HEUERSOHE
EN MEI WEIMEPER COURANT.
Nienws- et Advertentieblad voor Hollands noorderkwartier.
1887. N°107.
Woensdag 7 September.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER
BUREAU: MOLENPLEIN.
Cz.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
VERSLAG omtrent LICHTSTERKTE,
DRUK en ZUIVERHEID van het
LICHTGAS der gemeente HELDER,
gedurende de maand Augustus 1887.
Datum.
Licht
sterkte
in
kaarsen.
Zwavel
in
100 knb.
voet gas
ingraiDs.
Zwavel
water
stof.
Ammonia
in
100 kub.
voet gas
in graios.
20
15.6
4.2
Niet
6.24
aanwe
zig.
Van 's avonds 1\
tot 12 uur:
42 tot 22 millimeters.
Van 's avonds 12 uur
tot 's morgens 6 uur:
22 tot 20 millimeters.
Van 's morgens 6
tot 's avonds 1\ uur:
20 tot 52£ millimeters.
De deskundige,
(geteekend) A. C. ROEM.
De vertrekdagen der mails naar Oost-Indië gedurende
de maand September zijn als volgt:
9 September Fransche mail (via Marseille).
10 September Hollandsehe mail (uit Rotterdam).
13 September Hollandsehe mail (via Marseille).
16 September Engelsche mail (via Brindisi).
17 September Hollandsehe mail (uit Amsterdam).
20 September Hollandsehe mail (via Marseille).
23 September Fransche mail (via Marseille).
24 September Hollandsehe mail (uit Rotterdam).
27 September Hollandsehe mail (via Marseille).
30 September Engelsche mail (via Brindisi).
Posteering: Hollandsehe mail (uit Amsterdam) brieven
8 uur 's morgens, drukwerken vorigen avond 8.45 uur; Hol
landsehe mail (uit Rotterdam) 9 uur vorigen avond; over
Marseille: brieven 4.50uur'sav., drukwerken 2 uur 'savonds;
over Brindisi: brieven 11 uur 's morgens, drukwerken 10
uur 's morgens.
17)
GESLAAGD.
Door ELISE POLKO.
De vertrekdagen der mails naar West-Indië gedurende
de maand September zijn als volgt:
Naar Suriname: uit Amsterdam 12 September.
Posteering: 8 uur 's morgens.
Via Southampton 20 September.
Posteering: 4.40 uur 's avonds.
Naar Curasao: uit Amsterdam 12 September.
Posteering: 8 uur 's morgens.
Via Liverpool 8, 15, 22 en 29 September.
Posteering: 4.50 uur 's avonds.
Kon. W.-Ind. maildienst, van Amsterdam naar Suriname:
den 12den van iedere maand, 's morgens 10 ure.
De verzending der brievenmalen naar Curasao, via New-
York, zal plaats hebben uit Rotterdam naar Vlissingen per
trein van 7.14 uur 's ay. en wel op
7 en 28 September; 7, 21 en 28 October;
11 en 22 November; 2 en 16 December.
Binnenland.
Gelijk wel te verwachten was, zegt „Het Vaderland,"
hebben ook de districten, waarvan de uitslag der verkie
zingen eerst jl. Zaterdag bekend werd, geen verandering
gebracht in de samenstelling der Kamer.
De liberale meerderheid zal dus blijven bestaan uit 47:
de herstemming te Winschoten brengt in elk geval één
liberaal in de Kamer. De rechterzijde, die samengesteld
was uit 19 anti-revolutionairen, 19 Katholieken en 1 con
servatief, verliest den eenen conservatief, wiens zetel door
een Katholiek is ingenomen, doch het zal van de herstem
ming te Leiden af hangen, waar twee Katholieken tegenover
twee anti-revolutionairen staan, of de verhouding zal zijn
21 Katholieken tegen 18 anti-revolutionairen, of 19 Katho
lieken tegen 20 anti-revolutionairen, misschien ook 20 Katho
lieken tegen 19 anti-revolutionairen.
Een opmerkelijk verschijnsel is, dat de anti-revolutionaire
candidaten bijna overal in stemmental sterk zijn achteruitge
gaan, niet alleen in districten waar hun kiezers maar komen
getuigen, maar ook in '.districten, waar zij ons na op de
hielen zitten. Alleen in Tiel hebben zij het stemmental
van 1886 bijeengebracht, bevreesd voor een liberale over
rompeling. De liberalen hebben zich daar echter slecht
Toen Percy dezen kinderlijken meisjesbrief gelezen en over
gelezen had, opende hy een kleine portefeuille, die in zijn lessenaar
vergeten en ongebruikt onder een hoop papieren lag, om er de
kleine potloodschets, die hy op den laatsten avond in het huis
van zyn oom had gemaakt en een teekening van de grafkapel
bij het heideslot uit te nemen. Hij staarde langen tyd op
het fijne gezichtje, met den spotachtigen trek om den mond en
hij werd te moede, alsof hy het omhelzen moest en vragen
„kleine Inka, zie mij aan cn vergeef mijKom bij my en
laat ik je alles, alles vertellen."
En toen hij haastig zyn schrijfgereedschap opzocht, en de
milde lucht van het zuiden hem aanwaaide, toen hij in den
vroolijken tuin, waar de rozen nog bloeiden en de boomen hun
groen kleed nog droegen, de weeke tonen van Italiaansche mu
ziek hoorde, kreeg hy voor de eerste maal in het scboone
vreemde land, een zonderling gevoel van heimwee. Hij wist
echter niet, of het een verlangen was naar het sombere slot, dat
in zijne gedachten in herfstnevelen gehuld was, naar de stille
grafkapel, de rustplaats zijner beminde moeder of naar de
schitterende bruine oogen der kleine Inka, wier naam hij juist
op het papier zette.
Het was op het einde van Maart en een echte lentedag van
het Zuiden, toen Percy, met verschillende teekeningen en com
missies van zijn tegenwoordigen patroon, de reis naar het meer van
Como aanvaardde, om daar persoonlijk met eenige der bekwaam
ste arbeiders te onderhandelen, voornamelijk echter om op de
villa van den oudsten Heldern bij Bellagio een bezoek af te
leggen en de ontwerpen voor het sieradenkastje te laten zien.
„Ik heb er herhaaldelijk met myn broeder over gesproken,"
had de vriend van Woltram nog bij het afscheid tot hem ge-
zegd, „gij zult hem dus welkom zijn. Ik had reeds vroeger een
ontmoeting tusschen u beiden gewenscht, maar Max is hier dezen
winter maar een paar maal geweest, en dan nog wel alleen om
zijn vrouw naar een bal te geleiden; dan heeft hij altijd een
slecht humeur en stelt nergens belang in. Gij zult in myne
schoonzuster een zonderlinge dame leeren kennen, mijn jonge
vriend," voegde hij er by, „maar laat u niet afschrikken door
een onvriendelijke ontvangst, hare grillen zijn onberekenbaar.
Vóór drie jaar, toen zy nauwelijks een paar maanden getrouwd
was, verloor zij haar vader en eerst kort geleden ontwaakte
haar levenslust weder. Zij is trouwens eene Duitsche. Myn
broeder leerde haar te München kennen."
Heerlyk meer van Como, door heuvelen omringd gij droom
des dichters, gij aardsch paradijs, sprookje voor de gelukkigen,
troostoord voor de treurigen, benijdenswaard zijn de oogen
die u mogen aanschouwen. Konden de hangende tuinen van
Semiramia wel een tooverachtiger schoonheid ten toon spreiden?
Als een oog, van liefde zalig, ziet gy ons aan, vragend en
beloften gevend tegelyk. Een adem, die de zinnen in verrukking
brengt, komt ons te gemoet uit den welriekenden krans van
tuinen, die u omringt, de lucht aan uwe oevers is balsem en
uw motto „schoonheid", een schoonheid, die onvergankelijk schynt.
Het gewaad van elk jaargetijde siert u, als gy het draagt,
gij bekoort onder elke verlichting Zegen over u, bekoorlijk
gehouden, in tegenstelling met Middelburg, waar zij wakker
hebben gestemd, bevreesd denkelijk voor overrompeling
door de tegenpartij. Aan liberale lauwheid echter is het
te wijten, dat Utrecht niet herwonnen is en wij in Leiden
niet in herstemming zijn.
Intusschen, de uitkomst is met het oog op de taak dei-
nieuwe Kamer bevredigend.
Te Dokkum zijn bij de op jl. Donderdag gehouden
verkiezing voor leden van de Tweede Kamer gekozen de
heeren rar. W. J. Van Weideren Baron Rengers en E.B.
Kielstra (beiden lib.).
Te Goes zijn gekozen de heeren A. Baron Schimmel-
penninck van der Oye en Jhr. mr. A. F. De Savornin
Lobman (beiden anti-rev. en kath.).
Te Middelburg zijn gekozen de heeren J. P. I. Buteaux
en A. Smit (beiden lib).
Te Zierikzee is gekozen de heer J. J. Van Kerkwijk (lib.).
Als een bewijs, dat van Hoogerhand voor de voeding
der militairen zorg wordt gedragen, kan het volgende
schrijven dienen, dat op 31 Augustus 11. door den hoofd
intendant van het leger aan de voedingscommissiën van de
verschillende garnizoenen is verzonden (aan de voedings
commissie is de zorg toevertrouwd voor al wat de voeding
van den soldaat in het garnizoen betreft).
„Blijkens een schrijven van een voedingscommissie, en
wel uit een garnizoen, waar bijna alle wapens van ons
leger vertegenwoordigd zijn, werden de capucijners indertijd
door de manschappen met tegenzin genuttigd, en wordt in
overweging gegeven in het vervolg geen capucijners te
doen aanschaffen. Naar aanleiding daarvan wordt gevraagd,
of het verstrekken van ration D (capucijners), aan de
manschappen in garnizoen ten uwent, wenschelijk of niet
geoordeeld wordt."
Ten dienste van de Kweekschool voor Machinisten te
Amsterdam, welke school is opgericht in het jaar 1878,
werd gisteren in de Plantage aldaar een nieuw school
gebouw geopend. Met den aanvang van den nieuwen
cursus, welke in 1886 is begonnen en twee jaren duurt,
telde deze school 85 leerlingen.
De heer A. Hage, predikant bij de Ned. Herv. ge
meente te Oosterland op Wieringen, vierde jl. Zaterdag
zijn 40jarigen evangeliedienst.
plekje der aarde
Als Percy de luiheid der ivoorwerkers, waarover van den
morgen tot den avond tegen hem geklaagd werd, begrijpen wilde,
dan kon hij het hier, bekende hij op dezen dag aan zich zeiven.
Beneden aan de kaai van Bellagio zocht hij den eerste op en
vond den gelukkigen man in zijn geheele lengte uitgestrekt op
een lagen muur bij de arkades, die door de heerlijke zon beschenen
werd, met een liedje op de lippen en lachend in het meer starend
of kijkend naar het menschcngewoel om hem heen. Een aardige,
bloeiende vrouw wierp met een ruiker van narcissen en viooltjes
die zij uit een mandje nam naar hem en de handen van een
juichend, halfnaakt jongentje, dat als een ruiter op zijn borst
zat, vingen de bloemen op en sloegen er den vader spelend meê
in het gezicht.
Bij de arkades heerschte eene levendigheid als in een bijenkorf,
aan de tafeltjes der verschillende kooplieden stond het voort
durend vol met inboorlingen en vreemdelingen. Bij deze drukte
voegden zich de gewone werkzaamheden, die de Italianen op
straat plegen te verrichten: moeders, die hunne kinderen wnsch-
tcn, meisjes die hun haar vlochten, schoenlappers, die een paar
schoenen repareerden, terwyl de klant er barrevoets op stond te
wachten, kleermakers, die een of andere aardige figuur de maat
namen en waschvrouwen, die met groote haast bezig waren een
visscherskiel te reinigen, daar de eigenaar er ongeduldig naar
keek. Hoe vurig verlangde Percy hier met het schetsboek te
gaan zitten, te midden van deze menigte van karakteristieke
figuren, die hem omgaf. Sicrlyke dames, bedelende zigeuner
vrouwen, Italiaansche soldaten, monniken, landlieden, priesters en
scharen van bekoorlijke, vuile kinderen, met het donkere krul
haar diep in do oogen en met wangen, rond en week als een
perzik, met heerlijke frissche lippen, waartusschen twee rijen
blinkend witte tanden schitterden en die steeds verzekerden „io
moro di famo!" Het meest interessante model was echter de
arbeider zelf, wien Percy ,in gebroken Italiaansch, Fransch en
Duitsch en met behulp der teekeningen en plannen, eindelyk de
opdracht der firma, waarvoor Matteo sedert jaren werkte, trachtte
mcê te deelen. De lachende jongen werd door den vader op
den grond gezet en voor den forrestiere een plaats op den muur
ingeruimd. Een oogenblik slechts verdween Matteo, om zijn
werkkistje te halen en toen werd de te verrichten arbeid met
veel gebaren en luid geschreeuw van den kant van den Italiaan
verder besproken. Percy was verrast en opgetogen over de
schoonheid en den smaak van het werk, al moest hy ook er
kennen, dat het niet nauwkeurig en zuiver was afgemaakt cn de
Duitsche werklieden by de firma Wolfram, in dit opzicht boven
den Italiaan stonden. Maar er was aan deze voorwerpen iets
van de vroolyke heerlijkheid, die hem omgaf en toen Percy hem
vermaande het werk wat sneller af te maken, greep Matteo, in
plaats van te antwoorden, hem bij den arm, en met de andere
hand ov het meer en het land rondom hem wijzend, vraagde hy
lachend„ma signore mio" zoudt gij op zulk een dag kunnen
werken
Hij glimlachte en gedachten stegen in zyn hoofd op. Hij zag
het nauwe, sombere kamertje van den Duitschen werkman, zoo
als hy het in het Noorden had leeren kennen. Lente, zomer en
herfst kwamen en gingen, maar wat merkte de vlytige in zyn
enge cel daarvan? De buitenlucht was ver, maar de zorg voor
het dagelijksch brood naby, altyd en eeuwig nabij. De onte
vreden vrouw hield voortdurend de hand op om brood voor de
kinderen, en hij zelf? Hij had behoefte aan alcohol, die hem
de kracht moest geven verder te werken. Wie echter had
hier sterken drank noodig? De lucht, met bloesemgeur vervuld,
de zon, de zoete vruchten, die voor armen en rijken beide groei
den, de onveranderlijk goedkoope maccaroni, de mogelykheid om
bijna geheel onder den blauwen hemel te leven, gaf hier de noo-
dige kracht.
De heer Heldern had gelijk: deze gelukkigen hadden onge-
loofelijk weinig noodig; ja, Percy dacht op dit oogenblik, dat
men eigenlijk niets noodig had dan adem te halen en rond te
staren.
De groote stad Milaan met al haar kunstschatten, in welker
beschouwing zijn jonge ziel zich verlustigd had, scheen hem een
kerker toe in vergelijking met deze hemelsche, met kleuren over
goten ruimte, waarin thans zijne oogen ronddwaalden. Het liefst
zou hij ook, evenals Matteo op den muur zijn gaan liggen en,
met de handen onder het hoofd van onder den breeden rand van
zyn hoed, in de verte hebben gestaard. Alles wilde hij vergeten,
Milaan en de firma Heldern, zelfs de firma Wolfram in dekleino
Duitsche stad, waar de lieden op het oogenblik waarschijnlijk
onder regenschermen in de nauwe straten liepen en waar in den
tuin achter het huis, Inka misschien langs den tuinmuur naar
het eerste viooltje zocht. Inka! Als zij hem hier eens zoo lui
en droomend zag zitten! Hy sprong plotseling op en vraagde
naar den weg naar de villa van Heldern. Matteo riep den
jongen en gaf hem last den heer tot aan het hek te brengen,
zoodat hy niet meer verdwalen kon. De aardige, jonge vrouw,
die tot nu toe achteloos tegen den muur geleund en toegeluisterd
had, stak hem een bloem in het knoopsgat en glimlachte tegen
hem. Matteo schudde hem echter als een oude bekende de hand
en strekte zich, toen Percy vertrokken was, weder uit op zijn
eenigszins harde, steenen chaise-longue, om een nieuw dolce far
niente te nemen.
Dit was dus de bezitting van den rijken Duitschen forrestiere
Volgens het gebabbel van den kleinen gids had dit huis
vroeger toebehoord aan een oud vorstelyk geslacht, waaraan de
oude steenen wapenborden herinnerden, hetwelk de marmeren
trappen en de oudmodische, deftige tuinen, die aan het geheel
een rustige pracht gaven, had laten aanleggen. De villa zelf lag
op een kleine hoogte en was in oud-Italiaanschen stijl gebouwd,
met een plat dak, open gaanderijen, groene jalouziën, breede,
overdekte balkons en had een breede trap met kunstig bewerkte
yzeren leuningen tot ingang.
Hier gaf de jonge Duitscher een fooi aan het kind, dat lachend
wegliep, en trad toen het koele voorportaal, met marmeren wanden,
binnen. Een knecht, klaarblijkelijk een Duitscher, met een blond,
goedmoedig gezicht, in rijke liverei, sprong verschrikt op, alsof
bij uit zijn slaapje wakker werd, bracht hem in het ontvangsalon
en ging, toen hij het visitekaartje met den Duitschen naam had
gezien, vergenoegd glimlachend heen, om den landgenoot aan te
dienen. Het hooge vertrek, waarin Percy zich bevond, was nog
ingericht in den ouden stijl, naar den smaak van den vorigen
eigenaar. Aan de muren hingen de beeltenissen der schoone
vrouwen en trotsche mannen van het geslacht, dat hier eenmaal
geleefd had. Percy blikte, als in een droom verzonken, rondom
zich. Een zonderling gevoel beklemde hem plotseling de borst,
een angst overviel hem, zooals hy die nooit te voren gekend
had, Hy kreeg zelfs een oogenblik! in klimmende zenuwachtig-