Jl. Dinsdag werd te Houtrijk en Polanen de gras- verpachting gehouden van het gewas, staande langs den geheelen Spaarndamschen dijk. De gemiddelde opbrengst was f 131.25 per hectare. Aan den Waarddijk, gemeente Oude Niedorp, wordt eene kaasfabriek opgericht. Jl. Maandagavond trad te Leiden voor een zeer talrijk publiek in de Stadszaal als spreker op de heer B. H. Heldt, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De bijeen komst ging uit van de afdeeling Leiden van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond. De spreker werd dan ook binnengeleid door den Voorzitter van het afdeelings- bestuur, den heer C. H. Kouw, die der vergadering, uit de meest uiteenloopende elementen bestaande, mededeelde, dat de heer Heldt, hoezeer als lid der Kamer geannonceerd, niet in die hoedanigheid, maar in zijne betrekking tot het Werkliedenverbond, dus meer speciaal tot de leden van dien Bond en in het algemeen voor den werkman, spreken zou. De spreker had tot onderwerp zijner toespraak ge kozen de beantwoording der vraag: //Is er nog lust en plaats voor eene hervormde arbeidersbeweging?' Spreker ging zeer uitvoerig de geschiedenis na van arbeiders-ver- eenigingen en arbeiders-bewegingen hier te lande, en drukte zeer op het nut van arbeiders-vereenigingen, waaraan vele verbeteringen te danken waren. Alleen door vereeniging en gemeenschappelijk streven kon men tot bereiking van het groote doel geraken. De werkman zelf moet er steeds op blijven wijzen en op blijven aandringen, opdat de Re geering voortga de zaak, vroeger geheel verwaarloosd, doch thans aan de orde, in de goede richting te sturen. Maar die Vereenigingen moeten zich ook in de goede richting bewegen en steeds „verbetering* verlangen door „hervor ming*, niet door omverwerping. Geene revolutie. Daarvan is voor niemand, ook niet voor den werkman, eenig heil te verwachten. Alleen langs den bezadigden, kal men weg kan het doel worden bereikt, waarnaar bij voortduring met den meesten ernst en met gesloten gelederen moet worden gestreefd. Het scheen wel of het onderwerp der rede en hare be handeling niet allen evenzeer boeide; althans een aantal arbeiders verlieten nu en dan de zaal, zoodat deze, aan vankelijk stampvol, van lieverlede slechts voor de helft fevuld was. Na eene korte pauze ging de spreker over tot e beantwoording der gestelde vraag. Dat dit, na al hetgeen voorafgegaan was, geschiedde in toestemmenden zin, behoefde niemand te verwonderen. Plaats voor eene „hervormende arbeidersbeweging' is er en lust behoort er te zijn. Iedereen die tot nu toe misschien lauw en onverschillig was dit onder het oog te brengen en daartoe op te wekken, was het doel van sprekers rede op dezen avond geweest. Meer algemeene deelneming in het Algemeen Nederlandsch Werk liedenverbond kon daartoe leiden en was zeer aan te bevelen, als strevende in de goede richting. De heer Kouw dankte teil slotte den spreker voor zijne woorden en het publiek voor zijne belangstelling. Discussie zou ditmaal niet worden toegestaan. Werklieden werden nogmaals tot deelneming uitgenoodigd en aangespoord en aan iedereen de gelegenheid gegeven om, bij het heengaan, in eene bus de blijken zijner belangstelling in het fonds van den Bond te storten, waar van door velen werd gebruik gemaakt. Dat de goede orde, ja zelfs de kalme stemming door niets werd verstoord, behoeft nauwelijks te worden opgemerkt. Door het kantongerecht te Middelburg is beslist, dat wanneer meer buitendeuren van hetzelfde gebouw toegang geven tot een lokaal waar sterke drank in het klein wordt verkocht, onverschillig of men door die deuren al dan niet rechtstreeks zoodanig lokaal binnentreedt, krachtens art. 12 der drankwet boven of ter zijde van elke buitendeur het woord „vergunning' te lezen moet zijn. Naar men bericht, heeft bij D. T., in den polder Eierland op Texel,' een schaap, dat een lam ter wereld bracht, juist 14 dagen later nog een lam geworpen. In den stal van den heer W. Schermerhorn, te Sint-Maarten, werd dezer dagen een kalf geboren van 122 halve kilo's zwaarte. De bediende te Amsterdam, die voor zijn baas op 20 Maart jl. was gaan stemmen, heeft 3 dagen gevangenisstraf opgeloopen. De eisch was 14 dagen. Als eene bijzonderheid wordt medegedeeld, dat te Amsterdam aan het eind-examen van het Gymnasium een zeventigjarige zal deelnemen. De verhuring van hooi- en weilanden der gemeente Dordrecht bracht dit jaar op f 29,487, zijnde circa f 3000 meer dan het vorige jaar. Over een week of drie zal nog een verpachting plaats hebben. vlechten om het hoofd verschijnen, of een paar amazonen moesten met fonkelende oogen en overmoedige vreugde op de blozende gezichtjes de laan doorvliegen, met de slanke gestalten van Eberhardt en Bergen aan haar zijda. Daar op het kleine balkon, dat zoo stout aan den toren kleeft, had zij gestaan, met het eerste onduidelijke gevoel van liefde in het hart en naar de sterren opgezien. Hier op dit plekje had zij wellicht haar eersten brief gelezen op die kleine brug was het, dat zij in dien donkeren, stormachtigen nacht bewusteloos neörzonk, toen haar hart bijna brak door zijn ontrouw. Tegen den avond sloop ik stil uit den kring der dansers, liet mij den bloemenkrans uit den wagen geven en zocht een klein meisje om my naar het kerkhof te brengen. Ik ging, mijn licht zomerkleedje om den stoffigen weg by elkander houdend, achter de kleine vlasharige. „Dat is de pastorie,' zeide het kind na een poos en wees op een nederig, bevallig huisje, waarvan de ramen met wilde wingerd begroeid waren. De oude linde stond nog in den voortuin en overschaduwde een bank, waarop een ongeveer twaalfjarig meisje Ijverig in een gezangboek zat te lezen, terwijl de lippen zich zacht bewogen, alsof zij een vers van buiten leerde. Ik was blijven staantoen het kind my bemerkte, stond het schielijk op, groette verlegen en liep toen haastig en blozend met haar boek de geopende huisdeur binnen. Nu wendde ik mij naar het tegen overliggend huis dat moest haar vaderlijke woning zijn ook dat lag in de schaduw van twee lindeboomen, die ter weêrs- zijden van den ouden zandsteenen stoep stondende vensters stonden wyd open en lieten de zachte lentelucht binnen. Voor een er van zat in een armstoel een oud man met sneeuwwit haar en zag gespannen naar mijtoen stond hij op en kwam buiten de deur. Ik stak den weg over en stond voor den grysaard, die, zyn zwart mutsje van het hoofd nemende, met vriendelyke stem zeide: „Gij zijt zeker de jonge vriendin van juffrouw Sigismund Ik heb u reeds lang verwacht en wil u gaarne naar het kerkhof geleiden.' Hij reikte mij de hand en <ging toen kalm naast mij verder, in statige, nog ongebogen houding, het oog helder en onderzoekend op mij gevestigd. „Ik ben nog juist ter rechter tijd gekomen om mijn oude vriendin de oogen toe te drukken," vervolgde hy. „Zy heeft mij veel liefs en goeds van u verhaald, en ik verheug mij, dat Men meldt ons uit Scliagen, dd. 25 dezer: „In de gisteren gehouden vergadering van den Raad dezer gemeente werd door den Voorzitter aan dezen, namens Burgemeester en Wethouders, aangeboden eene voordracht tot het benoemen van een onderwijzer of onderwijzeres aan de gemeenteschool alhier, ter voorziening in de vacature, ont staan door het vertrek der onderwijzeresse,mej. Hermans. Op deze voordracht waren geplaatst: 1. de heer G. Tjalsma, van Ossenzijl; 2. inej. A. Doijer, van Zwolle; 3. de heer P. Vroom, van Hoorn. Van deze voordracht werd No. 1 benoemd met S stemmen, zijnde 1 stem uitgebracht op Mej. Doijer. Daarna werd de vergadering gesloten.' In de gisteren gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders in de Amsterdamsche Rijtuig-Maatschappij werd verslag uitgebracht over het afgeloopeu jaar. De verpachting der standplaatsen heeft niet het verwachte gevolg gehadde stationeerende rijtuigen brachten ruim f 74,000, of f 10,000 minder dan in 1886 opwelk bedrag verkregen werd door 16,138 rijtuigen, tegen 18,014 in 1886, of f 4.59L tegen f 4.68 daags. Het aantal paarden was 249 of 2 minder dan het vorige jaar, d. i. met 59 verminderd tegen 57 aangeschaft7 stierven. Uit de winst- en verliesrekening blijkt dat het jaar begon met een nadeelig saldo van f 36,563; welk bedrag aan het einde er van bleek verminderd te zijn tot f 36,268. Tot lid van den Raad van Beheer werd herkozen de heer Eug. Bunge. Het traktement van den directeur werd wederom bepaald op f 4000. Uit Deventer wordt gemeld: „De opbrengst van de verpachting der weilanden, in verschillende gemeenten gelegen, is f 3798 tegen f 4190 bij vorige verpachting." Jl. Dinsdag had te Zalt-Bomrael de jaarlijksche ver pachting plaats der hooi- en weilanden, aan die gemeente behoorende, gelegen in de Borameler- en Tielerwaard. Be droeg de pachtsom in het vorig jaar f 12,124, thans beliep die f 13,738. Een landbouwer van Oorschot, die zijn zuster te Boxtel ging geluk wenschen, wijl zij het leven aan een tweeling had geschonken, vond bij zijn tehuiskomst, dat ook zijn gezin ondertusschen met twee kinderen vermeer derd was. Nu was het de beurt van zijn schoonbroeder om hem te komen feliciteeren. De heer C. Brader, het socialistische Gemeenteraadslid te Winschoten, is door den kantonrechter aldaar tot twee geldboeten veroordeeld wegens twee overtredingen van de wet op den verkoop van sterken drank in het klein. Hij had nl. „geen afschrift der vergunning" in de gelagkamer aanwezig en sterken drank geschonken aan een jongen beneden de 16 jaren. De bekende Amerikaansche electricus Elisha Gray heeft een toestel uitgevonden, dat naar zijne meening spoedig de telephoon zal verdringen. Het door hem „telau- tograaph" genoemde instrument brengt namelijk op grooten afstand al het geschrevene en geteekende over. Terwijl iemand op het eindpunt der leiding bijv. een brief schrijft, beweegt zich aan het andere einde eene stift van den borstel en brengt nauwkeurig dezelfde schriftlijnen op het papier, zoodat de nieuwe uitvinding minder tot vergissingen aanleiding geeft dan dè! telephoon. Albert Wolff zegt, dat het thans hoog tijd wordt voor Zola om te toonen' wat hij kan als tooneelschrijver, hij die voor de tooneelsphrijvers van zijn tijd zoo onbarm hartig was en die voor het tooneel nog niets schreef van blijvende waarde. Het voorwendsel dat hij geen schouw burg zou vinden dat zijn stuk zou willen opvoeren, kan hij thans niet meer doen gelden, nu Antoine's „Thè&tre libre* er is. De „Staatscourant' van 26 dezer bevat het reeds mede gedeelde koninklijk besluit van 25 dezer, waarbij wordt bepaald dat de zitting yan de nieuwe Kamers der Staten- Generaal wordt geopend door eene Commissie van 'sKonings wege, waartoe worden benoemd de Ministers, hoofden van Ministeriëele departementen. Ook bevat het officiëele blad het koninklijk besluit, waarbij tot Voorzitter van de Eerste Kamer, gedurende de zitting die zal aanvangen op 1 Mei a. s., wordt benoemd de heer mr. W. A. A. J. Baron Schimmelpenninck van der Oye, lid dier Kamer. Dinsdagmiddag, kort na de opening van de zitting, zal de Tweede Kamer des namiddags te 3 unr een openbare vergadering houden tot het benoemen van Commissiën, belast met het onderzoek van de geloofsbrieven der leden. zy nog op het eind van haar leven haar hart aan iemand heeft uitgestorttoen heb ik haar mede hier naar toe genomen, naar haar geboorteplaatsmoge de rust zacht voor haar zijn, hier, waar zij als kind reeds gespeeld heeft. „Hier is het graf," vervolgde hij en wees op een met frissche zoden bedekten heuvel„daar rusten haar ouders en hier is Kathrines graf.' Ik trad nader en legde mijn krans op den eenvoudigen steen van wit marmer. „Margarethe Sigismund," las ik zacht, „geboren den 30sten Mei 1812, gestorven den 25sten Maart 1875. Zalig zijn die treuren, want hunner is het koninkrijk." De tranen rolden mij langs de wangen, een onuitsprekelijk weemoedig gevoel had my aangegrepen. De oude man naast mij zag zwijgend naar het graftoen sprak hij zacht „Schrei gerust uit, kindlief, zij is waard beweend te worden. Een lieflijker wezen, een edeler hart, een eerlyker karakter was er zelden in de wereldik weet niet een handeling van haar, die niet het kenmerk van ware vrouwelijkheid en ootmoed heeft gedragen. Zij heeft veel geleden in het leven, maar zij verstond het als geen andere te dragen Voorwaar, een schoon getuigenis uit den mond van den vriend harer jeugd Ik reikte hem zwijgend de hand. Toen wij zoo stonden, flikkerde de zon nog eenmaal in purperen gloed en wierp een roodachtig licht over het kleine kerkhof en de stille graven het gelaat van den grijsaard zag er byzonder jeugdig uit. Een zachte avondwind bewoog de lindeboomen aan den nederigen muur en uit het park drongen de innige melodieën van een lied van Schubert tot ons door. Er heerschte een bijzondere vrede in de natuureen zoet verlangeu naar iets hoogers en heiligs scheen door de lucht te zweven en van de lippen des grijsaards klonk het als droomend „Dat ia de vrede na z waren strijd, cn eindelijkkomt het wederzien." De tonen versmolten in de vertehet avondrood verglom aan den hemel en boven het kleine godshuis fonkelde de avondster. Toen liet het kerkklokje zich hooren en lnidde den avond in, eerst zacht, daarna klonken de tonen steeds voller en voller over de stilh graven in de zachte lucht, en het klonk als v r e d e en wederzienl Commissie voor Veeziekten. Bij koninklijk besluit van 25 dezer is de Commissie van deskundigen, benoemd bij Zr. Ms. besluiten van 7 Januari en 6 Maart 1887 Nos. 5 en 3, om te onderzoeken welke ziekten van het vee moeten geacht worden besmettelijk te zijn enz., met dank betuiging voor de door haar bewezen diensten, ontbonden. Te Amsterdam is op 20 dezer opgericht een „Werk- geversbond" tot het bevorderen van werkliedenverzekering in den ruimsten zin, door alle daartoe dienstige middelen. Onder voorbehoud van latere eventuëele uitbreiding van haren werkkring zal deze Vereeniging al dadelijk haar doel nastreven, doordien hare leden-werkgevers (anderen kunnen als „begunstigers" toetreden en de zaak steunen) hunne werklieden verzekeren, en wel niet voor uitkeering in ééns bij overlijden (de eenige vorm van verzekering, die thans onder de werklieden populair is), doch voor pensioen onder eenigen vorm. Bij voorkeur zal daartoe gebruik worden gemaakt van het „Nederlandsch Werkliedenfonds*, terwijl men zal streven daarvoor waarborg van staatswege te ver krijgen. Onder goedkeuring van het hoofdbestuur van den „Werkgeversbond" kan echter verzekering bij andere solide Maatschappijen worden toegelaten. De Bond zal zijn doel trachten te bereiken voornamelijk door de werkzaamheden en instellingen zijner plaatselijke afdeelingen. De leden van den Bond verbinden zich, volgens de vastgestelde statuten, om: 1. mannelijke werklieden, en ook vrouwelijke zoo deze laatste het verlangen, minder dan 21 jaar oud, niet in dienst te nemen, tenzij zij verzekerd zijn, of zich laten verzekeren voor een pensioen, waarvan het bedrag door elke afdeeling zal worden bepaald, maar dat niet minder mag zijn dan f 3 's weeks op 60jarigen leeftijd; 2. ten minste twee derden te betalen van de premie, voor het sub 1 bedoelde pensioen gevorderd. Deze premie bedraagt, voor een pensioen van f 3 op 60jarigen leeftijd, bij het Nederlandsch Werkliedenfonds, voor een 21jarig werkman, f 0.22^ 's weeks, voor jongeren evenredig minder. Het overige 1/3 wordt ingehouden op het loon van den te verzekeren persoon. 3. De werklieden beneden 21 jaar, bij toetreding des werkgevers tot den bond reeds bij hen in dienst, te ver zekeren op bovengeraelden voet, doch alleen indien de werklieden dit verlangen. 4. Voor werklieden, ouder dan 21 jaar, minstens f 0.15 's weeks bij te dragen, mits de te verzekeren persoon zijnerzijds zich minstens f 0.07^ 's weeks op zijn loon late korteneen en ander voor verzekering, welker vorm en voorwaarden in dit geval tusschen patroon en werkman zal worden overeengekomen 5. De verzekering van een werkman, dien zij ophooger dan 21jarigen leeftijd in dienst nemen, en die reeds ver zekerd is, voort te zetten op den voet boven sub. 2. of 4. bedoeld, naar gelang de verzekering is aangevangen vóór of nd 21jarigen leeftijd. Het doel is om, zoo gaandeweg het meerendeel der werk gevers tot den Bond toetreedt, het er toe te leiden dat het thans opkomende geslacht van werklieden voor den ouden dag verzekerd zijn. Voor de werklieden, die thans reeds ouder zijn dan 21 jaar, is dit, wegens de hooge premiën, die op hooger leef tijd gevorderd worden, zeer moeilijk. Voor velen hunner zal, zelfs door de boven sub 4 bedoelde premiebetalingen, slechts een gering pensioen op 60jarigen leeftijd kunnen worden bedongen. Om in dit opzicht aan de behoeften der thans levende generatie zooveel doenlijk tegemoet te komen, is in de statuten bepaald, dat de afdeelingen van den Bond, uit bijdragen, giften, enz. fondsen zullen trachten te vormen, waaruit de premiën van werklieden kunnen worden verhoogd of ook, bij tijdelijken stilstand van ver diensten, geheel betaald. Het minimum-pensioen van f 3 op 60jarigen leeftijd, dat op 65jarigen leeftijd f 4.50, op 70jarigen leeftijd f 6 bedraagt, is alleen daarom zoo laag gesteld, omdat er plaatsen zijn, waar dit bedrag door personen, met den plaatselijken toestand ten volle bekend, voldoende wordt geacht. Elders (in Amsterdam en andere groote steden) zullen de op te richten afdeelingen haar minimum hooger moeten stellen. Het initiatief voor deze nuttige instelling werd genomen door mr. G. Van Tienhoven, Burgemeester van Amsterdam, te samen met een aantal werkgevers uit Amsterdam en uit verschillende andere plaatsen van ons land. Aan de aanvan kelijke organisatie nam ook prof. Beaujon, van Amsterdam, een zeer werkzaam deel. De nieuwe Vereeniging koos tot Voorzitter van haar Hoofdbestuur mr. N. G. Pierson, president der Nederlandsche Bank, die zich onmiddellijk bereid verklaarde die betrekking te aanvaarden. Als hoofdbestuurders zijn verder benoemd: professor A. Beaujon, onder-Voorzitter; W. Spakler, F. I. W. H. Schmitz en Alex Daniels, te Amsterdam; J. E. Scholten, te Gro ningen; C. T. Stork, te Oldenzaal; J. C. Van Marken, te Delft; Jacob Duyvis, te Utrecht; W. J. Geertsema, te Amsterdam, Secretaris-Penningmeester; mr. A. F. Van Leyden, te Amsterdam, adjunct-Secretaris, waaraan nog andere leden kunnen toegevoegd worden. Zoodra de statuten de Koninklijke goedkeuring hebben verkregen, zal de Bond zijne werkzaamheden aanvangen. Van onderscheidene plaatselijke afdeelingen mag de oprich ting reeds verzekerd heeten. De mogelijkheid van toetreding ook van werkgevers, die eigen pensioenfondsen voor hunne werklieden hebben, is verzekerd door eene bepaling in de statuten, krachtens welke de door den Bond gevorderde minimum-bijdragen voor zoodanige deelnemers lager kunnen zijn, mits den werkman altijd de door de afdeelingen van den Bond gevorderde'minima van pensioenen, uit welken hoofde dan ook, verzekerd worden. Aan de ontworpen statuten is nog het volgende ontleend Art. 13. Onder werklieden worden verstaan al diegenen, die voor loon werkzaam zijn, en wier wekelijksch inkomen uit arbeid niet meer bedraagt dan eene zekere, door elke afdeeling vast te stellen som, welke som echter niet hooger mag worden gesteld dan f 20 per week. Art. 23. Elke afdeeling tracht op te richten een fonds. Dit fonds wordt gevormd door het bijdragen uit de kas der afdeeling, door giften, jaarlijks of ineens, van leden en begunstigers der afdeeling, en door vrijwillige giften, erfstellingeu en legaten, tot verkrijging waarvan leden en begunstigers alle geoorloofde middelen in het werk zullen stellen*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2