HELDERSCHE
M N1EEWEDIEPER COURAXT.
Nieuws- ei Advertentieblad voor Hollands noorderkwartier.
1887. N° 117.
Vrijdag- 30 September.
Jaargang 45.
„Wij huldigen
het goede"
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag.
Abonnementsprijs per kwartnal0.90.
franco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Oz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plnataruimte.
Voor winkeliers bij abonuemeut belangrijk lager.
Binnenland.
Het verzekeren van een pensioen voor den werkman op
zijn ouden dag is een goede zaak. Dat erkent een ieder,
zegt het „Sociaal Weekblad". Een ieder echter, die de
tarieven eener deugdelijke verzekeringsmaatschappij inziet,
voegt er bij: maar het is erg duur. Het blad wijst er op,
dat het peperduur is voor wie eerst op rijperen leeftijd een
overeenkomst sluit. Bij het Nederlandsch Werkliedenfonds
heeft een man, die pas op 45jarigen ouderdom gaat deel
nemen, voortaan 42 cents in de week of als jaarpremie
f 21.15, of in eens f220.43 te betalen voor eiken gulden,
dien hij na het bereiken van de 60 jaren iedere week zal
trekken. Doch goedkooper is het, naarmate men eerder
begint. Voor die wekelijksche uitkeering van een gulden
is de week-premie van wie als 20jarige toetreedt niet 26£,
maar cent, voor den 14jarige slechts 5£ cent. Men
moet dus vroeg beginnen. In de boeken van het Nederl,
Werkliedenfonds zijn drie kinderen ingeschreven, niet ten
volle 1, 5 en 9 jaren oud, voor wie hun vader, een mole
naarsknecht, een pensioen heeft gekocht, in te gaan op hun
65ste jaar. Om in deze richting propaganda te maken,
zou het, volgens het „S. W.", in aanmerking verdienen te
komen, belooningen en prijzen, welke aan school- en leer
jongens worden toegekend, uit te keeren in den vorm van
pensioen-contracten.
Het bestuur van het Nederlandsch Werkliedenfonds
schreef onlangs, in „Een woord aan de Nederlandsche werk
gevers", als volgt
Overtuigd, dat de pensioenvorming, wil zij ooit wortel
schieten in het volk, bij jongelieden het eerst moet worden
in practijk gebracht, heeft een afdeeling der Nederlandsche
Pensioenvereeniging het denkbeeld opgevat, aan de uitste-
kendste leerlingen van de ambachtschool of van het weeshuis
de polis van een pensioen te verstrekken, waarop de storting
van het eerste of van de eerste twee jaren heeft plaats
gehad. De afdeeling koestert de hoop, dat het bezit van
zulk een polis den jeugdigen eigenaar zal opwekken de
In een der eerste nummers van het nieuwe kwartaal
zullen wij beginnen het boeiend verhaal „EENE GEHEIM
ZINNIGE GESCHIEDENIS", van den gunstig bekenden
Engelschen schrijver HUGH CONWAY. Daarna volgt
eene nieuwe pennevrucht van Heimburg.
27)
GESLAAGD.
Door ELISE POLKO.
Het schitterende bal, dat men reeds lang voornemens geweest
was te geven, maar dat steeds om onbeduidende redenen was
uitgesteld, zou eindelijk in de villa Heldern plaats hebben. Men
had een groot aantal uitnoodigingen rondgezonden en er het ver
zoek bijgevoegd, dat de gasten gemaskerd en in een of ander
fantastisch kostuum zouden verschijnen. Yan Bellagio tot Como
sprak men over niets dan over de groote voorbereidselen voor
dit feest en ook in de kringen, waarin de heer Heldern zich te
Milaan bewoog, heerschte een zenuwachtige drukte, daar men
niet alleen zorgen moest voor een prachtig, geschikt en pikant
toilet en masker, maar ook behoorde te denken aan allerlei andere
toiletten voor den morgen, middag en avond, want het verblijf
aan het meer van Como zou minstens drie dagen duren en logies
voor de gasten was reeds besteld in de verschillende hótels te
Bellagio. De gastheer zelf had de kostbare kleeding van een
Venetiaan8ch edelman gekozenzijne vrouw hield de keus van
haar toilet geheim, terwijl Percy von Plessen, op haar wensch,
als page zou verschijnen en zijn costuum aan een schildery van
Yeronese ontleend had. Zijn beroemde leermeester had eveneens
een uitnoodiging ontvangen en stelde zich voor het masker van
Leonardo da Vinei, met wien zijn fraai grijs hoofd eenige gelijkenis
had, aan te nemen.
Percy ontving in de laatste week vóór het feest tal van kleine
briefjes van Anna Lore, daar hij zelf, om aan een begonnen
werk rustig voort te kunnen arbeiden, in do laatste dagen niet
meer op de villa was geweest. De briefjes bevatten allerlei bood
schappen, opdrachten tot het koopen van kleine sieradiën, gebabbel
met het motto„je bent onontbeerlijk voor mij," vragen, of de
beslissing omtrent het stipendium nog niet bekend wasdaarbij
kreeg hij bezendingen vruchten en bloemen met uitroepingen als:
„Ik stel mij veel voor van het feest, want jij komt erik ben
niet meer alleen."
In deze dagen van opgewondenheid en spanning werd ook de
overwinning van den jongen landschapschilder bekend. Hij meldde
haar oogenblikkelijk aan den heer Heldern en voegde er een
open biljet bij, met een van vreugde bevende hand aan Anna
Loro gericht.
Omgaand ontving hy een raadselachtig schrijven terug, bijna
onleesbaar, en met vreemde, groote letters geschreven
„Je moogt niet vertrekken. Op den feestavond wacht je een
andere beslissing. Voor mij is het plotseling duidelijk en helder
geworden, hoe het moet komeneven helder moet het jou worden.
Breek je hoofd niet over de woorden, maar kom! Wij zullen
onder deze menigte menschen alleen zijn en ik zal je aanwijzen,
welken weg je behoort in te slaan voor je eigen belang en voor
dat van je Anna Lore.
Percy maakte ditmaal de reis naar Bellagio in gezelschap
van zijn leermeester, die hem gedurende hun verblijf aldaar ook
bij zich wenschte te houden, een voorstel, dat de jonge man
te liever aannam, omdat hij den ouden heer nog in vele opzichten
om raad moest vragen, naar aanleiding van zijn vertrek naar en
zijn toekomstig verblijf te Florence en Home. Juist, toen hij
uit MilAan zoude vertrekken, bracht men hem de brieven uit
storting voort te zetten, welke op dien jeugdigen leeftijd
voor hem of haar niet zeer bezwarend zal kunnen zijn.
Iets dergelijks geschiedt te Parijs, en wel in de openbare
scholen van het 8ste arrondissement. Daar worden aan
leerlingen jaarlijks als prijzen pensioenboekjes uitgereikt,
welke hun op den aangewezen leeftijd een uitkeering van
10 francs 's jaars verzekeren; en aangezien die prijzen bij
goed oppassen van jaar tot jaar aan dezelfden ten deel
kunnen vallen, vermag een leerling, na 5 of 6jarig school
bezoek, met een pensioen-verzekering van 40, 50, 60 francs
de maatschappij in te treden.
In een buitengewone vergadering van aandeelhouders
in de Stoom vaart-Maatschappij „Java", jl. Dinsdag te
Amsterdam gehouden, is zonder debat of stemming bekrach
tigd het besluit van 9 Juli II., om de beide stoomers,
„Soenda" en „Koningin Emma", voor f 689,000 aan de
Maatschappij „Nederland" te verkoopen. Daarvan komt
f 14,000 offlO per aandeel voor de aandeelhouders en de
rest voor de obligatiehouders enz. De Maatschappij zal
1 October a. s. worden ontbonden.
De nieuwe cursus aan de Theologische School te
Kampen is aangevangen met 42 litterarische en 36 theo
logische studenten.
Ds. J. Moll Jbzn., oudste predikant in Nederland,te
's Hage, herdenkt den 13 October a. s. den dag, waarop
hij vóór 65 jaren de Evangelie-bediening te Oosthuizen
aanvaardde.
Voor de vacante betrekking van Burgemeester der
gemeente Gorsel hebben zich, naar verzekerd wordt, niet
minder dan 87 sollicitanten aangemeld.
Aan de harddraverij, jl. Zondag gehouden aan de
Oudesluis, te Zijpe, werd deelgenomen doör 10 paarden.
De prijs, f 30 in contanten, werd behaald door „de Witvoet"
van K. Cz. De Wit, te Zijpe, en de premie, f 15 in con
tanten, door de „Zwarte bles" van L. Leyding, te Zijdewind.
Het etablissement „De Seinpost", te Scheveningen,
schijnt dit jaar goede zaken gemaakt te hebben. Als blijk
Duitschland de eene was van Inka's hand, de andere hand
was hem onbekendhet waren de regels van hare moeder. Hy
las, blozend en met een schittering in zijne oogen, in de coupé
de uitgelaten woorden van het meisje. Tot zijn geluk was
zijn leermeester in een te druk gesprek gewikkeld met andere
reis- en feestgenootcn, dan dat hij het merkteeerst toen Percy
den brief zorgvuldig in de kleine portefeuille had geborgen, die
ook de potloodschets van Inka en het miniatuurportret zijner
moeder bevatte, las hij het schrijven van mevrouw Wolfram.
Inka verloofd Het schemerde hem voor de oogen, het was, alsof
een ijskoude hand zijn hart aangreep, en een hevige pijn zijn
borst beklemde. Als uit de verte drongen de stemmen en vragen
zijner reisgenooten nu tot hem door en hij moest antwoord geven.
Langzamerhand keerden zijne gedachten weer terug, langzamerhand
begon hy de plaats en de omgeving, waarin hy zich bevond, te
herkennen. Men sprak immers van zijne aanstaande studiereis,
van zyne vooruitzichten voor de toekomst, van aanbevelingen
die gewenscht voor hem waren en ten slotte begon zyn oude
leermeester met levendige kleuren de herinneringen aan zyne
heerlijke kunstreizen te schilderen. Wat was toch plotseling
gebeurd met zyn leerling, zoo pas nog vol geestdrift, dat hy
nu zoo stil geworden was, in gedachten verzonken, bleek en
zwijgend voor zich heen staarde? Waarom was het land, naar
hetwelk hij zoo vurig verlangd had, dat land van licht en kleuren,
eensklaps voor hem met een somber floers bedekt Waar was de
vreugde en de gelukzaligheid gebleven, die nog vóór weinige
minuten zijn hart vervulden?
Percy hoorde dan ook, dat de oude schilder een' vriend de
woorden influisterde„Het is hoog tyd dat mijn jong genie zich
ginder bevrijdt uit de rozeketenen van een zekere, allerliefste
Circe. Gij begrijpt my Het zou jammer voor hem zijn I Hoe
spoedig zouden deze zachte banden een keten voor hem worden,
die zyne voeten beletten vooruit te schryden op den weg, dien
hij zoo gelukkig heeft ingeslagen. Na tien jaren, als hij
zich naam heeft gemaakt en wat heeft voortgebracht, kan hy
doen wat hij wil; nu moeten wij nog over hem waken. Hoe
menig talent, niet minder groot dan het zijne, ging op zulk eene
wijze ten onder. Ik zal hem niet meer uit mijne oogen verliezen
tot aan zijn vertrek naar Rome."
Het feest was in vollen ganger heerschte een bont gewoel
in de versierde zalen, op het terras en de tuinpaden, als in een
op het tooneel vertoond sprookje uit de „Duizend en één nacht."
De lucht was zoo warm, het maanlicht zoo helder, de gestalten waren
zoo fantastisch, de stemming was zoo uitgelaten vroolijk, de toon zoo
ongedwongen. Een ieder scheen over zich zeiven tevreden te zyn
en dus ook in een humeur, om anderen aangenaam te vinden
men bewonderde allen, omdat men overtuigd was ook de alge-
meene bewondering op te wekken. De verschyning van den
eerwaardigen Leonardo da Vinei wekte de aandacht, zyn slanke
page echter trok alle vrouwenoogen tot zich en menige
vraag werd gedaan naar den naam van den hooggebouwden,
eleganten jongeling met het edele hoofd, het rijke haar, het fijn-
besneden profiel en de schoone, droomerige oogen. Do sierlijke
dracht van een page, met haar zachte kleuren en den glans van
het fluweel scheen voor deze poëtische gestalte te zijn uitgevonden
en de oude maestro zeide schertsend tot hem„Myn zoon, je
bent te laat op de wereld gekomen je behoort klaarblijkelijk
te huis in den tijd van den grooten Paolo en Titiaan het is
onverantwoordelijk, dat jy de afschuwelijke kleeding der 19de
eeuw moet dragen."
Heldern, die zich in zijn oud-Venetiaansche kleederdracht
buitengewoon voornaam en waardig presenteerde, reikte hem de
hand en glimlachte tot hem. „Schoone page, als gy u wilt voor
van waardeering toch is den heer Frits van Haarlem, voor
de belangrijke diensten en toewijding bij de exploitatie van
de onderneming betoond, een massief' gouden herinneringg-
medaille met een toepasselijke inscriptie geschonken.
Volgens de „Vliss. Crt.", moet de Prins van Wales
na zijn jongste reis, jl. Donderdag per dagmailboot „Enge
land" naar Queenborough, zijne bijzondere ingenomenheid
hebben betuigd met de zeer voorspoedige reis en de voor
treffelijke inrichting van den dienst en de prachtige dag
booten der Maatschappij „Zeeland".
De Prins maakte voor zijn reis van Kopenhagen naar
Londen gebruik van de reisroute over VlissingenQueen
borough, omdat hij langs dien weg veel spoediger Engeland
kon bereiken dan met het Koninklijk Engelsche jacht
„Os'oorne", ofschoon dit laatste te Kopenhagen te zijner
beschikking gereed lag.
Naar de „Haarl. Crt." verneemt, zal het vroeger
aangekondigde nieuwe werk van „Hildebrand" eerlang ver
schijnen bij de Erven F. Bohn te Haarlem en den titel
voeren
„Na vijftig jaar. Noodige en overbodige ophelderingen
van de Camera Obscura".
Tegen het Weekblad „Recht voor Allen" worden
rechtsvervolgingen ingesteld wegens de in de Nos. 56 en 86
voorkomende stukken, getiteld: „De willekeur ten top" en
„Domela Nieuwenhuis en Jeanne Lorette in den kerker."
Jl. Zaterdagmorgen bespeurde een landbouwer onder
de gemeente Leeuwarden, dat gedurende den verloopen
nacht een schaap in zijn land was geslacht en daaruit ont
vreemd. Het mocht der politie evenwel spoedig gelukken,
den dader op het spoor te komen en in diens huis het
versch geslachte vleesch en het vel in beslag te nemen.
Ook werden op den zolder meer uitwendige overblijfselen
van schapen gevonden, waardoor de zekerheid werd ver
kregen, dat men den dader gevonden had ook van meer
diefstallen van vee, in den laatsten tijd in naburige gemeenten
uit de weide verdwenen.
stellen aan mijne vrouw, dan vindt gy haar in de tuinkamer,"
zeide hij vriendelijk.
Percy's oogen gaven zoo levendig zijne ingenomenheid met de
deftige waardigheid van den heer Heldern te kennen, dat deze
zich onwillekeurig de schertsende woorden ontvallen liet„Ik
beval u heden wel voor de eerste maal Is het niet ellendig,
dat sedert eeuwen en zoolang de wereld bestaan zal, de kleeren
den man maken? Wie weet," voegde hij er met zachter stem
bij, naar den jongen man voorover gebogen, „misschien beval ik
heden zelfs aan myne vrouw
Ondanks den onverschilligen toon kon men in deze stem een
verborgen smart opmerken, terwijl een droevige trek zich op zijn
gelaat vertoonde.
Vóór Percy eon woord wist te antwoorden, hadden nieuwe
gasten de beide mannen gescheiden.
De jongeling liet zich verstrooid en zonder doel door den
bonten, lachenden en pratenden menschenstroom meêvoeren. Een
verwarde menigte van gedachten doorkruiste zijn breinslechts
twee gestalten kwamen langzamerhand duidelijk uit den chaos te
voorschijn en bleven hem voor den geest: een klein, fijn meisje
met goudgeel haar, dat op een tuinmuur afscheid van hem nam,
terwijl zij hem een roos toewierp en eon jongeling met een trot-
schen, koelen blik en eigenzinnige gelaatstrekken: Miro von
Tellheim, Inka's verloofde.
Eindelijk vond hij Anna Lore, die gekleed was in een fantastisch
kleed, schitterend van goud, met langen sleep, vonkelend en rijk
als het gewaad eener Koningin. In haar krullend haar droeg zy
een diadeem in den vorm eener kleine krooneen snoer van
schitterende steenen omsloot den hals en glinsterde op haar
schoonen nek en om de polsen. Men verdrong zich om
haar en huldigde haar van alle kanten en zij gaf audiëntie,
met de manieren eener geboren gebiedster. Toen Percy over den
drempel schreed, bemerkte zij hem dadelijk en riep hem bij zich.
„Percy von Plessen, myn waarde landgenoot, gij wordt voor
levenslang tot mijn page benoemd, d. i. gedurende den geheelen
duur van het feest," zeide zij luid en reikte hem hare hand toe,
die hij kuste.„Blijf in myne nabijheid," fluisterde zij hem nog,
op gebiedenden toon, in het oor. Hoe zeker van de overwinning
sprak zy, hoe toonden hare bewegingen, dat zij gewoon was te
heerschen Percy's kunstenaarsblikken moesten haar onwille
keurig volgen, hoe ver zijne gedachten ook van haar verwijderd
waren. Zij vond, te midden van alle vragen en antwoorden,
tusschen het vroolijke, levendige gesprek, dat zy met hare
gasten voerde, door, altyd nog tyd, hem nu en dan een lachje
toe te werpen hem vluchtig, over haar schouder, een scherts
toe te roepen en hem voortdurend onder de macht van haar blik
te houden. Het grootste gedeelte der gasten begaf zich nu
langzamerhand naar den tuin en de gastheer, de Yenetiaansche
edelman, voegde zich bij hen. Aan zyn arm hing op dit oogen-
blik een der schoonste vrouwen van Milaan, de blonde zangeres
Bianca Bellinizij was als Desdemona verschenen en ontvouwde
een waarlijk verblindende bekoorlijkheid.
„Hoe goed passen die beiden bij elkaar," hoorde zij in hare
nabijheid fluisteren en lachen zij volgde met onrustigen blik het
aangeduide paar en haar gelaat betrok een oogenblik. Even
later echter wenkte zij haar page en greep zyn arm. Onder het
neuriën van:
„Andiam la notte bella"
op de wijze der mandolinata, verwijderde zij zich met Percy.
De anderen volgden hen in een vroolijk en levendig gedrang,
maar Anna Lore trok haren begeleider spoedig haastig meê op
een zijpad van den tuin.
„Bevalt dat paar daar ginds jou ook zoo goed als aan die lieden,
die het zoo luid bewonderen," vraagde zy, met groote opge-