kunnende beschikken, dokters, smeden, haarkunstenaars, handelaars in galanteriën, bierbrouwers, mits zij niet te grootscheepsch beginnen, chemisten in de goudvelden, bekwame metselaars en andere werklieden, kunnen, wanneer zij een klein kapitaal bezitten, goede zaken maken; zij moeten beginnen met een som van ten minste f 4000, om materialen te kunnen aanschaffen, daar alles hier lOmaal duurder dan in Holland is. Zoo betaalt men b. v. 10 p. st. 1 sh. voor een wagenvracht brandhout (opgehakt) en voor een balk, die in Holland f 1.50 kost, f 15 a 18. Ieder, die hier komt met het denkbeeld, dat het zoo gemakkelijk is, geld te maken, zal bedrogen uitkomen, vooral als hij aan het eind van iedere maand 8 p. st. voor woning en kost heeft te betalen, waarvoor men dan in een soort van hok gehuisvest is. f Men schrijft ons van Texel, dd. 17 dezer: ^In den vroegen morgen was hier veel ijs voorden wal, hetwelk met het vloedgetij Oostwaarts is gedreven. De geregelde communicatie met den vasten wal, die totheden zonder stoornis van eenige beteekenis werd onderhouden, zal spoedig gestaakt moeten worden, indien 't nog slechts één nacht flink vriest of de Oostenwind een weinig krach tiger begint door te waaien." Men schrijft uit Kolhorn: z/De schrale hooioogst is oorzaak, dat het stroo in den polder Waard en Groet voor de stroopapierfabrieken te duur komt. Dagelijks worden tegen hooge prijzen een aantal wagenvrachten gebaald voor veevoeder, zoodat er met stroopersen, waarmede anders in dezen tijd nog al iets wordt verdiend, thans zoo goed als niets te doen is. Menig een dan ook, die andere winters daarmede geregeld werk vindt, loopt thans zonder verdiensten. Eenigen hebben zich in deze week tot den burgemeester gewend, waarvan het gevolg is, dat eene uitnoodiging aan meer gegoede ingezetenen werd gericht, op jl. Zondag, des namiddags te 2 uur, bij W. Groen te Barsingerhorn bijeen te komen en alsdan middelen te beramen tot leniging der armoede." In de vergadering van het Nederlandsch Paarden stamboek, afdeeling Noordholland, Donderdag 26 dezer, 's middags 12 uur, in het lokaal van den heer C. Kos te Schagen te houden, zullen o. a. de volgende punten aan de orde zyn: opmaken der begrooting voor 1888; benoe ming van een lid des Bestuurs, in plaats van den heer jbr. W. A. L. Mock, die als zoodanig heeft bedankt; benoe ming eener Commissie tot onderzoek der rekeningbenoe ming van twee afgevaardigden ter algemeene vergadering; behandeling van voorstellen tot opneming voor de punten van beschrijving voor de algemeene vergadering: a. het is wenschelijk dat bij provinciaal reglement of van rijkswege eene keuring wordt ingesteld en eene regeling aangenomen op het houden van hengsten. Wat kan de Vereeniging doen om deze zaak te bevorderen b. vanwege de Vereeni- ging wordt eene korte handleiding voor paardenfokkers uitgegeven en in den handel verkrijgbaar gesteld, in den geest als dergelijke in Duitschland bestaande handleiding. Op dit oogenblik worden voor officier opgeleid: op de Koninklijke Militaire Academie, infanterie hier te lande, 4de, 3de, 2de en 1ste studiejaar resp. 17, 19, 17 en 25 cadets; cavalerie hier te lande resp. 6, 10, 9,10; artillerie hier te lande resp. 22, 16, 12, 13; genie hier te lande resp. 3, 3, 3, 2; infanterie O.-I. resp. 21, 29, 18, 31; cavalerie O.-I. resp. 1, 4, 4, 4; artillerie O.-I. ï'esp. 10, 7, 3, 5genie O.-I. resp. 4, 5, 5, 4. Te zamen 341 cadets. Op den hoofdcursus te 's Hertogenbosch in de eerste klasse 23, in de tweede 31 onderoffic., samen 54. Op dien te Kampen in de eerste klasse 28, in de tweede 21 onderoffic., samen 49. Voor de administratie hier te lande: in de tweede klasse geene, in de eerste 6 onderoffic. Voor de administratie O.-I. in de tweede klasse 4, in de eerste 7 onderoffic., samen 11. Op de Militaire School te Haarlem, in het 2de studie jaar geene, in het eerste 20 en op den voorbereidenden cursus 20 volontairs, samen 40. Op den artillerie-cursus te Delft in het 3de, 2de en 1ste studiejaar resp. 14, 22 en 15 volontairs, samen 51. Mevrouw Albregt-Engelman vierde gisterenavond in het Theater Van Lier op luisterrijke wijze het feest van haar veertigjarige tooneel-loopbaan. De heer W. Van Zuylen, hersteld zijnde van zijne ziekte, zal den 24 dezer weder in den Grooten Schouwburg te Rotterdam optreden. Gelijk reeds gemeld is, bestaat er zooveel animo bij de Haagsche dames om de voordrachten van mevrouw Alting Mees in het gebouw der Kookschool bij te wonen, Zij sprak op onbeschrijfelijk verachtelijken toon. z/Laat mij alles verklaren!" begon ik hartstochtelijk. //Verklaring! Ja, gij kunt verklaren waarom Sir Laurenee Estmere zijn boodschappen aan u opdraagt, die, voor zoover ik weet, een vreemdeling voor hem zijn moet." Hoe beminnelijk lief zag zij er zelfs in haar toorn uit! Hoe zou ik mij weerhouden nog een oogenblik te wachten vóór ik haar alles vertelde?" „Hy koos mij, omdat ik het gelukkige werktuig geweest ben, dat alles voor hem heeft opgehelderd. Lieve Lady Estmere, ik heb dag en nacht gewerkt om de waarheid te weten te komen. Het toeval is mij gunstig geweest. Een bekentenis van uw gewezen kamenier heeft alles aan het licht gebracht. Sir Laurenee heeft die gehoord en zich laten overtuigen." Hare stem klonk ijskoud, toen zij antwoordde//Ik dank u, mijnheer Norris, voor uwe goede bedoelingen, maar uw ijver was misplaatst. Wat gij ontdekt hebt, had Sir Laurenee, als hij gewild had, kunnen ontdekken. Wij zullen niet verder over de zaak twisten. Ik moet rust gaan nemen en ik zal zorgen, dat een der logeerkamers voor u wordt gereed gemaakt." Zij liep werkelijk naar de deur. Ik volgde haar en greep hare hand. «Ik heb nog een andere zonderlinge tijding mede te deelen." Mijn stem moet mijn ontroering verraden hebben. Ten' minste zij keerde zich om en zag mij verwonderd aan. z/lk'heb uw oudsten zoon gezien," zeideik,/LaureneeEstmere." Zij beefde en hield zich aan' de tafel vast. //Valehtijn is mijn zoon," zeide zij. //Ik heb geen anderen." «Dat hebt gij wel," riep ik hartstochtelijk uit. „Gy hebt nog een zoon, die u zal liefhebben zooals Valentijn u lief heeft; een zoon, die nooit moederliefde heeft gekend en die tot voor enkele dagen niet wist dat zijn moeder nog leefde. Gij hebt een zoon, die onder een valachen naam is grootgebracht. Ziet gij de waarheid niet? Spreek! o spreek tot mij!" Hare oogen bleven op mijn gelaat vastgenageld, hare lippen beefden, alsof zij haar best deed woorden te vinden, die niet komen wilden. „Waarom kom ik van Sir Laurenee Estmere?" riep ik. „Omdat Sir Laurenee Estmere en mijn vader één en dezelfde persoon zijn omdat ik uw zoon ben! O moeder, lieve moederBedenk dat ik nooit moederliefde gekend heb. Kus mij, moeder! dat die dame tot het einde van deze week zal voortgaan met hare „conférences". Heden denkt zij eene afzonderlijke te wijden uitsluitend aan de bereiding van voedsel voor zieken. Na afloop van deze lezingen zal met kracht de voorbe reidende arbeid voor de inrichting der Kookschool worden voortgezet, zoodat het Comité hoopt de Kookschool in het begin van Februari te kunnen openen. Onder de blijken van belangstelling, die het Comité ontving, behoort ook, van den Haagschen opper-brand- meester, den heer Bödenz, een toestel met kardoezen om eventuëelen brand te blusschen. Naar „Het Vaderland" thans met zekerheid mede deelt, heeft de heer F. Bogaardt, koopman te Amsterdam, aan den Minister van Koloniën een adres ingediend, waarbij hij als oprichter en directeur eener te Amsterdam te ves tigen Stoomvaart-Maatschappij, die genaamd zal worden „Holland", met een ruim kapitaal zal werken en zich ten doel stelt een geregelden dienst te openen van Amsterdam naar Java, in verbinding met de steamers van de Neder- landsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij, over wier vloot hij de vrije beschikking zal verkrijgen, verzoekt om óf de tegen April a. s. aangekondigde uitbesteding van het onder houden van geregelde stoomvaartdiensten in den Indischen Archipel gedurende de jaren 1891 tot en met 1905 te doen doorgaan, öf wel hem in de gelegenheid te stellen eveneens als met de heeren Boissevain, Tegelberg Cn Ruys geschied is, onderhandelingen te openen tot onderhandsche aanneming van gezegden Nederlandsch-Indiscben pakket dienst, waarbij de heer F. Bogaardt het uitzicht opent op voorwaarden, welke voor 's lands schatkist voordeeliger zijn. Over den dikken mijnheer, in het circus Carré te Amsterdam, schrijft de „Amst." 't volgende: Wij hebben dien man nooit zien wegen, maar naar zijn uiterlijke ver schijning te oordeelen, gelooven wij niet, dat er een ons te weinig is opgegeven. Hij is een Phanomenal mensch, wat dikte aanbelangt, en zou indertijd op de Botermarkt, zaliger gedachtenis, bepaald veel bekijks gehad hebben; de hoogst „elegante" herculischekunstverriehtingen, bestaande in het omhoog brengen van groote ijzeren kogels, waarvan echter een paar verdacht bol klonken, en het exerceeren met een geheel ijzeren geweer wai*en, met het oog op de massa vleesch, die de Hercules tevens in beweging moest brengen, vrij sterk. Mooi vonden wij het niet. Alleen een vetweider zou er aestbetisch genot bij kunnen smaken. De sedert 1 Januari afgetreden inspecteur van den geneeskundigen dienst bij de zeemacht, de heer Sacbse, had dezer dagen het ongeluk te 's Hage op straat uit te glijden en te vallen, en daarbij den rechtei-pols te breken. (Vad.) Uit New-York wordt gemeld, dat 35 landverhuizers, daar aangebracht aan boord van het stoomschip „Leerdam" niet zijn toegelaten en dus weer naar Europa zijn terug gekeerd. Toelagen bij de Marine. Het koninklijk besluit van den 10 Januari 1888, houdende bepalingen nopens de betaalbaarstelling der bij de wet van 30 December 1887 (Staatsblad No. 254) toegekende onder steuningen, luidt aldus: Art. 1. De ondersteuningen volgens de wet van 30 Decem ber 1887 (Staatsblad No. 255) toegekend aan mindere geëmployeerden, vaste werklieden en bedienden, op daggeld werkzaam bij inric lx tingen van 's Rijks zeemacht en op 's Rijks werkvaartuigen, worden door Onzen Minister van Financiën, met inachtneming van de navolgende bepaling, betaalbaar gesteld. Art. 2. Zij, aan wie ondersteuning is toegekend, zullen aan het departement van financiën (afdeeling Generale Thesaurie) moeten inzenden hunne geboorteakte (uittx-eksel uit het register van den burgerlijken stand) en eene opgave van de plaats, alwaar zij zich metterwoon vestigen. Onze Minister van Financiën zal hun doen toekomen een bewijs van inschrijving in het Grootboek der pensi oenen, hetwelk bij iedere uitbetaling van de ondersteuning aan den betaalmeester behoort vertoond te worden. Art. 3. De ondersteuningen worden betaalbaar gesteld bij den betaalmeester, onder wiens kantoor de belang hebbenden mettex-woon gevestigd zijn. Zij, die uithoofde van verandering van woonplaats de hun toekomende uit- keering in het vervolg bij een anderen betaalmeester wen- scben te ontvangen, behooren het verzoek daartoe in te dienen uiterlijk drie maanden vóór den dag, waarop zij de ondersteuning elders wenscken te ontvangen. Heb mij lief en zegen mij!" Ik sloeg mijn armen om haar hals en bedekte haar bleek gelaat met kussen. Eenige seconden verliepen eer ik bemerkte, dat ik een bewustelooze gestalte omhelsd had. Zij was in onmacht gevallen. Ik legde haar op de sofa en bekoelde haar voorhoofd. Ik wilde niet om hulp roepen, daar geen hand dan de mijne haar mocht aanraken. Weldra hoorde ik haar ademhalen en opende zij met een zucht de oogen. Ik behoef niet verder over dien nacht uit te weiden. Uren lang hield mijn moeder haar zoon in de armen gesloten. Onze vreugde was te groot, te overweldigend, om zich in woorden te kunnen uitdrukken. In mijn namelooze vervoëring vergat ik, dat daar in de verte een man lag, wiens leven misschien van de komst mijner moeder afhing. „Moeder," fluisterde ik, „lieve moeder, gij gaat met mij mede naar mijn vader." „Dat kan ik niet doen. Hij moet bij mij komen/' „Moeder, gij moet met mij medegaan. Zal ik u zeggen hoe ik hem verlaten heb Hij ligt ziek in het huis, waaruit hij u verdreven heeft. Hij is ijlhoofdig. Hij roept om u, dag en nacht. Kom en red hem." „Ziek mijn echtgenoot ziek? Zeg my alles, ik kan nu het ergste dragen." Ik kon haar niet alles zeggen. Die afschuwelijke daad van gerechtigheid mocht niemand weten dan die er getuige van geweest waren. Maar ik vertelde haar dat de ontdekking der waarheid, naar ik vreesde, zijn verstand gekrenkt haddat hij in den nacht nit zijn huis gevlucht wa8; dat Lord Rothwell en ik hem te Dower House gevonden hadden ijlhoofdig, voortdurend roepend om de vrouw die hij van zijn zyde verbannen had. Het was genoeg; geen bewijzen, geen smeekbeden waren verder noodig. Rothwell's voorspelling was juist; de schilderij van myns vaders lijden die ik voor haar ophing, had alle eigen leed en grieven uitgewischt. Indien het mogelyk geweest was, zou zy terstond vertrokken zijn maar daar wij in den nacht niet konden wegkomen, besloten wij de reis in den vroegen morgen te aan vaarden. Hoewel ik van ganseher harte den geheelen nacht zou zijn opgebleven, om mij te baden in de weelde van mijn nieuw gevonden geluk, drong ik er op aan, dat mijn moeder zich aan mijn armen zou ontscheuren en naar bed gaan. (Wordt vervolgd.) Art. 4. Een twaalfde gedeelte der ondersteuningen zal van af den eersten werkdag van iedere maand kunnen ont vangen worden gedurende een door Onzen Minister van Financiën te bepalen termijn. Na het verstrijken van dien termijn behooren recht hebbenden nadere betaalbaarstelling van de hun toekomende ondersteuning aan het departement van Financiën (afdeeling Generale Thesaurie) schriftelijk aan te vragen. Art. 5. De betaling der ondex-steuningen geschiedt tegen overlegging van een attestatie de vita, waarvan liet model door Onzen Minister van Financiën wordt vastgesteld, en van ééne der onder attestatie de vita voorkomende door belanghebbenden te onderteekenen kwitantie. De attestatie de vita met de eerste kwitantie strekt voor de uitbetaling der ondersteuningen over de eerste maand van ieder kwartaal (Januari, April, Juli en October), de beide andere quitantiën (zonder attestatie de vita) voor de uitbetaling der ondersteuning over de beide volgende maanden. De betaalmeesters zijn ingeval van twijfel bevoegd te vorderen, dat de onder de kwitantiën gestelde handteeke- ningen ten hunnen genoege gelegaliseei-d worden. Art. 6. De in art. 6 bedoelde attestatiën de vita zullen wox'den verleend en uitgegeven door den burgemeester der gemeente, waarin de persoon, van wiens aanwezen moet blijken, woonachtig is. Zij zullen bij den aanvang van ieder kwartaal ter gemeente-secretarie te bekomen zijn op dagen en uren, door den burgemeester te bepalen en bekend te maken. Buitenland. De „Times" meldt uit Weenen dat de politieke toe stand in ernst toeneemt, daar Rusland voortgaat troepen aan Oostenrijk's grenzen bijeen te trekken. Drie nieuwe legerkorpsen, thans gestationeerd te Kieff, Odessa en Kische- neff, worden bijeengetrokken in Bessarabie en daarenboven het tweede Kaukasische legerkorps, hetwelk nog nooit den Kaukasus verlaten heeft. Depêches uit Polen spreken van eene koortsachtige bedi-ijvigbeid in militaire zaken; alle spoorwegmaatschappijen hebben bevel gekregen het rollend materieel te vermeerderen, terwijl talrijke buitenlandsche kooplieden in de grensdistricten last gekregen hebben hunne kantoren te sluiten en velen reeds te Krakau zijn aange komen. Gisterenavond ontstond te Brussel een begin van brand in den Alhambra-schouwburg, waar „Ali Baba", opex-a-comique van le Cocq, werd gegeven. In de eerste oogenblikken heerschte eene geweldige paniek, eene gx*oote menigte verliet ijlings het gebouw. Groote ongelukken werden echter voorkomen door de tegenwoordigheid van geest van acteurs en orkest. Onder het roepen van „assis! assis!" waarmede vele toeschouwers instemden, hief het orkest onder vele toe juichingen de „Braban9onne" aan, terwijl de spuitgasten den brand onderdrukten. Het vuur was aangekomen onder een der „baignoires" links, uit eene vex-warmingsbuis. Na een half uur werd de voorstelling hervat. (N. Rott. Crt.) In het Zuid-Tyroolsche dorp Lavis heeft deze week een treurig voorval plaats gevonden. Er werd een buiten gewone dienst in de dorpskei'k gehoudenhet gebouw was stampvol; men schat het aantal aanwezigen op 3000. Plotseling krijgt een jong meisje een toeval en de omstan ders roepen om water, ten einde haar bij te brengen. Dat geroep wordt door de verderaf gezetenen verkeerd begrepen men waant dat er brand is ontstaande schrik slaat ieder een om het hart en in wilde haast dringt ieder naar de uitgangen toe. Vele personen geraken onder den voet; vijf mannen werden doodgedrongen. Tot overmaat van ramp was een van die vijf de dorpsgeneesheer, zoodat het lang duurde voordat er hulp aanwezig was voor de vele gekwetsten, van welke zeventien zeer ernstig gekwetst waren. Drie van hen bezweken nog denzelfden dag. Een jongejuffrouw, dochtertje van een advocaat te Pesth, die onder begeleiding van een dienstbode, van de school kwam, kreeg een laag sneeuw, van een dak vallende, op 't hoofd en bleef op de plaats dood. Te Bonn is men op den gelukkigen inval gekomen om een vereeniging van schrikkeljaar-kinderen op te richten, waarvan alleen heeren en dames lid kunnen worden die op 29 Februari geboren zijn. Zij stellen zich voor dit jaar dien dag gezamenlijk en zoo gezellig mogelijk te vieren. Een Engelsch werkman was, eenige maanden geleden, naar Australië gegaan om werk te zoeken. Hij had zijne vrouw in Engeland gelaten. In Australië maakte hij kennis met een jong meisje, dat hem wilde huwen en aan zijne vrouw een brief schreef, waarin zij haar 20 p. st. aanbood, indien deze van alle recht op haar echtgenoot afstand wilde doen. De arme vrouw was van oordeel, dat zij aan haai man in Australië toch niet veel hebben zou, en nam het aanbod aan. Zij teekende een in wettigen vorm opgesteld stuk en ontving de 20 p. st. Een energiek Australisch boterhandelaar heeft beproefd voo.r zijn boter een markt in Europa te vinden, en is daarin voorloopig geslaagd. In de vorige week toch kwam te Perth, in Schotland, een pi-oefzending aan van vier vaten boter, afkomstig uit Nieuw-Zeeland; de boter was van uitmuntende kwaliteit, had niets door het transport geleden en was weldra tegen gewone prijzón verkocht. Waarschijnlijk zal dit aanvankelijk succès oorzaak zijn, dat spoedig een groote zending volgt, en wordt daardoor het uitzicht geopend op een grooten uitvoer van Australische boter naar Gx-oot-Brittannië. In Nieuw-Zeeland is in het warmere jaargetijde de pro ductie van melk en boter zeer overvloedig; en daar deze tijd juist samenvalt met onze wintermaanden, meenen de Australische handelaars in Europa een goede markt voor hun product te zullen vinden. Benoemingen, enz. Met ingang van 1 Februari a. s. worden bevorderd tot luitenant ter zee 2de klasse de adelborsten 1ste klasse: jhr, G. L. Yan Panhuys, W. H. C. Hoog, jbr. G. C. Quarles van Ufford, L. F. H. Tuckermann, S. F. Nolst Trenité, H. P. Dil, F. C. W. Moorrees, J. Soutendam, A. Merkus, J. C. Bentz van den Berg, P. Sodenkamp, D. W. A. Pels Rijcken, G. K. Graaf Yan Hogendorp, A. C. Dunlop, A. F. J. Roraswinckel, W. H. VonLeschen, S. Rijnbende, L. J. Ginjooien, A. Pieren, C. Hooft Graaf land, C. J. Van der Hegge Spies, O. Van Lennep, J. Corver, A. H. Baron Van Heerdt tot Eversberg, M. J. Gilhuys, J. F. Nijland; J. A. Kooi en M. C. Van Hall en wordt bepaald, dat de adelborst 1ste klasse G. W. De

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2