Als de waarschijnlijke beweegreden wordt daarbij opge
geven, dat de kapitein De Bourbon geweigerd heeft, zelfs
voor hooge sommen, afstand te doen van belangrijke
familie-papieren. Dat dergelijke aanbiedingen meermalen
hebben plaats gehad, is bekend, evenzoo dat zij steeds
hooghartig zijn afgewezen door den kapitein De Bourbon,
die noch door aanbiedingen, noch door bedreigingen was
over te halen.
-De „Staatscourant" bevat het koninklijk besluit, waarbij
is bepaald, dat in de gemeente Hoorn, met ingang van
1 Augustus a. s., eene Kamer van Koophandel en Fabrieken
wordt gevestigd.
Genoemd blad bevat mede het koninklijk besluit tot
goedkeuring der statuten van de Vereeniging van voor
standers eener Nederlandsche octrooiwet, te Amsterdam.
Op het eiland Texel zal dit jaar 4 malen groote
lammerenmarkt worden gehouden, nl. op 22 dezer, 28 dezer,
4 Juni en 11 Juni a. s. Ook wordt den 11 dezer eene
paardenmarkt gehouden.
Men schrijft ons van Texel, dd. 7 dezer:
„Door onbekende oorzaak is hedenmiddag de woning van
J. List, in den polder de Koog, bijgenaamd „de Turksche
tent", met aanwezigen inboedel en landbouwgereedschappen
totaal verbrand. Eene op stal staande koe werd gered.
Een zoon des huizes, in militairen dienst zijnde, doch
tijdelijk met verlof, was zijn vader behulpzaam op het land
en had daartoe zijn uniform afgelegd, welke kleedingstukken
mede zijn vernield.
Huis en roerend goed waren, hoewel laag, geassureerd
bij eene Maatschappij te Utrecht."
Aan eene Atjeh-correspondentie van de „Locomotief"
dd. 18 Maart is het volgende ontleend
De onrustbarende berichten, dat de vijand, of beter gezegd
Tengkoe di Tiroe met eene groote macht door onze liniën
zal dringen, worden nog niet bewaarheid. Door deze
berichten hebben onze troepen evenwel een zwaarderen
dienst dan anders, want overal wordt de grootste werk
zaamheid aanbevolen en hinderlagen gelegd.
Om deze hinderlagen zoo sterk mogelijk te kunnen samen
stellen, worden de posten versterkt.
Op den lOden Maart werd de versterking Lamdjamoe
versterkt en op dien avond rukten van daar uit 2 hinder
lagen, ieder sterk 1 officier en 40 man, terwijl een reserve
klaar stond om hen bij te springen. Die hinderlagen werden
geplaatstde eerste bij Laralih en de tweede bij Lampoe
daja. Omstreeks 10 uur 's avonds gaf de hinderlaag bij
Lampoedaja een salvo op aankomende vijanden en werd
dit salvo gevolgd door eenige salvo's. Uit de benting
Lamdjamoe werden in die richting lichtkogels geworpen
om het terrein te verlichten.
De vijand hield stand en vuurde terug. Na een paar
goede salvo's en twee welgerichte granaatworpen vluchtte
hij. Een gekerm werd in de nabijheid van de benting
vernomen, welk geluid zich verwijderde in de richting
van Lamhassan.
De hinderlagen rukten daarna omstreeks 10£ uur in,
zonder verliezen. Die van Lampoedaja had het succès,
den vijand verliezen toegebracht te hebben, want een ge
sneuvelde Pirees bleef in onze handen, voorzien van tromp-
laadgeweer, klewang en rentjong. Op het (geweer vond
men gegraveerd den naam Moehamad Amiroet, vermoedelijk
den naam van den gesneuvelden eigenaar. Spionnen berichten
dat de vijand op dien avond een verlies had van 1 vermiste,
1 gesneuvelde en 2 zwaar gewonden.
Ook Blang en Ketapang Doea werden op dien avond
versterkt en hebben ook hinderlagen uitgezet. Die van
Blang had weinig succes; op p. m. 15 passen op 4 h, 5
Atjehers geschoten en niemand geraakt.
De 2 hinderlagen van Ketapang Doea waren ieder sterk
1 officier en 50 man en hebben niets gezien.
In 't jongste nommer der „Staatscourant" komt een
uitvoerig rapport voor van de Hoofdcommissie over de
herziening van de belastbare opbrengst der ongebouwde
eigendommen.
Hoewel bij de wet van 25 April 1879 (Staatsblad No. 89)
niet is bepaald dat de Hoofdcommissie aan de Regeering
verslag zal doen van haar werkzaamheden, acht zij het
toch haar plicht mede te deelen, op welke wijze zij ge
meend heeft dat het werk volgens de wettelijke voorschriften
tot stand moest worden gebracht, welke middelen zij daartoe
haar vaarwel te zeggen vóór zijn vertrek naar IJsland.
Nu hij er niet meer was, bestond er niets meer voor haar de
trage tijd scheen zich voort te slepen tot den terugkeer in
den herfstzij had haar plannen gemaakt om hem dan opheldering
te vragen...
...Van de klok van het stadhuis klonken elf slagen helder en
plechtig door den stillen lentenacht.
Te Paimpol is elf uur zeer laattoen sloot Gaud haar venster
en stak haar lamp aan om ter ruste te gaan...
Misschien was het bij Yann alleen wel verlegenheidhij was
zoo trotsch zou het misschien de vrees zijn, afgewezen te worden,
omdat hij meende, dat zij te rijk voor hem was Zy had het
hem al rondweg willen vragen maar Sylvester was van oordeel
geweest, dat dit niet paste en het niet goed zou zijn voor een
jong meisje zoo durfachtig te schijnen. In Paimpol had men toch
al wat aan te merken op haar kleeding en damesachtige manieren...
Zij trok langzaam en verstrooid haar kleeren uit, in droomerij
verzonken: eerst haar neteldoeksche mnts, toen haar sierlijke
japon, naar stadsmode nauwsluitend om het middel, en wierp die
achteloos op een stoel.
Vervolgens haar lang damescorset, waarover de menschen
zooveel te zeggen hadden. Toen begon zij het haar, dat boven
de ooren in den vorm van een slakkenhuis was opgestoken, los
te maken, en haar vlechten vielen als twee zware slangen op
haar rug. Zij stak ze als een kroon boven het hoofd vast,
dat was gemakkelijker met het slapentoen geleek zij met haar
recht profiel op een Grieksche maagd.
Toch hield zij haar armen nog omhoog en terwijl zij altydop
haar lip beet, woelde zij met haar vingers in de blonde vlechten,
als een kind, dat het een of anderfe speelgoed stuk maakt,
terwijl het aan iets anders denkteindelijk liet zij de vlechten
neervallen en begon ze gauw los te maken het golvende haar
bedekte haar weldra tot aan de heupen en deed haar een bosch
nimf gelijken.
En toen was de slaap gekomen, ondanks de liefde, ondanks het
verdriet; zij wierp zich op bed en verborg zich het gelaat in
de zyachtige lokken.
In haar hut te Plaubazlanec was grootmoeder Moan eindelijk
ook ingeslapen, terwyl zy dacht aan haar kleinzoon en aan
den dood.
En op datzelfde uur, aan boord van de Maria op de
Noordelijke IJszee, die dien avond zeer bewegelijk was,
zongen Yann en Sylvester, de twee vrienden, hun liederen,
terwijl zij vroolijk vischten bij het eindelooze daglicht...
(Wordt vervolgd.)
noodig geacht, welke bezwaren en moeielijkheden zij ontmoet
heeft, wat door haar is aangewend om die te bestrijden en
te boven te komen en tot welken uitslag die maatregelen
hebben geleid. De betrekkelijk lange duur van het werk
noopt haar echter het uitbrengen van dit verslag niet uit
te stellen tot het geheele werk zal afgeloopen zijn; zij stelt
er prijs op reeds nu aan de Regeering mede te deelen op
welke wijze de herziening is aangevangen en voortgezet
en hoever het werk gevorderd is, in het vertrouwen dat
later gelegenheid zal zijn om een volledig overzicht van
de uitkomsten te geven.
Het belangrijkst deel van de taak der Hoofdcommissie
is voltooid. Immers de schalen van schatting en de belast
bare opbrengst der eigendommen, die als typen voor de
schatting der overige moeten dienen, zijn vastgesteld en
afschrift dier schalen en opgaven van de belastbare opbrengst
dier eigendommen zijn naar het voorschrift van art. 22
der wet in de onderscheidene gemeenten ter inzage neder-
gelegd.
Voortbouwend op die grondslagen, beijveren de afdeelingen
der onderscheidene commissiën zich om de ongebouwde
eigendommen, gelegen in het onderdeel van het district,
waarvoor zij zijn benoemd, bij vergelijking met de vast
gestelde typen in een van de bedragen der schaal van
schatting te rangschikken.
In Labouchère's weekblad „Truth* werd onlangs een
prijsvraag uitgeschreven voor 't beste nieuwe spreekwoord.
Meer dan 400 antwoorden zijn daarop ingekomen, waaronder
de volgende o. a. voor den prijs in aanmerking komen
„Een slecht muzikant, die voor zichzelf de bazuin niet kan
blazen." „Wie het ei wil eten, moet de schaal breken."
„Egoïsme is een alphabet met één letter." „De
zekerste weg tot de eer is haar te verdienen." „Een
gefluisterd schandaal geeft nog een echo te hooren aan de
geheele wereld." „Het horloge dat 't hardst tikt gaat
daarom nog niet 't zekerst." „Op zuchten kan men
moeilijk vliegen." „Vloek den bakker niet vóór ge uw
brood hebt geproefd.' Wie te haastig leeft, heeft den
dood als gast genoodigd."
Een hoogst belangrijk product, hetwelk ongeveer twee
jaar geleden op zeer toevallige wijze in het laboratorium
van prof. Remsen door dr. Fahlberg ontdekt werd, is de
Saccharin, een artikel dat al de eigenschappen van suiker
schijnt te bezitten, zonder evenwel schadelijk op het men-
schelijk organisme te werken. Het wordt verkregen uit
een overblijfsel van koolteer, genaamd toluene. Sir Henry
Roscoe noemt het terecht een der meest bewonderens
waardige van al de merkwaardige voortbrengselen van
koolteer.
Daar het ongeveer 300 maal krachtiger als verzoetmiddel
is dan suiker en bovendien antiseptisch, is het een niet
genoeg te waardeeren schat voor allen die aan diabetis,
dyspepsie, leverziekten, nierziekten en andere kwalen lijden,
waarbij het verbruik van suiker verboden is.
De welbekende predikant Spurgeon zegt er van„Het
moet ongetwijfeld een groot voorrecht zijn voor iedereen,
wien suiker verboden is, te weten, dat ten laatste een
artikel gevonden is waarmede men voedsel en drank kan
zoet maken. Saccharin beantwoordt aan al de vereischte
voorwaarden voor jichtlijders daar het al de eigenschappen
van suiker heeft én toch geen suiker is, omdat het niet
voedend en niet aan gisting onderhevig is. Voor zoover
mijne eigene gezondheid aangaat zegt dr. Fahlberg
beschouw ik Saccharin als een grooten zegen."
Saccharin is te Londen in den handel gebracht door de
heeren Burroughs, Welcome Co., Snow Hill E. C. als
poeder (genaamd oplosbaar Saccharin) en in tabletten, en
een of twee van de laatste in thee of koffie, maken ze
even zoet als verscheidene stukken suiker.
Gedurende April werd uit Natal voor 42,000 p. st.,
uit de Kaap-Kolonie voor 32,000 p. st., te zamen dus in
één maand voor een waarde van f 888,000 aan Transvaalsch
goud uitgevoerd.
Op de Kaapsche goudvelden heeft men, volgens een tele
gram dd. 1 dezer aan de „Times", een klomp zuiver goud
gevonden van 15 pond gewicht.
Tweede Kamer. De heer Van der Schrieck heeft
gisteren met een hartelijke toespraak het Voorzitterschap
overgedragen aan den heer Beelaerts van Blokland, die, het
presidium aanvarende, een beroep deed op de medewer
king der Kamer, vooral nu de medewerking van den
beproefden griffier hem ontbrak. Zijn streven zou zijn met
onpartijdigheid de beraadslagingen te leiden, wetende dat
elke overtuiging, mits voorgedragen in behoorlijken vorm
en uitgesproken ter juister tijd, recht heeft te worden
gehoord en te worden onderworpen aan de vuurproef van
het debat. Daarbij zou hij zich spiegelen aan zijn voor
gangers, vooral aan den heer Cremers. Wij staan aan den
ingang van een nieuw tijdperk van het Nederlandsche
Staatsleven aldus besloot hij. Moge het gemeen overleg
rijke vruchten dragen tot heil van 't Vaderland. Daartoe
ruste 's Heeren zegen op onzen arbeid. Moge de beraad
slagingen bevorderlijk zijn aan den goeden naam der ver
tegenwoordiging van het Nederlandsche volk.
Ingekomen i3 een voorstel Lohman-Schaepman tot wijzi
ging van het reglement van orde.
Domela Nieuwenhuis heeft verlof gekregen op een
naderen dag den Minister van Justitie te interpelloeren
over de werkstakingen in de veen-koloniën.
Postzegel-Tent o ons teil ing.
Eene hoogst eigenaardige en in velerlei opzicht belang
wekkende Tentoonstelling werd jl. Zondag te Amsterdam,
in een der zalen van „Café Suisse' in de Kalverstraat,
vanwege de „Nederlandsche Postzegel verzamelaars-Vereeni-
ging" gehouden. Postzegels van alle Rijken der wereld,
van ouden en jongen datum, briefkaarten, postbriefomslagen,
postwissels en andere postformulieren in alle bestaande
variëteiten en soorten, vond men daar in keurige orde gerang
schikt. Zoo zag men de eerste Engelsche postcouverten,
door Roland Hill, den vader der tegenwoordige posterijen,
bedacht Zij dagteekenen van 1840 en werden naar den
drukker Mulready-couverts genoemd.
Zeer interessant waren ook een briefomslag van het
Koninkrijk Sardinië van 1829, de stadspostcouverten van
Hannover (1850) en de postzegels van het Koninkrijk der
beide Siciliën en het Hertogdom Parma.
Hoogst zeldzaam was een Nederlandsche briefkaart yoor
internationaal verkeer, waarop, door eene vergissing, een
bruin randje is gedrukt. Er waren reeds 750 afgedrukt,
toen men het abuis bemerkte. Die 750 zijn echter de
wereld ingestuurd en zijn nu voor liefhebbers hun gewicht
20 maal aan goud waard. Ook de Zwitsersche kantonale
omslagen zijn zeldzaam, evenals de postzegels van deParijsche
ballonpost, tijdens het beleg van Parijs ingesteld.
De duurste postzegel op deze Tentoonstelling was die
van Victoria van 5 p. st. Een zelfde van 10 p. st. is de
allerduurste, welke bestaat, doch was op de Tentoonstelling
niet aanwezig. Wel werd er een gevonden van 2 pond
van Nieuw-Zeeland.
Aan de Tentoonstelling was een wedstrijd verbonden
voor de meest practische wijzen om postzegels of post
stukken aan de kartons vast te hechten. Er waren 30
mededingers en bij wijze van algemeen stemrecht, door
alle leden uitgeoefend, zal de prijs een fraai, door den
Voorzitter, den heer Huart, geteekend diploma aan een
dier dertig worden toegekend.
De litteratuur van het postzegel-verzamelen was waardig
vertegenwoordigd door alle tijdschriften, welke op dit gebied
uitkomen, t. w.: 48 Engelsche, 41 Duitsche, 22 Fransche,
2 Hollandsche, 2 Scandinavische en 8 Spaansche bladen.
De Tentoonstelling trok zeer vele belangstellenden, waar
onder de heer Smith, directeur van het Postkantoor te
Amsterdam.
Buitenland.
Het gisterenmorgen te Berlijn om 9 uur uitgegeven
bulletin over Keizer Friedrich luidt aldus:
„De Keizer gevoelde zich gisteren eenigszina zwak, daar
de nachtrust werd gestoord ten gevolge van de meerdere
afscheiding van stoffen uit het strottenhoofd."
De „Times" maakt er zich ongerust over, dat de Fran
sche Regeering bevel heeft gegeven, in de nabijheid van
Barcelona zeventien oorlogsschepen bijeen te brengen. Het
blad schijnt niet te willen weten, dat de tegenwoordigheid
van die schepen in de Spaansche wateren slechts moet
dienen om hulde te brengen aan de Koningin-regentes bij
hare aankomst te Barcelona ter gelegenheid van de opening
der tentoonstelling aldaar, maar blijft hardnekkig donkere
beschouwingen aan het feit wijden.
Een ieder intusschen is het bekend, dat het Engeland
weinig tijd zou kosten, om uit Gibraltar en de havens in
de Middellandsche zee een aanzienlijker vloot te doen
uitloopen dan de Fransche, die op het oogenblik bij Bar
celona bijeengetrokken wordt. Buitendien is het Spaansche
gouvernement verwittigd en hebben ook Italië, Oostenrijk
en Engeland zelf besloten, zich tijdens het verblijf der
Koningin-regentes te Barcelona in de Spaansche wateren
luisterrijk te doen vertegenwoordigen door hun vloot. En
wat de bezorgdheid van de „Times" nog zonderlinger doet
schijnen, is zeker wel de omstandigheid, dat Frankrijk eerst
nd de genoemde mogendheden besloot tot het zenden van
zeventien oorlogsschepen.
Gisteren heeft bij Locust Gap, in Pennsylvania, eene
botsing tusschen twee goederentreinen plaats gehad aan den
voet van eene helling. Door de botsing werd een wagen
met kruit verbrijzeld, hetwelk ontplofte en 17 huizen in
de nabijheid vernielde. De waggons vatten vuur, waarbij
8 personen verbrand en 30 gewond werden. Twaalf waggons
zijn geheel verbrijzeld.
Naar men verzekert, zal de Amerikaansche Minister
van Buitenlandsche Zaken Bayard in het huwelijk treden
met de schoonmoeder van President Cleveland. mevrouw
Folsom, en wel op 2 Juni a. s., den trouwdag van den
President. De aanstaande mevr. Bayard is „omstreeks
veertig" jaar oud.
Boulanger zal een werk uitgeven over den Fransch-
Duitschen oorlog van 187071, onder den titel: „L'invasion
allemande". Het zal opgeluisterd worden door teekeningen.
Het verschijnt in afleveringen, waarvan de beide eerste
heden het licht zullen zien. Twee en een half millioen
exemplaren dier beide afleveringen zullen kosteloos door
het geheele land verspreid worden.
Aan den tekst gaat een enkel woord van den schrijver
„aan zijne lezers" vooraf. Ziehier wat hij hun zegt:
„Mijne tegenstanders stellen mij voor als den apostel des
oorlogs.
„Aan u, die dit boek leest van een vaderlander, welke
geen andere ingeving heeft dan die van de nationale waar
digheid, zij het oordeel overgelaten."
Hieronder staat opgeteekend: 15 April 1888. Het was
namelijk de 15 April, dat Boulanger in hetNoorder-depar-
tement tot afgevaardigde werd gekozen.
Hierna volgt eene soort van voorrede, waarin hij de
rechten en plichten van den burger in een democratischen
staat uiteenzet. „Het volk in een democratischen staat,
gegrondvest op het algemeen stemrecht en den algemeenen
dienstplicht, heeft twee wapens ter verdediging zijner
burgerrechten en ter verdediging zijner nationale onafhan
kelijkheid: het stembiljet en het geweer. Door het stem
biljet kiest hij. Hij openbaart zijne wenschen en zijn wil
aan hen, die de taak aanvaarden om die te doen zegevieren.
Door het geweer waakt hij voor de veiligheid des vader
lands tegen eiken aanval van buiten, die het in gevaar zou
kunnen brengen.
„Het volk, door de eischen van den dagelijkschen arbeid
gedrongen om zijne macht over te dragen aan anderen,
moet wel slechte keuzen doen, indien liet zijne wezenlijke
belangen niet weet te onderscheiden en de mannen niet
kent, die zich als zijne vertegenwoordigers aanbieden. Als
de gemachtigden noch behoedzaam, noch verstandig zijn,
dan zal de onbekendheid met de gevaren hen tot onbe
zonnen manifestatiën vervoeren, en op die wijze zal de
beste zaak gevaar loopen, misschien te gronde gaan, en
eene catastrophe zal wellicht volgen.
„Aan den wetgever en den officier is de plicht opgelegd
om hier de rol van opvoeder te vervullen.
„Aan eerstgenoemde is het geheele terrein der binuen-
landsche zaken aangewezen de tweede vindt een uitgestrekt
veld in de buitenlandsche zaken.
„Alzoo ingelicht, onderwezen, voorgelicht, krijgen de
burgers van een groot en vrij land van lieverlede inzicht
in de aangelegenheden en dringt de waarheid door tot
hunnen geest. De logische oplossingen en toepassingen
dringen zich derwijze van zelf op aan de openbare meening,
de hervormingen volgen elkander zonder schokkende
vooruitgang zet zijn wissen, door de beschaving aangewezen
loop voort."
In dien trant is de geheele voorrede gesteld.