Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd. 14 dezer: „Met den lsten dezer maand is liet Ziekenfonds in werking getreden, onlangs door het Nutsdeparteinent alhier opgericht. Reeds zijn 280 personen als leden ingeschreven, zijnde hoofden van gezinnen, alleenwonende personen of dienst boden. De eerstgenoemden betalen 25 cents per week gedurende een half jaar; de personen, tot de twee laatste categoriën behoorende, in denzelfden tijd 10 cents per week. Als leden van de Commissie van Toezicht zijn door het departement gekozen de heeren J. J. Enschedé, A. Dekker Rz. en L. Metzelaar. Tot bode is aangesteld H. Govers." Het Nederlandsch Jongelingsverbond hield Donder dag jl. in het „Tehuis voor Militairen" te Utrecht zijne jaarvergadering. De opkomst was groot, de belangstelling niet minder. Als bestuurders werden herkozen de heeren B. J. Ger ritsen Jr. en J. Ph. Marraelstein; als nieuw bestuurder werd gekozen de heer E. Sillem, thans nog te Parijs. Een voorstel om als onderdeêlen van het Verbond in geheel het land „ringen" te vormen, werd met eenige wijziging in de bepalingen aangenomen. De volgende algemeene vergadering besloot men te Leiden te houden. Rechtstreeksche of zijdelingsche medewerking der Jonge- lings-Vereeniging aan het Leger des Heils werd algemeen ontraden. Te Amsterdam zal het Hoofdbestuur beproeven toenade ring tusschen de vele bestaande Vereenigingen te bewerken. Na den gemeenschappelijken maaltijd ging men, voldaan over al het genotene, uiteen. De Hooge Raad heeft gisteren in hooger beroep ver worpen de voorziening in cassatie in zake den boekdrukker te Alkmaar, die voor het Gerechtshof te Amsterdam in hooger beroep veroordeeld werd tot f 25 boete, ter zake van overtreding der patentwet, door zich niet aan te geven als molenaar, en geconcludeerd tot verwerping van het beroep in zake den landbouwer te Terschelling,'door het Gerechtshof te Amsterdam veroordeeld tot f 20 boete wegens diefstal van een balk, die aan het strand te Terschelling was aangespoeld; advocaat-generaal was van meening, dat, nu door het Hof voldoende was overwogen, dat de balk een eigenaar had, er van een res derelicta geen sprake kon zijn. Uitspraak 18 Juni a. s. De Rechtbank te 's Hage veroordeelde gisteren de dienstbode, die het lijkje van het kind, van hetwelk zij heimelijk bevallen was, in 23 stukken geknipt had, tot 6 maanden gevangenisstraf. De weelde van „zich eens flink te goed te doen" is zekere J. D. K. te Nijmegen noodlottig géwordén. Op een deftige bruiloftspartij was hij jl. Woensdag als bediende aangenomen. Het ging daar zeer roijaal toe ook onder de bedienden. K. schijnt zich zoo zeer te buiten te zijn gegaan, dat hij zijn heil in 't vrije veld zocht. Dondérdag- ochtend vond men hem bewusteloos onder Hatertvier-en- twintig uren later was hij een lijk. Te Almkerk zat jl. Woensdagmorgen de gemeente secretaris rustig op zijn bureau te werken, toen hij ee'ns- klaps op de trap, die naar de Secretarie leidde, een oorverdoovend geraas hoorde. Hij opende de deur en zag tot zijne niet geringe verbazing eene koe, welke uit een voorbijgaanden koppel vee was weggeloopen en in. het Gemeentehuis de trap van veertien treden was opgeklommen. Op het bovenportaal bleef zij staan. De eigenaar kwam spoedig de vluchtelinge terughalen, vatte haar bij den staart en slaagde er na veel moeite in de moedige klimsten op den beganen grond te brengen. Aan boord van den gouvernementsstoomer „Sperwer" is ter reede van Macassar het volgende voorgevallen: De bemanning had geëxerceerd, en de wapens werden door Bretagne; een ontzaglijk groote schoorsteen vormde het midden tusschen twee rijen boven elkaar gelegen bedsteden, maar het geheel wa3 niet zoo donker en somber als sommige boerenwoningen, die half onder den grond begraven liggen; over 't algemeen zijn de hutten der zeelieden frisch en luchtig ingericht, en zoo was het hier ook. Zy zag al de jonge Gaos, jongens en meisjes, broertjes en zusjes van Yann twee anderen waren nog op zee. Een van de kleine meisjes,, lichtblond, tenger en droefgeestig, geleek in niets op de anderen. „Die hebben wij verleden jaar by ons genomen," zei de moeder; wij hadden er wel reeds genoeg, maar zie je, juffrouw Gaud, haar vader behoorde tot de bemanning van de Maria-zegen Gods, die den vorigen zomer bij IJsland vergaan istoen hebben de buren de vijf achtergebleven kinderen onder zich ver deeld, en hebben wij deze aangenomen." De kleine wees verborg, toen zij hoorde dat men van haar sprak, verlegen haar hoofdje tegen den schouder van den kleinen Laumec Gaos, haar meest geliefd speelmakkertje. Over de lange woning lag een waas van gezelligheid, en de frissche roode wangen der kinderen waren de duidelijkste teekenen van een gezond lichaam. Met de meeste welwillendheid liet men Gaud alles zien, men scheen het bezoek van zulk een mooie dame als een eer te beschouwen. Langs een nieuwe houten trap bereikte zy de bovenverdieping, die men haar met zekeren trots wees. Zij herinnerde zich wat Yann haar op het bal omtrent den bouw van die verdieping had vertelddat zij was opgericht, nadat de oude Gaos samen met zijn neef, den loods, in het kanaal een schuit had gevonden, die zonder eigenaar ronddreef. De kamer, nieuw geverfd, was licht en vroolijker stonden twee ledikanten met rood sitsen gordijnen en een groote tafel in 't midden. Door het venster kon men Paimpol zien liggen, en de reede, waar de schepen der IJslanders voor anker lagen, en ook het nauwe kanaal, door hetwelk zij zich naar zee begeven. Misschien sliep Yann wel in deze kamer. Hoe graag zou zy eenige bijzonderheden omtrent zijn levenswijze hebben vernomen, vooral hoe hij de winteravonden doorbracht... ...Een zware tred op de trap deed haar schrikken. Neen, het was Yann niet, maar een man, die ondanks zijn witte haren veel op hem geleekbijna dezelfde hooge, rechte gestalte. Het was de oude Gaos, die thuis kwam van de viach- vangst. Toen hij na de begroeting de reden van haar komst vernomen had, teekende hij de kwitantie, 't geen een beetje lang duurde omdat, naar hij zeide, zijn hand niet meer vast was. Hij wilde met die honderd francs de zaak echter niet beschouwen als geheel afgedaanneen, dat was een begin van afrekenen en hij zou er met mijnheer Mèvel wel eens weêr over spreken. Gaud, wie de geldzaken weinig konden schelen, glimlachte bijna onmerkbaar: des te beterals de zaak niet uit was, had zy een aanleiding te meer om met de Gaos in aanraking te komen. Men verontschuldigde zich bijna over het wegblijven van Yann, alsof men het beleefder had gevonden, dat allen thuis waren geweest bij haar bezoek. De vader had misschien reeds met de sluwheid van een oud matroos geraden, dat zyn zoon aan die 8choone erfgename niet onverschillig was, ten minste hij bracht een matroos, die daarmede belast was, schoongemaakt en opgeborgen. Terwijl hij daarmee bozig was, ging hij, met een geweer bij zich, schijnbaar zonder erg en zonder in het minst argwaan op te wekken, naar een stoker, die aan de werkbank stond en bracht spelende den loop van het wapen tegen diens hoofd, onder het uiten van de woorden „Kameraad, ik zal je dood schieten," waarna hij aftrok. Er volgde echter geen schot, zoodat zelfs de stoker dacht met eene grap te doen te hebben. Eenige oogenblikken later kwam de matroos echter opnieuw terug en herhaalde hetzelfde spel als de eerste maal, doch nu ging het geweer wèl af, en kreeg de arme stoker het volle schot dwars door het hoofd heen, zoodat hij onmiddellijk dood was. Toen men den moordenaar overmeesterde, kon niet belet worden, dat hij op het dek viel en zijne handen in het bloed van den gevallene doopte en vervolgens aflek te, onder de opmerking dat de smaak eenigszins „asem" was. Vreemd is het dat de stoker zóó weinig wist hoe innig hij door zijn collega werd gehaat, dat hij zich voor de tweede maal waagde aan een spel, dat voor hem op zoo dramatische wijze afliep „Door het Purmerender Mannenkoor en de Gym nast iek-Vereeniging „Volharding" te Purmerend, zullen op 10, 11 en 12 Augustus 1888, hun lOjarig bestaan feeste lijk herdacht worden, door het houden van een feestconcert, een concours voor Mannenkoren uit plaatsen beneden 15000 inwoners om een 1ste prijs verguld zilveren, 2de prijs een zilveren, en 3de prijs een bronzen medaille, en een open bare uitvoering van vex'schillendeGymnastiek-Vereenigingen, bal, enz. In een vergadering van de feestcommissie, samengesteld uit beide Vereenigingen en waaraan eenige heeren zijn toegevoegd, is het Bestuur opgedragen aan de navolgende heeren Jhr. C. Van Citters, Burgemeester, Eere-Voorzitter, H. P. v. d. Aardweg, Voorzitter, dr. H. Siraons, Vice-Voor zitter, A. Switzer, J. D. Schuitemaker, Penningmeester, C. VV. Bakker, 1ste Secretaris en J. Muusses, 2de Secretaris." „Naar wij vernemen hebben nu reeds een paar belang stellende ingezetenen een zilveren en een bronzen medaille toegezegd voor het te houden concours van Purmerender Mannenkoor. Wij hopen dat dit goede voorbeeld navolging moge vinden." (Ingezonden). Dat de koekoek de eenige vogel is, die haar eieren niet zelf legt, is, naar men weet, een praatje; dat zij haar ei „legt" in het nest van een andere vogel is, volgens de „Family Herald," ook slechts gedeeltelijk waar. Zij legt namelijk haar ei in het gras en neemt het dan in den bek (hetgeen met het oog op Jie.t kleine ei en den grootenbek van den vogel niet vreemd behoeft te klinken) en brengt het zoo naar het nest van. een harer zusters, dat zij vooraf daarvoor uitgezocht en geschikt bevonden heeft. Navolging verdient de methode in elk geval niet. Niezen. „God zegen' je" of „wel bekoom' het je" hoort men ten onzent nog dikwijls als men niest. Dit gebruik bestaat over de geheele wereld. „Viva!" roept men u in Italië toe, en in Zanzibar klinkt het: „Moge Allah u nabij zijn!" „Leef duizend jaaris de groet, die u in China onder een niéébui toegeroepen wordt. Op de Fiji-eilanden wenscht men u: Mbula, d. i. „leef lang" of „gezondheid" en antwoordt men „Mole" (dankjewel). Vóór He invoering, van het Christendom luidde de groet nog eenigszins anders, namelijk „Vergast u aan een vijand Twee de Kamer. Alle tribunes waren gisteren overvol. Do heer mr. Arntzenius werd als griffier beëedigd en de heeren Reekers en Land hebben als leden zitting genomen. De heer Domela Nieuwenhuis hield zijn interpellatie over de het gesprek telkens weder op Yann. „Wat vreemd," zei hij, „anders blyft hij nooit zoo laat uit. Hij is naar Loguivy gegaan om manden te koopen voor de kreeften vangst; dat is ons voornaamste werk 's winters." Zij maakte nog steeds geen einde aan haar bezoek, hoewel zij begreep, dat het te lang duurde zij vond hét denkbeeld te pynlijk, dat zij zou moeten heengaan zonder hem te hebben gezien. „Wat kan een jongen, zoo bedaard als hij, toch uitvoeren? In de kroeg zit hij zeker nietdaarvoor behoeven wij niet bang te zijn. Ik zal niet zeggen, zoo 's Zondags eens met zijn kame raden... Och, juffrouw Gaud, die zeelui... Ed, lieve hemel, als men jong is, behoeft men zich ook niet altijd terug te trekken... Maar hij heeft wel iets bijzonders; hij houdt zich altijd netjes, dat kunnen wij gerust zeggen." Het was langzamerhand geheel avond geworden; het naaiwerk was weggeborgen en de arbeid gestaakt. De kleine Gaos en hun aangenomen zusje zaten stil bij elkaar op de bank, in het halfduister, en zagen Gaud aan alsof zij wilden vragen „Waarom blijft zy thans nog?" De vlam onder den schoorsteenmantel verlichtte het in schemer gehulde vertrek met een rosachtigen gloed. „Blijft u bij ons eten, juffrouw Gaud?" O neen dat kon zij niethet bloed steeg haar naar de wangen, toen zij bedacht hoe lang zij gebleven was. Zij stond op en nam afscheid. Yanns vader rees tegelijkertijd op, ten einde haar een eindweegste vergezellen, „tot voorbij een eenzame plek, waar de smalle weg tusschen donkere oude boomen doorliep. Terwijl zij naast elkander voortgingen, bekroop haar de lust om hem, als den vader, vertrouwelijk alles bloot te leggen, maar het was alsof de woorden haar in de keel bleven steken, en ten slotte zeide zij niets. De avondwind was koud. Nu en dan kwamen zij langs de kleine hutten, eenzaam op de kale vlakte gelegen, waar de vis- schers bijeengehurkt zatenlangs de groote Christusbeelden en de groene bremstruiken. Wat was het toch ver, dat Pors-Even, en wat had zij zich daar lang opgehouden! Een enkele maal ontmoetten zij eenige zeelieden, die uit Paimpol of Loguivy terugkwamentelkens wanneer zij znlk een mcnsche- lyke gestalte in de verte zag naderen, dacht zij aan Yann; maar telkens zag zij haar hoop ook weldra verijdeld, want geen van allen had zyn groote, forsche gedaante, waaraan men hem reeds op grootcn afstand herkennen kon. Het loopen viel haar moeilijk door het verwarde, lange bruine zeewier, dat den grond op ver scheidene plaatsen bedekte. Bij het kruis van Plouëzoc'h nam zij afscheid van den grijsaard, dien zij verzocht terug te keeren. Men kon de lichten van Paimpol reeds zien en er was volstrekt geen reden, waarom zij verder niet alleen zou kunnen gaan. De tocht was dus vruchteloos geweestWie wist wanneer zij nu Yann zou wederzien... Aan voorwendselen om andermaal een bezoek in Pors-Even te brengen zou het haar niet hebben ontbroken, maar zij had den moed niet het te hervatten. Was Sylvester, haar vertrouweling, er nog maar geweest, dan had die tot Yann kannen spreken en hem hebben overgehaald zich te verklaren. AMaar Sylvester was weg, en voor hoe lang?... (Wordt vervolgd.) werkstakingen in de veenkoloniën. Hij wees op de noodzakelijk heid om de maatschappelijke vraagstukken ter hand te nemen. De Regeering zeide dan ook dat zij de aandacht eischen. Hij schetste den ongelukkigeu toestund der turfmakers en baggerlui in de veenderijen, die vooral laatstgenoemden acht weken een voortdurenden werktijd hebben. Hij noemt met het oog op de beschrijving, o. a. in het „N. v. d. D.", dien arbeid onmcnschelijk. Ze zijn nu overgegaan tot werkstaking. Wel beweren de veenbazen dat hooger loon onmogelijk is, maar dat is onjuist; do veenbazen verdienen f 98.40 per dag. Daarvan kan wel 10 cents verhooging af. Hebben dus de arbeiders gelijk, om verhooging te vragen, waartoe zijn dan militairen noodig? Zij brengen meer verwarring aan dan orde. Spreker werd tot de orde geroepen door den Voorzitter, toen hij in algemeene uitweidingen trad. Hij bespreekt hierna de klachten over het stelsel der gedwongen winkelneringen, waardoor de veenbaas 25 percent hooger winst maakt dan de gewone winkelier. Dat misbruik kan grootendeels worden voor komen door een wet, een noodwet, strekkende om te bepalen dat de loonen altijd betaald moeten worden in algemeen gangbare munt, en den arbeidgevers te verbieden de arbeiders te ver plichten om waren te koopen in winkels, direct of indirect door hen gedreven. De Minister van Justitie achtte den toestand te zwart gekleurd. De oorzaak der werkstaking is de lage loonen, maar het is ge bleken dat ook andere invloeden hebben gegolden. De bollen- jagers hebben de goedgezinde bevolking bedreigd, en de autori teiten moesten krachtig optreden om dezen te beschermen. Ten volle neemt de Regeering de verantwoordelijkheid der maatregelen op zich, zij brengt hulde aan het beleid en den tact der autoriteiten en zal altoos zoo doen optreden ter handhaving van recht en orde en ter bescherming van de vrijheid van arbeid. (Toejuichingen). Bij de winkelneringen bestaan misbruiken en verandering daarin is wenschelijk, maar moeielijk. De Regcering zon niet kunnen optreden zonder een grondige enquête. De Minister verzekert dat de Regeering haar aandacht zal blijven schenken, bij de voorgenomen sociale wetten, aan de punten door interpellant aangewezen, en met ernst zal over wegen in hoever en wanneer die punten voor wettelijke regeling vatbaar zijn. De heer Heldt heeft verlof verkregen morgen den Minister van Marine te interpelleeren over de door de Regeering genomen maatregelen tengevolge waarvan vele vroegere vaste werklieden aan 's Rijks Marinewerf thans als tijdelijke werklieden in dienst zijn. Bij de Kamer is een onteigeningswet ingediend voor den aanleg eener definitieve spoorbaan tusschen Velzen en IJmuiden, waar door een strook van ten minste 15 meter van den kanaaldijk vrijblijft. Buitenland. Keizer Friedrich van Duitschland heeft jl. Zondag een goeden nacht gehad. Zijne krachten nemen zichtbaar toe. Zondagvoormiddag 10 ure is hij opgestaan en zonder hulp naar zijn schrijfvertrek geloopen. Voor het eerst sedert de crisis was hij in burgerkleeding. Niet op 20, maar op 24 dezer zal het huwelijk vol trokken worden van den tweeden zoon des Duitschen Keizers, Prins Heinrich, met zijne nicht, Prinses Irene van Hessen. Deze datum is gekozen met het oog op den 69sten verjaardag van beider grootmoeder, Koningin Vic toria van Engeland. Als de beterschap in den toestand van den Keizer aanhoudt, hoopt men, dat hij ook bij de plechtigheid tegenwoordig zal kunnen zijn. Hoewel er om de omstandigheden weinig drukte van het feest zal gemaakt worden, verwacht men toch, dat men te Charlottenburg ongeveer 300 hooggeplaatste per sonen om de jongelieden vergaderd zal zien. Zij vertrekken dienzelfden middag nog naar het kasteel Erdmansdorf in Silezië. Later neemt het jonge paar zijn residentie op het voormalig hertogelijk kasteel te Kiel, dat door de vrij gevigheid van wijlen Keizer Wilhelm in een waarlijk vorstelijken zetel voor zijn kleinzoon herschapen werd. De Rechtbank te Berlijn veroordeelde jl. Vrijdag den gewezen bankier Reiff', wegens tal van oplichterijen, tot 9 jaar gevangenisstraf, met aftrek van één jaar, duor hem reeds in voorloopige hechtenis doorgebracht. Den 18 dezer worden te Bareelona 8 Fransche pantserschepen en 7 kleinere schepen verwacht, den 19den 7 Italiaansche schepen, den 17den 6 Oostenrijksche, den 18den 11 Engelsche, 1 Duitsch, 1 Portugeesch en 1 Ame- rjkaansch oorlogsschip, dat is te zamen 42 schepen. (Gelijk gemeld is, arriveerde het Nederlandsche oorlogs schip „Johan Willem Friso" aldaar reeds den 9 dezer.) Gladstone heeft het spit. In de nabijheid van het Fransche stadje Andelys, recht over het gehucht De la Mare, is op Hemelvaartsdag een vreeselijk ongeluk voorgevallen. Vijftien jongelieden deden zich tegelijk met de daartoe bestemde boot over zetten. Op den anderen oever hoorde men spoedig een verschrikkelijk schreeuwen. Men zag den schipper alleen naar den kant zwemmen. De Seine had al de passagiers verzwolgen. Uit het onderzoek bleek, dat de jongelieden zich vermaakt hadden met water naar elkander te werpen, en daar zij zich allen naar denzelfden kant gebogen had den, was de boot gekanteld. De toegeloopen personen waren zóó verbluft, dat zij er niet eens aan dachten den ongelukkigen eenige hulp te brengen, 's Morgens had men reeds 14 lijken opgevischt; het lijk van een jong meisje is nog niet teruggevonden. Een van Altenburg van de jaarmarkt terugkeerend rijtuig is jl.' Zaterdag bij Gösnitz door een personentrein overreden. Twee vrouwen, moeder en dochter, waren ter stond dood, terwijl de broeder der laatste ernstig gewond wex-d. Jl. Zaterdagmorgen zeer vroeg barstte op de beneden verdieping van een vlak bij het Londensche Mansion House gelegen restauratie een hevige brand uit. Zestien personen sliepen op de derde verdieping. Al spoedig zag men een aantal buffetjufters aan de vensters, die om hulp jammerden. De brandweer hield zich voortreffelijk en zeven harer werden, de meesten bezwijmd en half gestikt door den rook, gered. Eene oude ziekelijke dame werd naar boven op het dak en van daar in veiligheid gebracht. De belendende gebouwen bleven gespaard. Bij het bezoek van Boulanger aan Duinkerken wierp zekere Debaker hem een brood naar het hoofdde man werd door het volk mishandeld. Te Munchen heeft zich het zeldzame geval voorge daan van een huurder, die zijn huisheer meer huur aanbood. Het was een ambtenaar, die den huisheer schreef, zijne woning te goedkoop te vinden, en daarom 1400 mark, in plaats van de vroegere 1200, te willen betalen. Even zeldzaam wellicht was het antwoord van den huisheer, die verklaarde het aanbod niet aan te nemen. Te Turijn zal in den loop van den aanstaanden zomer een spreekwedstrijd worden gehouden van.... papegaaien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2