de ellenden die den mensch treffen kunnen, laten zich nu
eenmaal niet verjagen of bannen, evenmin door geschreeuw
en geweerschoten als door tooverformules of bezweringen.
Wat het lot ons in 't nieuwe jaar toebedeelt, zullen wij
geduldig en onderworpen moeten dragen. Maar we kunnen
toch een bede voor elkanders geluk slaken; wij-kunnen
elkander toch toewenschen, dat elks lotsbedeeling zoo gun
stig mogelijk moge zijn en het goede dë overhand behoude
op het kwade. En met het uitspreken van dien wensch,
terwijl wij elkander met warmte de hand drukken en vol
vertrouwen in de oogen zien, leggen wij ieder voor zich
tevens de stilzwijgende, innig gemeende belofte af, dat wij
elkaar „houw en trouw" zullen blijven en elkaar zullen
bijstaan om de goede wenscben, die wij elkander hebben
toegebracht, te helpen verwezenlijken.
't Behoeft geen vraag meer te zijn, of dat niet de beste
manier is om de „booze geesten" te bannen, die zicli mis
schien reeds toerusten om ook weer in den nieuwen jaar
kring huis en haard te bedreigen. Laat ze komen: zij
zullen ons niet zonder wapenen, en althans niet zonder
hulp vinden! Der vaderen spreuk van: /Eendracht maakt
macht" blijke ook voor het tegenwoordig geslacht proef
houdend en waar, zoowel voor heel ons volk in het alge
meen als voor elk gezin in het bijzonder. Ja, bovenal
voor elk gezin! Den band, die allen saambindt, op de
grens des jaars te versterken en nauwer aan te halen, is
de heerlijke beteekenis van deze gewichtige uren. Tegen
al de „booze geesten", die ons bedreigen, ziekten en
lijden, tegenspoed en onrecht, laster en bedrog, en wat
namen zij verder dragen zullen wij ons of- en defensief
verbond hernieuwen, een verbond van hooger kracht dan
er ooit een tusschen vorsten en koningen is gesloten. Daar
geven wij elkaar op den Oudejaarsavond de hand op; op
die belofte steunend, zetten wij op den Nieuwjaarsmorgen
met goeden moed onze levensreis voort. Geen twijfel, of
we zullen ook in het nu aangebroken jaar weder behoefte
hebben aan elkafirs steun en bijstand, evenzeer in den
huiselijken kring als daarbuiten. De eischen des levens
worden hoe langer hoe zwaarder en moeilijker, de strijd
om het bestaan kost allengs meer inspanning, en de con
currentie op elk gebied van het menschelijk streven en
werken doet zich steeds merkbaarder gevoelen. Het hoofd
boven water te houden," wordt voor velen een schier on
mogelijke taak. Vriendenlaten we daarom op de grens
van 1887 en '88 wederkeerig de belofte afleggen, dat we
elkaar zullen steunen en helpen waar we kunnen. De
smart die doorstaan-, het leed dat doorworsteld is in het
achter ons liggende jaar, zijn niet meer te herstellen;
maar het nieuwe jaar willen we samen intreden met het
heilige voornemen om milder dan ooit te zijn »met onze
offers op het altaar der broederliefde, en zoo het leed te
voorkomen, of althans te verzachten, dat ons bedreigen
mocht. Dan zal er waarachtig sprake kunnen zijn van het
„heil" en den zegen", elkander wederkeerig toegewenscht.
De sterke steune den zwakke; de rijke worde overvloedi
ger in milddadigheid jegens den ellendige, en er zal iets
in vervulling komen van de roepstem, die Jan Van Beers
in zijn /Nieuwjaarsgedicht voor den arme" op zoo roerende
wijze tot de gunstelingen der fortuin richt en waarmede
ik ditmaal mijne Oudejaars-bepeinzing sluiten wil:
,/Ik heb mijn lied! en kan het rond doen schallen,
En tot de rijken roepen: *0, gij allen,
Die 's Heeren gunst in overvloed geniet,
Denkt toch, als gij, van gade en kroost omgeven,
En, vol der zegeningen van het leven,
Toch nog van zegen voor het Nieuwjaar spreekt;
Denkt dat zoo menig wees, zoo menige oude,
Zoo menig weduw honger lijdt en koude,
En slechts wat vuur en brood van Gode smeekt!
Denkt dat aan al het zin- en zielsgenoegen,
Bij 't feestgedruisch u op deez' dag vergund,
Gij nog een eedier heilgenot kunt voegen:
Dat gij eens broeders tranen drogen kunt!
O laat, laat, aan den ruimen disch gezeten,
Door Godes hand op aarde u toegemeten,
well. Alle vrees, dat mijn metgezel niet welkom zou zijn, was
verdwenen, daar de beide mannen elkander hartelijk begroetten.
Zoodra juffrouw Lee van hare verbazing bekomen was, ging
zij naar de keuken om ons een goeden maaltijd te bezorgen,
terwijl wy on3 naar onze kamers begaven, om ons wat op te
knappen.
Ik verkleedde mij en mijn raam openende, keek ik naar buiten.
Het oude geluid der tegen de kust slaande golven wekte duizend
herinneringen in my op. De frissche zeewind deed mij goed.
„Ondanks hare somberheid," dacht ik, „heb ik dezo eenzame
woning lief."
Terwijl ik zoo stond te peinzen, voelde ik een arm om mijn
hals. Het was die van mijn vader. Hij was-zachtjes binnenge
komen en stond thans naast mij.
„Ons bezoek heeft u zeker verrast," zeide ik opgewekt.
„Neen, ik heb verwacht u te zien. Ik dacht wel dat gy spoedig
komen zoudt."
„Ik ben in lang niet bij u geweest," zeide ik, met plotselinge
gewetenswroeging.
„Dat is niets. Houdt gij veel van mij, Philip?" vroeg hij
plotseling, op hoog ernstigen toon.
„Gy weet, dat ik u innig lielheb. Ik wilde dat ik u dit op
eenigerlei wyze kon toonen."
Hij zuchtte. Ik verwachtte dat hij mij weder vragen zou, mijn
engagement met Claudine te verbreken. Maar bij deed dat niet.
„Zult gij, als ik mocht komen te sterven, altijd in liefde aan
mij blijven denken, mijn jongen?"
Ik keerde zijn gelaat naar het licht en zag hem aan. Een
droevig lachje speelde om zijn lippen.
„Waarom zegt gij zulke dingen?" riep ik uit. „Gy zijt toch
niet ziek?"
„Neen, ik ben niet ziek, Philip. Ik voel mij sterker en beter
dan ik in jaren geweest ben."
„Waarom spreekt gy dan zoo droevig? Gij zijt gedrukt, vader.
Maar hoe kan dat anders, daar gij uwe dagen in volslagen
eenzaamheid doorbrengt. Rothwell en ik zullen u wat opvroolij-
ken."
„Ja, dat zult gij. Ik hoor Rothwell naar beneden gaan."
„Zijt gij gereed?"
Ik liet mijn arm door den zijnen glijden en zoo gingen wij de
trap af naar de eetkamer.
„Ik ben blijde dat gij mij niet langer laat wachteD," riep
Rothwell uit, „daar ik flauw ben van honger. Doch ik heb een
onbeperkt vertrouwen in juffrouw Lee. De Devonshirsche heide
lucht geeft den mensch een verwonderlijken eetlust."
Hij sprak op luchtigen toon, maar toch kwam het mij voor dat
zijn opgewektheid min of meer gekunsteld was. Mijn vader gaf
geen antwoord op die uitbundige vroolijkheid van zijn gast, maar
reikte mij den sleutel van den wijnkelder over.
„Haal een flesch champagne en een paar flesschen Lafite. Gij
weet waar zy te vinden zijn." (Wordt vervolgd.)
Een kruimken vallen voor die hongrig zijn!
Laat van uw honig en laat van uw wijn
Een dropje glijden in hun bittren beker!
En dan weest van Gods hoogsten zegen zeker:
Dan zal u 't Nieuwjaar dubbel zalig zijn
31 December 1887. A.
LEO XIII.
De aandacht van heel de wereld, van katholieken en van niet-
katholieken, is in deze dagen gevestigd op het vijftig-jarig priester
jubileum van Paus Leo XIII, dat weldra met grooten luister zal
gevierd worden.
Van alle zijden stroomen reeds de stoffelijke huldeblijken naar
het oude Rome, waar het Vaticaan zich verheft, 's Pausen paleis
en onder de geschenken, welke door de treinen van Noord en
Zuid, van Oost en West naar de oevers van den Tiber gebracht
worden, vindt men van het rijkste en kostbaarste tot het poverste
en eenvoudigste.
Maar hetzij zij blinken van het edelste goud en fonkelen van
de heerlijkste edelgesteenten, hetzij zij ile duidelijkste bewijzen
leveren van de armoede der gevers die geschenken zijn alte-
maal bewijzen van hoogen eerbied en onbegrensde hoogachting
voor een priester, wiens geheele leven een toonbeeld was van
deugd, van werkzaamheid en van adeldom des geestes.
Vincenzo Joachim Pecci werd den 2 Maart van het jaar 1810
te Carpineto geboren. Na van zijne moeder, eene edele en zeer
ontwikkelde vrouw, het lezen geleerd te hebben, werd de kleine
Vincenzo met een ouderen broeder naar Rome gezonden, waar
hij een jaar bij een zijner ooms doorbracht, alvorens op een
Jezuitenschool te Viterbo geplaatst te worden.
Vincenzo bleef zes jaar op die school, om zich daarna, in
het jaar 1824, te doen inschrijven bij het Collegium te Rome.
Hij woonde er de lessen der beroemste professoren bij en onder
scheidde zich boven al zijne mede-leerlingen door zijn werkzaam
heid en zijn grooten aanleg.
In dien tijd was het ook, dat de latere Leo XHI de overtuigendste
bewijzen gaf van zijn machtig talent als dichter.
Na met ijver de philosophie en de literatuur bestudeerd te
hebben, begon VÏDCenzo Pecci zich op de theologie toe te leggen,
en had bij deze studie zóóveel succes, dat hij reeds in 1832 tot
laureato in deze wetenschap benoemd werd. Sedert dat tijdstip
verwisselde de toekomstige paus zijn naam Vincenzo mot dien
van Gioacchino.
Eenmaal in het bezit van het theologisch diploma, liet hy zich
opnemen in de Academie der hooge geestelykheid. Hij behaalde
er nieuwe lauweren en kon reeds op 27jarigen leeftijd de Academie
verlaten, om daarop als referendaris tot de concregatie „Boon
Governo" toe te treden.
Op den 31 December van het jaar 1837 vierde Gioacchino
Pecci in de kapel van Sint-Stanislas Kotska zijne eerste mis,
zeker zonder in het minst te vermoeden, dat hij vijftig jaren later
als Paus Leo XIII een mis zou lezen in den Basiliek van Sint-
Pieter te Rome, ter gelegenheid van zijn vijftigjarig priesterjubileum.
Ten warmste door de kardinalen Lambruschini en Sala bij Paus
Gregorius XVI aanbevolen, werd monseigneur Pecci in 1838 tot
pauselijk gedelegeerde te Benevento benoemd. Nauwelijks echter
had hij zich op zyn post begeven, of hij werd zóó ernstig ziek,
dat men voor het behoud van zijn leven vreesde.
Gelukkig weder hersteld, wijdde mgr. Pecci zich met groote
geestkracht aan zyne taak en maakte zich opnieuw hoogst ver
dienstelijk. Paus Gregorius XVI beloonde zijn ijver door hem
twee jaren later de geestelyke administratie toe te vertrouwen
van eene groote stad, en wel van Perouse.
In de eerste dagen van 1843 werd mgr. Pecci daarop tot
nuntius te Brussel benoemd, na korten tijd te voren tot bisschop
van Damiate gewijd te zijn.
Achtereenvolgens bekleedde mgr. Pecci verder de posten van
hoofd van den diocese van Perouse en, eenige maanden voor den
dood van Pius IX, den opvolger van Gregorius XVI, die
inmiddels gestorven was van kardinaal-kamerling (1877).
Den 7 Februari van het jaar 1878 overleed Pius IX en korten
tijd daarna werd mgr. Gioacchino Pecci met 44 stemmen door
het Conclave tot Paus gekozen.
Eenmaal als hoofd der Katholieke kerk opgetreden, was zyn
eerste werk, te trachten, den vrede tnsschen het Vaticaan en de
mogendheden te herstellen. En nooit heeft Leo XIII degelegen-
heid laten voorbijgaan, om aan de Katholieke kerk de sympathie
te verzekeren der volken en der souvereinen.
In de politiek, welke hij volgde, legde hij eene verstandige
gematigdheid aan den dag.
Zijne' grootste kracht zocht hij in het tot stand brengen van
het goede, het beschavende. Zoo hebben de scholen te Rome,
en ook de geestelyke inrichtingen van onderwijs elders, onnoe
melijk veel aan zijne bemoeiingen te danken. Een groot aantal
kerken, liefdadige gestichten, ziekenhuizen, enz., allen opgericht
met geld uit zyn particulier vermogen, zullen mede aan het
nageslacht den lof verkondigen van een Paus, die, zich zeiven de
strengste Eischen stellende, vol goedheid en vol liefde voor anderen
was, en een ieder, van welke gezindte ook, een schoon voorbeeld
heeft gegeven van wat deugd en werkzaamheid vermogen.
Wanneer dan ook den 2 Januari van het jaar, dat voor de deur
staat, hoog boven het Vaticaan de heerlijke tonen zullen opstygen
van de jubelcantate van Gounod, in de oerezaal van het Pauselijk
paleis door de koorknapen gezongen, dan zal geheel de wereld
meêjubelen ter viering van het gouden feest van Paus
Leo XIII. (Avondpost.)
Binnenland.
De Koninklijke familie is jl. Donderdag van het Loo in
de residentie teruggekeerd. De Koning zag er best uit.
De Koningin en Prinses Wilhelmina, ieder vergezeld
van eene hofdame, deden gisteren in prachtige narresleden
een tocht door en om de stad.
Dinsdag a. s. vangt de Prinses aan met het nemen van
pianoles bij den Hof-pianist, den heer S. Stortenbeker.
Uit Baarn wordt aan het „U. D." gemeld:
„Evenals elk jaar het geval is, wordt ook dit jaar door
HH. MM. den Koning en de Koningin aan eene commissie,
bestaande uit den burgemeester, den predikant der Herv.
gemeente, den pastoor en nog twee leden, de belangrijke
som van f 1700 verstrekt, om daarvoor gedurende den
winter kleederen en levensmiddelen aan de behoeftigen dezer
gemeente uit te deelen.
De eerste uitdeeling voor dezen winter had jl. Zaterdag
plaats, waarbij door den burgemeester de bedeelden tot
dankbaarheid werden aangespoord aan de voi'stelijke gevers,
die genoemde som jaarlijks toestaan in navolging van de
Koningin-moeder en Prins Hendrik.
Den 10 Maart 1888 vieren de Prins en Prinses van
Wales hun zilveren bruiloft.
Ter vergadering, jl. Donderdag te Schagen gehouden,
van kiezers in het hoofdkiesdistrict Alkmaar, daartoe uitge-
noodigd door die bestuursleden der oude Centrale Kies-
vereeniging, die in het thans gewijzigde district wonen,
waren 32 personen tegenwoordig, die zich, evenals dit te
Alkmaar geschiedde, in beginsel verklaarden voor de
oprichting eener nieuwe Centrale Kiesvereeniging. Aan
de Commissie werden uit deze vergadering toegevoegd
de heeren J. Rijkes, W. Schermerhorn en J. L. T. Grone-
man. De volgende vergadering zal Woensdag 4 Jan. a. s.,
's avonds 6 uur, te Zuidscharwoude gehouden worden.
Door de directie over de wegen en vaarten tusschen
de zes Noordhollandsche steden is in beginsel besloten, de
bermen der wegen te beplanten.
De beer A. B. Mentz, eenige dagen geleden op Ter
schelling overleden, heeft zijne zeer belangrijke bezittingen,
onder levenslang vruchtgebruik voor zijne weduwe, vermaakt
aan de gemeente Terschelling, om daarvan later een naar
hem te noemen fonds te stichten, waaruit alsdan bestaande
Vereenigingen of corporatiën toelagen kunnen ontvangen.
Te Haarlem is jl. Donderdag aanbesteed:
1. Het driejarig onderhoud van- en het uitvoeren van
eenige vernieuwingen en herstellingen aan de werken,
behoorende tot het Noordzee-kanaal, in drie perceelen.
Raming 1ste perceel f 21,120 per jaar, 2de perceel f 14,887
per jaar, 3de perceel f 14,224 per jaar. Minste inschrijver
lste perceel L. Kok, te lJmuiden, ad f 18,700; 2de perceel
dezelfde, ad f 13,540; 3de perceel B. Vermolen, te Weesp,
ad f 12,690.
2. Het driejarig onderhoud der Rijkszee- en havenwerken
op het eiland Vlieland, behoorende tot de zeewerken in
Noordholland. Raming f 35,000 per jaar. Minste inschrijver
T. Volker Cz., te Sliedrecht, ad f 30,300.
3. Het leveren en plaatsen van meerpalen langs het
Noordhollandsch Kanaal. Raming f 2555. Minste inschrijver
G. D. Van Doorn, te Amsterdam, ad f 2200.
4. Het wegnemen van een wrak in de Zuiderzee. Minste
inschrijver J. Van der Wouw, te Harlingen, ad f 797.
f Men schrijft ons van Texel, dd. 31 dezer:
„In het kerkgebouw der Hervormde gemeente te Oude
Schild, zal in het begin van het volgend jaar een orgel
worden geplaatst. Aan zulke muziek, ter begeleiding van
het kerkgezang, werd daar reeds sedert lang behoefte gevoeld."
Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd. 30 dezer:
„Op den tweeden Kerstdag zijn alhier in het Evangeli
satielokaal op het Breezand, door ds. Van Son, van Am
sterdam, tot opzieners bevestigd de heeren: Akkerhuis Sr.
en Klomp, tot armverzorgers de heeren Koole en Donselaar,
allen in dienst van de Nederd. Geref. kerk (doleerende).
Naar wij vernemen, bestaat eveneens van die zijde het
voornemen, alhier een tweede Kiesvereeniging op te richten.
De bestaande Kiesvereeniging „Algemeen Belang" wint
voortdurend in ledental. De nieuwe kiezerslijst bevat de
namen van 235 personen, welke het kiesrecht zullen bezitten
voor leden van den Gemeenteraad, Provinciale Staten en
Tweede Kamer. Dit is een vermeerdering van ruim 100
percent. Moge ook in evenredige mate de belangstelling
in de publieke zaak winnen.
Gisterenavond hield de lieer Carten, van Maastricht, in
„Veerburg", eene voordracht over landbouwkunde, tot groot
genoegen der aanwezigen; het gehoor was echter minder
talrijk dan men had mogen verwachten."
Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 30 dezer:
„De heer mr. A. P. De Lange heeft zijn ontslag genomen
als lid van den Raad dezer gemeente, om. redenen „van
persoonlijken en algemeenen aard".
Dat is een gevoelig verlies voor den Raad dat is
jammer voor Alkmaar.
De heer De Lange toch was iemand, die de algemeene
sympathie van Alkmaar's ingezetenen wegdroeg; die aan
een scherpzinnig oordeel echte humaniteit paarde en wiens,
plaats niet zoo gemakkelijk zal zijn aan te vullen. Na het
in den laatsten tijd voorgevallene, zijn 'de redenen, die den
heer De Lange tot zijn besluit hebben geleid, echter te
billijken, en is het te meer te betreuren, dat enkele personen,
die zich gerechtigd achten daden van Raadsleden |te beoor-
deelen, zich op den voorgrond hebben gesteld en besluiten
hebben uitgelokt, die voor de gemeente Alkmaar tot zulke
treurige gevolgen leidden."
Te Oude Niedorp is jl. Dinsdag in openbare veiling
verkocht eene landmanswoning met 18.57.60 bunders wei
en bouwland voor een bedrag van f 33,547.
De heer Rosier Faassen heeft weder een nieuw
tooneelstuk voltooid, getiteld: „Malle-Anne", volksdrama
in 4 bedrijven. Het stuk zal waarschijnlijk nog dezen
winter door het Rotterdamsche gezelschap worden opgevoerd, f
De heer Oscar Carré ontving dezer dagen, bij gele
genheid van een voor hem heugelijk feest, een paar prachtige
gouden sporen.
Eenige dagen geleden telden wij de huurbordjes, die
aangeslagen waren in de Kalverstraat te Amsterdam, tus
schen dén Dam en de Munt. Hun getal was 23, waarvan
13 ter aanbieding van kamers en 10 ter aanbieding van
winkelhuizen. (A. Crt.)
Te Haarlem is eene vrouw, voor de derde maal
bevallen van tweelingen. De eersten zijn overleden, doch
de vier overige kinderen verkeeren in blakenden welstand
De Rechtbank te Amsterdam (kamer van strafzaken)
veroordeelde gisteren den makelaar Th. Oosterling, wegens
bedriegelijke bankbreuk, tot 18 maanden gevangenisstraf.ij
De Rechtbank te 's Hage veroordeelde jl. Donderdag
den gewezen adsistent ten post- en telegraafkantore te
Katwijk aan Zee, die oneerlijkheden in zijne betrekking
had gepleegd, tot 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf.
De kantonrechter te Deventer veroordeelde tot het
betalen van 50 cents, of subsidiaire hechtenis van 1 dag,
een persoon uit Epe, die op Zondag in het openbaar arbeid
verricht had.
Bij vonnis van de Rechtbank te Winschoten is T. B.,
vroeger beëedigd klerk ter griffie aldaar, wegens het mis
drijf van meineed, veroordeeld tot 8 maanden gevange
nisstraf.
In de Groninger landbouwstreken tracht men tegen
woordig door middel van strooibiljetten eene nieuwe mest
stof aan te prijzen en te verkoopen,genaamd „landbevruchtér",
een mest die niet slechts alle mogelijke gewenschte eigen
schappen bezit (volgens de faam), maar ook slechts f 5.10
per 100 kilogram kost. Het is verbazend Doch de „Veen-
dammer Courant" licht gelukkigerwijze het publiek in, dat
deze stof, aan het proefstation onderzocht zijnde, blijkt eene
mestwaarde te hebben van f 1.28 per 100 kilogram.
Buitenland.
Nu telkens oorlogsgeruchten gemoed en verbeelding
in onrust houden, denkt men vaak aan de geweldige dagen
van 1870.
Wat oorlog is, herinnert ons Nathan Sheppard in het
Duitsche blad „Daheim". Ziehier zijn eenvoudig verhaal:
„Ik zal nooit het sterven vergeten van een jong Sak
sisch soldaat, die in een tent van de Amerikaansche am
bulance den laatsten adem uitblies. Indien een Fransche