HELDËRSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en AtortenMlai voor Hollands Nooriieitwartier. 1888. N° 56. Woensdag 9 Mei. Jaargang 46. Uitgever A. A. BA KEEK Cz. BEKENDMAKING. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Verslag omtrent lichtsterkte, druk en zuiver heid van het lichtgas der gemeente Helder, gedurende de maand April 1888. Licht sterkte Zwavel Ammonia m Zwavel in 100 kub. water 100 kab. voet gas stof. voet gas ingrains. in grams. 4.3 Niet 8.2 aanwe zig. Van 'b avonds 7 nur tot'8 nachts 12 uur: 45 tot 30 miUimeters. Van 's nachts 12 uur tot 's morgens 7 uur: 30 tot 20 millimeters. Van 's morgens 7 uur tot 's avonds 7 uur: 20 tot 22£ millimeters. De Deskundige, (get.) A. C. ROEM. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter kennis, dat, indien buitengewone omstandigheden zulks niet verhinderen, de kermis of jaarmarkt in deze gemeente dit jaar aanvangt den tweeden Juli aanstaande, en eindigt op Maandag den negenden Juli. De aanwijzing der plaatsen voor tenten van groote afmetingen geschiedt op Maandag den 18 Juni a. s., des namiddags ten drie ure. De loting voor de kramen, stalletjes enz. heeft plaats op Donderdag den 28 Juni a. s., des voormiddags ten 10 ure. Het marktgeld moet vóór de aanwyzing der plaatsen en loting worden betaald. Ieder, die eene plaats verlangt, moet zich, in persoon of bij gemachtigde, op den hiervoor bepaalden tijd, vervoegen aan het Politie-bureau N°. 2 aan het Molenplein. Beerenleiders, doedelzakspelers, kreupele of verminkte liedjes zangers en bedelaars worden niet toegelaten. Helder, den 7 Mei 1888. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAK MAN BOSSE, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. IJslandsche visschers. Naar het Fransch van PIERRE LOTI. Voor haar, die gewend was Parijzenaars te zien, was dat nieuwe pak van Yann misschien niet zeer elegantdat korte jasje, waaronder een vest van ouderwetschen snit, was bekrompen maar zijn figuur was onberispelijk schoon en hij zag er toch altijd deftig uit. Glimlachend keek hy haar in de oogen, als hy iets gezegd had, om te zien wat zij er van dacht. En hoe open en eerlijk was zijn blik, terwijl hij dat alles vertelde, opdat zij goed zou weten dat hij niet rijk was Zij lachte ook tegen hem, terwijl zij hem altijd goed aankeek zij antwoordde weinig, maar luisterde met haar geheele ziel, voortdurend meer verwonderd en meer tot hem aangetrokken. Wat was hij een mengeling van schuwe ruwheid en kinderlijke zachtheidZijn ernstige stem, tegen anderen gebiedend en forsch, werd, als hij tegen haar sprak, steeds zachter en liefelijkervoor haar alleen wist hij die stem te doen trillen, als de gedempte muziek van een strykinstrnment. Men zon niet gedacht hebben, dat die groote man met zijn onafhankelijke manieren en zijn forsch uiterlijk thuis altijd nog als kind werd behandeld en dat zeer natuurlyk vondmen ver wachtte van hem, na alle gevaren en avonturen op zyn verre tochten, die eerbiedige, volstrekte gehoorzaamheid aan zijn ouders niet meer. Zij vergeleek hem met anderen, met drie of vier fatjes, bedienden, schrijvers, of ik weet niet wat, die haar met hun hofmakerijen vervolgd hadden om haar geld. En Yann scheen haar verroweg de beste en schoonste van allen. Om zich meer met hem gelijk te stellen, had zij verteld, dat het bij haar aan huis ook niet altyd zoo ruim was geweest als tegenwoordigdat haar vader was begonnen met IJslandsch visscher te zijn en altijd nog veel eerbied had voor de IJslanders dat zy zelf zich herinnerde blootsvoets te hebben geloopen, toen zij heel klein was, langs het strand, na den dood van haar arme moeder... Odat bal, die heerlyke, beslissende, eenige avond van haar leven, het was reeds lang geleden, want men was toen in December en nu in Mei. Alle mooie dansers van toen vischten nu, verstrooid op de zeeën van IJslanddaar scheen nog de bleeke zon, terwyl de duisternis langzaam neerdaalde op het land van Bretagne. Gaud bleef aan haar venster. Het plein te Paimpol, aan alle kanten door ouderwetsche huizen ingesloten, zag er hoe langer hoe treuriger uit met den nacht; men hoorde niet het minste geluid. Boven den horizon scheen het nog heldere luchtruim zich steeds hooger te verheffen, zich meer af te scheiden van de aardsche dingen, die nu, op dit schemeruur, ineensmolten met de donkere lijnen van oude daken en gevels. Er werd van tyd tot tyd een deur of venster geslotende een of andere oud-zeeman kwam, met slingerenden gang, uit de her berg en verdween in de donkere stegenof eenige jonge meisjes, die zich verlaat hadden, keerden met bouquetten veldbloemen van de wandeling terug. Met de stoomschepen van de Maatschappij .Nederland" en van de „Rotterdamsche Lloyd". f) Met de Fransche paketbooten. Met de Britsche paketbooten. Over Amsterdam ol Rotterdam van 's Gravenhage 11.45 's avonds. Over Marseille van 's G.-avenhage 4.15 's avonds. Over Marseille van 's Gravenhage 8.15 's mergens. Over Brindisi van 's Gravenhage 12.30 's avonds. 11 Mei 18 25 1 Juni 8 15 22 29 15 Mei 22 29 5 Juni 12 19 26 3 Juli 19 Mei 2 Juni 16 30 11 Mei 25 8 Juni 22 VERTREK DER MAILS. Oost-Indië. Met de stoomschepen der Maatschappij „Nederland". f Padang wordt alleen aangedaan door de stoomschepen van de Maatschappij //Nederland". "W ©st-Indlë. Via Engeland. (Verzending). Suriname: van 's Gravenhage: 16 en 30 Mei; 13 en 27 Juni, te 8.15 's morg. Cura£ao, Bonaire en Arubavan 's Gravenhageover New-York: 18, en 25 Mei; 8 Juni, te 6 u. 's avonds; over Engelandeiken Donderdag te 6 uur 's avondsover Havre: den 13 en 27 van elke maand te 12.30 's avonds. St. Martin, St. Eustatius en Saba: van 's Gravenhage: 16 en 30 Mei; 13 en 27 Juni, te 8. 15 's morgens. Via Amsterdam. Suriname: van 's Gravenhage den llden van elke maand, ten 11.45 's avonds. Curagao, Bonaire en Aruba: den llden van elke maand, ten 11.45 's avonds. Binnenland. De Maatschappij „Tot nut van 't Algemeen" heeft inder tijd een belangrijke bijdrage geschonken tot stichting der Tooneelschool. Ten einde de afgevaardigden ter algemeene vergadering Een, die Gaud kende, wenschte haar goeden avond, en hield haar een tak meidoorn toe, als om haar te laten rnikenmen zag in de doorschynende duisternis nog de losse witte bloesems. Uit de tuinen steeg de zoete geur der kamperfoelie op, die langs de muren bloeide, vermengd met die van het zeewier uit de haven. De laatste vleermuizen vlogen onhoorbaar door de lucht als dieren uit een droom. Gaud had veel avonden aan dat venster doorgebracht, starende op dat verlaten plein, denkende aan de IJslanders, die vertrokken waren en altijd aan dat zelfde bal... ...Het was zeer warm op het laatst van de bruiloft en veel walsers begon het te duizelen. Zij herinnerde zich hem, terwyl bij met anderen danste, vrouwen en meisjes, die hij vroeger min of meer het hof had gemaaktzy herinnerde zich de nederbui- gende minachting waarmee hij hun vriendelijkheden beantwoordde... Hoe verschillend was hij tegenover haar Hij was een prettig danser, recht als een krachtige eik, licht en toch statig ronddraaiend, het hoofd achterover. Zijn bruin, krullend haar viel op zijn voorhoofd en ging op en neer bij het dansen. Gaud, die vry groot was, voelde hoe het over haar muts gleed, als hij zich tot haar over boog om haar bij de vlugge walsen beter vast te honden. Van tijd tot tijd wees hij haar op zijn zusje Marie en Syl- vester, de beide verloofden, die samen dansten. Hij lachte goed moedig, omdat zij zoo ingetogen en met zulke bedeesde gezichten deftige buigingen voor elkander maakten, terwijl zij elkander zachtjes zeker allerlei liefs influisterden. Hy zou niet gedoogd hebben, dat het anders wasmaar om bet even, hij lachte toch, omdat zij nog zoo kinderlijk warendan wisselde hij met Gaud een glimlach van verstandhouding, als wilde hy zeggen„Zij zijn aardig en grappig om aan te zien, ons broertje en znsje Op het einde van het feest werd er veel gezoendhet ging niet in het geheim, maar voor het oog van iedereen. Hy had haar natuurlijk niet gekustzoo iets veroorloofde men zich niet met de dochter van mynheer Móvelmisschien drukte hy haar wat vaster aan zijn borst gedurende die laatste walzen, en zij weerstreefde niet. „Heb je gezien, hoe dat onbeschaamde kind hem aankijkt?" zeiden twee of drie mooie meisjes, die de oogen zedig neersloegen onder de blonde of zwarte wimpers, maar toch niet zoo heel stemmig waren. Zy zag hem inderdaad dikwijls aan, maar zy had één verontschuldiginghij was de eerste, de eenige jonge man, op wien zij ooit in haar leven acht had geslagen. Toen de gasten 's morgens uit elkander waren gegaan in den kouden wintermorgen, hadden zy elkaar vaarwel gezegd op een bijzondere manier, als twee verlooiden, die elkander den volgenden dag zullen terugzien En toen was zij bij het naar hnis gaan met haar vader datzelfde plein overgestoken, volstrekt niet ver moeid, maar vroolijk en luchtigzy zag met genoegen den kouden zeemist en den somberen dageraad, en vond alles mooi en heerlijk. ...De Meinacht was reeds lang neergedaaldde vensters waren langzamerhand alle gesloten. Gaud liet het hare open en stond nog altyd op dezelfde plek. De weinige late voorbijgangers, die haar witte muts in de duisternis onderscheiden, zeiden tegen elkander: «Dat meisje denkt zeker aan haar minnaar." En dezer Maatschappij, 23 dezer te Amsterdam te houden, te doen zien welk nut de school heeft gesticht, zullen zij worden uitgenoodigd den avond vóór de algemeene vergadering in den Plantage-schouwburg Van Lier een voorstelling bij te wonen, waarin uitsluitend leerlingen en oud-leerlingen der school optreden. De uitnoodiging gaat uit (in overleg met het bestuur der Tooneelschool) van het hoofdbestuur der Maatschappij. In eene vergadering van het algemeen bestuur der Zuiderzee-Vereeniging is door het Dagelijksch Bestuur rapport uitgebracht over den stand der financiën in verband met de uitgeschreven geldleening. Het is gebleken, dat nog ongeveer f 30,000 bijeengebracht moet worden, zal het plan tot onderzoek volledig kunnen worden uitgevoerd. Besloten werd eene algemeene vergadering der leden bijeen te roepen en daarin opening van zaken op technisch gebied te doen en de middelen te bespreken en vast te stellen om het doel dat men zich voorgesteld heeft, te bereiken. De jaarlijksche gras verpachtingen te Sloten (Noord holland) zijn afgeloopen. Over het geheel is de opbrengst hooger dan verleden jaar. De toestand der weilanden geeft daartoe gereedelijk aanleiding. Deze toch zijn, hoe prachtig de kleur is, zeer schraal bezet. Het vee heeft wel grooten- deels de stallen verlaten, doch gebrek aan hooi is daarvan veel meer oorzaak dan genoegzaam gras. Toch moet gezegd worden, dat het weiland veel gezonder is, dan verleden voorjaar het geval was. Wordt het weder zachter, dan zal ook spoedig gras genoeg aanwezig zijn. De Neder landsche socialist J. A. Cohen, die in Nederland tot 6 maanden gevangenisstraf veroordeeld werd voor politiek misdrijf en die tijdelijk te Gent verbleef, kreeg, volgens de „Vooruit", jl. Woensdag het bevel, dat hij het land moest verlaten. Men schrijft aan de „Haarl. Crt." „In legitimistische kringen in Frankrijk wordt het ge rucht verspreid, dat de kapitein Adelberth De Bourbon, die tijdens het verblijf van den Graaf van Parijs te Dord recht zeer onverwacht in zijn garnizoensplaats Bergen-op- Zoom kwam te overlijden, door vergif zou zijn om het leven gebracht. Onderzoekingen daaromtrent worden uit Frankrijk hier te lande ingesteld, ofschoon er bij de familie De Bourbon hier te lande geen vermoeden daarvoor bestond, veel minder opgewekt is. het was waar, dat zy aan hem dachtzij had wel willen schreieD, haar witte tandjes beten op haar lippen, En haar oogen staarden in de duisternis, zonder iets van do werkelijkheid te zien.... ...Maar na dat bal, waarom was hij toen niet teruggekomen Wat was hij eensklaps veranderd Als zij hem by toeval tegen kwam, scheen hij haar te ontvluchten, terwijl hij zijn levendige oogen afwendde. Dikwyls had zij er over gesproken met Sylvester, die er ook niets van begreep „Je moest toch wel met hem trouwen, Gaud." zei hij, „als je vader het goedkeurde, want je vindt in het heele land geen tweede als hy. Ten eerste is hy heel oppassend, hoewel men dat niet zou zeggenhij is maar zelden dronken. Soms is hy een beetje koppig, maar toch is hij eigenlijk de goedheid zelf. En een zeemanby elk seizoen voor de vischvangst betwisten de kapiteins hem elkander...." De toestemming van haar vader, daarvan was hij zeker, want hy had haar nog nooit iets geweigerd. Het kon haar niet schelen dat hij niet ryk was. Bovendien zou voor een zeeman als hy, een weinig geld in voorschot genoeg zijn om hem zes maanden de lessen voor de zeevaart te laten bijwonen, en dan zon hij een kapitein worden, aan wien alle reeders hun schepen wilden toe vertrouwen. Het kon haar ook niet schelen, dat hij bijna een reus was te forsch zijn, kan voor een vrouw een gebrek worden, maar bij een man schaadt het niet aan de schoonheid- Zy had op bedekte wijze naar hem geïnformeerd by de meisjes uit de streek, die alle liefdesgeschiedenissen kenden hij had nooit voor de een of anderen schoone eene bijzondere voorliefde getoond. Op een Zondagavond zeer laat had zy hem langs het huis zien komen, met Jeannie Caroff, die wel heel mooi maar die een zeer slechte reputatie had. Dat had haar natuurlyk veel verdriet gedaan. Men had haar ook verzekerd dat hy zeer driftig wasdat hy eens op een avond, toen hij dronken was, in een kofflhuis te Paimpol, waar de IJslanders feestvieren, een groote marmeren tafel door een deur had geworpen, omdat men die niet voor hem had willen openen... Dat alles vergaf zij hemmen weet wel hoe zeelui somtyds zyn, als het hun in het hoofd komt... Maar, als hij goedhartig was, waarom had hij haar dan bezocht, haar, die aan niets dacht, om haar daarna in den steek te laten waarom had by haar dien geheelen avond aangezien met dien mooien glimlach, die zoo oprecht scheen, en waarom had hy met zulk een zachte stem en zoo vertrouwelijk met haar gesproken, als met een verloofde Nu kon zy zich niet meer aan een ander hechtener was niets meer aan te doen. Vroeger, toen zy nog een kind was, had men in die streek de gewoonte om, als men haar beknorde, te zeggen dat zij een ondeugend klein ding was en koppig zonder weerga; dat was haar bijgebleven. Zy was nu een mooi meisje, met ernstige en deftige manieren, waaraan niemand ooit iets veranderd had, maar zij bleef in haar hart altijd dezelfde. Na dat bal was de winter voorbijgegaan, terwyl zij steeds ver wachtte hem wéér te zienen h^j was zelfs niet gekomen om

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 1