HELRERSCHE EK NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Aiverteiiliellal voot' Hollauds Noorderkwartier. 1888. N° 51. Vrijdag 27 April. itv Jaargang 46. Uitgever A. A. B A K K E E Cz. 39) VREDE NA STRIJD. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, alke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Binnenland. De Minister van Marine verwittigt belanghebbenden, dat door hem in den regel eiken Vrijdag, te beginnen met Vrijdag a. s., des voormiddags ten 11 ure, aan het lokaal van het Departement van Marine te 's Hage zullen worden ontvangen degenen die hem over zaken, gezegd Departe ment betreffende, wenschen te spreken. Directeuren van de Stoomvaart-Maatschappij „Neder land" hebben, na vier jaren van depressie, ditmaal een gunstig verslag aangeboden over den toestand der Maat schappij. De terugkeer tot den 14daagschen dienst, 2 April 1887 aangevangen, heeft de verwachting niet beschaamd; hoewel de vrachtkoersen weinig verbetering toonden en de passage-tarieven onveranderd bleven, waren de uitkomsten der exploitatie voordeeliger, eensdeels door het kleiner aantal verliesgevende reizen, anderdeels door bezuiniging op de exploitatie-kosten. De reizen der stoomschepen leverden een batig saldo van f 820,612.99*. tegen f 424,888.38* in 1886, f 559,344.50 in 1885, f 203,236.03* in 1884, f 545,628.20* in 1883. De assurantie eigen risico veroorloofde een uitkeering aan winst- en verliesrekening van f 41,071.30. De diverse baten en het'■saldo van verleden jaar bedroegen f 25,878.34*, zoodat de creditzijde der winst- en verliesrekening bedraagt f 886,562.64. Er blijft na verschillende afschrijving enz. een netto winst van f 306,422.05, waarvan een uitdeeling van 6 pet. kan worden gedaan aan de deelhebbers. In overeenstemming met de machtiging, op de vorige algemeene vergadering verleend, heeft de Maatschappij //Nederland" voor f 500,000 deelgenomen in de vorming van het kapitaal der „Paketvaart-Maatschappij", die zal worden opgericht tot uitvoering van de wet van den 19 Maart 1888, houdende machtiging voor den gouverneur-generaal tot het sluiten van een overeenkomst voor de bediening van de paketvaart in den Nederlandsch-Indischen Archipel, gedurende de jaren 1891 tot 1905. De algemeene vergadering der Yereeniging „Volks- Naar het Duitsch van W. HEIMBURG. (Slot.) onderwijs" zal dit jaar worden gehouden te Amsterdam op Dinsdag 22 Mei a. s. Onder de voorstellen komen o. a. voor: Door het Hoofdbestuur wordt voorgesteld: 1. in 1888 en 1889 de uitgave van het „Volksblad" onveranderd voort te zettende minimum-contributie voor alle leden vast te stellen op f 1. Daarentegen wenscht „Amsterdam" de bevoegdheid van leden onder 30 ets. aan te nemen niet alleen te handhaven maar ook verplicht te stellen. De afdeeling Rotterdam stelt verder voorDe algemeene vergadering drage aan het Hoofdbestuur op, een klein geschrift het licht te doen zien, waarina. vermeld wordt, wat door volksonderwijs verricht is om de laatste wet op het lager onderwijs tot stand te doen komenb. aangetoond wordt, wat volksonderwijs, sedert het tot stand komen van die wet, verricht heeftc. gewezen wordt op de beteekenis van het bestaan onzer Vereeniging in dezen tijd, met het oog op de dreigende toekomst. Verder zijn voorstellen ingekomen over het uitgeven van historieplaten (Rotterdam), kosteloos uitgebreid lager onder wijs voor on- en minvermogenden (Amsterdam); bewaar scholen van overheidswege (Maastricht); onderwijs in aard rijkskunde ook door uitstapjes der leerlingen (Amsterdam en Den Haagverstrekking van voedsel aan schoolkinderen (idem); uitbreiding van de zorg der Vereeniging ook tot middelbaar onderwijs en bespreking van bet subsidieeren der bijz. scholen (beiden van Amsterdam.) Het Hoofdbestuur acht het niet wenschelijk het com missoriaal ontwerp eener wet op den leerplicht thans reeds te behandelen, maar wenscht dat het eerst door de afdee- lingen worde onderzocht, om dan in de vergadering van 1889 ter tafel te komen. Naar men verneemt, zullen de verschillende spoor wegen aan de leden, die deelnemen aan het 41ste Neder- landsch Landhuishoudkundig Congres, hetwelk van 25 tot 28 Juni a. s. te Assen gehouden wordt, retourkaarten afgeven met een geldigsheidsduur van één vóór tot en met één dag na het congres. Zoo leefden wij stil, wy beide vrouwen, en alleen wanneer de herinnering aan vervlogen tijden bij mij levendiger werd, kon ik weer opgewekt pratendan dankte ik God, dat ik eens zooveel goeds genoten had. Op zekeren dag werd ik naar het slot geroepende heer des huizes was stervende. Ik heb hem vijf weken lang dag en nacht verpleegd, heb hem de oogen, die mij dankbaar aanstaarden, toegedrukt, en heb ten minste een klein gedeelte der schuld afgedaan, mij door de dankbaarheid voor vroegere, gelukkige dagen opgelegd. De weduwe was troosteloos en klemde zich in haar smart aan mij vast. Bij de begrafenis zag ik ook Bergen en Ruth weder; beiden met hun zonen. Willy, nu vorst Bodresky, was een beeldschoone jongeling geworden, donker, vurig en levendig, terwijl "Wilhelm Von Bergen het uiterlijk zijns vaders had, recht en slecht, maar wetende wat hij wilde. Ruth was nog de behaag zieke, levendige, bevallige verschijning van vroeger, maar een leven van aanhoudende onrust en afwisseling had het waas der jeugd vroegtijdig van het schoone gelaat geveegd; zij zag er somtijds, niettegenstaande haar dertig jaren, vermoeid en oud uit. Op mij sloeg zij geheel geen acht, maar wat mij het meeste leed veroorzaakte, was dat zij haar zoon steeds van mij verwijderd hield. De lieve jongen gedroeg zich schuw en vreemd jegens mij. Bergen was des te hartelijker, wij spraken veel over Hanna en de gelukkige dagen van vroegerook Eberhardt gedachten wij. Ik weende van harte in Bergens tegenwoordigheid hij wist immers hoeveel ik geleden had. Kort na de begrafenis, en wel op Ruths aandringen, werden er toebereidselen gemaakt tot den verkoop van Bendeleven. Mevrouw zoude mede naar Weenen gaan vorst Bodresky wilde het goed niet overnemen, Bergen had er het benoodigde kapitaal niet voor en was ook te veel soldaatop de kinderen kon men niet wachten, meende Ruth in dien tusschentijd zouden geweten- looze pachters het goed geruïneerd hebben. Het duurde niet lang of de meesteres van Bendeleven trok met haar dochter, de vorstin, naar het schitterende Weenen, en het oude adellyke slot onder de trotsche wapens der Bendelevens, werd weldra door een burger lijken, rijken eigenaar betrokken. In de deftige, hooge kamers, waar sedert eeuwen slechts Bendelevens gelachen en geweend hadden, woelde nu een schaar vlasharige burgerlijke kinderen, die zoolang met pijl en boog op de bonte goden aan het plafond der eetzaal schoten, tot de wakkere vader en de brave huisvrouw, om geen verminkte neuzen en gekwetste oogen te moeten aanzien, den verver lieten komen en de geheelc bonte heerlijkheid beschilderen, tot het Vive la joie" toe. Ach, als de baron dat had kunnen voorzien! Hij had niet in zyn graf kunnen rusten en de dochter, die het oude familiegoed had laten verkoopen, gevloekt. Maar zoo gaat hetjuist het kind, op wier adellijke gevoelens hij zoo trotsch was, verkocht nu het voorouderlijke huis, aan welks instandhouding de vader met zijn geheele hart had gehangen. „Waarom heeft hij het niet in zijn testament verboden zeide mevrouw Renner. Ja, waarom Omdat hij alles van zijn adellijke betrekkingen had kunnen denken maar niet zulk eene handelwijze. En zoo leefden wij voort, jaren lang, een leven, waarin volstrekt niets bijzonders voorviel, en deden ons best, nuttig werkzaam te zijn; ik onderwees de kleinen van den dominé en hielp de jonge vrouw in de huishouding. Toen begon mijn goede, oude mevrouw Renner te sukkelen en na lang over en weder spreken besloot de bezorgde zoon, dat het beter was, zoo zij in de stad woonde, waar zij ieder oogenblik geneeskundige hulp kon erlangen. Ik vergezelde haar natuurlyk, en deed dit te liever, wijl ik dan dichter bij zyn graf was, dat ik tot nu toe slechts zelden bezoeken kon. Dit maakte mij het verblijf in de benauwde stad lief en aangenaam. Zoo trokken wy naar deze zelfde woning. De eigenaars zijn driemaal verwisseld, maar de huurster is dezelfde gebleven, zy is oud en grijs geworden in dit kamertje. Ik heb mijn oude vriendin na een lange ziekte de oogen toegedrukt en mijn best gedaan, haar levensavond vroolijk te doen eindigen door vriendelijke verzorging en hartelyke belangstelling in haar betrek kingen en haar lief en leed. Ik verblydde mij ook na haar dood, evenals bij haar leven, wanneer de kinderen en de bloeiende kleinkinderen uit het stille dorp kwamenandere kennissen heb ik niet aangeknoopt en ook niet gezocht in de stad. Ik ben sedert dien tijd dagelijks naar het kerkhof gegaan. Op schoone zomeravonden neem ik mijn werk mede en zit bij zijn graf, op de kleine bank, die ik daar liet plaatsen. Als de vlier geurt en de rozen bloeien, blijf ik daar uren lang en kan ter nauwernood scheiden van mijn liefste plekje op de wereld. Zoo is mijn leven voorbijgegaan, eentonig, arm aan vreugde en nutteloos zult gij zeggen, kindlief. Het is waar, de werk kring eener vrouw en moeder is mij ontzegd gebleven, ik heb noch aan openbare vereenigingen deelgenomen, noch aan werken ten algemeenen nutte, waarbij ik openlijk moest te voorschijn tredenik ben niet afgunstig, maar als ik onbekend, innig gelnk zie, dan doet het mij pynlijk aan en ik ben het liefst te huis in mijn eenzaamheid en stilte. Ik heb mij echter in het geheim een kleinen werkkring verschaft ik weet, er zijn menschen, arme menschen, die my met liefde en dankbaarheid aanhangen. Beklaag mij echter niet, mijn lief vrouwtje, ik heb ook heerlijke uren. Als ik aan het klavier zit en de liederen speel, die ik eenmaal in den vroegeren, schoonen tijd der jeugd zoDg, dan komt hij mij weder levendig voor den geest, zoo bekoorlijk, zoo schoon als toen; dan rijd ik weder op mijn vurig ros naast hem door het groene woud, dan schijnt de maan weder en vertoont my zijn lief, donker oog, myn ooren hooren weder die heerlijke woorden, die het hart nooit vergeten kan. Heil my, dat ik hem eenmaal mocht doorleven, dien zaligen tyd niet ieder heeft zulke herinneringen in de smart. En nu zyn zij allen dood, dood de trotsche mevrouw Van Bendeleven, dood ook de gevierde vorstin Ruth, de zorgende huisvrouw van den predikant en mijn brave vriend, Hendrik Von Bergen sommigen nog jong, anderen het leven reeds moede. Alleen dominé Renner en uw grijze vriendin leven nog. Ons beiden zal God ook spoedig oproepen, en als eens een groene heuvel de doodkist bedekt, zal niemand vermoeden, welke vreugde en kommer eens de harten in beweging bracht, die nu zoo stil geworden zijn. Ach, ik heb nog slechts een wensch, maar die kan niet vervuld wordenik zou naast Eberhardt op het stille kerkhof willen liggen, maar het is immers niet mogelijk. En nu, vergeef mij, dat myn verhaal zoo lang, zoo uitvoerig is geworden ik liet mij door myn oude herinneringen meêsleepen mochten zij u maar niet verveeld hebben. Vaarwel, hartelijk wel; ik hoop, dat de zachte lucht van Italië uw moeder sterk en krachtig moge maken. Blyf niet te lang meer uit en denk dikwijls aan uw eenzame, oude vriendin. Gode bevolen en tot weêrziens in hartelyke liefde, Uwe Margarethe Sigismund. Ik heb haar niet weder gezien, myn oude vriendin, wier roerende geschiedenis in de voorafgaande bladen vervat is. Mijn verblyf in Italië duurde den geheelen winter. Mijn man vroeg later De heer F. Domela Nieuwenhuis heeft in liet district Sclioterland een schrijven doen verspreiden, waarin hij zijne vrienden aanmaant hunne verwachtingen niet te hoog te spannen, daar hij, in de Kamer alleen staande, natuurlijk niet veel zal kunnen uitrichten. Verder deelt hij mede, dat er te zijnen huize een bureau van informatie gevestigd zal zijn, en noodigt hij allen uit, die grieven, bezwaren of wenschen hebben, hem deze kenbaar te maken. Ten slotte deelt hij mede, dat hij jaarlijks in het district verschijnen zal, om verantwoording te doen omtrent de wijze, waarop hij zijn mandaat vervuld heeft. De heer De la Fuente, orkestdirecteur van den Park schouwburg te Amsterdam, heeft zijn ontslag genomen. Jl. Maandagavond arriveerde te Vlissingen het Engelsche jacht „Victoria and Albert", dat Koningin Vic toria naar Engeland zal overbrengen. H. M. wordt heden per extra-trein uit Berlijn te Vlis singen verwacht. De Commissie van ondersteuning voor de nagelaten betrekkingen van de bij de ramp van 6 Maart 1883 omge komen visschers van Paesens en Moddergat heeft in 1887 uitgekeerd f 8399.80. In de vijf jaren, die nu verloopen zijn, werd uitgegeven de som van f 54,003.62. Opmerkelijk is het, dat van de door de ramp ontstane weduwen slechts één is overleden en één is hertrouwd. Uit het Maandag in de jaarlij ksche algemeene ver gadering van aandeelhouders in de Panorama-Maatschappij te Amsterdam uitgebracht verslag bleek o. a., dat het Panorama gedurende het afgeloopen jaar door ongeveer 34500 personen bezocht werd, terwijl bovendien nog 1000 entrees voor de kunstzaal werden afgegeven. Besloten werd de winst voor afschrijving te bestemmen. Dezer dagen waren een paar leden der Nederlandsche Commissie te Brussel, die de terreinen der Internationale Tentoonstelling, aldaar te houden, in oogenschouw genomen hebben en met voldoening den grootschen aanleg, de ruime inrichtingen en de zeer voldoende plaats, die voor de Nederlandsche exposanten is gereserveerd, hebben gade geslagen. verlof en reisde ons nahij bracht mij dc groeten benevens een brief van de lieve buurvrouwhet zou de laatste wezen, dien ik van haar ontving. Ik kreeg geen antwoord meer op mijn ver schillende brieven in Maart echter van een vreemde hand eenige regelen, die het was aan te zien, dat zij by het schrijven geheeld had. Zij meldden my, dat myn goede, oude vriendin dit onvol komen leven met het betere aan gene zijde verwisseld had zy had nog hartelijk aan mij gedacht en den schrijver dezer regelen opgedragen, mij haar laatste groeten over te brengen met den dank voor menig blijde stonde, die zy door mij aan haar een zamen levensavond genoten had. Zij rust op het kerkhof te Wetzendorf was er bygevoegd naast haar ouders en Kathrine. De brief was onderteekend Frederik Renner, emeritus predikant. Wetzendorf, den 26sten Maart 1875. Mijn tranen vielen op de onduidelijke letters en mijn droefheid was oprechtik had haar immers recht hartelijk liefgehad, de verlatene, oude dame, die zóóveel droevigs in de wereld onder vond. Moge zij in Gods vrede rusten 1 Het was lente, toen wij weder in ons huis terugkeerden, en welk een lenteDe geheele lacht was vervuld van bloemengeur, de struiken en boomen blonken in het helderste groen en de wallen der vesting waren bedekt door al de vlier die er bloeide. Tegenover ons in de woning, waar vroeger het oude, lieve gezicht naar buiten zag, stond een jong meisje met lange, gondblonde lokken en maakte de vensterruiten helder schoon, terwijl zij ver genoegd en zonder zich om de menschen te bekommeren, zong: Open u, myn hart, laat de lente binnen! Er woonden reeds weder andere menschengeen plekje blijft onvervuld, en verlaat iemand dit leven, hoe spoedig is er geen ledigheid meer te bespeuren. Deze aanblik deed mij leed, hoe aangenaam hy ook was, en ik heb menigen traan geweend, voor ik er aan gewoon was, het oude, vriendelijke gelaat niet meer te zien. Gedurende deze schoone lentedagen werd in een vroolijken kring onzer vrienden tot een buitenpartij beslotenverscheiden liefelijke punten in den omtrek werden besprokeneindelyk sloeg iemand Wetzendorf voor, en tot mijn groote vreugde ging dezen voorslag door. Op een zonnigen, helderen Meidag reden wij onder bloeiende ooftbooraen naar het doel van ons uitstapje. Ik was stil in de tegenwoordigheid van het andere gezelschapik dacht er aan, dat ik de plaats zien zou, waar myn oude vriendin geleefd en geliefd en waar zy nu haar laatste rustplaats gevonden hadin den bak van den wagen lag een krans van lentebloemen, die ik op haar graf wilde leggen. In gespannen verwachting zag ik de gryze muren van het statige slot uit het lichte groen der linden en kastanjeboomen te voorschijn komen. Het groote dorp lag als begraven onder bloesems en de kleine kerktoren verhief zich daarboven rechtop naar den blauwen hemel, als een herder die zijn kudde bewaakt. Wij reden naar het dorp, hielden bij de herberg stil en een kleine, heldere deerne toonde ons den weg naar het park, dat de tegenwoordige eigenaar vermoedelyk een der hoopvolle boog schutters beleefd ter onzer beschikking gesteld had. Op het gras stonden tafels en banken, en in bonte ryen gezeten, werden er, volgens landelyk gebruik, koffie met bergen koek gebruikt. De muziek van het regiment speelde vroolijke melodiën tot vreugde van al de dorpsbewoners, die zich in talrijke groepen aan de overzijde van het water verzameld hadden. Ik alleen was verstrooid, ik moest altijd aan haar denken, die hier eens gewoond had, en als mijn oog in de schaduw der prachtige boomgroepen tuurde, was het my altyd als moest er eeu slanke meisjesgestalte in het lichtblauw en met donkere

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 1