foeileelijke zandvlakte op een der mooiste punten van
Amsterdam. Met de geringe meerderheid bij de gehouden
stemmingen kan men wel zien, dat besluiteloosheid aan het
nemendezer besluiten den doorslag heeft gegeven en
de meeste raadsleden eigenlijk zelf niet weten wat ze
willen
„O, Amsterdam, jou goede stad,
'k Wou dat je meer courage hadt
zooals het rijmpje terecht zegt. De eenigen, die er winst
bij hebben, zijn de bewoners van het Damrak, die de zand
vlakte voor hunne woningen nu wel spoedig door een
plantsoen zullen zien vervangen. Maar wat de nieuwe
Beurs zelf betreft, is het zooals ik in den aanvang van
mijn Kroniek constateerde: niemand weet wanneer zij komt,
waar zij komt, en óf zij wel ooit komt. Als de heele
wereld ons uitlacht, is het onze eigen schuld en krijgen
wij ons verdiende loon.
|j£Doch alles went, zooals de paling zeide, toen zij gevild
werd. En we zijn nu al sedert tal van jaren zoo gewoon
geraakt aan dat tobben en zeuren over de Beursquaestie,
dat wij er ons niet veel meer van aantrekken en de zoetheid
des levens genieten waar wij kunnen. Zoo leven we dus
tegenwoordig op het ijs. De zeldzaam strenge en lange
winter van dit seizoen heeft ten minste deze goede zijde,
dat hij voor rijk en arm een ruime gelegenheid tot vermaak
oplevert en de schaatsenvirtuozen naar hartelust hunne
talenten ten toon kunnen spreiden. En voor sommigen
valt er nog wat bij te verdienen ook, hetzij eer of klinkende
munt. Wie den moed heeft om aan een wedstrijd deel te
nemen, en het geluk om al zijn mededingers achter zich
te laten, gaat met een schitterenden titel of een mooie duit
geld naar huis. Nu, gelegenheid voor zulke prijskampen
is er hier in de laatste dagen genoeg geweest. Zaterdag
hadden we een wedstrijd van liefhebbers om «het meester
schap van Amsterdam" een Amsterdammer, de heer Jurjens,
behaalde de zege, en het zou dan ook een onuitwischbare
schande voor ons geweest zijn, als een vreemdeling met
die eer was gaan strijken. Des avonds waren er op tweeërlei
plaatsen prachtige ijsfeesten. Maandag alweêr hardrijderij,
internationaal, maar... zonder buitenlanders, daar er zich
geen enkele had laten inschrijven; hierbij was de bekende
Wiebe De Vries de gelukkige winner, 's Avonds van dien
dag een verrukkelijk gecostumeerd ijsfeest op den Amstel,
schilderachtiger dan men hier ooit gezien heeft. Maar
vooral Dinsdag was een groote dag; internationale hard
rijderij voor rijders van beroep om het meesterschap van
Amsterdam en prijzen van f 300 en minder. Het vorige
jaar, te Slikkerveer, waren de buitenlanders met de eer
gaan strijken, en thans was dit ook weer het gevalde
Engelschen Smart en See behaalden den eersten en den
tweeden prijs (de eerstgenoemde dus ook het championaat),
en onze beste rijders, Kingma en Van den Berg, moesten
zich met den derden en vierden prijs vergenoegen. Nu,
wij hopen dat zij een volgend jaar revanche zullen nemen.
Voor afwisseling hebben we ook een exercitie van mariniers
op schaatsen gehad: ik moet zeggen dat onze zeesoldaatjes
het er kranig afbrachten en er flink van doorgingen.
En zoo heeft ieder het hoofd vol met ijs, een goed
af koelingsmiddel voor de gloeiende drukte der verkiezingen.
Want nu begint het te spannen! Nog slechts eenige
weinige dagen en.... daar gaat het er op los, dan krijgen
we de onthullingen te zien, die 6 Maart voor ons in haar
schoot verbergt. Reeds zijn de stembiljetten bij oude en
nieuwe kiezers rondgebracht; men twist over de geldigheid,
maar dit zal wel lukken, en menigeen zet zich reeds schrap
om ze met de candidaten zijner keuze in te vullen. Wat
Amsterdam betreft, bestaat er tamelijke zekerheid, dat de
liberalen in de meerderheid zullen blijven. Maar eldérs?....
A m 31 e 1 a ar.
Binnenland.
Zoowel de redacteur van het „Sociaal Weekblad", de
heer Kerdijk, als de heer J. C. Van Marken doet een
beroep op de beurs van allen, wien het lot der arbeiders
ter harte gaat, ten behoeve van de werkstakers te Almeloo.
De heer Van Marken zegt, //diep doordrongen te zijn
van het goed recht der werkstakers tegenover de hals
starrigheid van onverzettelijke patroons", en belooft van
die meening nader rekenschap te zullen geven. „Men vreeze
niet" zegt hij verder «/het verzet door luihuid aan
te kweeken. De geldelijke ondersteuning is en blijft zóó
geregeld, dat slechts de uiterste ellende wordt voorkomen,
terwijl pogingen zullen worden aangewend om aan de
werkloozen elders arbeid te verschaffen."
Van hun kant doen de heeren Schol ten een beroep op
het rechtvaardigheidsgevoel, door te verzoeken geene partij
te kiezen vóórdat de door den heer Van Marken toege
zegde motiveering en hunne weerlegging daarvan bekend
zal zijn.
,/Wij vinden te meer grond voor dit beroep," zeggen
zij, „door de zonderlinge en oppervlakkige wijze, waarop
genoemde heer v. M. in dezen is opgetreden, door zijn
vertrouwelijken omgang en persoonlijke vriendschappelijke
verhouding met de leiders der sociaal-democraten (ook de
leiders der werkstakers) en door zijne o. i. geheel onbewezen
bewering, dat de meerderheid onzer goedgezinde burgerij
storm tot haar vluchtte, en van boven af lachten de oude goden
zorgeloos met hun «leve de vreugd" naar beneden; waar was
zij gebleven, de vreugd Schuw was zij weggevlucht, toen de
zwarte vrouwengestalte in haar nabijheid verscheen. Hoe wispel
turig is het geluk
wWat mag er toch zijn voorgevallen vroeg Bergen. „Waarom
werd de dood niet direct schriftelijk aangekondigd Het is
zonderling en angstig, nietwaar, juffrouw Grethe
„Ik weet niets," zeide ik. „Maar ik was bevreesd, ik had
een voorgevoel, dat er iets vreeselijks moest gebeuren. Mijnheer
Von Eberhardt heeft mij uitgelachen."
„Ja, ik lach ook nu nog om voorgevoelens, ik ben niet bijge-
loovig," verzekerde hij. Nu kwam Hanna bij ons en wierp
zich, in tranen uitbarstende, in de armen van haar bruidegom.
„Zij is als wezenloos," klaagde zij. „Het eenige wat wij van
haar vernomen hebben, is, dat hij in een duel is gevallen, dat
zij dadelijk het lijk heeft verlaten, in den reiswagen gestegen en
vertrokken is. Zij heeft ternauwernood iets gebruikt en gedurende
de gahsche reis niet geslapen. O, welk een vreeselijke dag is
dit
Een vreeselijke dng, ja, in waarheid verschrikkelijk Eber-
hardts liefdevolste woorden konden mij niet geruststellen, ik
beefde als van koorts en eerst tegen den morgen sloot ik de
oogen nevens Hanna, die zich in slaap geweend had. Angstige
droomen vervolgden my, waarin Kathrine en lluth wonderlijke
gesprekken voerden, terwijl ik dan weder Eberhardt hoorde
zeggen „Hoe bevallig ziet gij er heden uit, mijn geliefd meisje
(Wordt vervolgd.)
het door hem in zijne-advertentie-uitgedrukt gevoelen zou
deelen."
Het gelieele aantal kiezers in dc 84 districten, waarin
ons land voor de verkiezingen der Tweede Kamer is ver
deeld, bedraagt ongeveer 200,000 of 6£ pet. der bevolking.
Dit getal is ongeveer 10,000 beneden de schatting der
Regeering, die het op 300,000 raamde.
In Januari jl. is bij de Rijkspostspaarbank ingelegd
f 880,347.97, terugbetaald f 514,235.24^, zoodat op den
31 dier maand het gezamenlijk tegoed der inleggers
f 11,518,838.49 bedroeg. 5670 nieuwe boekjes werden
uitgegeven; 956 geheel afbetaald, zoodat aan het einde dier
maand in omloop waren 173,741 stuks.
Het Hoofdbestuur van Volksonderwijs publiceert een
wetsontwerp op den leerplicht, bewerkt door de heeren
H. P. De Kanter, L. Michiels en C. M. J. Willeumur.
Volgens dit ontwerp wordt als regel aangenomen, dat
kinderen van 6 tot 12 jaar lager onderwijs moeten ontvangen
en van 12 tot 16 jaar (14 jaar voor meisjes), als zij geen
andere inrichting van onderwijs bezoeken, herhalingsonder-
wijs. Het genieten van huisonderwijs wordt met schoolgaan
gelijkgesteld. Het ontwerp stelt straffen op herhaald ver
zuimen en wijst aan in welke gevallen verzuimen niet
strafbaar zijn, o. a. wegens liet gebrek aan voldoende
ruimte op de openbare school, wegens waarnemen van
godsdienstplichten, wegens bet verder dan op een half uur
afstands wonen van een school voor kinderen van 6 tot
9 jaren.
Aan het slot van de Memorie van Toelichting verklaart
de Commissie, dat zij er ernstig aan gedacht heeft, ook
vrijstelling toe te staan bij een beroep op gemoedsbezwaren,
maar dat zij dat niet heeft gedaan uit vrees voor mogelijke
ontduikingen. Het Hoofdbestuur betreurt het, dat de
Commissie, waar zij zelf erkent dat het rekening houden
met mogelijke gemoedsbezwaren een punt van ernstige
overweging moest uitmaken, tot negatieve beslissing is
gekomen. Het is van meening, dat bij goede formuleering
vrees voor ontduiking niet te zeer mag wegen en dat het
opnemen van de bovengenoemde vrijstelling de bij velen
bestaande bezwaren tegen de invoering van leerplicht zal
wegnemen."
f Men schrijft ons van Texel, dd. 6 dezer:
„Heden morgen zeilden eenige schuiten uit ter vischvangst.
Niet ver van de Schanswaard kwamen twee der vaar
tuigen zoodanig met elkander in botsing, dat al spoedig de
meest gehavende zonk. Andere visschers slaagden er in,
de opvarenden te redden.
De gezonken schuit behoorde aan schipper J. Vlaming
en was gemerkt T. X. 80. Een aantal schuiten zullen be
proeven om de gezonken schuit weêr te lichten."
Voor de vacante betrekking van onderwijzeres met
acte voor de Fransche taal op Tex-schelling, op eene jaar
wedde van f 650, beeft zich geene sollicitante aangemeld.
De Raad der gemeente Winkel heeft met algemeene
stemmen besloten, financiëelen steiin te verleenen aan het
plan van den heer W. H, Arlces, directeur der paardentram
HoornEnkhuizen, voor den aanleg en Ae exploitatie van
eene paardentram van Hoorn naar Schagen.
Een dergelijk besluit nam de Raad van Barsingerhorn
den 15 Februari 11.
Bij de jl. Zaterdag te Alkmaar door dijkgraaf en
heemraden van de Schermeer gehouden aanbesteding was
voor de leverantie van 900 M3 grint, de minste inschrijver
de heer Js. Oldenburg, te Bergen, voor f 1708, terwijl
die van 200,000 straatsteënen werd toegewezen aan den heer
P. Messelaar, te Alkmaar, voor f 2798.
De steenfabriek nabij Kolhorn heeft in 1885 en 1886
stilgestaan. Nadat vervolgens in 1887 eene oven afgebroken
was, wordt bij thans geheel gesloopt. De fabriek heeft
10 jaren bestaan en gaf de eerste 7 jaren aan een aantal
arbeiders werk, zoodat men nog altijd hoopte, dat er weêr
leven in den steenhandel zou komen. Thans is aan die
verwachtingen voor goed de bodem ingeslagen.
De Rechtbank te 's Hage veroordeelde gisteren den
gepensioneerden officie^ die zijn vrouw beleedigende brief
kaarten had geschreven, tot 2 maanden gevangenisstraf.
Het onderstaande werd in de maand Maart 1786
door een ingezeten van Gorinchem opgeteekend:
Memorie van het jaar 178 6.
Is de rivier voor Gorinchem voor de tweede maal gaan
zitten den 2 Maart, en ik heb er met mijn vrouw den
8 Maart overgekuijert na Sleewijk, en vele luijde uit
Gorinchem. En is verder dagelijks gebruijkt met paarde
en rijtuigen, met veele zwaare goederen. En op den
12 Maart zag ik reijtuijg met vier paarde en een boere
waage met twee paarde der over passeeren, met veele luijde
na rato; en op den 14 Maart zag ik er nog wel meer als
120 beesten met veele luijde daarbij alle te gelijk over-
koomen; en op den 15 Maart zijn der nog vier paarde
overgekome, en is vervolgens blijve zitten tot den 18 Maart.
Daar we toen nog eenige daage hoog water meede liebbe
gehadt, door de verstoppinge met 't eijs in de rivier; maar
zijn t tog gelukkig en spoedig weêr kweijt geraakt.
Een treffend sterfgeval had jl. Vrijdag te Maassluis
plaats. Terwijl men eene vrouw grafwaarts droeg, stierf
haar echtgenoot. Beiden waren in den bloei des levens
en laten drie zeer jonge kinderen na.
Aan de Engelsche stoomslachterij te Ede werd in het
jaar 1887 het aanzienlijk aantal van ruim 36,000 stuks
varkens geslacht.
Twee personen ontdekten jl. Donderdagmorgen te
Maarssen een groote bakkersraand onbeheerd op het ijs, en
hun bleek, bij onderzoek naar deze ongewone verschijning,
dat de bakker achter die mand door 't ijs was gezakt.
Nog intijds werd hij gered en kwam zonder verdere schade
er met een nat pak af.
De verminkte beambten door het ongeval te Ruiner-
wold zullen van de Exploitatie-Maatschappij levenslang
genieten het volle traktement, plus het gedeelte der emolu
menten, dat vóór het ongeluk door hen genoten werd.
Omtrent den levensloop van Trijntje De Jong, de
tweede zoogenaamde millioenenjuffrouw, worden de volgende
bijzonderheden gemeld
„Geboren te Ureterp in het jaar 1851, is zij als dienst
meid de wereld ingegaan, heeft gewoond bij den predikant
te Marum; is wegens kerkdiefstal veroordeeld; heeft gedu
rende eenigen tijd „gebromd" in de gevangenis te 's Her
togenbosch; is daarna gezelschapsjuffrouw geworden bij
mej. Zwart; heeft van deze eenige Spaansche, Amerikaan-
sche en Oostenrijksche effecten gekregen (gestolen, zegt de
officier van justitie); heeft het Protestautsch geloof den rug
toegekeerd en zich geworpen inde armen van het Katholicisme;
heeft haar intrek genomen als candidaat-non in het klooster
der „Ewige Anbiddung" te Innsbrück in Tyrolheeft ver
schillende kloosters en voorts Brussel, Weenen, Rome, Bazel,
Constanz en Keulen bezocht."
Het „Venl. Weekblad" bevat de volgende advertentie:
„Aan Heeren Kiezers in het district Venloo!
Doet mij het genoegen aanstaanden Dinsdag, hoe slecht
het weêr ook zijn moge, te gaan stemmen en liefst op
uwen oud-afgevaardigde L. H af f mans."
Cornelis M. Van Havelte heeft voor de Rechtbank
te Heerenveen terecht gestaan. Cornelis kwam bij Trijntje
Pluim te Nieuwjaar winnen, schopte bij ongeluk tegen eenen
stoel van 'n meid, kreeg daarom ruzie met den vrijer van
die meid en sloeg Trijntjes spiegel stuk.
's Avonds laat is Cornelis teruggekomen en sloeg bij
Trijntje op de glazen, dat het volk de deur uitstoof„Trijn
tjes „zeune" met de „leers in 'e haand!" Cornelis den
man „met de leers" na Trijntje riep om hulp Cor
nelis komt terug en geeft Trijntje 'n slag met 'n mes
boven 't hoofd.
„Maar ie hef my ook 'e sleugen mit 'e leerze" zegt
Cornelis. Daarvan gelooft de officier van justitie niets;
trouwens Trijntjes „zeune" ontkent 't ook.
Twee maanden is de eisch tegen Cornelis. (P. D. C.)
Bevolking der gemeente Helder.
m. v. tot.
Aantal ingezetenen op 31 Dec. 1886: 11111 10434 21545
Vermeerdering in 1887 door:
m. v. tót.
Geb. 414 407 821
Vest. .1947 690 2637
m. v. tot.
2361 1097 3458
Vermindering door:
Overl. 196 187 383
Vertr. 1647 765 2412
1843 952 2795
518 145 663
Aantal ingezetenen op 31 Dec. 1887: 11629 10579 22208
Bevolking aan boord der schepen2175 m.
Bevolking in de militaire gebouwen 352
(Deze getallen zijn reeds begrepen in het eindcijfer 22208.)
m. v. tot.
In 1887 geboren 414 417 821
Levenloos aangegeven 11 25 36
Gehuwd: Jonkmans en jongedochters 149
weduwen 7
gescheide vrouwen 1
Weduwnaars en jongedochters 3
weduwen 3
Gescheide mannen en jongedochters 2
weduwen 1
Totaal 166
Overleden: Gehuwden 56 ra. 45 v.
Ongehuwden 125 110
In weduwstaat 15 32
196 m. 187 v., totaal
Gemeenteraad van Zijpe.
Zitting van Maandag 5 Maart 1888.
Afwezig de heer A. Zijp Sr.
Na de opening der vergadering, lezing en goedkeuring van de
notulen, werd besloten de twee punten der agenda, zijnde„Verslag
der Plaatselijke Schoolcommissie" en „behandeling kohier van
den hoofdelijken omslag", het eerste den leden ter inzage aan
huis te zenden, en het tweede met gesloten deuren te behandelen.
Hierop zou dan de gewone rondvraag en sluiting gevolgd
hebben, ware er niet een request ingekomen, dat aanleiding gaf
tot een nog al levendig debat.
Door de heeren J. Bes, J. Gouwen, A. Leeuw, L. Van Savoijen
en J. Zwart was een adres aan den Raad gericht, waarin op
verschillende gronden toestemming werd gevraagd voor het rijden
met hondenkarren in de gemeente.
De Voorzitter gaf hierover het woord aan de leden, waarvan
de heer Nobel het eerst gebruik maakte. Hij meende hier
over kort te kunnen zijn, daar de onrechtvaardigheid van
het verbod door hem al zoo dikwijls is betwist. Hij betreurde
het, dat de billijkheid van dergelijke verzoeken reeds niet lang
dóór den Raad is erkend, en zonder hiervoor opnieuw de gronden
aan te voeren, drukte hij den wensch uit, dat het verzoek der
adressanten zou worden ingewilligd. Te meer zou hy dit
wenschen, omdat onlangs een man ten zijnent is geweest, wiens
zwakke lichaamskrachten hem tot de verklaring noopte, dat, zoo
hij met hond en kar mocht rijden, hij niet de hulp van instellingen
van liefdadigheid zou moeten inroepen. En zoo zijn er, -naar
sprekers meening, velen.
De heer Francis zegt, dat hij meent te kunnen gissen, welke
persoon bij den heer Nobel is geweest, en is zijn gissing juist,
deze ook bij hem is geweest, en toen verre van normaal was, en
beschonken lieden bij hem geen medelijden opwekken.
De heer Nobel verklaart, dat aan de persoon, door hem bedoeld,
geen gebruik, laat staan misbruik van sterken drank was te
ontdekken.
De heer Biersteker acht de wegen in de Zijpe te smal, om
het rijden met hondenkarren toe te laten.
De heer Zeeman acht kinderwagens, kruiwagens, enz. nog
gevaarlijker dan hondenkarren, waarop de heer Francis laat volgen,
dat de landman de wegen moet onderhouden, on men te weinig
op de toegevendheid der bestuurders van hondenkarren kan rekenen,
gelijk hij bij ervaring weet, om het rijden hiermede te vergunnen.
De heer Nobel beantwoordt de vorige sprekers en zegt, dat de
wegen hier niet smaller zijn dan elders, en men door andere
oorzaken eveneens een ongeluk kan krijgen, terwijl ongelukken
door hondenkarren hoogst zeldzaam voorkomen. En behalve dat
het voor de gemeente zeker nog een financieel voordeel zou zijn,
daar er veel meer honden zouden worden gehouden, betoogd bij,
dat het privelegie, wat het z. i. is, op moet houden te bestaan.
De heeren Biersteker en Paarlberg zouden het in 't nadeel
achten van de ingezetenen als het rijden met hondenkarren werd
toegestaan, daar er velen van buiten zouden komen, hunne waren
aan te bieden. Dit argument zegt de heer Nobel is
gelukkig versleten, want dat is protectie, wat ik veroordeel met
zeer velen in den lande en ben diensvolgens een beslist voor
stander van de vrije concurrentie, daar dit wel, en bescherming
niet in 't belang van 't volk kan worden geacht.
Daar niemand hierover meer het woord verlangt, brengt de
Voorzitter het verzoek van adressanten in stemming, waaruit
blijkt dat slechts de heeren G. Nobel, S. De Wit, K. A. Kaan
en P. Zeeman er zich vóór verklaren. Met 6 tegen 4 stemmen
wordt het verzoek alzoo gewezen van de hand.
Nog was ingekomen een schrijven van de familie Hoek, te