HELDERSCHE
N1EUWEDIEPER COURANT.
- ei Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
Jaargang45.
1887. N° 92.
Woensdag 3 Augustus.
Uitgever A. A. BAKKER
Cz.
GESLAAGD.
L
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
De vertrekdagen der mails naar Oost-Indië gedurende
de maand Augustus zijn als volgt:
5 Augustus Engelsche mail (via BrindisiT.
6 Augustus Hollandsche mail (uit Amsterdam).
9 Augustus Hollandsche mail (via Marseille).
12 Augustus Fransche mail (via Marseille).
13 Augustus Hollandsche mail (uit Rotterdam).
16 Augustus Hollandsche mail (via Marseille).
19 Augustus Engelsche mail (via Brindisi).
20 Augustus Hollandsche mail (uit Amsterdam).
23 Augustus Hollandsche mail (via Marseille).
26 Augustus Fransche mail (via Marseille).
27 Augustus Hollandsche mail (uit Rotterdam).
30 Augustus Hollandsche mail ^via Marseille).
Posteering: Hollandsche mail (uit Amsterdam) brieven
8 uur 's morgens, drukwerken vorigen avond 8.45; Hol
landsche mail (uit Rotterdam) 9 uur vorigen avond; over
Marseille: brieven 4.50'savonds, drukwerken 2 uur'savonds;
over Brindisi: brieven 11 uur 's morgens, drukwerken 10
uur 's morgens.
W est-Indië:
Naar Suriname: Uit Amsterdam 12 Augustus.
Posteering: 8 u. 's morgens.
Via Southampton: 9 en 23 Augustus.
Posteering: 4.50 's avonds.
Naar Curagao: Uit Amsterdam 12 Augustus.
Posteering: 8 u. 's morgens.
Via Liverpool4, 11, 18 en 25 Augustus.
Posteering: 4.40 's avonds.
Kon. W.-Ind. maildienst, van Amsterdam naar Suriname:
den 12den van iedere maand, 's morgens 10 ure.
De verzending der brievenmalen naar Curagao via New-
York, zal plaats hebben uit Rotterdam naar Vlissingen per
trein van 7.14 av. en wel op
10 en 23 Augustus;
7 en 28 September; 7, 21 en 28 October;
11 en 22 November; 2 en 16 December.
Door ELISE POLKO.
Wie haar zag, moest haar bepaald liefhebben, beweerde Mari-
anna, en zoo werd dan ook de ernstige en veel oudere man
onweerstaanbaar door haar aangetrokken cn geboeid. „Na de
scheiding gingen brieven heen en weder," vertelde de trouwe
meid, met tranen in de oogen „en toen begreep ik wel, hoe
het zou afloopen. De moeder stierf een jaar later en mijn me
vrouw nam de hand van den baron aan om der wille van
het kind. Zij heeft er nooit berouw over gehad," verzekerde
Marianna weenend„mijnheer droeg haar op de handen en hield
van het jongske. Maar de ruwe lucht hier heeft haar geen goed
gedaan zy sukkelde vaak en de baron zag niet in, dat zij op
een anderen grond thuis hoorde. Zij was zoo teer! Zoo werd
zy langzamerhand zwakker en zwakker en toen die verschrikke
lijke ziekte kwam, had zij geenc krachten meer, haar te door
staan. Zij ging heen als een bloem, wier tijd is gekomen. Ik
alleen weet, dat zy zich nooit recht tehuis gevoelde in het oude,
donkere slot en in de sombere tuinen. „„Weet je nog hoe ons
zonnig nestje, onze vroolyke bloemtuin aan de berghelling te S.
er uitzag?"" vraagde zij my' somwijlen in het geheim. „„Ach,
kon ik ze nog eenmaal mijn Percy laten zien!"" Zij heeft
ze niet wedergezien en de naam, dien zij op de lippen had, toen
zij stierf, was niet die van den baronzij riep den doode, de
eenig geliefde barer jeugd!"
Zoo luidde Marianna's eenvoudig verhaal, waaraan zij steeds
nieuwe aandoenlyke bijzonderheden uit het leven der overledene
toevoegde en dat steeds in den blonden kandidaat een oplettend
toehoorder vond.
Van den baron kwamen geregeld korte brieven aan zijn rent
meester en aan zijne zuster, en even geregeld werden door die
beiden berichten aan hem afgezonden. Somtyds ook ontving
Percy een klein biljet, met groote letters geschreven, vol vrien
delijke vermaningen en met de belofte spoedig terug te keeren.
Het kind bracht dit altijd eerst bij Marianna en was dan in
koortsachtige opgewondenheid.
„Het is verkeerd, dat bij zoo lang wegblijft!" klaagde de meid
aan den onderwijzer, „hier heeft niemand hart voor den jongen,
als zijne zalige moeder dat eens wist
Aan zijn onderwijzer sloot Percy zich niet aan, de jonge
geestelijke in spe, had, ten spijt van zijn goeden wil, den slag
niet, om vertrouwen te verkrijgen in dit warme, eenzame, maar
schuwe kinderhart. Zelf schuw en in zichzelven gekeerd, zich als
zoon van een eenvoudigen boer zich op do vreemde plaats, in
gezelschap van voorname dames, die hem met hoffelijke onver
schilligheid behandelden, niet op zijn gemak gevoelend, verdiepte
hy zich liever in zijne boeken, dan dat hij zynen eigenaardigen
kweekeling trachtte te bestudeeren. De oude Marianna was de
cenige, met wie hij het waagde een vrij, onbevangen woord te
wisselen.
Op den verjaardag der begrafenis was weer een brief van den
vader gekomen met de groeten voor den jongen en het bericht,
dat hij binnen weinige weken van plan was terug te keeren,
om het oog te houden over do verdere opvoeding van zijn zoon.
Percy vernam dit bericht van zijn onderwyzer, juist toen hij
met Marianna van de begraafplaats gekomen was, waar hy een
ruiker van viooltjes op het graf zyner moeder had gelegd
zij hield zoo hartstochtelijk veel van viooltjes en aan haar
bidstoeltje gebeden hadeen angstig, verward gebed, dat de
Moeder Gods hem zyne moeder zou terugbrengen, of hem naar
haar toe zou brengen.
Binnenland.
Het liep dit jaar le Terschelling tot nog toe niet mede
met de exploitatie van de „Lutine," waarvan o. a. ongunstig
weder de oorzaak was. .Tl. Zondag werd een nog geladen
kanon op rollen opgehaald en aldaar aangebracht, benevens
een 22tal Spaansche matten. Daarenboven bericht men
bet vinden van een ketting, waaraan door duikers in vorige
jaren een zware steen werd gelegd op de plaats, waar toen
geldswaarden werden gevonden.
Al begint er, zegt het „U. D.," ten opzichte van de
beplanting onzer wegen meer belangstelling te komen, toch
is zij nog in de verste verte niet wat zij zou kunnen wezen,
niet alleen om vele streken des lands te verfraaien, maar
ook om tal van wegen, welker onderhoudskosten thans ter
nauwernood door tolheffing en gras verpachting kunnen
bestreden worden, rentegevend te maken.
Voor onze openbare wegen beveelt het blad de vol
gende vruchtboomen aan: a. appelen: Goud Reinette,
Bauman's Reinette, Blenbeim Pippin, Grauwe Holaart, Lord
Suffiekl, late zoete Bellefleur, Zure Bellefleur, Dubbele zure
Paradijs, Zoete Ermgaard, Ribston Pippeling, Keswick
Godlin, Zoete Veentje, Court pendu; b. perenWinter-
jannen of Kleiperen, Gieser Wildeman, Rietperen, Broom-
park, Winter Bergamot, Dirkjespeer, Heerepeer, Juttepeer;
c. pruimen: Dubbele boeren witten, Varkenspruim, Itali-
aansche kwets; d. noten, waarvan buitendien het hout de
meeste andere houtsoorten in waarde overtreft; e. tamme
kastanjes.
Er schijnt intusschen bij ons te lande nog immer beden
king te bestaan tegen het planten van vruchtboomen langs
onze openbare wegen, niettegenstaande de goede financiëele
uitkomsten, die in Duitschland er van verkregen zijn.
Men vreest de baldadigheid van de straatjeugd en de roof
zucht der meer bejaarden.
Onze jongens zullen echter, meent het „U. D.", niet
baldadiger zijn dan hunne Duitsche stamverwanten en bet
is te betwijfelen of er hier zucht tot roof zou zijnboven
dien reeds de ervaring hier te lande heeft geleerd, dat bij
„Papa zal komen," herhaalde bij een uur later telkenmale met
schitterende oogen.
„Eindelijk," zeide Marianna op brommenden toon. „Het is er
tijd voor, geloof ik. De buishouding hier moet veranderenEn
hij moet voor jou speelmakkers opzoeken je moogt niet meer
alleen blijven
„Maar ik wil er geen hebbentoen mama leefde, had ik er
ook geenantwoordde het kind.
„Mama is er echter niet meer, arme jongen, en jij zult ziek
worden
„Sterft men, als men ziek wordt?"
„Somtyds
„O, laat my dan maar ziek worden, dan sterf ik en ga
immers naar mama. Maar ik zou eerst willen wachten tot papa
terug is
Marianna drukte haren lieveling heftig in de armen. „Ik zal
met papa spreken," snikte zy. „Je moogt niet sterven mama
wil, dat je nog leven zult, tot vreugde van papaGa nu
heen, mijn jongen, mevrouw de barones roept jehet gezelschap
is op het terras
Onder op het terras zaten de jonge dames en voor het eerst
in het wit gekleed het rouwjaar was eindelijk om en de dag
juist zoo warm en schoon en de barones, die zich vertoonde
in een bleek lila toilet.
„Het is gelukkig, dat men deze zware rouwkleederen geen
tweeden zomer behoeft te dragen," merkte zij op. „Die arme
AnnieReeds een jaar doodWerner zal weêr moeten trouwen
Ik zal ten minste niet ophouden, het hem aan te raden. Het
slot op de heide heeft groote behoefte aan een vroolijke, levens
lustige gebiedsterhet is op zich zelf melankoliek genoeg.
Voor geen geld zou ik hier nog een tweeden winter alleen door
brengen En de kleine, aardige droomer daar," zij wees op
Percy, die juist kwam aanloopen „moet zoodra mogelijk onder
jongens komen op een kadettunschooldat is voor hem het beste.
Het is onnatuurlijk, welk een heimwee het kind altijd nog naar
zijne moeder heelt. Nu, hij is haar nauwkeurig afbeeldsel! Die
arme, sentimenteele Annie! Zij was niet meer uit dat nestweg
te krijgen en onafscheidelijk van haar kindIk vond deze
verbindtenis van het begin af aan ongelukkig. Een weduwe te
huwen en daarenboven cene zonder vermogen, uit een arme, zy
het dan ook goede familie, half en half een buitenlandsche en
van jongen adel ik was zeer boos over het besluit van mijn
broeder. Maar hij is eigenzinnig, zooals alle mannen en haar
lief gezichtje en voornaam voorkomen hadden hem nu eenmaal
verliefd gemaaktZij heeft aan zijn aandrang tamelijk lang
weerstand geboden en dat is het juist, hetgeen mannen als Werner
bekoort. Wat heeft hij er nu van Hij heeft het kind als een
blok aan het been! Het slot kan alleen aan een Werden ten
deel vallen hij moet dus trouwen om een erfgenaam te krijgen.
Nu zijn beiden diep ongelukkig, stiefvader en stiefzoon, want zij
zijn beiden door Annie ontzettend verwend. Ik heb mijn man
en myne dochters toch ook liefgehad, maar ik richtte het zoo
in, dat zij mij ook missen konden, dat is het eenige ware. Nu
ben ik tien jaren weduwe, weet mijne dochters goed getrouwd,
en kwel de kinderen niet met een sentimenteel verlangen naar
hen, en in de scheiding van mijn man schikte ik mij, zooals het
eene goede Christin betaamt. Heeft Annie haar zoon een
stiefvader gegeven, dan moet het kind nu ook een stiefmoeder
hebben Kom hier, kleine slaapwandelaar, papa zal spoedig
hier zijn je leermeester heeft het je reeds gezegd en doe nu je
best, roode wangen te krijgen en er vroolijk uit te zien, anders
is papa boos. Blijf nu by on3, Lizzie leest ons gedichten voor
jy kunt luisteren, dat zal je geen kwaad doen l"
eenig toezicht eens anders eigendom wel degelijk geëer
biedigd wordt: de Maasdijk van Heusden tot Woudri-
chem prijkt met tal van vruchtboomen, die niet noemens
waard bestolen worden. Ook de maatschappij „Een nationaal
belang" heeft niet over roof of beschadiging te klagen.
De beplanting van de pleinen, straten of grachten onzer
steden en dorpen laat ook nog al wat te wenschen over.
Ten hoogste staan er, eentonig naast elka&r, iepen en linden.
En juist deze beide soorten zijn niet aanbevelenswaardig.
De linden laten te vroeg hunne bladeren vallen, de
iepen zijn zeer onderhevig aan de verwoestingen van den
iepen-spintkever en erg gevoelig voor gas. Ook kastanjes
zijn niet geschikt voor wegbeplanting. Zij bloeien fraai,
maar verliezen gauw hunne bladeren; buitendien, om de vruch
ten der boomen te bemachtigen werpen de straatjongens
met steenen er in, en veroorzaken daardoor last en gevaar.
Eiken en beuken zijn eveneens minder gewenscht, wegens
hun langzamen groei, terwijl bovendien de wortels het
dreunen van den grond, door voertuigen veroorzaakt, niet
kunnen verdragen.
Het blad beveelt daarentegen zeer aan: plataan, rood-
en dubbelbloemige kastanje (weinig vruchtdragend), plataan-
bladige esdoorn, Virginiscbe of roode esdoorn, accacia
bessoniana, zilverlinde, krimiinde (bet „U. D." noemt dezen
boom de linde der toekomst), Catalpa sj'ringaefolia, lijsterbes
en keerappelboom.
In de algemeene vergadering van den „Volksbond',
Vereeniging tegen drankmisbruik, op 30 Augustus a. s.
te Haarlem te houden, zal o. a. in behandeling komen het
voorstel, om bet Hoofdbestuur uit te noodigen een onder
zoek in te stellen naar de wenschelijkheid, om in de wet
geving op te nemen, dat de gewoonte van dronkenschap
als reden worden aangemerkt tot echtscheiding en tot
onder curateele-stelling.
In de vergadering der Geldersch-Overijselsche Maat
schappij van Landbouw te Tiel is een voorstel behandeld,
dat in den laatsten tijd herhaaldelijk aan de orde was.
Door een afdeeling was nl. voorgesteld bij de Regeering
De knaap streek zijn krullend haar naar achteren en ging,
verwonderd over deze uitnoodiging, zwygend op een bankje aan
de voeten zijner tante zitten.
„Ach, dan kunnen wy geen minnedichtjes meer lezen pruilde
het aardige, blonde meisje en schoof het boek van zich af.
Haar zuster nam het schertsend weder op, en zich nederbuigend
tot haar kleinen buurman, streek zy hem vriendelijk met de
kleine zachte hand over de wangen en zeide„Hier heb je
Goethe, Percy dat was een groot dichter, onthoud datJe
kunt het boek opslaan waar je wilt, en wat je vindt zullen we
lezen
„Onzin," riep de barones-
Maar Percy had het boek reeds genomen en las slechts het
opschrift van het gevonden dicht„Der Erlkönig."
„Zie, hoe verstaudig hy gekozen hoeft," lachte de donkere
freule Hertha, „nu wil ik het zelf ook dadelyk voorlezen.
Maar hij zal bang wordenen hare zwarte oogen schitterden
moedwillig.
„Ik ben niet bangzeide de knaap rustig.
En zij las het gedicht met een vrij goede uitdrukking en
keek ondertusschen stcelsgewijze door hare lange wimpers naar
haar toehoorder.
Percy luisterde, het hoofd in de hand, aandachtig toe. De
schitterende kinderoogen hingen onophoudelijk aan de frissche,
roode lippen der lezeres en volgden iedere strofe.
„In seinen Armen das Kind war todt" eindigde Hertha.
„Nu Percy, heeft het je bevallen vraagde zij, na een poosje
langzaam het boek toeslaande. „En ben je wezenlijk niet bang
geweest
De jongen schudde met een eigenaardig trotsche beweging het
hoofd, en zijne nicht toen met vasten blik aanziende, vraagde
hij„Maar waarom spreekt de elfenkoning toch alleen van zijne
moeder en zijne dochters. Waar is toch de elfenkoningin
Er ontstond een pauze. De dames zagen elkander verward
en radeloos aan de jonge meisjes schaterden het eindelijk
luid uit.
„Hoe verstandig is hijriep Lizzie bewonderend. „Wie van
ons heeft daar ooit aan gedacht
„En hoe juist is die vraag maar wie van ons weet een
antwoord lachte Hertha.
„Percy, mijn kind," zoo nam de barones met waardigheid het
woord," dat is een zeer oudwijze vraag. Wat gaat ons de elfen
koningin aan Neem het gedicht, zooals de dichter het gemaakt
heeft. Niemand is nog, zoover ik weet, op het denkbeeld gekomen,
naar haar te vragen."
„Zeg, lieve jongen," fluisterde Hertha nu en trok den knaap
naar zich toe, „ik vrees dat de elfenkoning een recht brommige,
gestrenge oude heer was, die in zyn gebied als een dwingeland
heerschte en daarom zal zij wel op een goeden avond van hem
weggeloopen zijn met den een of anderen watergeest."
„Dan zal ik haar zoekenantwoordde Percy en bevrijdde
zich van den meisjesarm, die om zijn hals was geslagen.
„Dat kan je doen," spotte Lizzie, haar schoone krullen om
de vingers windend, „zij is zeker wonder schoon en draagt op
klaarlichten dag op straat een schitterende kroon Vertel het
ons vooral dadelijk, als je haar gevonden hebt."
„Maar kinderen, hoe kan jelui dat hoofdje vol droomen nog
meer in de war maken met zulke dwaasheden," riep de barones.
„De elfenkoningin zal zeker gestorven zijn, zooals je lieve mama."
Een plotselinge blos vloog over het aangezicht van het jongentje
en zijne oogen werden vochtig.
„Elfenkoninginnen sterven nooit, evenmin als watergeesten,"
antwoordde hij met bevende lippen. „Eu ik wil haar zoeken