Oost-Mie. drie Honderd Gulden. twee Honderd Gulden. NEDERLANDERS ontv angen bij het aangaan van eene militaire dienstverbintenis van zes jaar een handgeld van Aanbrengpremie TIEN GULDEN. MILICIENS in werkelijken dienst of met groot verlof, kunnen voor den tijd van twee jaar gedetacheerd worden naar Oost-Indië; premie Aanbrengpremie TIEN GULDEN, bijaldien de Milicien met groot verlof afwezig was van zijn korps Het Departement van Koloniën en alle Burgemeesters geven gratis nadere inlichtingen. Stalhouderij E, VAN DAM, Tandarts BIERSTEKER, Damrak 62, Amsterdam, is WOENSDAG 2 MEI Koster's Kleinen Winkel te Schagen. De bekende en onbekende schuldeischers in de onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap van den Heer PIETER BRANDS, in leven Veehouder, gewoond hebbende te Koegras, gemeente Helder, en aldaar overleden den 17 Maart 1888, worden, ingevolge art. 1082 van het Burg. Wetboek, opgeroepen, om op Woensdag 16 iMei 1888, 's middags 12 uur. te verschijnen ten kantore van den ondergeteekende te Helder, aan den Kanaalweg, ten einde de rekening en verantwoor ding aan te hooren van het in die nalatenschap gevoerd beheer en, bijaldien geen verzet plaats heeft, betaling hunner vorderingen te erlangen, voor zoover het bedrag der nalatenschap toereikende zal zijn. HATTINGA RAVEN, Notaris. lireestraat, Alkmaar, open rijtuigen voor families disponihel. J. WAIBOER, rustend Geneesheer te Wieringerwaard, gaat voort met behandelen van patiënten aan huis en het gereedmaken en leveren van geneesmiddelen. te consulteeren voor tandheelkundige operatien, vullingen en het plaatsen van kunsttanden en gebitten. Spreekuren van 93 uur. Berlont vilt Ruime voorraad Fornuiskachels, Graven, Schoppen en Mestvorken, Huisraad en Keuken gereedschappen, gegalvaniseerd IJzerdraad en Kr ammen, Hout-, Touw- en Borstelwerk, alsmede Behangselpapier,Zuivelgereedschappen, Kaaskoppen, Persvlootjes, Boterkoppen, Boter- mouten, Halsjukken, Emmers, Melkschotels, Melk- en Waairoomteemsen, Kaaskleursel en Stremsel, Keulsche Lebhen, Thermometers en Maatglazen, onmisbaar bij het maken van boter en kaas. Nieww model Melk- teemsen met slangen gaas, TV aaibus s en en H ev els, Kaasklienders (systeem Boekei N.B. Ontvangen 100 Kinder- en Poppen wagens, tegen lage prijzen a contant. A. KOSTER, Schagen. Jl. Donderdagavond werd in „Odéon* te Amsterdam eene vergadering gehouden van het bestuur der Vereeni- ging „Kindervoeding", waarbij ook het damescomité was uitgenoodigd, dat gedurende den geheelen winter weder met zooveel zorg en toewijding behulpzaam is geweest bij de uitreiking der spijzen aan de kinderen. Nadat de Voorzitter in warme bewoordingen den dank van het bestuur aan de dames had uitgebracht, alsmede aan al degenen die zooveel hebben bijgedragen om de bedoelingen der Vereeniging te steunen en hare pogingen te doen slagen, werd door den Penningmeester, in afwach ting van het op de jaarlijksche algemeene vergadering uit te brengen verslag, mededeeling gedaan, dat, dank zij den bijstand en de hulp van zoo velen, in den afgeloopen winter 45,374 warme maaltijden aan de hiervoor door de hoofden der scholen aangewezen kinderen (van alle gezindten) waren verstrekt. Hoewel schijnbaar veel, is het gebleken, dat nog zeer velen, die het werkelijk noodig hadden, hetzij geheel daarvan verstoken moesten blijven, hetzij niet voldoende daaraan konden deelnemen. Het bestuur hoopt dan ook, dat ook voor de volgende wintercampagne zich nog velen zullen opgewekt gevoelen lid der Vereeniging „Kindervoeding" te worden, die nu proefondervindelijk gebleken is in bepaalde behoefte te voorzien, en dan ook het eerst te Amsterdam opgericht, sedert bijna overal navolging heeft gevonden. Volgens het thans verschenen twee-en-dertigste jaarver slag van het logement voor vrouwelijke personen „Te Huis", gevestigd te Amsterdam, zijn aldaar sedert de oprichting reeds 11,094 personen, meest allen uit den dienstbaren stand, opgenomen geweest. In 1887 bedroeg het getal aangekomen logeerenden 719, dat der vertrokkenen 709, en dat der logeerdagen 8933. Van die 719 meisjes kwamen 540 uit 194 plaatsen in Nederland, en 40 uit 33 plaatsen uit het buitenland, waarvan Dui.tschland het grootste aantal leverde. Uit Amsterdam kwamen slechts 139 meisjes, waaruit opnieuw is gebleken, dat het hoofddoel der inrichting steeds bereikt wordt. Dat doel is allereerst, om van elders komende personen, die door de onbekendheid met de plaatselijke gelegenheid aller meest zijn blootgesteld om door het komen in verkeerde huizen, geldelijk beroofd of zedelijk verleid te worden, een veilig onderkomen te verschaffen. In het verslag wordt hulde gebracht aan den directeur en de directrice, den heer W. Hofstee en echtgenoote, die met zeldzame toewijding en ijver de belangen der meisjes hebben behartigd. Voor de inrichting werd ontvangen f 6877, uitgaaf f 6865. Evengoed als de slagers-, koks- en andere kwajongens „Vive Boulanger!" roepen, zoo meldt men uit Parijs aan de „Haarl. Crt.", hebben de studenten op luide en duidelijk verneembare wijze te kennen willen geven, hoe zij over Frankrijks meest besproken burger denken. Ongelukkiger wijze zijn zij het niet eens met eerstgenoemde politici, in leeftijd ongeveer met hen gelijk, in verstandelijke ont wikkeling ver beneden hen staande. Vandaar tooneelen van wanorde, vandaar gevechten tusschen Boulangisten en anti-Boulangisten. Boulangisten en anti-Boulangisten, voor het oogenblik zijn alle andere onderscheidingen radicalen, monarchisten, opportunisten in bet niet verzonken en kent men slechts deze twee groote partijgroepen van het menschdom, evenals weleer, in andere landen, Welf en en Gibellijnen, Keezen en Oranjeklanten. De Boulangisten ik spreek van de luidruchtigen zijn hier te Parijs bescheidener van afkomst en bekrompener van geestver mogens dan de anti-Boulangisten eveneens de luid ruchtigen maar zij hebben forsche longen en, hetgeen in een treffen meer te pas komt dan hersenen, grove knuisten. De studenten dan hebben niet met Boulanger op. Waarom? Omdat hij in hun oog het dictatorschap, de onderdrukking der vrijheid, de dwingelandij verper soonlijkt. Als alle jongelieden, houden zij niet van dwang, veel minder van dwingelandij. In tegenstelling met de studeerende, ziet de vleeschhouwende en pastei bak kende jongelingschap niet tegen dien dwang op. Misschien omdat zij niet scherpzinnig genoeg is om dien te voorzien, of, in dienstbaren stand geboren, er in berust. Zeker is het, dat de studenten, aan hunne overlevering getrouw, openlijk en zeer ondubbelzinnig protest hebben willen aanteekenen. Zij hebben daartoe dezer dagen georganiseerd hetgeen men noemt een monöme. Een monöme is een geregelde optocht, een marsch door de stad, waarbij Minerva's zonen door de kreten van „h bas A of B" of door het eentonige, bijna droefgeestige gezang van „Conspuez A of B" tegen het voorwerp hunner afkeuring, meestal een professor, mani festeeren. De monóme, ditmaal tegen generaal Boulanger op touw gezet, was bijzonder grootsch; zij bestond wel uit tweeduizend studenten; welk aantal onderweg echter sterk verminderde doordien de achterste gelederen voortdurend door Boulangistische benden bestookt en zooveel mogelijk van de hoofdmacht afgezonderd werden, om in een liope- loozen strijd onder het aantal te bezwijken. Wij hebben ergerlijke tooneelen bijgewoond, studenten door het gespuis, dat hoofd-element der Boulangistische manifestaties, in de engte zien drijven en met bebloede koppen voor hunne miskenning van den afgod zien boeten. Daarop beeft de politie de studenten genoodzaakt aan den linkeroever der Seine in hunne wijk, het Quartier Latin, te blijven en den Boulangisten, wier hoofdkwartier, op de groote Boulevards, dus aan den rechteroever, schijnt te zijn, belet om de rivier over te steken. Met de Seine tusschen hen in zouden de strijders onmogelijk meer handgemeen kunnen worden. Een zeer wijs plan, dat echter niet geheel afdoende is gebleken, want desniettegenstaande hebben wij nog een paar dagen lang kleine schermutselingen tusschen de twee vijandelijke legers bijgwoond. Haasten wij ons er bij te voegen, dat zij niets anders hebben doen vloeien dan stroomen bier, in de naburige koffiehuizen. Ik heb een der groote avonden in het Quartier Latin doorgebracht en mij niet beklaagd de Seine-brug overgestoken te zijn: het was er zeer ver makelijk, vermakelijker b. v. dan bij eene eerste voorstel ling, in het tegenoverliggende Théatre du Ch&telet, van Zola's „Germinal", een stuk onder het Ministerie Goblet verboden en thans gegeven onder een Ministerie, waarvan de heer Goblet ook deel uitmaakt. De studenten zijn ruim bedeeld met de aloude Gallische vroolijkheid. Eene vroQ-l lijke stemming heeft dien ganschen avond zonder oponthoud geheerscht. Manifestanten, ja, maar manifestanten die er meer op uit schenen te zijn om zichzelven te amuseeren dan om generaal Boulanger of wien dan ook iets onaan genaams aan te doen. Het was vol op den Boulevard St. Germain en in de Rue Souffiotstudenten, nieuwsgierigen, dames, zelfs kinderen. Nu en dan hoorde men het „k bas Boulanger", of wel „Cor.spuez Boulangez", en zag men een troepje oprukkende studenten, weldra door een ruim zoo talrijken troep politie-agenten zonder reden tegenge houden en terug- of uiteengedreven. De eenigen die de algemeene feestvreugde stoorden waren de politie-agentenmen heeft aan de bladen en aan den minister-president gezegd, en het was inderdaad waarde politie heeft aan de Boulangisten véél en aan de studenten niets toegestaan. Bij het licht van een der niet zeer luisterrijke Parijscke stadslantaarns zag ik een student een langwerpig voorwerp met droevige blik bekijken. Het was een stok, half rotting, half knuppelhij was doormidden gebroken. „Ik had gedacht, dat hij sterker zou zijn," zeide zijn eigenaar treurig. „Hoe hebt ge hem gebroken Wel, op de rug van iemand, die „Vive Boulanger" riep", antwoordde de student met fonkelende blik. Ik geloof, dat er een weinig grootspraak en aan zoeten wijn te danken opgewondenheid in dit antwoord schuildegeen enkele stokslag heb ik door studenten zien uitdeelen, hoewel velen hunner met knuppels gewapend waren. Daarentegen heb ik vele studenten met blauwe oogen, van den vorigen dag afkomstig, gezien. Een kenmerkend verschijnsel was het volgende: velen riepen afwisselend „Vive Boulanger!" en „a bas Boulangernaarmate het hun in het hoofd kwam en naarmate het den omstanders aanleiding kon geven, om iets anders te roepen en zoodoende tot de algemeene leven digheid bij te dragen. En tegen deze lieden zou men met geweld te keer moeten gaan? Zulks schijnt inderdaad belachelijk. Wij mogen daarom echter alle vroolijke mani festaties a priori niet als van nul en geener waarde beschou wen. Zooals men weet, is het Fransche volk gewend om zingende revolutie te maken. Dit in het oog houdende, had men de evenmin ernstige, maar tegen de Regeering gerichte manifestatiën der Boulangisten krachtiger behooren te onderdrukken dan de in alle opzichten onschuldige manifestatiën der studenten. Dezer dagen werd voor den rechter te Londen eene actie tot echtscheiding door zekere mevrouw Boyce ingesteld tegen haren man, terwijl de man daarentegen eene actie instelde tot handhaving van zijne rechten als echtgenoot. Dit geval trok zeer de aandacht van het publiek, omdat deze beide personen door eene advertentie tot elkander bleken gebracht te zijn. Boyce had, zichzelf zeer opheme lende als een dapper, gespierd, beminnelijk en christelijk man, eene Jvrouw met 700 p. st. inkomen gevraagd. De tegenwoordige mevrouw Boyce was daarop afgekomen; zij bezat 500 p. st. Dat was wel niet zooveel als de heer Boyce geliefde te vragen, maar hij nam toch daarmede ook genoegen. Bovendien had zij eene peetemoei, die aan het jonge paar 1000 p. st. voor een huwelijksreisje beloofde, als het tot een huwelijk komen mocht. Zij deden dan ook op een vrij grootschen voet een reisje naar Nizza en Venetie. Thans echter wilde mevrouw Boyce scheiden. De gronden evenwel, waarop zij dit vroeg, bleken niet krachtig genoeg hare twee advocaten konden althans de tegen-argumenten van den heer Boyce, die zijne eigene zaak bepleitte, niet ontzenuwen. Voor den politie-rechter te Westminster deed zich dezer dagen het geval voor, dat eene vrouw, die den man, met wien zij eenigen tijd geleefd had, wegens verregaande mis handeling had aangeklaagd, hare aanklacht terugnam, maar dat de rechter toch den beschuldigde veroordeelde. De vrouw was de eerste maal met gezwollen verminkt gelaat verschenen, verzekerende dat de man, die haar de straat placht op te sturen om geld bijeen te brengen, en haar menigmaal sloeg als zij niet genoeg meebracht, haar thans zoo gruwelijk had mishandeld. Tien dagen lang zocht de politie den man te vergeefs. Toen men hem eindelijk gevonden had, wist hij de vrouw vergevensgezind te stemmen en zij verklaarde, voor de tweede maal voor den rechter verschenen, dat zij uit jaloerschheid den man valsch beschuldigd had; zij zeide nu, dat zij dronken was geweest en bij een val zich bezeerd had. Het hielp niet of men haar al onder het oog bracht, dat zij dan wegens meineed vervolgd kon worden. De rechter stoorde zich ten slotte niet aan haar veranderd getuigenis, en daar er andere bewijzen waren, veroordeelde hij den nietswaardige tot twee maanden dwangarbeid. Arrondissements-Rechtbank. Behandeling van strafzaken op 24 April 1888. G. S., te Alkmaar, verduistering, 14 dagen gevangenisstraf. W. O., te Heer-Hugowaard, diefstal, 3 weken gevange nisstraf. A. R., te Alkmaar en L. W., te Schagen, .wederkeerige mishandeling, ieder f 8 boete, subsidiair 3 dagen hechtenis. J. Z., te Heer-Hugowaard, mishandeling, vrijgesproken. A. B., te Broek op Langedijk, diefstal, f 15 boete, sub sidiair 7 dagen hechtenis. M. W., te Texel, verwonding, 2 maanden gevangenisstraf A. L., te Aartswoud, diefstal, 6 weken gevangenisstraf, A. O. d. K., te Nibbixwoud, diefstal, vrijgesproken. P. W., te Opmeer, diefstal, 6 weken gevangenisstraf. K. Z., te Opperdoes, mishandeling, f 25 boete, subsidiair 12 dagen hechtenis. P. K., te Bovenkarspel, mishandeling, f 15 boete, sub sidiair 8 dagen hechtenis. D. K. en W. E., te Bovenkarspel, mishandeling, de eerste vrijgesproken, de tweede f 15 boete, subsidiair 8 dagen hechtenis. P. B. en M. R., te Bovenkarspel, mishandeling, ieder f 10 boete, subsidiair 5 dagen hechtenis. F. V., te Hoorn, diefstal, f 3 boete, subsidiair 1 dag hechtenis. W. H., te Hoorn, heleediging, f 12 boete, subsidiair 7 dagen hechtenis. Tevens werden 15 bedelaars tot verschillende straffen veroordeeld. Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 4