beschikbaar houden om" een goede tijding te bespreken, die
zich almede op het terrein der volksbelangen beweegt.
En hiermede heb ik het oog op eene dezer dagen in de
hoofdstad gevormde Vereeniging, die zich de ontwikke
ling der te Amsterdam in garnizoen liggende militie-
plichtigen ten doel stelt. Zij is opgericht met het oog op
het koninklijk besluit van 16 December 1887, waarbij aan
lotelingen, die vóór hunne inlijving bij de militie met
gunstig gevolg een examen kunnen afleggen, bepaald om
schreven voordeelen wordèn toegestaan. Dat examen eisclit
in hoofdzaak: een goede schrijf hand en eenige kennis van
de Nederlandsche taal, de vier hoofdregels der rekenkunde,
ons stelsel van maten en gewichten, de hoofdpunten der
vaderlandsche geschiedenis en der aardrijkskunde van
Nederland. De voordeelen van zulk een bevredigend afge
legd examen bestaan o. a. in: vermindering van oefenings-
tijd tot op vier maanden, inlijving bij het korps en in het
garnizoen hunner keuze, verlof om buiten de kazerne te
wonen en dus de volle soldij thuis te brengen, aanspraak
op buitengewoon verlof onder zekere voorwaarden, enz.
Tot dusver echter kwamen de gunstige bepalingen van dit
besluit meerendeels ten voordeele van hen, die het als
kind genoten onderwijs hebben kunnen voortzetten, en dus
niet van het kind des werkmans, van den knaap die op
twaalfjarigen leeftijd de school verlaat, zich aan zijn ambacht
wijden moet en, als de tijd van zijn dienstplicht nadert,
alles vergeten is wat hij eenmaal op de lagere school
geleerd heeft. Dus alle voordeelen aan de zijde der meer-
gegoede lotelingen, en de miliciens uit de mindere standen,
al was het dan ook onwillekeurig, er geheel van verstoken.
Dat kon natuurlijk de bedoeling van het kon. besluit niet
geweest zijn, en om die wanverhouding weg te nemen,
heeft zich hier thans een Vereeniging tot ontwikkeling
der militieplichtigen" gevormd, die thans aan de lotelingen
der lichting van 1889 ten behoeve van het militie-examen
kosteloos schoolonderwijs zal laten verstrekken, des Woens
dags- en Zaterdagsavonds, van half negen tot tien uur.
Daar 't hier het teere punt van „onderwijs'' geldt, is de
zaak zoo neutraal mogelijk aangepakt; behalve onze burge
meester als eere-voorzitter, behooren o. a. het liberale
Kamerlid .Heldt, het anti-revolutionaire Raadslid Hovy en
de Israëlieten A. C. Wertheim en Josephus Jitta tot de
oprichters en bestuurders. En zoo worden de lessen ook
gegeven in een Christelijke school, een Openbare school en
een Roomsc.h-Katholieke school. Elke partij kan dus naar
eisch bediend worden, en voor ieder is geheel belangeloos
de gelegenheid opengesteld om zich voor het militie-examen
de kundigheden eigen te maken, die bij welslagen aanspraak
geven op zulke grqote voordeelen. En men wenscht de
werking der Vereeniging niet uitsluitend tot de hoofdstad
te bepalen, maar er een Nederlandsche, een nationale zaak
van te maken. Wanneer het aantal begunstigers f 1.
contributie) slechts groot genoeg wordt, is dit doel niet
onbereikbaar. Reeds vond het bestuur buiten onze stad
medewerking, zoodat men thans bezig is om in vijf onzer
grootste steden dergelijke Vereenigingen op te richten.
Mag ik dit geen héilzame en verblijdende stap in de goedé
richting noemen? Amstë'laar.
B i n n e u 1 a n cL
Aangaande de promotie bij. het leger deelt men aan
de „N. Rott. Crt." mede, dat de nieuwe Minister van
Oorlog een geheel ander stelsel van bevordering zal volgen
dan zijne voorgangers. Hij gaat namelijk van het beginsel
uit óm geene personen, die voor hoogeren rang geschikt
zijn geoordeeld, te laten passeeren door anderen, die soms
toevallig door minder veeleischende chefs als zeer geschikt
worden gesignaleerd; alleen' zij, die ongeschikt zijn voor
hoogeren rang, zullen geene bevordering maken. De
Minister hoopt door deze maatregelen het vertrouwen bij
het officierskorps te'doen terugkeeren en de vroeger ont
stane ontevredenheid te doen wijken.
in de verte weg; men was weder alleen in de stilte to midden
van de onbewegelijke dampen. Alles was met vocht doortrokken
en met een glinsterend laagje zout of pekel bedekt. Het gevoel
van koude werd doordringender; de zon bleet langer en langer
onder den horizon; men had reeds nachten van een of twee uren,
die grys en somber nederdaalden.
lederen morgen peilde men met een dieplood de diepte van
het water, uit vrees dat de Maria te dicht by IJsland zou
geraken. Maar geen van de lijnen, die men ten einde toe uit
vierde, raakte den gróndmen was dus in volle zee en in goed diep
water.
Dat ruwe leven was niet ongezond; door die stekelige koude
vond men het 'a avonds des te pleizieriger in de eikenhouten
kajuit, dat kleine hokje,, waarin men neerdaalde om te eten of te.
slapen.
Over dag spraken die mannen, die het eenzamer hadden dan
monniken, weinig met elkaar. Ieder bleef uren achtereen op zijn
post staan, bij de vischlijn, en had genoeg te doen met die telkens
in te halen; zij stonden slechts twee of drie meters van elkaar,
maar eindelijk zagen zij elkaar zelfs niet meer.
Die stilte, die witte duisternis wiegde den geest in slaap.
Onder het visschen zong men in zichzelf het een of ander bekend
liedje, maar binnensmonds, om de visschen niet weg te jagen.
De gedachten schenen slechts langzaam te kunnen werkenhet
was of zij zich uitrekten om den tijd te vullen en geen leege
oogenblikken, geen tusschenpoozen van niet-denken, niet-zijn over
te laten. Men dacht niet meer aan gewone dingen men droomde
van allerlei onsamenhangende, vreemde zaken, als in den slaap,
en de draad van dien droom was even los als de mist...
Gewoonlijk sloot ieder jaar zulk een mistige Augustusmaand
op stille, sombere manier het seizoen van IJsland. Voor het
overige deel van het jaargetij heerschte er altijd hetzelfde leven,
zoodat de borst zich verruimde en de spieren der zeelieden werden
gehard.
Tann had spoedig zijn oude gewoonten weder aangenomen,
alsof hij nooit verdriet had gekend: oplettend en vlug, handig
bij het laveeren en bij de vangst, met de onbekommerde houding
dië géén zorgen kent; overigens slechts mededeelzaam op enkele
zeer zeldzame oogenblikkenen immer het hoofd met een
onverschillig, trotsch voorkomen hooger dragend dan anderen.
V Avonds, onder het eten in de oude kajuit, beschermd door de
porseleinen maagd, wanneer men met het mes in de hand om de
groote tafel geschaard zat voor den een of anderen warmen
schotel, lachte hij somtijds, evenals vroeger, om de aardigheden,
die de anderen ten beste gaven.
Misschien dacht hij wel eens aan die Gaud, die Sylvester hem
waarschijnlijk in zijn laatste oogenblikken nog als vrouw had
toegedacht die thans arm was, en niemand meer had op de
wereld... Maar zeker rouwde hij in zijn hart nog om zijn armen
vriend...
Dat hart van Yann was iets ondoordringbaars, iets dat moeilijk
te besturen en weinig bekend was, waarin dingen gebeurden, die
zich niet naar buiten lieten bespeuren. (Wordt vervolgd.)
Dqor den Minister van Koloniën, den heer Keuelienius,
is dezer dagen onderstaand schrijven aan de verschillende
Zendings-Vereenigingen gericht
„In een artikel, voorkomende in het. te Singapore ver
schijnende blad „The Straits Times" van 6 Maart jl., onder
den titel: „Netherlands India an Appeal", wordt herinnerd
aan een vóór 10 jaar door dr. Selireiter, secretaris van het
Rijnsche Zendeling-Genootschap te Bannen, geleverd betoog
van de wenschelijkheid eener aanzienlijke uitbreiding van
het aantal zendelingen in Nederl.-Indië, ten einde den
toenemenden invloed van den Islam aldaar tegen te gaan,
en aangetoond hoe groote behoefte er ook thans nog aan
zoodanige uitbreiding bestaat.
„Het komt mij voor, dat dit artikel alleszins uwe aan
dacht verdient, en ik veroorloof tnij daarom, u een afschrift
daarvan hierbij aan te bieden.
„Ik behoef nauwelijks te zeggen, dat de Regeering het
op hoogen prijs zou stellen, wanneer door de Nederlandsche
Zendelings-Vereenigingen krachtig werd medegewerkt tot
de uitbreiding van het aantal zendelingen in Nederl.-Indië
en tot tegengang van den toenemenden invloed van den
Islam onder de Heidenen in den Indischen Archipel."
Men schrijft ons van Texel, dd. 28 dezer:
„Gisterenavond is te Oude Schild eene afdeeling opge
richt der Vereeniging ter bevordering van de Nederland
sche Visscherij.
Een dertigtal leden zijn aanvankelijk toegetreden, welk
getal ongetwijfeld weldra zal toenemen, met het oog op de
belangrijke vloot, die in deze gemeente tehuis behoort en
waarvoor het van veel belang is lid te worden van eene
Vereeniging, die reeds op verschillende wijzen getoond heeft
de aan haar toevertrouwde belangen degelijk te behartigen."
Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd. 28 dezer:
„Tot hoofdingeland van den Anna Paulownapolder is
jl. Zaterdag door stemgerechtigden gekozen de heer M.
Komen, alhier.
Aan den avond van denzelfden dag werd onze gemeente
bezocht door den heer S. T. Land, lid der Tweede Kamer
voor het district Helder, begeleid door het Bestuur der
Liberale Centrale Kies vereeniging.
Enkele personen waren in de gelegenheid in het logement
„Veerburg" kennis met ZEd. te maken. De heer Land
ontwikkelde zijne denkbeelden over eenige belangrijke
politieke vraagpunten, o. a. dienstplicht, onderwijs en be
schermende rechten en wisselde daarover met de aanwezigen
van gedachten.
Wij hopen en vertrouwen, dat onze geachte afgevaardigde
bereid zal zijn, zijn bezoek ter gelegener tijd te hervatten,
opdat hij zich overtuige, dat het hier geenszins aan belang
stelling in zijn persoon ontbreekt."
Naar de heer W. O. Kerkhoven, te Lochem, admi
nistrateur van het thans yerbrande Orderbosch te Apel
doorn, aan de redactie der „Apeld. Crt." mededeelt, moet
de brand veroorzaakt zijn door het uitvliegen van sintels
van een locomotief, niet.-aan den zandkant, doch op de
heide, over een beekje heen, waar duidelijk het begin is
aan te wijzen, een en ander gestaafd door getuigen.
De heer K. is voornemens, de Hollandsche IJzeren
Spoorweg-Maatschappij tot vergoeding aan te spreken, daar
er voor f 60,000 a f 70,000 vernield is. Het bosch was
gedeeltelijk verzekerd.J
Aan de werklieden, die zich zoo dapper hebben ge
kweten van hunne taak voor de oprichting van het Ten-
toonstellings-gebouw in den Koekamp te 's Hage en de
inrichting van de terreinen,'is Pinkstermaandag een gezellig
feestje aangeboden op déterreinen, door het uitvoerend
1 comité, dat, bij monde van zijn President, dr. L. Mulder,
den werklieden dank bracht voor hun ijver en de goede,
voorbeeldige harmonie roeinde, die tusschen werkgevers en
werklieden bestond. 1
De verschillende gebouwtjes op het feestterrein zijn bijna
gereed, aan de restaurants en de muziek-kiosk wordt met
buitengewone inspanning gewerkt, terwijl aan het Marker
huis, waarin echte Markers hun verblijf zullen opslaan,
nog druk wpr.dt gearbeid.
Het hoofdgebouw is van buiten zoo goed als gereed.
Het decoratiewerk van de loggias zal binnen weinige dagen
worden aangebracht. Een der zijwanden is op eenvoudige
wijze in vakken verdeeld; aan den anderen kant zijn ven
sters en uitbouwen gemaakt voor de antieke kamers. De
ontvangkamers aan het einde van het gebouw voldoen
zeer. Inwendig is de cour .voor de schilderij-tentoonstelling
zeer net afgewerkt. Enkele ingezonden voorwerpen zijn
op de terreinen geplaatst.
Als een bewijs voor de snelle afwisseling der tempe
ratuur kan dienen, dat het gisterennacht in het Westland
zoo hevig gevroren heeft, dat men, op niet afgeschutte
plaatsen, vreest voor vernietiging van de aardappelen en
boontjes, welke reeds boven den grond staan. Om 9 uren,
gisterenochtend, teekende de thermometer weer 60 gr.
Fahrenheit.
Een zeer ernstig feit heeft zich, naar het „U. D." meldt,
jl. Vrijdagavond te Amersfoort voorgedaan. Eenige huzaren van
de rijschool, die klaarblijkelijk wraak wilden nemen over eene
lichamelijke beleediging, een kameraad in de kroeg van vrouw
Morison aangedaan, gingen aldaar, na het gebruik van eene
aanzienlijke hoeveelheid sterken drank, zoodanig te keer, dat
de tusschenkomst van de politie noodzakelijk bleek, en de kroeg
houdster en haar adsistent do woning moesten verlaten. Ge
wapend met stokken en voornemens den boel kort en klein te
slaan, waarin zy door de komst van den hoofdagent van politie
De Jager werden verhinderd, hadden zij de vrouw genoodzaakt
de wijk te nemen. Hierna begaven zij zich naar de kazerne,
waar hen door een onderofficier, commandant van de wacht,
Hummelman, .de stokken werden ontnomen, waarvan er enkele
met bloed moeten zijn bevlekt geweest. Deze daad, gepleegd
door een wachtmeester, ingevolge wiens vroeger gemaakt rapport
van eene andere zaak, de belhamel, zekere huzaar B., die reeds
driemalen voor den krijgsraad terechtstond, eene straf van vier
dagen provoost onlangs had ondergaan, wekte zoodanig de onte
vredenheid van de binnentredenden, dat B. naar de chambrée
liep en aldaar ziine karabijn greep, waarmede hij voornemens
bleek den wachtmeester aan te vallen.
Inmiddels waren door hem en anderen een groot aantal glasruiten
in de kazerne stukgeslagen. Onmiddellijk werd er alarm geblazen
en kwamen allen, in de meening dat er brand was ontstaan,
gewapend voor den dag, en vielen B. aan, die met zijn karabijn
als een wilde om zich heen sloeg. Hij maakte van de verwarring
gebruik, verwijderde zich uit de kazerne en begaf zich naar den
stal, waar hij den stalwacht gelastte een paard voor hem te zadelen,
aan welke lastgeving natuurlijk geen gevolg werd gegeven. Na
onderweg nog eenige voorwerpen langs de Beek staande te hebben
beschadigd en de kolf van zijne karabijn te hebben stukgeslagen,
begaf hy zich weder in de kazerne, alwaar hij door den wacht
meester Koster werd gegrepen, op den grond geworpen, ondanks
zijn hevig verzet gekneveld, en met groote inspanning naar de
provoost gebracht. Door woede buiten zichzelvcn en uitgeput
door zyn wanhopig verzet, zakte hij daar bewusteloos ineen.
Middelerwijl was van het voorgevallene kennis gegeven aan
den garnizoens-commandant, den luitenant-kolonel Greve, die zich
onmiddellijk naar de kazerne begaf' en door zijne onverschrokken
heid en kalm optreden de gemoederen tot bedaren bracht. De
hoofddader bevindt zich in voorarrest, om voor den krijgsraad
terecht te staan, terwijl de anderen, naar men verneemt, disci
plinair met 14 dagen provoost zijn gestraft. Eerst liep ook het
gerucht, dat werkelijk op wachtmeester Huinmelraau zou zijn
geschoten, en de luitenant-kolonel Greve was aangevallen,
maar zoowel het een als het ander schijnt niet waar te zijn.
Tot in den nacht is men bezig geweest om den woestaard en zijne
makkers te arresteeren, waarbij ook onschuldigen het moesten
ontgelden. Zoo kreeg een jong soldaat, die van angst onder zijn
krib gekropen was, toen de glasruiten werden vernield, en voor
een der mededaders werd aangezien, een sabelslag op het hoofd.
Zaterdagavond bevond de advocaat-fiscaal zich reeds in die gemeente.
De heeren S. A. Klaassen c. s., te 's Hage, hebben
aan den Gemeenteraad aldaar concessie aangevraagd tot het
oprichten van een casino met operagebouw, lees- en speel
zalen, in de nabijheid van het dorp Scheveningen, o. a.
onder de volgende voorwaarden:
1°. Tot de oprichting van een casino in de nabijheid
van Scheveningen, met recht een zaal te bestemmen tot
roulette en trente et quarantespel met een minimum van
f 2.50 en maximum van f 6000;
2°. Aan dit casino zal worden verbonden een opera
gebouw, lees- of speelzalen;
3°. Aan de gemeente jaarlijks te betalen voor elke speel
tafel een bedrag van f 25,000;
4°. Niemand tot de speelzaal toe te laten dan de leden
der eerste sociëteiten van 's Hage en vreemdelingen, naar
goedvinden van de directie;
5°. Bij opening van het casino eene storting van f 50,000;
6°. Aan de gemeente 's Hage jaarlijks te betalen voor
de algemeene armen een bedrag van f 200,000;
7°. Afkoop van den tol op den Scheveningschen weg;
8°. De concessie te verleenen voor den tijd van 99 jaren
9°. De concessionarissen verbinden zich om bij de ver
leening der concessie te deponeeren aan de Nederl. Bank,
onder beheer van het Bestuur van 's Hage, een som van
een millioen gulden, waarvan de rente zal strekken tot
waarborg van de voorwaarden.
Zoude eene dergelijke aanbieding zichzelve niet reeds
veróordeelen?
Jl. Zondagmiddag heeft te Rotterdam weder een
afgrijselijke moord plaats gegrepen en wel aan de West
zeedijk, ter hoogte van Schoonderloo, tusschen Rotterdam
en Delfshaven. Zekere Jan Kooiman, zich in de woning
begevende van Cornelia Van Leer, met wie hij sedert
eenigen tijd in concubinage leefde, vond daar den 23jarigen
Pieter Noordzij, die door Cornelia was uitgenoodigd haar
te komen bezoeken. Na een woordenwisseling wierp Jan
Kooiman Pieter Noordzij de deur uit, hem tegelijkertijd
een paar steken in den onderbuik gevende, zoodat de dood
weldra volgde. De dader is ter beschikking van de justitie
naar de cellulaire gevangenis overgebracht, terwijl het lijk
van den verslagene naar het ziekenhuis is gevoerd.
Te Opijnen bij Tiel heeft men in een boomgaard,
toebehoorende aan den Burgemeester aldaar, 165 prachtige
kersenboomen moedwillig vernield, door den bast bovenaan
den stam rondom af te schillen.
Een kunststukje, even verrassend als eenvou
dig. Men legt eenige afgesneden gras-madeliefjes op
een bord, met de stelen dicht bij elkander in het midden
van het bord, en de bloemen naar de buitenzijde gekeerd.
Men vult dan het bord met water en legt op de uiteinden
der stelen een tamelijk zwaren steen. Na verloop van
eenige uren richten dan de madeliefjes zich op rondom
den steen, en komen tot elkafir, zoodat zij een bouquet
vormen. (Huisvrouw.)
Van de talrijke vereerders van professor Donders, die
jl. Zondag zijn 70sten verjaardag vierde, en volgens wettelijk
voorschrift thans zijn betrekking neerlegt, waren gisteren
in „Tivoli" te Utrecht velen sa&mgekomen om door woord
en daad van hun waardeering en hoogachting te doen
blijken, niet 't minst zeker door het te zijner beschikking
stellen van een fonds, dat ten grondslag zal strekken van
een naar zijn beroemden naam te noemen wetenschappelijke
stichting, waarvan hij zelf het doel en de inrichting zal
kunnen vaststellen.
Onder hen, die van verre kwamen, behoort zeker in de
eerste plaats genoemd zijn geleerde vriend prof. Moleschott,
die, sinds jaren in Italië, voor deze gelegenheid herwaarts
was gekomen.
Reeds in 1842 trad de jubilaris als docent op aan de tot
in 1867 te Utrecht gevestigde Rijkskweekschool voor
militaire geneeskundigen, om er onderwijs te geven in de
ontleed- en natuurkunde van den mensch. De hoogst
begaafde toenmalige officier van gezondheid, die aan genoemde
Militaire School en de Utrechtsche Hoogeschool was opgeleid
en beide inrichtingen roemrijk had verlaten, promoveerde
den 13 October 1840 te Leiden tot doctor in de geneeskunde.
Kort na zijn optreden als docent in de eerste jaren na
de roemrijke ontdekkingen van Schleider en Schwann op
het gebied der weefselleer, schitterde Donders nevens den
hoogleeraar G. J. Mulder, en begon zijn schitterende loop
baan, die zich tot op heden heeft gekenmerkt door onaf-
gebrokeu vlijt.
Een halve eeuw heeft alzoo de jubilaris in Utrecht geleefd
en gewerkt. Heeft de wetenschap aan Donders veel te
danken, de menschheid niet minder. We hebben slechts
te noemen het Nederlandsch Gasthuis voor ooglijders te
Utrecht. Als Donders alleen had geleefd en gewerkt in
dit Gasthuis, dan kon hij reeds met tevredenheid en vol
doening terug zien op zijn afgelegde levensbaan; maar ook
andere inrichtingen, niet 't minst het physiologisch labora
torium te Utrecht, door zijne aanwijzingen in der tijd zoo
doelmatig ingericht, vermelden zijn roem.
En voorzeker werd die roem niet 't minst luider uitge
sproken in Utrechts Tivoli, door zoo velen, maar het krachtigst
wellicht door Jhr. mr. J. Roëll, curator der Utrechtsche
Universiteit en afgevaardigde voor Utrecht ter Tweede
Kamer. Deze verwelkomde den jubilaris en bood hem eene
som van ongeveer f 34,000 aan voor genoemde Stichting,
van welke aanbieding eene oorkonde, gesteld door prof. Beets
en op perkament gebracht door den architect Cuypers,
werd voorgelezen.
Dit fonds zal overeenkomstig het verlangen van den
jubilaris bestemd worden tot het uitzenden van twee studenten
in de opthalmologie en de physiologie, bij voorkeur van