te weten gekomen zijn. Dit blijkt uit alles. Niet dat men nu de werklieden eenvoudig de* kat de bel laat aanbinden of hen de kastanjes uit het vuur laat halen, maar men heeft hun de noodige gegevens verstrekt om de waarheid i van hun beweren zwart op wit te kunnen bewijzen. En dit geeft aan het adres der 500 Amsterdamsche werklieden een nog hooger beteekenis. Aan de Kamer nu de beurt om van een ingeslagen doolpad terug te keeren en geleden onrecht zooveel mogelijk te herstellen. Duizenden bij duizenden verbeidden nu met gespannen belangstelling de beslissing over dit gewichtig volksbelang. In gelijke mate is dit het geval met een gisteren door den Amsterdamschen Gemeenteraad goedgekeurd verzoek schrift aan de Regeering tot afschaffing der hooge onkosten op het Noordzeekanaal. Daarin wordt aangetoond, dat Amsterdam, als een gevolg van de hooge kanaalrechten, de concurrentie niet kan volhouden en haar aandeel in het scheepvaartverkeer, in plaats van te zien bloeien, al meer en meer zal zien afnemen. Tegenstanders der afschaf fing van tol- en havenrechten moeten er hun „Télémague" eens op naslaan. In dat klassieke jongensboek, dat menig een, helaas in zijn schooljaren genoeg verveeld heeft om het nooit weer ter hand te nemen, laat Fénélon den Tyriër Narbal aan Telemachus dezen raad geven: „Doe gelijk men hier in Tyrus doetOntvang alle vreemdelingen goed en bereidwillig; doe hen in uwe havens veiligheid, gemak en volkomen© vrijheid genieten. Laat u nooit door hebzucht noch door hoogmoed vervoeren. Het ware middel om veel te winnen, is: nooit te veel te willen winnen, en, waar het noodig is, ook te kunnen verliezen. Win de liefde van alle vreemdelingenverdraag zelfs iets van hen draag er zorg voor, dat hunne ijverzucht niet door uwen hoogmoed wordt opgewekt. Handhaaf streng uwe handels wetten, maar laten ze eenvoudig en gemakkelijk wezen gewen nw volk ze onkreukbaar na te leven en straf onver biddelijk het bedrog, en zelfs de nalatigheid of de weelde der kooplieden, die den handel bederven, omdat zij de handelaars in den grond boren. Vooral moet gij nooit ondernemen den handel te belemmeren, om dien naar uwe inzichten te leiden, 't Is veel gepaster, dat de vorst zich daarmee niet bemoeit, en al het voordeel aan zijne onder danen laat, die den handel drijven, anders zal hij hen ontmoedigen. Hij zal daaruit voordeel genoeg trekken, door de groote schatten, die naar zijne Staten zullen toe vloeien De handel is gelijk aan zekere bronnenwilt gij haren loop afleiden, dan drogen ze op. Alleen voor deel en gemak zullen de vreemdelingen tot u lokken. Wanneer gij hun den handel moeielijker en minder voordeelig maakt, dan gaan zij langzamerhand heen en komen niet terug, omdat andere volken, gebruik makende van uwe onvoor zichtigheid, hen tot zich lokken en hen er aan gewennen, dat alles buiten u omgaat." Precies zooals in het adres van den Amsterdamschen Gemeenteraad gezegd wordt: 't is nu door de hooge kanaal- xechten zóó ver gekomen, dat Amsterdam de concurrentie niet kan volhouden en haar aandeel in het scheepvaart ver keer, in plaats van te zien bloeien, al meer en meer zal zien afnemen. Zouden de wijze mannen, die altijd nog een anderen kant uit willen dan Narbal, niet wijs doen met naar hun schooljongenstijd terug te keeren en nog eens Livre III van den ouden „Télémague" op te slaan 't Boek is toch ouderwetsch genoeg om hun te bevallen. Amstelaar. Binnenland. Het beroep, zegt „de Wageninger", door het voor Wolvega zitting hebbende Kamerlid R. K. Okma, te Jut- rijp (gem. Wijmbritseradeel), ingesteld tegen een besluit van Gedep. Staten van Friesland, waarbij hij is vervallen ver klaard van het lidmaatschap van den Raad der gemeente Wijmbritseradeel (wegens het doen van leverantiën aan de gemeente, niettegenstaande hij Wethouder en lid van den dan schreit zij en liefste pakt iets voor haar in een mandje en dan schreit zij weer en zegt„God zal het u loonen, mijne lieve mevrouw." En ik denk, dat mynheer Hobbs heel graag een gouden horloge met een ketting zou willen hebben als een herinnering aan mij, en een meerschuimen pijp., En dan zou ik wel eene compagnie willen hebben." //Eene compagnie herhaalde de heer Havisham. „Ja, eene 'publikeinsche compagnie," verklaarde Cedric, die alleen door het denkbeeld al opgewonden werd. „Ik zou fakkels willen hebben en uniformen en alles voor de andere jongens en ook voor mij. Wij zouden exerceeren en optochten houden net als de groote menschen. Dat zou ik voor mij zei ven wenschen, als ik rijk was." De deur werd geopend en mevrouw Errol trad binnen. „Het spijt mij, dat ik u zoo lang alleen heb moeten laten," sprak zij tot hem, „maar er was eene arme vrouw, die ik nood zakelijk spreken moe3t." „Dit jonge mensch heeft mij intusschen van zijne vrienden verteld en van alles wat hij voor hen zou willen doen als hij rijk was." „Bridget behoort daar ook toe," zei mevrouw Errol en het is Bridget, met wie ik in de keuken heb gepraat. Zij is zoo bedroefd, omdat haar man ziek is." Cedric liet zich uit den grootcn stoel glijden. „Ik zal haar eens goeden dag gaan zeggen en vragen hoe het met hem is. Het is zulk een aardige man als hij gezond is. Hij heeft eens een houten sabel voor mij gemaakthoe lief van hem nietwaar, en hoe knap 1" Hij liep de kamer uit en de heer Havisham stond van zijn stoel op. Er scheen eene gedachte in hem opgekomen te zijn die hij wenschte uit te spreken. Een oogenblik aarzelde hy en zei toen, terwijl hij mevrouw Errol aanzag „Eer ik Dorincourt verliet, had ik een onderhoud met den Graaf, waarbij hy mij het een en ander omtrent mijne zending mededeelde. Hij wenschte, dat zijn kleinzoon met genoegen aan zijn verblyf in Engeland en aan de kennismaking met zijn groot vader zou denken. Hij verzocht mij den jongen Lord te doen begrijpen, dat de verandering in zijn leven hem rijkdom zou brengen en alles wat kinderen op dien leeftijd pleizierig vinden mocht hij den een of anderen wensch uiten, dan moest ik dien zoo mogelijk vervullen en hem zeggen, dat zijn grootvader hem gegeven had wat hij wenschte. Ik weet wel, dat de Graaf het oog had op andere dingen, maar indien het Lord Fauntleroy genoegen geeft, deze arme vrouw te kunnen bijstaaD, dan zou de Graaf zeker niet willen, dat dit verlangen onvervuld bleef." Ten tweedenmale had hij de woorden van den Graaf eenigs- zins gewijzigd overgebrachtzijne Lordschap had inderdaad gezegd „Laat de jongen goed begrijpen, dat ik hem alles kan geven wat hij hebben wil. Laat hij goed begrypen wat het zegt de kleinzoon van Graaf Dorincourt te zijn. Koop alles voor hem, waar hij zin in heeft; hy moet geld op zak hebben en weten, dat hij dit aan zijn grootvader te danken heelt." (Wordt vervolgd.) Raad was) is ongegrond verklaard en bet besluit van Gedep. Staten van Friesland door den Koning gehandhaafd. Daar is derhalve niets meer aan te veranderen. De heer Okma is openlijk geschandvlekt. Hij heeft eene wet des lands, die hij bezworen had te zullen handhaven, met listig overleg trachten te schenden. Pleit dit niet voor zijn persoon en mag men hem nu moeilijk langer den titel van Hoogedel mogende toekennen, het pleit evenmin voor de moraliteit zijner kiezers. Toen hij candidaat ge steld werd, lag hij reeds onder verdenking van gedaan te hebben, waarvoor hij nu gestraft is met vervallenverklaring van het lidmaatschap van den Raad zijner gemeente. En toch ijverden zijne geestverwanten voor hem en riepen ze zelfs de hulp der radicalen in. Van de „oprechte" Friezen had men iets beters mogen verwachten. „En zal deze man nu nog den treurigen moed hebben, lid der Kamer te blijven? Het zou de spuigaten uitloopen." „Vriend en vijand van de Regeering moeten toegeven, zegt genoemd blad, dat zij met grooten tact handelt en van hare tegenwoordige macht een wijs en spaarzamelijk gebruik maakt. „Het valt te betwijfelen, of men dat van een liberaal Kabinet zou hebben kunnen getuigen, wanneer de stembus zóó ten gunste van de liberale partij had gesproken." Door Gedep. Staten van Noordholland is bepaald: a. dat de jacht op waterwild in den kring, begrepen binnen den Westfrieschen Omringdijk en in de gemeenten Petten en Callantsoog, zal worden geopend op 16 Juli a. s. en in de overige deelen der provincie op 1 Augustus; b. dat ditmaal het gewone voorschrift, dat de kooilieden van het tijdstip der opening van de jacht op waterwild af tot 1 September hunne kooi-eenden opgesloten of gehokt moeten houden, niet zal worden gegeven, en dat in het volgende jaar, bij de sluiting der jacht op waterwild, zal worden beslist of ook de opsluiting der kooi-eenden gedu rende de lente kan vervallen, met inachtneming van het denkbeeld om de opsluiting te vervangen door het onbruik baar maken van de kooi. Door mr. H. Dumoulin is aan den Koning gratie gevraagd van de hem opgelegde celstraf, ter zake van verduistering van-een schilderij. Naar men verzekert, hebben eenige invloedrijke mannen van verschillende politieke richting zich vereenigd, om hier te lande een dronkaards-asyl op te richten. In de 2de afdceling van het Landhuïshoudkundig Congres te Assen was jl. Woensdag aan de orde het vraagpunt„Is het wenschelyk, dat voortaan de Nederlandsche Bank ook aan den landbouw worde dienstbaar gemaakt?" De inleider, de heer G. De Waard, te Assen, achtte dit wenschelyk en was van meening, dat elke poging om den landbouw uit zijn gedrukten toestand op te heffen, moet worden aangewend. Den Voorzitter, den heer Fortuin de Jong, kwam de behandeling dezer zaak ontijdig voor. Uit de discussie bleek, dat men vrij algemeen van gevoelen was, dat de landbouwers, wat de uitoefening van hun bedrijf aangaat, in ongunstiger voorwaarden zijn dan bijv. industrieëlen en kooplieden, en men dus de gemakkelijker wijze van geld opnemen, in den geest van privilegie op roerende goederen, voorstond. Als conclusie naar aanleiding der gevoerde beraadslagingen werd aangenomen„Het congres verzoeke der Regeering haar aandacht te vestigen op de dienstbaarmaking van de Nederlandsche Bank aan de belangen van den landbouw, bij het vernieuwen van het Bankoctrooi." Vervolgens werd behandeld het vraagpunt„Hoe staat het met de quaestie der suikerbieten-contracten in ons land, waarby het suikergehalte der bieten als grondslag wordt aangenomen." Dit vraagpunt werd ingeleid door den heer D. Bauduin ('s Hage). Aan de discussie namen deel de heerenDe Waard, chemicus aan de suikerfabriek te Halfweg, Breebaart, dr. Prins en Pisoch. De conclusie werd tot heden verdaagd. In de Dinsdag gehouden algemeene vergadering werd de vraag behandeld of het oprichten van een Boeren-Vereeniging" op het voetspoor van de Bauern-Verein in Duitschland, wenschelijk was. De zaak werd commissoriaal gemaakt en tot leden der com missie, die het vraagstuk zal onderzoeken, werden benoemd de heerenLöhnis, Doornbos en Gratema. De algemeene vergadering werd jl. Woensdag bijgewoond door de Ministers van Justitie en van Waterstaat. De laatste verklaarde, dat indien de Regeering de pogingen om den landbouw te ver heffen, kon steunen, zij dit zal doen. De bevordering van den landbouw was toch een nationaal belang, een belang van groot gewicht. Na lange discussie werd besloten een commissie te benoemen, die een onderzoek zal instellen naar de genomen proeven om hoogveen vruchtbaar te maken zonder verbranding van de bovenste laag, teneinde den veendamp te ontgaan. Die commissie zou jl. Donderdag worden benoemd. Na discussie tusschen de heeren Lieftink, Schober en Prinzen, over het nut van turfstrooisel en het wenschelijke om dat in plaats van stroo te gebruiken, werd besloten, om het gebruik van turfstrooisel aan te bevelen. Na een opmerking van den heer Yan Lookeren Campagne, dat het moeilijk zal zijn scheikundig natuur- van kunstkaas te onderscheiden, en nadat andere heeren aangedrongen hadden, om de Regeering te verzoeken verbodsbepalingen in het leven te roepen om kunstkaas als natuurkaas te verkoopen, werd daartoe besloten. Tevens werd besloten een adres tot de Regeering te richten, om aan te dringen op gemakkelijker bepalingen aangaande den invoer van varkens in ons land. Jl. Donderdag werd in de 2de afdeeling een conclusie genomen in zake den verkoop van bieten. Zij luidt: „De vergadering acht den verkoop van suikerbieten bij het gewicht met levering van het zaaizaad door den fabrikant, in strijd met de belangen van den landbouw, ziet in het verkoopen naar het suikergehalte, vooral voor den kleinen landbouwer groote moeilijkheden en schort haar oordeel op, omtrent de vraag of door het geven eener zekere garantie van de opbrengst aan den verbouwer de bestaande moeilijkheden kunnen worden wegge nomen." Vervolgens kwam het oprichten eener Nederl. landbouw-courant ter sprake. Men besloot het plan te steunen. In de daaropvolgende algemeene vergaderiDg werd het Bestuur voor het te Bergen-op-Zoom te houden 42ste congres benoemd. Het bestaat uit de heeren A. J. L. De Rooek, Burgemeester van Bergen-op-Zoom, Voorzitter; G. P. De Neve, te Steenbergen, 2de VoorzitterJ. E. D. Vergroesen, te Bergen-op-zoom, Secre taris F. E. J. Gussenhoven, te idem, 2de SecretarisH. Prins, te idem, Penningmeester Em. P. A. Van Loon, te Rozendaal G. De Bie, te Oud en Nieuw GastelM. A. Boll, te Heesbeen Ch. A. Daverveld, te WouwL. Festers, te Hoesteren en A. Cuypers, te Woensdrecht, leden. Op voorstel van den Voorzitter werden tot leden der Commissie tot onderzoek der mogelijkheid van voorkoming der veenbranden benoemd de heeren mr. Schober te Putten, Löhnis te Frederiks- oord en mr. A. Ten Oever, te Assen. Tot lid der vaste Commissie van bijstand, ter voorziening in de vacature ten gevolge van de periodieke aftreding van den heer Cremer, te Oosterbeek, wordt op voorstel van dien heer met applaus benoemd de heer Max, te 's Hertogenbosch. De Commissie betreffende het Sloetfonds wordt met het oog op den korten tijd, dien zij ter voorbereiding van haar taak heeft kannen gebruiken, diligent verklaard. Rijks-postspaarbank. De Minister van Water staat, enz. brengt ter algemeene kennis, dat gedurende de maand Mei zijn ingelegd en terugbetaald de volgende bedragen, als: Bedrag der inlagen855,484.17 terugbetalingen. 577,819.644 Alzoo meer ingelegd dan terugbetaald 277,664.524 Aan het einde der maand April was ten name der verschillende inleggers ingeschreven11,875,771.894 zoodat het gezamenlijk tegoed der inleggers aan het einde der maand Mei bedroeg12,153,436.42 In den loop der maand Mei zijn 3705 nieuwe boekjes uitgegeven; 1141 zijn er geheel afbetaald, zoodat er aan het einde dier maand 183,674 in omloop waren. Naar „Het Vaderland* verneemt, zullen op de aanstaande Indische begrooting het traktement en de uit- rustingskosten voor den Gouverneur-Generaal tot belangrijk lagere sommen worden uitgetrokken, dan de gewoonte is. Het traktement wordt van f 160,000 op f 132,000 terug gebracht. De faculteit van rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam heeft het ontvangen antwoord op de prijs vraag over „strafbare opruiing" de bekroning waardig gekeurd en een gouden eerepênning toegekend aan den schrijver. Bij de opening van het naambriefje bleek hij te zijn de heer Joseph Limburg, jur. candidaat aan de Universiteit te Leiden. Jl. Dinsdag en Woensdag werd nabij Kolhorn zeer veel ansjovis gevangen. De gelukkigste vangst was 46,000 stuks per span. Bij de herstemming ziin tot leden van den Gemeenteraad van Hoogwoud gekozen de heeren C. Warnsinck, notaris, en D. Rempt, veearts. Den 26 dezer is aan 't Zand (gemeente Zijpe) in 71jarigen ouderdom overleden de heer C. V. Morra, hoofd der openbare school aldaar. Gedurende 44 jaren was de overledene aldaar met grooten ijver ten nutte van het opkomend geslacht werkzaam. De gemeente Zijpe verliest in den heer Morra een kundig onderwijzer, een nauwgezet ambtenaar. Bij de jl. Woensdag gehouden stemming voor één lid van den Gemeenteraad van Terschelling, wegens het bedanken van den heer T. Bakker, verkreeg niemand de volstrekte meerderheid. De heer D. Oepkes verkreeg 70, de heer P. J. Cupido 32 stemmeu, zoodat tusschen beide heeren eene herstemming moet plaats hebben. Aan den heer Westerman Holstein, predikant te Barsingerhorn, werd door den kerkeraad zijner gemeente een bedrag in contanten geschonken, als blijk van waar deering, dat hij voor Almeloo had bedankt. Voor bedoelde som werd paard en rijtuig aangeschaft. In den Houtrakpolder wordt in de bloem van de te veld staande karwei eene rups waargenomen, die het zaad met vernieling bedreigt. Onderwerpt men de genoemde bloem aan een onderzoek, dan blijkt, dat daar, waar de rups zich bevindt twee derde van het zaad is afgegeten. Jl. Donderdag is te Vlissingen, onder voorzitterschap van den heer mr. J. P. R. Tak van Poortvliet, de gewone jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders in de Stoomvaartmaatschappij „Zeeland" gehouden. Winst en verliesrekening werden goedgekeurd en eveneens het nieuwe met den Staat der Nederlanden gesloten postcontract. De beschikbare winst over 1887 bedraagt f 120,944.11, welk bedrag geheel wordt aangewend tot diverse afschrij vingen, zoodat geen uitkeering van dividend plaats heeft. Dat is goeddeels het gevolg van den nieuwen dagdienst, welke natuurlijk bijzondere kosten met zich heeft gebracht en waarvan nog niet dadelijk de noodige ontwikkeling kan worden verkregen. De directie hoopt dat een betere aan sluiting met den treindienst kan worden verkregen, want het vertrek van Londen moet te vroeg geschieden. De nieuwe postovereenkomst bepaalt, dat twee diensten in het etmaal zullen plaats hebben tusschen Vlissingen en Queensboro en daarvoor zeven stoombooten van minstens 800 ton beschikbaar moeten zijn. Zulks is thans het geval. De Maatschappij geniet voor het overbrengen der post de volgende betaling: 1. Voor de Nederlandsche brievenmalen in de beide richtingen een som van f 40,000 in het jaar; 2. Voor de brievenmalen van en aan buitenlandsche postadministratiën de daarvoor bij verdrag tusschen de leden der algemeene Postvereeniging vastgestelde of nader vast te stellen betaling; behoudens het bepaalde bij het volgende artikel 3. Voor de pakketpost vijf cent voor elk pakket, het gewicht van 3.178 KG. niet te boven gaande, en tien cent voor elk pakket van een gewicht boven 3.178 KG. en tot 5 KG.; 4. De Regeering waarborgt aan de Maatschappij ter zake van de sub 2 hiervoren vermelde brievenmalen een jaar lijksche opbrengst van f 260,000. Mocht dit bedrag worden overschreden, dan zal de helft van het overschot aan de Nederlandsche postadministratie ten deel vallen. Het contract kan door de Regeering na 1 October 1892 worden opgezegd indien de transitrechten de helft der gewaarborgde som van f 260,000 in een vol jaar niet bereiken, mits daarvan een jaar vooraf aan de Maat schappij kennis gevende. De overeenkomst wordt aange gaan voor den tijd van tien jaren, te rekenen van 1 Octo ber 1888. Nu de Gemeenteraad van Amsterdam jl. Woensdag, met gedeeltelijk terugkomen op zijn besluit in de vorige vergadering, toch nog f 2000 subsidie heeft toegestaan voor de viering van den Prinsesjesdag, kan het comité aldaar ongeveer f 8000 besteden, wat echter nog niet voldoende is om de kosten te kunnen bestrijden, die de voorgenomen plannen van kinderfeesten, gondelvaart en optocht zullen vereischen. Amsterdamsche straatroovers. Op de Ceintuurbaan te Amsterdam heeft eene brutale aanranding plaats gehad. Het „N. v. D." meldt daaromtrent het volgende Jl. Dinsdagavond wandelde een bekend en geacht ingezetene dier stad, de heer T., verlokt door 't schoone weder, langs den Amsteldyk. Ter hoogte van de Ceintuurbaan werd hij ingehaald door een persoon, die hem onbekend was, maar zich voordeed, alsof hij den heer T. zeer goed kende. Daar die persoon er fatsoenlijk uitzag en goed gekleed was, bestond er voor den heer T. geen reden om hera onbeleefd terng te wijzen, toen hy lang zaam mede opwandelde. Zoo geraakte men op de Ceintuurbaan, eeu buurt, in wording nog, zooals men weethier hield de_o^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2