak moeilijk. „In '8 Konings omgeving koestert men geene illusiën over zijnen toestand. Het Nederlandsche volk weet zeer goed, dat de dagen van den laatsten Oranjevorst geteld zijn. Maar geen Hollandsch blad wil zijne lezers op de hoogte brengen van dingen, die nergens een geheim zijn." Uit Ems wordt gemeld, dat de heer \V. Van Zuylon daar eenige dagen heeft vertoefd. Zijne ziekte is wel is waar geweken en zijne vroegere opgeruimdheid terugge keerd, doch om krachten te verzamelen tegen de winter- campagne, zal hij nog eenige weken in Duitschland door brengen. De Chinees Chsoe-Ching Cheng te Berlijn schreef, ter gelegenheid dat het Chineesche oorlogsschip op de werf „Vulkan" te Stettin van stapel liep, een gedicht, waarvan hier eene ver taling volgt De macht en het aauzien van het Tatsing-rijk breiden zich steeds meer uit. Wordt reeds in China groote waarde gehecht aan kunst en wetenschap, ook aan het krijgswezen wijdt men dc noodige belangstelling. De kunst om oorlogsschepen te bouwen is in Europa uitgevonden en sedert de Chineesche Regeering een Ministerie van Marine heeft opgericht, laat zij óók schepen bouwen. Hoe trotsch en majestueus liggen daar de groote kolossen voor onze oogenNu is ook het tweede schip gereed, beide schepen zijn even schoon. Jl. Donderdag liep het schip van stapel, te achooner ure, bij keizerweder. Wij stellen de schepen onder de hoede des Hoogstenmoge hen God duizendvoudig geluk en zegen aanbrengen. Buitenland. De Turksche Staats-inkomsten wijzen thans reeds een tekort van twee millioen pond st. aan. Door liet Duitsche legerbestuur werd het vorige jaar een wedstrijd uitgeschreven voor portatieve barakken, welke moeten dienen om zooveel mogelijk in alle omstandigheden het onder dak brengen der troepen te verzekeren. Meer dan 3000 modellen werden aangeboden, waarvan één, een door het spoorweg-regiment ingezonden model, de kans heeft van aangenomen te worden. Deze barak kan voor 125 man dienen; zij is bijna geheel van ijzer en papier-maché vervaardigd en kan zoowel des zomers als des winters dienen. De prijs van een dergelijke barak, die in 24 uur kan worden opgeslagen en geheel uitgerust met meubels enz., bedraagt f 6000. Het transport voor het materiaal, benoodigd voor den bouw dezer barak, vereischt 3 spoorwegwaggons, of 13 wagens met 4 paarden of 26 wagens met 2 paarden. Bismarck vierde jl. Donderdag zijn 40jarig huwe lijksfeest. Zijne gemalin, eertijds Fraulein Johanna Von Puttkamer, is thans 64 jaren oud. Bij de revue over de Engelache vloot te Spithead heeft zich een incident voorgedaan, dat wel geschikt zal worden, maar toch hoog opgenomen werd. Lord Charles Beresford was als lord der admiraliteit aan boord van het jacht der Koningin. Toen hy zag, dat de revue veel langer zou duren dan hij dacht, wildo hij daarvan zijne vrouw, die op een ander schip was, kennis geven, en verzocht een matroos dit door middel van het vlaggesein te doen. Voor het oog der geheele vloot werd dus van het koninklijk schip geseind: „Zeg aan lady Charles, dat zij op de Lancashire Witch moet overgaan, ik kom bij haar." Daar nu Lord Charles Beresford het koninklijk jacht niet kommandeerde en alleen de kapitein van dat schip het recht had, signalen te geven, was hier zoowel de discipline als de etiquette geschonden. De admiraliteit trok zich de zaak aan, en Lord Charles Beresford diende zijn ontslag in, dat wel niet zal worden aangenomen. Voor een onbescheiden signaal zal de Engelsche Marine zich niet berooven van de hulp van een officier, die in 1882 voor Alexandrië den Condor kommandeerde en die op den Nijl, in de Soedan-veldtocht, zijne kanonneerboot onder het vuur van den vijand repareerde en wonderen van dapperheid deed. Van 8 tot 10 September a. s. zal te Zurich het tweede internationale congres tot bestrijding van het mis bruik van sterke dranken gehouden worden. De leden worden 8 September aan het spoorwegstation opgewacht en aldaar ingelicht omtrent logies enz. Zij dragen als herkenningsteeken een half blauwe, half witte knoop aan de jas. Behalve de gewone beleefdheden en huishoudelijke werk zaamheden, worden op het congres behandeldhet verslag over de jaren 18851887, uitgebracht door den secretaris van het eerste te Antwerpen gehouden congresvoordracht en gedachtenwisseling over het monopolie van sterkedranken; idem over de voedingswaarde van de alcoholische dranken; idem over de uitkomsten der gestichten voor dronkaards; idem over liet betrekkelijke verbruik van niet-alcoholische dranken. Verder zijn nog onderscheiden voordrachten aan gekondigd. Henry Mayhew, oprichter en eerste redacteur van „Punch", is te Londen in 75jarigen ouderdom overleden. Een droevig onheil heeft jl. Zondag op de Rhöne te Saint-Romain-en-Gal plaats gehad. De echtelingen Garnier Vélin hadden besloten, de eerste verjaring van hun trouw dag met een uitstapje naar het eiland Berlet te vieren. Na zich hier met visschen vermaakt en vroolijk gegeten te hebben, noodigden zij hun buurman Palandre, een wever, met vrouw en kind uit, in hunne boot mede naar huis te gaan. Dezen namen 't aanbod gaarne aan. Garnier roeide. Door duisternis misleid deed hij de boot tegen een paal stooten, en wel met zulk een schok, dat het vaartuig brak en allen in het water geworpen werden. Ofschoon op hunne kreten verscheidene personen met schuitjes toeschoten, slaagden deze er niet in iemand te redden. Het geheele gezelschap verdronk. Daar de beide mannen goede zwemmers waren, onderstelt men, dat zij bij hunne pogingen om de vrouwen te redden zijn omgekomen. Dezer dagen werden de bewoners der Horloge-kade te Parijs, terwijl zij des avonds omstreeks zeven ure aan hunne deuren een luchtje schepten, ontsteld door het gegil eener bejaarde dame, die met vliegende haren naar het brandweer-bureau op de Goudsmids-kade snelde, al roepende: „Red hem, red hem, hij is verloren!" Eenige oogenblikken later rende zij terug, gevolgd door drie spuitgasten en een korporaal, voorzien van een ladder en touwen. „Dadr, daar!" snikte de arme vrouw, „dddr, beste heeren! Red hem, en (al wat ik bezit is voor u." De wakkere man schappen haastten zich naar den oever en zagen met de uiterste verbazing het slachtoffer: een dikken kater onder den Pont-Neuf gedoken. Ondanks de spotternijen der toegestroomde menigte deed één hunner zijn best om het dier te bereiken, dat echter in het water viel of sprong en vervolgens, terwijl zijne meesteres in tranen badende op de knieën lag en gebeden ten hemel scheen te zenden, door een jongtn in een bootje werd opgevischt. Honderden nieuwsgierigen applaudiseerden luide bij het heldenfeitde dame wierp den knaap een goudstuk toe en snelde met haar kletsnatten lieveling in de plooien harer japon ge wikkeld heen, terwijl de spuitgasten met hun korporaal enz. vrij beteuterd naar hunne kazerne teruggingen. Op de lijst der badgasten van het Fransche bad plaatsje Treport komen ook voor: „Killa enBianca,honden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2