door sommigen onder hen te sa&m geroepen, zich vereenigd tot een commissie, die het oprichten vao een standbeeld van Jan Pietersz. Coen te Hoorn tot het doel harer werkzaamheid koos. Het geldt hier, om een woord van Coen zelf te bezigen, iets groots te verrichten en daartoe roepen de ondergeteekenden de medewerking van al hun landgenooten in. Een medewerking die het behoeft wel niet te worden gezegd geldelijke offers vordert. Een medewerking, die gevraagd wordt van allenvoor het standbeeld van Jan Pietersz. Coen moet niet alleen goud en zilver, moet ook de koperen pasmunt worden gegeven. De ondergeteekenden twijfelen niet of tot het gedenkteeken voor een held die nit het volk kwam, in den edelsten zin tot het volk behoorde, in den verhevensten zin voor het volk heeft gear beid, zal het gebeele volk willen medewerken. Met vol vertrouwen richten zij zich daarom tot al hun landge nooten en vragen een bijdrage voor het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen." Uit Batavia wordt dd. 10 September jl. o. a. aan de „N. Rott. Crt." gemeld: „Het telegram, dat ons de benoeming van den schout bij-nacht J. W. Binkes tot vice-admiraal bracht, heeft algemeen veel genoegen gegeven. Zijne statige figuur boezemt ook hen, die hem niet kennen, eerbied in en zijne ondergeschikten dragen hem de hoogste achting toe. Zal hij, met voldoening over zijn werk in geringe mate misschien, maar met voldoening over zijn terugkeer zeker, in Maart of April Indië voor goed verlaten, dan zal dat velen zeker leed doen." Een prachtig, met goud en zilver gemonteerd album afkomstig uit het atelier van de firma Van A reken te Batavia is bestemd om namens de Roomsch-Katholieken aldaar als geschenk te worden aangeboden aan Z. H. Paus Leo XIII. Onder de kroon ziet men het symbool van de geestelijke macht des Pausen: elkander kruisende sleutels, waarvan de een uit goud, de ander uit zilver gedreven. Daarop ligt het naamcijfer LEO XIH als monogram in elkander gevlochten 'en in massief goud a jour uitgewerkt, terwijl onder het monogram 's Pausen familiewapen, eveneens uit massief goud gegraveerd, bevestigd is. Het geheele middenornament is in streng Gothischen stijl opgevat, evenals de uit gedreven goud vervaardigde randversiering of omlijsting van het album. In de hoek- ornamenten zijn de jaartallen 18371887, van massief goud met diamanten gemonteerd, aangebracht. Het geheel is op wit satijn van fijn goud a quatre couleur8 uitgevoerd, zóó dat de hooggele mat-gouden tint den boven toon houdt, en het geheel zacht en rustig van toon is. De standaard met support, waarop het album tentoon gesteld is, is eveneens in Gothischen stijl uitgevoerd en gekroond met een gouden kruis. Jl. Zaterdag ontving de heer Bossen, directeur der Zeevaartkundige School te Vlieland, 't bericht zijner benoeming in gelijke betrekking aan de Zeevaartkundige School te Delfzijl. Zijn heengaan is een groot verlies voor die inrichting. In den gevel van een huis te De Rijp is een gedenk steen aangebracht ter eere van de nagedachtenis der dames Wolff en Deken. Het opschrift luidt: „Hier woonden Elisabeth Wolff, geb. Bekker, en Agatha Deken, in 1770 en 1771." De Rederijkerskamer „Cicero", te Nieuwe-Niedorp, heeft op Vrijdag- en Zondagavond jl. eene openbare voor stelling gegeven, waarvan de opbrengst geheel ten bate van de achterblijvende betrokkingen der onlangs veronge lukte visschers van Egmond aan zee is bestemd. De beide voorstellingen brachten gezamenlijk de voor die gemeente belangrijke som van f 171.45 op, welke aan een der Com missieleden te Egmond aan zee is toegezonden. De ex-Keizerin Engénie wordt tegen 4 November a. s. weder te Amsterdam verwacht, ten einde zich opnieuw onder behandeling te stellen van dr. Mezger. Zij neemt haren intrek in het Amstelhötel. Een der beide tijgers in de Diergaarde te Rotterdam is gestorven. Dit is een verlies van omstreeks f 2000. uit te barsten, daar dit plan mij meer dan ongerijmd toescheen. Een man, die in geen twintig jaren zich ooit verder dan zes mijlen van zijn kluizenaarswoning verwijderd had, kreeg het op eens in zyn hoofd een reis te doen rondom de wereldDit was, op zyn minst genomen, van het eene uiterste overslaan tot het andere. Het feit zelf verblijdde en bedroefde mij tegelijk. Het verblijdde mij, omdat hij eindelijk uit zijn eenzaamheid zou te voorschijn komen, maar het bedroefde, ja, verontrustte mij ïelfs, dat hij door ongesteldheid tot het nemen van dit besluit genood zaakt werd. Reeds lang had ik mij beangst gemaakt, dat een leven, zoo stil en somber als dat 't welk mijn vader leidde, vroeger of later zijn geest, zoowel als zijn-gestel zou ondermijnen. Evenwel, indien er kwaad te vrëezen was, kon dat kwaad alleen door dergelijke maatregelen worden afgewend. Ook vond ik het zeer onaangenaam, dat wij voor zoolang zouden gescheiden worden want ik las tusschen de regels van zijn brief door, dat hij volstrekt geen plan had mij voor te stellen, hem op zyn reis te vergezellen. Toch dacht ik er over, ofschoon ik volstrekt niet overtuigd was, dat mijn vader gezelschap begeerde, het plan te opperen mij met zich te nemen. Doch als hij dit verlangde, zou hij het mij wel geschreven hebben en mij tijd hebben gegeven om toebereidselen te maken. Neen, het was duidelijk, dat hij zich had voorgenomen alleen te gaan en misschien zouden er jaren verloopen eer ik hem terugzag. Na een oogenblik van nadenken, begreep ik dat het misschien verstandig zou zijn, allereerst den heer Grace over den ontvangen brief te raadplegen. Bij gevolg stapte ik na het ontbijt naar Bedford Row. „Goeden morgen, mijnheer Philip," zeide de oude man, toen ik zijn kantoor binnentrad; „ik zat juist aan u te denken." „Dan hebt gij zeker van myn vader gehoord." „Ja, ik heb van uw vader gehoord." - „Hij schrijft mij dat hij een lange reis gaat maken," zeide ik. „Ja, een heele lange reis," was zijn antwoord. „Ik was zeer blijde dit te hooren en ik hoop, dat hij, hersteld naar lichaam en ziel, zal terugkeeren." „Schrijft mijn vader ook of hij verlangt dat ik hem zal ver gezellen „Neen, hij schrijft daaromtrent geen woord, maar ik geloof, of liever ik meen uit zyn brief op te maken, dat hij dit niet verlangt. Er komen een paar zinsneden in den epistel voor, die op u betrekking hebben en die ik slechtB op ééne wijze ver tolken kan." „Gaat hij dus geheel alleen „Ja, geheel alleen," zeide de heer Grace, op zyn gewonen nadrukkelijken toon. „Maar als ik dit zeg, bedoel ik niet, dat hij de eenige reiziger op de spoortreinen of stoombooten zal zijn. Ik bedoel alleen, dat by zich niet door vrienden of betrekkingen zal laten vergezellen." „Heeft hij nog andere vrienden of betrekkingen behalve zijn zoon vroeg ik droevig. „Ik geloof het niet, ten minste geene aan wie hij zich laat gelegen liggen. Maar gy gaat zeker morgen naar Liverpool?" „Natuurlek." In het begin van December a. s. zal het nieuwe Circus-Carré te Amsterdam voor het publiek worden opengesteld. De schoone en heerlijke druiven, die het Westland oplevert, en waarvan de teelt voor vele tuiniers een niet onaanzienlijk deel van hun bestaan uitmaakt, zal dit jaar niet aan de hoop en de verwachting beantwoorden. Vooral in het najaar is zonnewarmte voor deze zuiderplant een volstrekte behoefte en daar die door het natte en gure weder, dat nu reeds zoolang aanhoudt, gemist wordt, zal een groote menigte druiven niet rijp worden. Zelfs zoo genaamde raamdruiyen. loopen gevaar om niet tot volle rijpheid te komen. De langdurige droogte in dezen zomer, waarbij de zon in ruime mate haar warmte mededeelde, schijnt geen vergoeding op te leveren voor het tegen woordige gemis van zonnewarmte. Ware er bij het warme weder van tijd tot tijd meer regen gevallen, dan zou dit natuurlijk den groei bevorderd hebben en het koude en natte weder niet zooveel schade doen. Leverde Wijnmaand zelve nu nog wat zonnig en warm weder, dan zou dit zeker nog eenigszins gebaat hebben, maar dit is zoo niet en de Octobermaand loopt dan ook zachtjes aan naar het einde. Voor het geheele Westland is de mindere productie dezer kostbare vrucht inderdaad een groot verlies. Te Maassluis bestaat op het gebied der politie een zonderlinge toestand. De burgemeester, hoofd der gemeente politie, kan niet gaan. De commissaris mag, daar zijn hooge jaren hem dit niet veroorloven, niet in de avondlucht loopen. De verdere politiemacht bestaat uit twee agenten, die de rust moeten bewaren in de gemeente van ongeveer 6000 zielen, waarboven een vlottende schippersbevolking van ongeveer 150 man. Men heeft nu in den Raad besloten de aandacht van den Commissaris des Konings op dezen onhoudbaren toestand te vestigen. Groote opschudding is te Nijmegen teweeg gebracht door het staken van haar betalingen door de kassiersfirma Cramer, Bender Co. De ramp is zooveel te grooter, wijl zij vooral kleine neringdoenden, kleine renteniers en kleine burgers treft, van welke sommigen totaal geruïneerd moeten zijn. Zoo schiet o. a. een kleine bakker er ruim f 3000 en een instrumentmaker er f' 5000 bij in. Men zegt ook, dat een notaris voor f 100,000 bij het faillissement moet betrokken zijn. Voor een groot gedeelte wordt de val van het huis aan mislukte speculatie in Amerikaansche fondsen toegeschreven. Jl. Zaterdagmiddag liet iemand te Waarde een kar, bespannen met twee honden, in de nabijheid van een draai- enden korenmolen staan,zoodat de honden naar den molen toe liepen. Het geval wilde, dat ze zoo dicht bij de roeden kwamen, dat de kar met honden door één slag der roeden overeen haag geworpen werden en toch in gewonen stand weder op den weg terecht kwam. Er was een spaak in het wiel stuk en een geringe schade aan een der roeden. De „Middelb. Crt.", dié 't verhaal doet, voegt er bij, dat I haar correspondent geen, achterneef van den befaamden Von Münchhausen is. Uit het noorden van ens land wordt gemeld: „Als een bewijs hoe de schapen in waarde gedaald zijn, dient, dat vóór drie jaar 22 a 25 cents per halt kilogram I betaald werd, en thans 15 tot 18 cents. Er zijn dan ook vele van ouds groote schapenhouders, die zich langzamer hand van deze veesoort ontdoen. De varkensteelt wordt intusschen meer algeméeher." Door de politie te'Leeuwarden is de hand gelegd op een paar zeer gevaarlijke bedriegers, die jl. Vrijdag de veemarkt aldaar hadden bezocht. Tegen een veehouder te Langezwaag (Friesland) is eene zeldzame vervolging ingesteld. Op de jongste keuring van stamboekmerries met veulens te Gorredijk, uitgeschreven door de Friesche Maatschappij van Landbouw, behaalde hij den prijs van f 75 met zijne merrie en veulen. Zoodra Ik ging naar Liverpool pn vond daar mijn vader in het Adelphi Hotel. Hij was zoo vermagerd en vervallen en zag er zoo slecht uit, dat ik hem dringend verzocht mij to vergunnen met hem te gaan. Dit verzoek werd echter zacht doch beslist geweigerd. „Ik zal waarschijnlijk twee jaren wegblijven," zeide hij „jaren, die gij later voor uw toekomstige loopbaan als verloren zoudt beschouwen. Bovendien begeer ik alleen te gaan. Ik zal een physische proef nemen, Philip. Als die proef gelukt, zal ik weder tot het maatschappelijk leven terugkeeren. Dan zullen wij weer tezamen zijn en misschien nog nauwer aan elkander verbonden worden." Nooit sedert den avond waarop het gevoel van eenzaamheid mij te machtig was geworden, had hij op zoo teederen toon tot mij gesproken. Ik voelde dat mijn oogen vochtig werden. „O, moge het zoo zijnriep ik uit. „God geve, dat gij moogt terugkomen, om uw plaats weder onder uwe mcdemenschen in te nemen. Want gij zijt een man, vader, zooals er slechts weinigen bestaan." Ik sprak de waarheid. Mijn vader was een man, die zich in eiken kring onderscheiden zou hebben. Ik was geleerd genoeg, om zijn groote kennis en talenten te kunnen waardeeren, die naar mijn eigen standaard te meten en te zien hoe ver hij hoven mij stond. Ik zag dat hij in karakter zoowel als in zijn manieren, een gentleman was in den waren zin van het woord. Betrekke lijk nog jong zijnde, bestond er hoop, dat zijn overige levensjaren njet verloren gingen. Ik rilde bij de gedachte, dat een man van zijn stempel, zijne talenten reeds zoolang begraven had. Hij lachte over het jongensachtige vuur, waarmede ik hem dit compliment maakte. „Wy zullen zien, Philip, wat de tijd en verandering doen zullen. Misschien zullen oude droomen en eerzuchtige plannen weder in het leven geroepen oude smarten verzacht oude schaamte overwonnen oude liefde en oude haat vergeten worden. Zoo niet, dan kunnen wij altijd naar Torwood terugkeeren." „Maar," zeide ik stamelend, „wilt gij, vóór gij van mij heen gaat, mij niet een en ander omtrent uzelven vertellen Ik ben thans een man geworden, die voor u kan voelen en u kan begrijpen. Gij gaat zoo ver weg en zult zoo lang van mij ver wijderd blijven. Indien u iets mocht overkomen, zou ik nooit meer van u weten, dan mij thans van u bekend is." Ik beefde over mijn eigen vermetelheid, maar hij was niet beleedigd. „Grace heeft papieren, waarin alles vermeld staat, dat u noodig is te weten, voor het geval dat ik mocht komen te overlijden. Tusschen twee haakjes, ik heb hem last gegeven, u zooveel geld te doen toekomen of te verschaffen als gij behoeft. Ik vertrouw u onvoorwaardelijk, Philip. Leef zooals gij wilt. Wijd u aan het vak, dat gij gekozen hebt. Evfenwel wil ik u zeggen, dat gij niet bepaald voor uw brood behoeft te werken. Wanneer ik van mijn reis zal zyn teruggekeerd, zullen wij verdere plannen maken voor uw toekomst. En thans moeten wij afscheid nemen." (Wordt vervolgd.) dit bekend werd, zeide „men", dat niet het werkelijke veulen van de stamboek merrie was aangeboden, maar een ondergeschoven paardenkind de prijs werd toen niet uitge keerd en de politie maakte proces-verbaal te^en H. op, wegens poging tot oplichting. Wat er al van een naam worden kan. De naam van den dezer dagen te Amsterdam gepromoveerden heer Asser luidt in de Ilaagsche bladen„Stosser" en het „Rott. N.blad" maakt van hem een „Hosser*. Gemeenteraad van Texel. Zitting van Dinsdag 18 October 1887. Afwezig de heeren J. R. G. Coninck Westenberg en W. Koning; eerstgenoemde met kennisgeving. Na opening der zitting worden de notulen der vorige verga dering gelezen en goedgekeurd. 1. De Voorzitter brengt ter tafel eenige ingekomen provinciale bladen en circulaires. 2. Er wordt voorlezing gedaan van het proces-verbaal van opname der boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger, over het 3de kwartaal 1887. 3. Er wordt gelezen eene missive van HH. Gedeputoerde Staten, waarbij wordt bericht, dat de aanslag in den hoofJelijken omslag van den heer H. W. Kaag is gesteld op f 42. Alle welke stukken voor kennisgeving worden aangenomen. 4. Alsnu wordt gelezen een verzoek van den heer A. Langeveld, klerk ter Secretarie, om zijn honorarium met f 50 te verhoogen. Op voorstel van B. en W. wordt hiertoe besloten. 5. Daarna wordt gelezen een schrijven van de heeren Langeveld en De Rooij, boekdrukkers-uitgevers alhier, verzoekende om in de door hen uitgegeven „Texelsche Courant" kennisgevingen, enz. dezer gemeente te mogen plaatsen, tegen eene billijke tegemoet koming. De Voorzitter zegt, dat bij het Dagel. Bestuur hieromtrent geen bezwaar bestaat om overeenkomstig het verzoek te besluiten, en dat het alzoo bereid is, bij voorkomende gelegenheden, in de nieuwe courant te adverteeren. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 6. Eindelijk wordt gelezen een mi33ive van den heer Hoefnagel, vee-arts, te kennen gevende, dat hij, tengevolge zijner benoeming tot keurmeester 1ste klasse aan het Abattoir te Amsterdam, van zijne sollicitatie naar de betrekking van vee-arts moet afzien. Aangenomen voor kennisgeving. 7. Aan do orde wordt gesteld het vaststellen der gemeente- begrooting, dienst 1888. De Voorzitter noodigt de Commissie van onderzoek uit, daar omtrent rapport uit te brengen. Bij monde van den heer Bakker wordt verklaard, dat er geene aanmerkingen op de begrooting zijn gevallen, en dat hij, namens de Commissie, alzoo voorstelt, dezelve goed te keuren en va3t te stellen. Na eenige discussie brengt de Voorzitter het voorstel in stem ming, dat daarop met algemoene stemmen wordt aangenomen. B. en W. houden zich builen stemming. 8. Daarna wordt door den Voorzitter, namens het Dagel. Bestuur, voorgesteld, om een besluit te nemen tot het beschikken over 4/5 der personeelc belasting over 1888. Nadat het concept-besluit door den Voorzitter is ter tafel gebracht, wordt dit onveranderd vastgesteld en met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter doet voorlezing van een adres aan Z. M. den Koning, ter verkrijging van eenige subsidie, ingevolge art. 49 der wet van 17 Augustus 1878. Wordt goedgekeurd. De Voorzitter zegt de Commissie van onderzoek dank voor het nazien der begrooting en voor het uitbrengen van het rapport. De vergadering wordt voor eenigen tijd geschorst. Na heropening der vergadering wordt aan de orde gestold: 9. De begrooting van het Algemeen Armbestuur. Bij monde van den heer Bakker wordt verklaard, dat hierop geene aanmerkingen zijn gevallen. Hij stelt alzoo, namens de Commissie, voor, dezelve vast te stellen. De Raad vcreenigt zich hiermede. 10. Daarna komt ter tafel de begrooting van het Algemeen Wees huis. De heer Bakker breDgt, namens de Commissie van onder zoek, rapport uit, strekkende, om nadere inlichtingen te mogen ontvangen omtrent den post van onvoorziene uitgaven. De Voorzitter zegt, dat hij niet in staat is al die inlichtingen te geven, welke de Commissie verlangt, maar dat de Raad de begrooting aan HH. Regenten zou kunnen renvoyeeren om nadere toelichting. Nadat verschillende leden verklaarden, dat dit niet noodzakelijk scheen, en het nimmer gebruikelijk was geweest om bij de bc- grooting eene Memorie van Toelichting to voegen, wordt bij meerderheid van stemmen besloten, de begrooting aan HH. Regenten terug te zenden en nadere toelichting omtrent den post van onvoorziene uitgaven te verzoeken. 11. De Voorzitter doet voorlezing eener missive van HH. Gedep. Staten, betreffende eene procedure van het Algemeene Weeshuis contra het Waterschap „Waal en Burg". Aangenomen voor kennisgeving. 12. Aan de orde wordt gesteld eene suppletoire begrooting, dienst 1887. Na mededeeling van den Voorzitter, wordt dezelve vastgesteld. 13. De Voorzitter brengt ter tafel eene missive van den heer Bloemendal, lijn-inspecteur bij den telegraafdienst, inhoudende, dat de persoon van Jan Vos en diens woning ongeschikt zijn voor den telefoondienst. Aangezien zich andere sollicitanten daarvoor hebben opgedaan, stelt hij voor, aan don heer Bloemendal hiervan kennis te geven, met verzoek, te onderzoeken, welke personen en localiteiten daarvoor in aanmerking kunnen komen. De Raad vereenigt zich hiermede. 14. De Voorzitter brengt ter tafel een scbryven van den heer Bosman, te Alkmaar, verzoekende, evenals vroeger, eene subsidie van de gemeente, ad f 1000, voor den stoombootdienst tusschen Texel en Nieuwediep. Na eenige discussiën hieromtrent, wordt by stemming bepaald, de subsidie te verleenen voor 4 jaar, op de bestaande voorwaarden. De heer C. Keijser Pz. vestigt de aandacht op dc slechte be strating in de Waalderstraat. De Voorzitter zegt, daarin zooveel mogelyk te zullen laten voorzien. Genoemde heer Keijser geeft in overweging, in navolging van andere gemeenten, aan B. en W. toe te voegen eene Commissie van bijstand voor openbare werken, enz. Er wordt besloten, dit aan te honden tot eene volgende ver gadering. De heer Dros vraagt, of de vacature van nachtwacht te De Cocksdorp nog zal worden aangevuld. De Voorzitter geeft in overweging, om in die vacature tydelyk te voorzien, met het oog op de nieuwe Verordening voor het Politiewezen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Bakker vraagt, waarom de onderwijzers geen school geld betalen voor hunne kinderen op de school voor M. U. L. O. Dc Voorzitter zegt, dat door hem daartoe pogingen zijn aan gewend, maar dat de onderwijzers zich beroepen op eene be staande Verordening, waarbij zij worden vrijgesteld van betaling voor hunne kinderen op de openbare school, en ook de school voor M. U. L. O. is eene openbare school. De heer Bakker zegt, dat dit geen afdoend argument is. De Verordening is van ouder datum, dan de genoemde school. Hij meent, dat by het maken der Verordening de school voor M. U. L.O.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2