Blijkens een bij het Departement van Koloniën ont vangen telegram van den Gouverneur-Generaal van Nederl. Indië is den 6 dezer een aanval op Edi (Atjeh) afgeslagen, waarbij de vijand een verlies van 51 gesneuvelden (waar onder de aanvoerder) bekwam, terwijl onzerzijds één gewond werd. Door de Regeering is op de Staatsbegrooting een post uitgetrokken, om in gemeenten, waar gebrek bestaat aan geneeskundige hulp, door subsidiën de vestiging te bevorderen van artsen en vroedvrouwen. Aan de gemeente Anna Paulowna is o. a. eene subsidie verleend ad f 300. Binnen weinige weken zal prof. Van derHoeven met de samenstelling van een voorloopig ontwerp van een wet boek van strafrecht voor zee- en landmacht gereed zijn. Dat ontwerp zal worden onderzocht door eene Commissie, hoofdzakelijk uit officieren der zee- en landmacht bestaande, na welk onderzoek het zal worden openbaar gemaakt. Het herhalings-onderwijs te Wieringerwaard is be gonnen met 18 leerlingen. Domela Nieuwenhuis moet, naar men meldt, sedert enkele dagen weer te 's Hage zijn. Hij houdt zich voor loopig op den - achtergrond'. Voor den ambtenaar van den burgerlijken stand te Ezinge (Groningen) verscheen dezer dagen een paar, ten einde in het huwelijk te worden verbonden. Hier bleek meer dan ooit dat oude liefde niet roest. Immers het paar had vóór ruim eene halve eeuw bij denzelfden landbouwer als knecht en meid gediend, toen kennis met elkaar gemaakt, maar verzuimd die aan te houden. Nu, op den leeftijd van 73 en 72 jaar, stappen de nog krasse oudjes het huwe lijksbootje in, zeker denkende dat men nog altijd vroeg genoeg komt! Eéne dezer dagen gehouden vergadering van den Raad van Someren ving aan met eene mededeeling van den Voorzitter, dat het Raadslid Bax hem mondeling te kennen had gegeven de zitting niet te zullen bijwonen, omdat hij 's avonds te voren eene naamlooze briefkaart had ontvangen, van den volgenden inhoud: //Bax, denk er wel aan, als ge u niet aan het accoord houdt, slaat het volk u de hersenen in.7' In deze vergadering waren aan de Orde: een voorstel tot schorsing van het Raadslid R., omdat hij leveringen had gedaan ten behoeve der gemeente, en een voorstel tot het ongevraagd verleenen van eervol ontslag aan den eerst sedert eénigen tijd benoemden gemeente-ontvanger, zonder dat eenige reden voor dat ontslag werd aangevoerd. Eerst genoemd voorstel werd aangenomen; over het tweede staakten de stemmen. In de Treveszaal te 's Hage is gisteren middag onderteekend de internationale overeenkomst tot beteuge ling van den drankhandel in de Noordzee. De onderteeke- ning geschiedde voor Nederland door den minister van buitenl. zaken en mr. Raliusen, voorzitter van het college voor de zeevisscherijen, en voorts voor Engeland, Frankrijk, België, Duitschland en Denemarken door de vertegen woordigers dier Staten. De conventie strekt tot verbod van den handel in sterken drank, zoomede van ruil tegen vischtuigen en andere voor werpen. Kruisers zullen belast worden met het opsporen van overtredingen. Bij -de verkiezing van een lid der Provinciale Staten van Noordholland, in het hoofdkiesdistrict Enkhuizen zijn uitgebracht 919 stemmen. Herstemming tusschen de heeren H. J. K. Van der Steen, die 415, en Jacob Blom, die 231 stemmen heeft verkregen.- Te Kolhorn is de nieuw gebopwde Christ. Geref. kerk ingewijd. Als een bijzonderheid deelt het „Hld." mede, dat een perceel in de Kal verstraat te Amsterdam, dat thans door de firma Perry Co. is aangekocht voor de som van f 36,000, voor ongeveer 86 jaar nog verhuurd werd aan de firma Westerman voor f 200 's jaars. Later werd die som op f 300 gebracht, waarvan nog de huurceel bestaat, en thans wordt door den tegenwoordigen huurder f 3000 betaald. Gemeenteraad van Helder. Zitting van Woensdag 16 November 1887. Voorzitter de heer Burgemeester. dat ik nooit weer een gelaat zou zien veranderen, zooala het zijne in één oogenblik veranderd was. Alle glans alle leven wa3 er op eens uit verdwenen. Het was als steen geworden en zijn oogen waren vreeselijk om te aanschouwen. Hij bleef hen minstens vijf minuten bespieden. Indien die afschuwelijke Ches- ham naar buiten heeft gekeken, moet hij hem gezien hebben, zooals zijn lange gestalte onbeweeglijk in het maanlicht stond en een donkere schaduw op den witten weg wierp. Ja, hij moet daar vijf of tien minuten gestaan hebben, starende naar het ver lichte venster en de midden in de kamer staande gestalten. Toen verliet Lady Estmere den ellendeling en ik zag hem het licht in zijn hand nemen, en een oogenblik daarna was het donker in de kamer. Doch buiten was het licht als de dag en Sir Laurence stond op eenige schreden afstands, als een standbeeld aan den grond vastgenageld." „O, juffrouw Payne!" riep ik heftig uit, „gij moet u vergist hebben. Het moet een ander het kan Lady Estmere niet geweest zyn." „Ik wilde dat ik dit ook kon gelooven. Maar het was mevrouw en niemand anders. Hare fraaie lokken hingen haar los over de schouders en zij was gekleed in het toilet, dat zij dien avond aan tafel had aangehad. Mevrouw kleedde zich altijd heel bijzon der en ik had den kapitein haar dien dag juist hooren vragen, of zij hem het genoegen wilde doen die japon aan tafel aan te trekken, daar hij dit toilet zoo mooi vond. Wie zou daar iets achter gezocht hebben Zij waren neef en nicht en onde vrienden." Het was vreeselijk. Maar ik stelde mij terstond Lady Estmere weder voor zooals ik haar kende en Claudine's woorden: „wat de menschen u ook van haar vertellen mogen," kwamen mij onwillekeurig weder in de gédaehten. Doch ik moost luisteren naar hetgeen juffrouw Payne zelve te zeggen had. „Wat deed Sir Laurence vroeg ik. „Hij scheen eindelijk weder tot bewustzijn te komen. Toen slaakte hij een zucht van wanhoop, maar ik zag dat zyn oogen vlamden. Hij sprong naar voren en ik dacht dat de nacht met een moordtooneel zou eindigen. Maar hij scheen zich te bedwingen en bleef minstens een half uur voor het huis heen en weder loopen, terwijl ik mijne oogen onafgewend op hem gericht hield." „En toen?" „Toen ging de voordeur open en trad de kapitein naar buiten, die met een sigaar in den mond, op de stoep bleef staan. „Ik dacht ja, ik hoopte half dat Sir Laurence hem zou vermoorden, maar hij stapte naar hem toe en keek hem in het gelaat. Ik geloof, dat groote heeren elkander niet naar de keel vliegen zooals wij, burgermenschen." „Hoe, Estmere, zyt ge reeds terug?" zeide de kapitein. Tegenwoordig alh; leden, behalve de heer Jtinzcn. De tribune is vrij talrijk bezet. Na de opening der vergadering door den Voorzitter, worden de nanteekeningen van het verhandelde in do zittingen van 27 September en van 3 October 11. voorgelezen en goedgekeurd. 't Eerst wordt aan de orde 'gestold liet onderzoek van do gèloofBbrieven van het nieuwgekozen Raadslid, den heer E. Frankon. Aan eene Commissie, bestaande uit de heeren Maalsteed, Van Neck en Korver, wordt dat onderzoek opgedragen en de zitting geschorst. Bij de heropening der zitting brengt de Commissie, bij monde van den heer Maalsteed, rapport uit. Zij verzekert, dat zij de geloofsbrieven, door den heer Franken ingezonden, in orde heeft bevonden en stelt mitsdien voor, genoemden heer als lid van den Raad toe te laten. Dienovereenkomstig wordt besloten. Door den Voorzitter worden, namen3 B. en W., den Raad aangeboden de begrootingen van ontvangsten en uitgaven van de gemeente, het Algemeen Weeshuis, het Burgerlijk Armbestuur en de dd. Artillerie-Schutterij, alle voor den dienst van 1888. Volgens een voorschrift, daaromtrent in het Reglement van Orde voorkomende, splitst zich de Raad, tot onderzoek dezer stukken in drie afdeelingen, volgenderwijze lste afdeeling, Voorzitter de heer Burgemeester; leden de heeren Vos, Klik, Verfaille, Govera en Groen. 2de afdeeling, Voorzitter de heer Beukenkamp; leden de heeren Hordijk, Oudenhoven, Van Twisk en Hoogcnbosch. 3de afdeeling, Voorzitter de heer Maalsteedleden de heeren over de Linden, Van Ncck, Korver en Janzen. De vergaderingen dezer afdeelingen zullen plaat3 hebben op 23, 24 en 28 dezer. De Voorzitter deelt mede, dat als leden der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs aan de beurt zijn om af te treden de heeren J. W. Hattinga Raven on mr. J. D. Van Kuijk, terwijl mede eene vacature, ontstaan door het vertrek van den heer J. C. Jansen, moet vervuld worden. Door de genoemde Commissie is de navolgende aanbevelingslijst ingezonden Vacature A: lste candidaat de heer J. W. Hattinga Raven. 2de A. C. Roem. B: lste mr. J. D. Van Kuijk. 2de H. J. G. Benschop. Clste W. Bakker Hz. 2de F. S. C. M. Wijs. Gekozen worden de heeren Hattinga Raven, Van Kuijk en Bakker, respectievelijk met 15, 14 én 14 stemmen. De heeren Roem en Benschop verkregen ieder 1 stem. Aan de orde wordt gesteld de benoeming eener onderwijzeres aan de gemeenteschool No. 7a. Op de voordracht waren geplaatst de dames C. W. Veldhuizen, D. E. Duval en J. Kooger, de beide eersten alhier, laatstgenoemde te Texel. Gekozen wordt mejuffr. Veldhuizen met il stemmen. Op mejuffr. Duval werden 4 stemmen uitgebracht. Op hun daartoe gedaan, verzoek, wordt eervol ontslag verleend aan den heer K. Bouma, als onderwijzer aan de gemeenteschool No. 6, met ingang van 1 December e. k. en aan mejuffr. A. Verhey, als onderwijzeres aan school No. 4, met ingang van 1 Januari a. s. Er geschiedt voorlezing van een door den heer Korver inge diend voorstel, waarin, met verwijzing naar den treurigen toestand van den openbaren weg in de Spuistraat, Prinsenstraat, Hoog straat, Breewater3traat enz., wordt aanbevolen om te besluiten, dat eigenaren van perceelen in die straten worden uitgenoodigd, den openbaren weg aldaar kosteloos aan de gemeente in eigendom over te dragen, en wel bïnnett den tijd van drie maandendat daarbij den eigenaren de verplichting worde opgelegd om, ten kantore van den gemeentc-bntvanger, voor iedere M2 van den weg langs hunne huizefi de som van f 2.te deponeeren en dat het Gemeentebestuur'zich verbindt om, wanneer aan't voren staande is voldaan, zoo:fcpoétfrg doenlijk te voorzien in de drin gende behoefte aan bestrAting1^*). Herhaaldelijk wordt door den heer Korver dit voorstel toege licht en verdedigd. Hijherinnert aan de vroeger gemaakte bepaling, dat alleen straten, die door de eigenaars behoorlijk zijn geplaveid, door de gemeente zullen overgenomen worden. Ondanks die bepaling staan we, zegt spreker, voor het feit, dat voorziening dringend noodig en de toestadd der gcmeente-finahciën niet zoo danig is, dat op kosten der gemeente de zoo noodzakelijke ver betering van den openbaren weg kan worden tot stand gebracht. Zijn voorstel strekt, om de eigenaren van perceelen in die straten te doen weten, dat bij dén Raad de goede wil bestaat om in de behoefte te voorzien en om<:hun den weg aan te wijzen, waarop voorziening te verkrijgen is. Door den Voorzitter wordt mede gedeeld, dat het voorstel-Korver door de Commissie voor de Gemeentewerken ernstig is overwogen, en dat door B. en W. omtrent dat onderzoek een rapport ia opgemaakt, 't welk op zijn verzoek door den Secretaris wordt voorgelezen. Dit rapport bevat de opmerking, dat men'onmogelijk den ingezetenen de ver plichting kan opleggen, bijdragen te leveren voor de bestrating van den openbaren weg* Belanghebbenden kunnen zich, zoo luidt „EllendelingI Gemeene ellendeling!" antwoordde Sir Lau rence. „Toen hoopte ik dat hy hem zou doodslaan maar hij deed dat niet. Groote heeren kunnen zich, geloof ik, beter bedwingen dan wij. Misschien zit het in 't bloed." Zij hield een oogenblik op, waarschijnlijk om de zaak te over denken. „Ga voort," zeide ik. „Wat gebeurde er toen?" „Hij wist terstond wat Sir Laurence bedoelde." „Ik zal u, als gij zulks verlangt, voldoening geven," zeide hij. „Ja," antwoordde Sir Laurence, „ik kan en mag je doodschieten, maar dat is een armzalige voldoening." „Je zult nader van mij hooren," zeide de kapitein, „maar bedenk, Estmere, dat zij my lang toebehoorde eer ge haar mij ontstolen hebt." - „Maak dat je wegkomt!" bulderde Sir Laurence, „of ik sla je dood. GaKapitein Chesham nam zijn hoed af en ging heen. Ik vermoed dat hij naar de op drie uur alstands gelegen stad gewandeld is, doch ik heb hem nooit teruggezien. Zoodra hy verdwenen was, balde Sir Laurence zijn vuisten en maakte hij een beweging alsof hij hem wilde volgen. Maar hij keerde zich om en na nog eenigen tijd heen en weder te hebben geloopen, wierp hij zich op het gras en barstte in hartverscheurend snikken uit. Toen liep ik naar huis en ging naar mijn kamer." „Is dat alles wat gij te vertellen hebt „Alles. Alleen moet ik er nog bijvoegen, dat ik niet geloof dat hij vóór den morgen het huis is binnengegaan. De andere bedienden hebben mij later verteld, dat mevrouw, die hem het eerst zag en hem "tegemoet ging, een oogenblik later met een onherkenbaar gelaat in hare kamer terugkwam, en dat Sir Lau rence kort daarop aan de kinderjuffrouw bevel gaf, dat zij het goed van den oudsten jonker moest inpakken, omdat zij voor langen tijd pp reis gingen. Een uur later reed hij met hem weg. Den volgenden morgen vertrok mevrouw met het kleintje alleen naar Londen. Sedert heb ik mijnheer noch mevrouw ooit terug gezien. Aan de bedienden werd het loon uitbetaald, het hnis werd gesloten en de vader van Jan werd huisbewaarder op Estmere Court. Kort daarna ben ik met Jan getrouwd en tien jaren geleden is de onde man gestorven en toen is Jan huisbe waarder geworden in. zijn plaats. Later heb ik gehoord dat Sir Laurence en kapitein Chesham samen afgerekend hebben en dat de kapitein er bijna het leven bij had ingeschoten." „Sir Laurence heeft hem ten minste kreupel gemaakt voor zijn leven." „Ja, dat heb ik ook gehoord en ik was ér bly om, want Ches ham is de grootste schelm, die er bestaat." (Wordt vervolgd.) verder het rapport, te dc-zcr zake tot het Gemeentebestuur wend.-n, in welk geval daarop kan worden gelet. De Voorzitter stelt ■vervolgens voor, eene Commissie van onderzoek te benoemen, cn het rapport dier Commissie in eene volgende vergadering te behandelen. De heer Korver verduidelijkt zijne bedoeling en verzet zich tegen de benoeming eener Commissie. Ilij heriunert, dat cr dit jaar reeds drie Commissiën zijn benoemd, zonder dat ze nog eens vergaderd zijn geweest. Als ook deze zaak aan eene Commissie wordt opgedragen, vreest spreker, dat de gewenschte verbetering wel kans heeft tot den jongsten dag verdaagd te Worden. De heer Van Neck acht de benoeming eener Com missie geheel overbodig, nu na het onderzoek iu de Commissie voor de Gemeentewerken liet rapport van B. en W. ter tafel i3 gebracht. Nadat de Voorzitter de wenschelykheid van de benoeming eener Commissie nog nader heeft verdedigd, sluit zich de heer Beukenkamp bij den heer Van Neck aan. Ook de heer over de Linden acht de zaak rijp voor beslissing cn vraagt stemming over de conclnsie van het rapport van B. en W. De heeren Korver en over de Linden repliccerenterwijl de heer Van Neck aantoont, dat niet de Raad, maar de belang hebbenden aanbiedingen hebben te doen. De heer Korver bestrijdt die mcening, verzet zich er tegen dat een lid van den Raad zoodoende minder recht zou hebben dan belanghebbenden om voor stellen te doen en komt op tegen den heer over de Linden, die hem, spreker, daar straks zelfs in de rede is gevallen, en verhinderde met spreken voort te gaan. De heer over de Linden dringt, zonder verdere repliek, opnieuw op stemming aan. De heer Oudenhoven merkt op, dat de Voorzitter het rapport, waarover nu zou gestemd worden, weinig belangrijk heeft genoemd. De heer Vos geeft in overweging, te stemmen over de vraag: zal cr eene Commissie worden benoemd of niet? De discussie eindigt hiermede. De conclusie van 't rapport van B. en W., strekkende om te verklaren, dat het niet ligt op den weg van den Raad om de eigenaren van perceelen in bedoelde straten tot bijdragen in de kosten voor bestrating uit te noodigen, wordt aangenomen met 13 stemmen. Do heeren Korver en Oudenhoven onthielden zich van 3temming. Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat, met goedvinden van den voorsteller, de behandeling van liet voorstel van den heer Korver, tot wijziging van het Reglement van Orde, tot eene volgende zitting wordt verdaagd. Namens B. en W. wordt voorgesteld, om het bedrag van f 3000, toegestaan aan do Commissie, die zich belast heeft met het beheer over den reinigingsdienst, voor het aanschaffen van materieel, enz., te verhoogen met f 8C0 voor den bouw eener woning voor den stalbaas bij de gemeente-reiniging. Dit voorstel geeft den heer Van Ncck aanleiding, om zijne bezwaren te ontwikkelen tegen de wijze, waarop de kosten voor den reinigingsdienst ver antwoord en waarop aanvragen als deze gedaan worden. Z. i. kon de Commissie voor de reiniging gerust ook in deze zaak zelve beslissen, terwijl zij dan daarvan later in haar rapport kon melding maken. De heer Maalsteed verdedigt deze voordracht en de wijze van handelen. Hij vreest, dat de bestryding des heeren Van Neck voortspruit uit de omstandigheid, dat die spreker verzuimd heeft do stukken in to zien, waardoor hy opmerkingen maakt, die het vermoeden zouden doen ontstaan alsof er zaken voorvielen, welke het daglicht niet kunnen verdragen. De heer Van Neck repliceert en verzekert dat over zaken, die het daglicht niet kunuen verdragen, hier niet wordt gesproken. Spreker vraagt waarom ook voor andere uitgaven voor den reinigingsdienst niet dc toestemming van den Raad wordt aan gevraagd; waarop de heer Maalsteed doet uitkomen, dat zulks geregeld geschiedt voor alle uitgaven, die eenigszins van belang zijn. Het voorstel, strekkende om het reeds toegestane bedrag van f 3000 met nog f 800 te verhoogen, wordt aangenomen met 9 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren Klik en Korver. De heeren Oudenhoven en Van Neck bicven bniten stemming. Met eenparige stemmen wordt besloten, om aan de gemeente toebehoorendc gronden achter de erven aan de Loodsgracht, tas- schen „Tivoli" en de Looiersteeg, aan de eigenaars der perceelen aldaar te verkoopen voor f 2.perM2. Zoo de eigenaars zulks niet verkiezen, zal die grond publiek worden verkocht. (De hoer Oudenhoven verlaat de vergadering.) Op zijn daurtoe gedaan verzoek wordt met eenparige stem besloten, den heer M. Marmelstein, commissionair in effecten alhier, te benoemen tot makelaar. Er geschiedt voorlezing van een adres van het Bestuur der onlangs alhier gestichte Schilders-Vereeniging, welke Vereeniging reeds ruim 30 leden telt, en die zich de beoefening van het schildersvak ten doel stelt. Adressanten geven te kennen, dat deze Vereeniging in eene bepaalde behoefte in deze gemeente voorziet. Op voorstel des Voorzitters, wordt deze mededeeling voor kennisgeving aangenomen, en wordt der Vereeniging den zedelijken steun van den Raad toegezegd. Eindelijk geschiedt voorlezing van een adres van den heer J. P. Van Varik, hooffl der gemeenteschool No. 7b. Adressant doet daarin het verzoek, dat de toelage, ad f 100, welke hij 's jaarlyks ontvangt voor het houden van avondschool, met het oog óp verbetering van zijn pensioen, worde gevoegd bij zijne vaste jaarwedde. De Voorzitter bestrijdt dit verzoek, en zou in het toestaan daarvan, hoe eenvoudig het gelijkt, eene onregel matigheid zien. 't Verzoek wordt door den heer Vos onder steund, ook met het oog op den aard der school, aan wier hoofd de heer Van Varik is geplaatst. De heer over de Linden wijst er op, dat de heer Van Varik de bewuste toelage geniet uitsluitend voor het houden van avondschool, en dat het volstrekt niet zeker is, (dat die steeds zal blijven bestaan. Op het ver zoek van adressant wordt, met 11 tegen 3 stemmen, afwijzend beschikt. Vóór het toestaan van het verzoek stemden de heeren Vos, Groen en Van Neck. Tot onderzoek van eenige ingekomen bezwaarschriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag, dienst 1887, wordt de openbare zitting opgeheven, en wordt de vergadering met gesloten deuren voortgezet. By de rondvraag, welke na de heropening der openbare zitting volgde, wordt er door den heer Van Neck op aangedrongen, dat het bouwen der woning voor den stalbaas, waarvoor zooeven de som van f 800 is toegestaan, in het openbaar zal worden aanbe steed. De heer Beukenkamp sluit zich bij dien wensch van den heer Van Neck ten volle aan. De zitting wordt hierop gesloten. Het is den verslaggever niet mogelijk, geheel nauwkeurig het voorstel weór te geven. Hij moest dit gedurende dc voor lezing zoo goed mogelijk in schrift brengen. Gemeenteraad van Schagen. Zitting van Woensdag 16 November 1887. In deze zitting werd, na voorlezing en goedkeuring van de notulen der beide voorgaande vergaderingen, mededeeling gedaan van een schrijven van HH. Gedeputeerde Staten dezer provincie, ten geleide van eon goedgekeurd Raadsbesluit, tot kwijting uit den post voor onvoorziene uitgaven tot een bedrag van f 140.38. Aangenomen voor kennisgeving. Daarna werd opnieuw vastgesteld de verordening tot heffing eener belasting op het ondernemen van danspartyen, aangevuld overeenkomstig de deswege gemaakte bedenkingen door HH. Gedeputeerde Staten en zal die verordening alsnu worden onder worpen aan de Koninklijke goedkeuring. Vervolgens werd den Raad tot het doen eener benoeming aan geboden, eene door B. en W. opgemaakte, door den Arrondisse- ö^nts-Schoolopziener goedgekeurde voordracht, ter voorziening in de vacature van hét onderwyzend personeel aan de gemeenteschool, ontstaan door het vertrek in April jl. van den onderwijzer met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2