Na liet Te Deum werd den H. Vader de groote pontifi cale kap omgehangen; de mijter werd voor de tiaar ver wisseld en de Paus besteeg wederom de Sedia, die voor de balustrade der Confessie werd gedragen, waar Z. H. den zegen gaf urbi et orbi. Na afloop keerde de II. Vader met het gevolg, dat hem bij zijne intrede vergezeld had, naar de kapel der Piëta terug. Zoo mogelijk was de geestdrift der dichte menigte nog treffender dan zij zich betoond had vóór de H. Offe rande. Onbeschrijflijk was het tooneel, dat de Sint-Pieter aanbood. De hooge jubilaris was zichtbaar aangedaan. Het Sint- Pietersplein was zwart van volk. Des avonds waren de gansche voorgevel van St.-Pieter, de kolonnade om het plein en bovendien tal van andere kerken geïllumineerd. Ook veel particuliere woningen. De vertegenwoordiger van Z. M. den Koning der Neder landen, baron Van Brienen, werd met bijzondere blijken van ingenomenheid ontvangen. Loop der bevolking over 1887 te Texel. De bevolking der gemeente Texel bedroeg op 31 Dec, 1886: 3155 mannelijke en 3130 vrouwelijke personen, totaal 6285. Zij vermeerderde in 1887 door geboorte met 76 m. en 75 v., totaal 151 (waaronder 2 tweeling-geboorten, 1 ra. en 3 v.). Jdem door ingekomen in de gemeente met 49 m. en 59 v., totaal 108. Zij verminderde door overlijden met 69 m. en 30 v., totaal 99 (levenloos aangegeven 2 m. en 1 v.). Idem door vertrek uit de gemeente met 179 m. en 145 v., totaal 324. De bevolking verminderde dus met 175 personen. Totaal der bevolking op 31 December 1887 6110 personen. Er werden 36 huwelijken gesloten, als: 30 tusschen jonkmans en jongedochters, 5 tusschen weduwnaars en jongedochters en 1 tusschen weduwnaar en weduwe. Loop der bevolking over 1887 te Noordscharwoude. Op 1 Januari 1887 922 personen, als: 471 m. en 451 v. Geboren20 9 11 Ingekomen 47 26 21 989 personen, als: 506 m. en 483 v. 15 u „8 V 7 974 personen, als: 498 m. en 476 v. 32 15 16 as- geleden werden zij langwerpig vierkant gebakken. .Thans maakt men enkel ronde koeken. In elk gezm worde» er honderden gebakken. Dit gebruik is van zeer oude'., datum te Koevorden ontstond er vóór honderd jaren een oproer over. De nitdeeling der nieuwjaarskoeken gaf toch tot zooveel misbruiken aanleiding, dat het stadsbestuur dit meende te moeten beteugelen. De burgerij, die zich daar door in hare rechten en vrijheden beperkt zag, verzette zich, en het bekende „nieuwjaarskoekenoproer- was er het gevolg van, waarna het stadsbestuur zijne besluiten moest intrekken Aan ieder bekenden of onbekenden nieuwjaar- wenscher worden in de eerste dagen van bet jaar zoodanige koeken uitgereikt, en zoo groot is het getal dier bezoekers soms, dat sommige hoofden van gemeenten het nieuwjaars- loopen van buiten de gemeente woonachtigen verbieden. Men schrijft ons van Texel, dd. 4 dezer: „Een talrijk publiek was gisterenavond m de „Vergulde Kikkert" opgekomen, om het Concert, dat onder leiding van den heer M. Graaf door zijne leerlingen zou worden gegeven, bij te wonen. Vooreen zeer afwisselend programma was gezorgd, waardoor alle leerlingen van hunne vorderingen op piano en viool konden doen blijken. f Voor de ouders der jeugdige schare was het in de eerste plaats een hoogst genoegelijken avond, terwijl andere belang stellenden mede van hunne groote tevredenheid deden blijken. De gezellige bijeenkomst werd op gepaste wijze geopend en gesloten door den heer Bakels, waarbij den onderwijzer, den heer De Graaf, alle lof voor zijn onderwijs werd gegeven. Door de leerlingen werd aan hunnen onderwijzer in de pauze een lief souvenir aan dezen avond aangeboden. Men schrijft ons van Texel, dd. 5 dezer: „Bij den dikken mist, die gisterenmorgen heerschte, was de garnalenvloot, ondanks de moeielijkheden, door den mist veroorzaakt, bezig met visscben. Een der schuiten had het ongeluk een zwaar lek te hekomen en moest dientengevolge tegen de zandplaat „De doode hond* aan. den grond worden gezet. De opvarenden konden toen gemakkelijk gered worden. Men wil beproeven de schuit, die vol water zit, weêr te lichten en naar de haven te brengen." Door een bezoek van den Commissaris des Konings in deze provincie aan de gemeente Warmenhuizen en het kerkgebouw der Hervormde gemeente aldaar, werd bij ver nieuwing de aandacht gevestigd op de in het koor van die kerk bestaande schilderijen. Zij stellen bijbelsehe t&fereelen voor, en hebben hun ontstaan te danken aan geen minder kunstenaar dan Johan Van Schoorl, volgens eene achter den Alkmaarder almanak van het jaar 1776 gevoegde kronijk, die gevolgd is naar een uitvoeriger Schoorler kronijk. Men leest daar: „Anno 1525 wiert het choor van de Warmenhuyser kerk geschilderd door den konstigen Johannis Schoorlius." Omtrent de uitkomsten van het onderzoek, in het vorige jaar ingesteld door de heeren Adolph Mulder, Rijksteekenaar, ter bewaring van de monu menten van geschiedenis en kunst, en C. J. Gonnet, archi varis dezer provincie, is echter nog niets bekend. Als een bewijs van prijzenswaardige verdraagzaamheid en eerbied voor de gebruiken van andersdenkenden schrijft de „Avondpost" het volgende: „Eene Roomsch-Katholieke dame, die het voorgedeelte in gebruik heeft van de. yvoninf. behoorendf» torlr_ gebouw xu„- x\,n. Israëlitische gemeente aan den Boschkant te 's Hage, welk perceelsgedeelte door het kerkbestuur aan haar verhuurd wordt, wenschte, gelijk zoovelen van hare geloofsgenooten, het feest van den Paus te gedenken door het uitsteken van de nationale vlag met den pausèlijken wimpel. De bewoonster had de beleefdheid aan het kerkbestuur te vragen of het, met 't oog op de bèstemming van het gebouw, bezwaar had tegen het uithangen van de vlag. Het kerkbestuur verklaarde geen bedenking te hebben, en zoo zag men, dat ter eere van den Paus uit den voor gevel van den hoofdingang van het Israëlitisch kerkgebouw aan den Boschkant, de vlag wapperde." In het voor de Kookschool bestemde gebouw aan de Stille Veerkade No. 20 te 's Hage, waren jl. Dinsdag in grooten getale de dames opgekomen, tot bet volgen van de eerste der voordrachten van mevr. Alting Mees over het doel en den invloed van kookscholen. De heer M. Hijmans van Waddenoijen, mede-oprichter dezer zoo nuttige instelling, schreef, toen hij voldeed aan het tot hem gericht verzoek, om mevr. Alting Mees aan haar gehoor voor te stellen, die talrijke opkomst toe. aan den gunstigen roep, welke de spreekster van heden reeds was vooraf gegaan. Het hoofddoel van deze en volgende samenkomsten zon zijn: de belangstelling op het gebied der kookkunst op te wekken en in bi'eederen kring te ver spreiden en daardoor te toonen, dat de voedingsleer en de wijze van bereiding der spijzen noodzakelijk zijn voor het volk, dewijl de kennis daarvan strekken kan tot verhooging van het geluk in liet huishouden. Mevr. Alting Mees - kreeg alsnu het woord. Ook zij betuigde hare voldoening over de talrijk bezochte vergade ring en voegde er bij, dat zich reeds 60 dames voor het bijwonen van haren cursns hadden doen inschrijven. Hierin zag zij een logenstraffing van bet praatje, volgens hetwelk men in Den Haag niets anders deed dan pret maken. En ook de bewering, dat de Hollanders traag en langzaam zijn, was schitterend teniet gedaan, daar 1 December jl. in dit gebouw nog niets te zien was en het tlmns reeds nagenoeg volledig tot kookschool is ingericht. De hartelijke, warme en sympathieke ontvangst, haar bij gelegenheid van de Voedingstentoonstelling te Amsterdam aldaar ten deel gevallen, had mevr. Alting Mees, die, gelijk in de koopstad, hare voordrachten in de Fransche taal houdt, doen besluiten naar Holland terug te keeren. Tijdens baar verblijf in het buitenland had zij ervaren, dat men vooral in Londen denkt, dat er, gelijk in de groote stad, overal kookscholen bestaan. Dit nu was hier te lande het geval niet, ofschoon zij zich haastte er bij te voegen, dat er wel veel idéé voor de goede zaak bestond. Zij zette hierop uiteen, noè ue kooüscnolen mlnuer moesten worden beschouwd als werkplaatsen om kooksters op te leiden, dan wel 4af het onderricht in de kookkunst, vooral voor gefortuneerde vrouwen en meisjes meer als element van de opvoeding moest worden aangemerkt. Vandaar een groot verschil tusschen het onderricht in de kookkunst als deel der opvoeding, en aan hen, die er later een beroep van moeten maken, zooals de keukenmeid. De dames hebben een hoogere roeping en moeten de kookkunst beoefenen als voorbeeld voor anderen. Het onderwijs moet een plaats innemen in het stelse] van opvoeding, met het doel om de dochters des huizes op te kweeken tot goede, gelukkige vrouwen en tot bekwame meesteressen in het huishouden. Daartoe is noodig practische kennis van de toebereiding der spijzen, bruikbaar niet alleen op de tafel van de ver mogende», doch ook in de eenvoudige woning van den arme en van de lagere klassen. Ook in de kookkunst moeten de hoogere de lagere klassen leiden. Zij moeten evenzeer zorgen voor goede spijs voor zich zeiven als voor de minder bevoorrechten. En mevr. Alting Mees meende niet kernachtiger hare bedoeling te kunnen uitdrukken, dan door te herinneren aan het gezegde van den grooten Napoleon: „fa soupe fait le soldat." Zij zette daarna uiteen, hoe de culinaire studie tevens dienstbaar behoort gemaakt te worden aan de beoefepipg van huiselijke deugden en de bevordering van reinheid in wetenschappelijken zin, en dus niet in uiterlijk vertoon van straatreiniging en dergelijke. Door practische kennis anderen tot voorbeeld te zijn, hierop kwam 't aan. Zij stond er dan ook voor in, dat de dames, na bijwoning van de reeks van cursussen, van 3 tot 17 dezer te geven, van het bereiden van alle schotels iets zullen weten. In den breede ontvouwde de spreekster de economische voordeelen van een grondige kennis der kookkunst voor het huishouden, waarna, zij, door het bereiden van een JrJptnl fl/»hntela_ tiaar tlioorio In pi'aotLsohe tocpnooing bracht. (De Avondpost.) Een particulier telegram, door „De Tijd" uit Rome ontvangen, meldt omtrent de plechtigheden van jl. Zondag het volgende: Te half negen verliet de H. Vader zijne vertrekken en begaf hij zich naar de St, Pieter, langs de trap, die tot de kapel van het H. Sacrament toegang geeft. Daar was het gansche Kapittel van Sint Pieter in plechtgewaad aanwezig. De II. Vader verrichtte- er de adoratie en de voorbereiding tot de H. Offerande. Middelerwijl begaven zich de kardi nalen naar de kapel der Pieti. De H. Vader bekleedde zich daar met het misgewaad en nam plaats op de Sedia Gestatoria. Voorop traden de prelaten der anticamera van Z. H., daarop volgden de kanunniken in roket en met her melijn gevoerde muzetta, de kruisdrager msgr. Falcioni, msgr. Lenii, patriarch van Konstantinopel, en Samminiatelli, auditeur van de Apostolische Camera, die Z. H. aan het altaar assisteerden; eindelijk Hunne Eminenties de leden van het H. College van Kardinalen. De Sedia was omgeven door de officieren der edelwacht, die der Zwitsers en der palatijnsche wacht in groot tenue, en werd gevolgd door den majordomus en den Maestro di Camera van Z. H., den Prins-assistent bij den Pauselijken Troon en alle verdere dignitarissen van de Pauselijke hofhouding. De hoogwaar dige patriarchen, aartsbisschoppen en bisschoppen wachtten de aankomst van den stoet af in het Presbyterium. Ondanks de menigte, die de Vaticaansche Basiliek vulde en die op 60,000 personen wordt'geschat, heerschte gedurende de gansche heilige plechtigheid de meest volstrekte orde. Het front der Sint-Pieterskerk was dooreen cordon troepen afgezet; binnen de kerk omringde de pauselijke lijfwacht in groot tenue het Altaar der Confessie, dat prijkte met het kruis, uit Oostenrijk den H. Vader ten geschenke ge zonden. De tiaar, die door de geloovigen van Parijs den jubilaris werd gezonden, was in gebruik genomen, alsmede het kasuifel, dat de aristocratie van Rome den Paus ter gelegenheid van zijn jubiló vereerd had. De heer Margry genoot de hooge onderscheiding, dat ook zijn missaallezenaar aan het Pauselijke altaar dienst deed, terwijl de mijter, die Z. H. tooide, een jubilé-geschenk was van Z. M. den Duitschen Keizer. Bij het binnentreden van den tempel werd Z. H. met geestdriftvolle toejuichingen begroet. Het „Leve de Paus koning I" daverde, in alle talen schier der wereld, langs de reusachtige gewelven. Toen de H. Vader bij het Altaar der Confessie was aangekomen, verliet hij de Sedia Gestatoria en beklom hij het altaar om de H. Mis te lezen, met het aangezicht naar bet volk gekeerd, dat uit het schip en het transept der basiliek alle bijzonderheden der heilige handeling kon volgen. Middelerwijl voerde de Sixtijnsche kapel onderscheidene compositiën uit in Palestrijnschen stijl. Op het oogenblik der elevatie weerklonken zilveren bazuinen, die een heerlijk effect teweegbrachten. De Sixtijnsche kapel deed zich op bewonderenswaardige wijze hooren, vooral in het engelenkoor, dat in den koepel werd gezongen. Alleraangrijpendst was het Te Deum, dat, door den H. Vader aangeheven, door al de duizenden aan wezigen in koor werd voortgezet. Op 1 Januari 1888 942 personen, als: 483 m. en 459 v. Er zijn 3 huwelijken voltrokken, waarvan 2 tusschen jonkmans en jongedochters en 1 tussohen weduwnaar en weduwe. Als levenloos werd aangegeven één kind van het mannelijk geslacht. Godsdienstige gezindheden waren verdeeld als volgt: Hervormden741 Lutherschen17 Doopsgezinden7 Roomsch-Katholieken 177 Totaal 942 personen. nacht scheen geen einde te nemen en ik was blijde toen de klok ten laatste acht sloeg en ik mij kon kleeden en naar beneden gaan, waar Rothwell spoedig bij mij kwam. Mijn vader was doorgaans vroeg op, maar dezen morgen waren wij hem voor. Spoedig daarop kwam juffrouw Lee vragen of wij wenschten te gaan ontbijten, of wachtten totdat haar meester beneden kwam. Zij dacht dat hij zich verslapen moest hebben, daar hij de voor zyn deur staande kan met warm water niet had weggenomen. Myn hart kromp ineen van schrik en ik zag dat mijn vrees zich op Rothweli's gelaat weerspiegelde. Hij zeide niets, maar gelijk tijdig liepen wij de trap op naar zijn kamer. Ik klopte; er werd niet geantwoord. Toen beproefde ik de deur te openen. Goddank, deze was niet gesloten. Mijn knieën knikten toen ik de kamer binnentrad, daar ik vreesde dat mijn oogen een ontzettend schouw spel te zien zonden krijgen. Ondanks zijn belofte, ondanks zijn verzekeringen, zouden wij hem dood vindenWaarom hadden wij hem alleen gelaten? Neen, in de kamer was alles vreedzaam en rustig, maar het bed was ongebruikt. Myn vader was verdwenen. Wij zagen elkander ontzet aan. Indien wy dat ongebruikte bed niet gezien hadden, zouden wij ons getroost hebben met de. gedachte, dat hij, zooals hy dit soms gewoon was, een morgen wandeling had gedaan. Maar het feit, dat hij geen rust had genomen, gaf aan zijn afwezigheid een hoog ernstig aanzien. Niettemin slaakte ik een zucht van verlichting, toen ik bemerkte dat mijn vrees voor die andere ontzettende mogelijkheid, onge grond was. Wij ondervroegen de dienstboden. Zij vertelden ons dat zij, toen zij beneden kwamen, de deur ontgrendeld hadden gevonden, maar dat zij hierop weinig acht gegeven hadden, omdat zij meenden, dat een van hen dit gedaan had. Noch juffrouw Lee, noch de kleine perzikwangige linnenmeid (hadden in den nacht eenig gerucht gehoord. Juffrouw Lee inspecteerde de linnenkast en bemerkte dat enkele kleedingstukken daaruit waren weggenomen, terwijl zij ook een valies miste, dat in de kamer had gestaan. Die berichten waren, wat ook het doel van zijn plotseling verdwijnen wezen mocht, eenigszins geruststellend, daar uit deze toebereidselen bleek, dat hij geen plan had om de hand aan zichzelven te Blaan. (Wordt vervolgd.) Loop der bevolking over 1887 te Nieuwe Niedorp. In 1887 zijn geboren 35 kinderen, waarvan 17 jongens en 18 meisjes; hieronder zijn begrepen 2 tweelinggeboorten. In de registers van overlijden zijn in 1887 ingeschreven: 22 overledenen binnen-, 1 buiten de gemeente en 2 leven loos aangegevenen. Van de 22 overledenen waren 8 gehuwden, 4 weduwen, 1 weduwnaar en 9 ongehuwden. Van alle overledenen (de elders overledene medegere- kend) waren 12 mannelijke en 11 vrouwelijke. Voltrokken werden 15 huwelijken, waarvan 2 tusschen jonkmans en weduwen en 13 tusschen jonkmans en jonge dochters. Spoorwegongeluk te Ruinerwold. Jl. Maandagavond heeft te Ruinerwold een ernstig ongeluk plaats gehad. Twee treinen zijn op elkander geloopen, enkele beambten zijn gedood, anderen zwaar gekwetst en ook vele passagiers hebben meer en minder zware ver wondingen bekomen. De botsing had plaats tusschen den sneltrein, die te 8.15 van Zwolle en te 8.53 van Meppel naar Groningen vertrekt, en den trein die te 7.34 van Groningen naar Zwolle gaat en dus te 9.34 te Meppel en te 10.24 te Zwolle aankomt. De sneltrein was vertraagd en kwam een klein half uur te laat te Meppel aan. Gewoonlijk kruisen de treinen tc Echten. Met het oog op de vertraging is de kruising verlegd. Zij zou nu naar men ons uit Meppel meldt te Koekange plaats hebben. De sneltrein reed dus te Ruinerwold door, maar ook de Groninger trein passeerde Koekange. Hoe dit mogelijk is geweest en waar de schuld hier schuilt, zal natuurlijk het nader onderzoek leeren. Volgens een mede- deeling van het terrein zelf zou de kruising te Ruinerwold plaats hebben en was de sneltrein te ver doorgeloopen. Hoe dit zij, de botsing had plaats tusschen Koekange en Ruiner wold, op circa 200 pas afstand van het station Ruinerwold. De schok was verschrikkelijk en ook de gevolgen waren ontzettend. De hoofdconducteur Barink van den sneltrein en de conducteur 1ste klasse Rozenberg, beiden hoofden van huisgezinnen, die zich in de bagagewagen achter de locomotief bevonden, werden gedood, de leerling conducteur Bergsma, die zich mede in dien wagen bevond, werd er uitgeslingerd. Hij werd bewusteloos, maar slechts licht gewond. De conducteur 2de klasse Douma, die in den bagagewagen achteraan den trein was, is er zonder kwetsuren afgekomen. De machinist 1ste klasse Van der Linden, van den Groninger trein, werd zwaar gekwetst en is Dinsdagmorgen te Meppel, werwaarts hij vervoerd was, aan de gevolgen overleden. Ook de machi nist Timmer, die naar Groningen was vervoerd, zou aldaar overleden zijn. De toestand van den conducteur Sprenger is zeer ernstig. Voor de passagiers zijn de gevolgen niet zóó ernstig geweest. Wel zijn er onderscheidenen min of meer ernstig gekwetst, maar vooralsnog verneemt men niet, dat er dooden onder hen zijn te betreuren. Naar ons wordt gemeld,heeft o. a. de heer mr. E. Oosting, rechter in de Rechtbank te Assen, die als gewoonlijk den Zondag bij zijn familie te Zwolle had doorgebracht, beide beenen gebroken. Zijn toestand is, naar men ons uit Assen seint, echter gunstig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2