0' DE „NOORDELIJKE HÏPOTHEEKDANK," verstrekt geld op hypotheek en geeft 4 pCt. pandbrieven uit J. W. HATTINGA RAVEN, Notaris te Nieuwediep. J G. R. CONINCK WESTENBERG, Notaris te Texel. 1500 tot 2000 Gulden Jaarlijks bijverdiensten Openbare Verkooping CALLANTSOOG, IJzeren Hekken, in verschillende koopen, Steeds voorhanden de buiten lid* gewoon gerenommeerde Theeën van de Firma P. E. Thueré te Utrecht. PARK TIVOLI. Achtste Zomer-Coneert, Stafmuziekkorps der Kon. Ned. Marine, Meisjesschool voor U. L. 0. kfficieren en Adelborsten De 's Gravenhaagsche Hypotheekbank voor Nederland verstrekt gelden ter leen, IJzeren Spoorweg - Maatschappij Goedkoope trein 2e en 3e klasse, gevestigd te ZORG VLIED, gemeente Diever, Inlichtingen verkrijgbaar bij de Heeren kunnen fatsoenlijke lieden van iederen stand, bij eenige werkzaamheid verdienen. Offerten onder letters E. V. II. Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn., Amsterdam. op ZATERDAG '21 JULI 18S8, voormiddags elf ure, om contant geld, van: 1Eene groote partij Sliethout, opgemaakte Takkenbossen en eene groote partij alles gunstig om te vervoeren, liggende aan den Grindweg, en onmiddellijk daarna, om te betalen 25 November 1888, ten huize van den kastelein VOS: 2. Het Grasgewas in de Noordduinen te Callantsoog, in 5 pereeelen. 3. Het Grasgewas in de Eendenkooi en op Boekelsland aldaar, in 9 pereeelen. 4. Het Grasgewas in de Zuidduineu aldaar, in 14 pereeelen. 5. En het Rietgewas in het Zwanenwater j aldaar. Eigendom van den Wel Edel Geb. Heer M P. T- PREVINAIRE. Aanwijzing geschiedt 2 dagen vóór de verkooping, 's morgens 10 ure, te Callantsoog bij den Opzichter H. BLEIJENDAAL en te Groote Keeten bij den Opzichter A. THOES. G. VAN OS, Notaris te Zijpe. Dijkstr.mt. Wed. SEVENHUIJSEN. te geven door het onder directie van den Kapelmeester J. KONING, op ZONDAG 15 JULI 1888. Aanvang uur. Programma: 1. Koninklijke Nederlandsche Marine-Marsch, J. Koning. 2. Ouverture zu Athalia, F. Mendelssohn Bartholdy. 3. a. Ein Albumblatt, Richard Wagner; b. Marche funèbre d'une Marionette, Ch. Gounod. 4. Grande Fantaisie del'opera: Aïda, Musique de G. Verdi, J. Koning. 5. Ein- leitung zu der Oper: Loreley, Max Bruch. 6. Selection from Opera-burlesque: The Mikado, Arthur Sullivan. 7. Mein Traum, Concert-Walzer, Emil Waldteufel. Voor niet-leden is de entreeprijs: Heerenf 0.50. Dames en Kinderen, ieder 0.25. Namens de Commissie van beheer voor het Stafmuziekkorps der Kon. Ned. Marine, de Kapelmeester J. KONING. Bij ongunstig weder in de Tuinzaal. - - r3 *4 ■*=i o> £5 -i m F-f r h t® oq Q> txl fe® g ch a <0 Ixa c_>' p, sa s Si cs nj ÜS De inschrijving van leerlingen voor den nieuwen cursus kan plaats hebben tot 27 Juli bij Mej. A. L. VAN DEVENTER, Hoofd der School. der Kon. Ned. Marine, lees Photographie of Schilderij een Karakterschets door Tiszoo. Men vindt daarin bepaald een oude kostschool kennis terug. Uitg. v. W. Hilarids Wz. Almelo. Prijs ƒ0.90. Alom verkrijghaar. onder le hypothecair verband, tegen jaarlijksche rente, met inbegrip van administratiekosten, van 4J°/0, terug te betalen in eens, in annuïteiten of in termijnen, en geeft 3|°/0 en 4°/0 pandbrieven uit. Inlichtingen te bekomen ten kantore der Bank, Gedempte Raamstraat 11a, te 's Gravenhage, en te Helder bij den Heer A. J. DE JONGH. HOLLANDSCHE op WOENSDAG 18 JULI 1888, van HELDER, ANNA PAULOWNA, SCHAGEN, NOORDSCHARWOUDE, HUGOWAARD en ALKMAAR, naar AMSTERDAM en terug. Prijs voor heen en terug: in de 2e klasse f 1.50, in de 3e klasse f 1. Vertrek van Helder voorm. 6.10, van Alkmaar 7.30. Terug van Amsterdam 's avonds 8.40. Zie vcrdci* de aanplakbiljetten. De Administrateur. Zij, die iets te vorderen hebben van verschuldigd zijn aan of borgtochten onder zich hebben ten laste van den Heer JÖHANNES HONING, in leven Banketbakker en Kruidenier te Schagen, en 10 Juli jl. overleden, worden verzocht daarvan ten spoedigste opgave te doen ten kantore van den te Wieringerwaard ge vestigden Notaris BACKX. Een voormiddag Lij generaal Boulanger. Het is zeven uur in den morgen. Parijs telt weinig deugd zame lieden, en daar de morgenstond dit jaar verre van aangenaam is, slaapt men. Maar hij staat ophij is nog niet zichtbaar voor de menigtezijn ordonnansollicier is de eenige die toegang heelt tot het kleine salon, waar hij ontvangt. Vertrouwde en intieme vrienden, lastigen en onverschilligen, sollicitanten en raadslieden, zij komen eerst veel later. Maar wij maken een uitzondering en het vroege uur schrikt ons niet af. Om zeven uur dus zijn wij aan den ingang van het Hótel du Louvre. De generaal, portier? No. 71, derde verdieping. Wij gaan naar boven. Op de derde verdieping, een gang. Men gaat links. Voor u een deur, die is het niet. De ware en eenige deur bevindt zich in een donkeren hoek, waar men eerst «wat bekomt" alvorens binnen te gaan, evenals in het voorportaal van dc St. Pieterskerk te Rome. Kijk! Daar zijn de rijlaarzen van den generaal, gewreven, glimmend en met sporen voorzien. De kappen hellen naar eene zijde over. Die laarzen hebben een raadselachtig en geheimzinnig voorkomen, dat te denken geeft. Straks zal hij die laarzen aantrekken om een rijtoertje in het Bois de Boulogne mode te doen. En toch denkt gij onwillekeurig aan Lodewijk XIV, met de zweep gewapend het parlement binnentredend. Maar laat ons binnengaan. De generaal zit in zijn leuning stoel. Hij stookt het vuur op. Hij draagt een lichtgekleurde jas en vest, een fantasiepantalon. Het salon is een type van een kamer in een hotel, laag van verdieping, met twee vensters, een talel met paperassen, dagbladen, brieven en voorwerpen van allerlei soort beladen, die zeker verwonderd zijn elkander hier te ontmoeten. Dc meubels zijn alledaagsch, eenige fauteuils, een canapé en een rococo-bureau. Men klopt. BinnenBonjour, Gninaud, hoe gaat het van morgen F Goed, generaal, dank u. De ordonnans zet zich aan de tafel. Komt de brievenbesteller Hij volgt mij op den voet, generaal. Inderdaad, daar is hij. De arme besteller bezwijkt onder het gewicht van zijn last. Zijn tasch is vol, overvol. Er zijn een hoop brieven, stapels couranten, een overstelpende massa aange- teekende brieven en postpakketten. De beambte legt alles op de tafel, terwijl de generaal het register teekent op alle plaatsen waar zijn naam voorkomtzoodra de besteller vertrokken is begint het onderzoek van den stapel. Niets is belangwekkender. Daar zijn brieven nit alle deelen van Frankrijk en uit den vreemde brieven van politici, die hunne beginselen uiteenzetten van vrouwen die hartstochtelijke verklaringen tot den generaal richtenvan officieren die protesteerenvan stumpers die een maatschappelijke positie zoeken van fanatieken die cr behoefte aan gevoelen eenige bladzijden te vullen in een hoogdravenden stijl, en eindelijk brieven van ingekankerde vijanden, die hnn gal uitstorten in de betuiging van hun quasi sympathie. De generaal, die volgens zijn gewoonte alleen zit wanneer hij bezig is te schrijven, loopt heen en weêr, gaat wederom zitten op een stoel of op de tafel, zet zijn lorgnet op, neemt het af, trekt dn schouders op, glimlacht of fronst de wenkbrauwen, waardoor zijn gelaat den inhoud weergeeft der brieven en dag bladen, die hij doorloopt. Daarna teekent hij alles aan waarop een antwoord noodig is en laat dit werk aan den kapitein over. Treurige ontgoocheling voor velen, die meenen een eigenhandig door den generaal geschreven brief te bezitten, maar die inderdaad van den hand des kapiteins is! Opgepast, let nu op hem Hij leest een brief, kort maar krachtig, met deze eenvoudige woorden van een «onbekende" «Bravo, generaal!" Een ander schrijft als volgt «Ga zoo voortverdrijf de bedorven bestanddeelen uit de Kamer en en de Duitschers uit Straatsburg. Wij vlechten reeds kransen vooru." Zoo, zoo! zegt hij. Zijn blik voegt er bij: wie weet? en zyn glimlach: misschien wel! Maar de glimlach verdwijnt, evenals de uitdrukking zijner oogen, zijn voorhoofd plooit zich. De generaal zet zyn lorgnet iets vaster en treedt wat dichter bij het venster. «Gij zijt een nietswaardige ellendeling," leest hij, «en ik zal het touw betalen, waarmede men u zal ophangen." Ik weet ten minste wat ik van dezen te wachten heb. «Uwe geschiedenis zal eindigen in de grachten van Vincennes en «laar had men u reeds lang moeten heenbrengen." Mij fusilleercnDrommels, misschien zien zij er kans op. Ziedaar nog een andere, die naar knoflook riekt «Waarde generaal, dank aan het zuiden Gij hebt het zuiden noodig, want bezit gij dit niet, dan znlt gy er niet in slagen het noorden te winnen." Daarop komen de aangeteekende brieven aan de beurt; geld, door onbekenden gezonden om de onkosten der verkiezing te dekken zoo zijn er velePostpakketten. Een kistje. Er is een revolver in met een blaadje papier, waarop deze woorden «om u zelf van kant te maken." Dank u, nog niet. Wilt gy er gebruik van maken, Guinaud Ik heb er geen lust in, generaal, antwoordt glimlachend de kapitein. Een ander pakjeHet is een versierde klomp, met viooltjes cn ontbladerde rozen gevuld. In het midden een bundel kunst matige vergeet-mij-nietjes. Eindelijk is het laatste pakket aan de beurt. Het is grooter en zwaarder. Wat zou het zijn?... een helsche machine? Neen, een buste van den generaal, een laurierkrans om het hoofd. Te drommelMen moge bescheiden zijn, het reclame maken verafschuwen en zijn eerzucht beteugelen... een mensch heeft toch zijn zwakke zijde en zulk een bekranste buste geeft stof tot nadenken Onderwijl doorloopt de kapitein de dagbladen. De «Petit Nord" is niet zeer vriendelijk van morgen, generaal, en beschimpt u de «Echo du Nord" daarentegen brengt goede tijding... Zoo, laat mij eens zien. En tegen het bureau leunend,- opent dc generaal het dagblad. Bah! hij heeft wel erger gezien. En Rochefort is er immers om te antwoorden, de «Lanterne" om licht te ontsteken en de «France" om te applaudiseeren. Het slaat negen uur. De kapitein gaat ijlings heen, de brieven meenemend die beantwoord en de artikelen die uitgeknipt moeten worden. Nu begint het pijnlijke oogenblik voor den generaal. Welk een geduld zal hij noodig hebbenTot twaalf uur zullen een honderdtal personen in dit salon voor hem defileeren. Die derde verdieping van het Hótel du Louvre is zonder twijfel sinds eenige maanden een der meest oorspronkelijke bezienswaardig heden van Parijs. Men kan haar, wat belangrijkheid betreft, ongeveer rangschikken tusschcn de «Sainte-Chapelle", het ethno- graphisch museum en het graf van den Keizer. Op Dinsdag, Donderdag en Zaterdag is zij een kaleidoscoop, een soort van «macédoine". Men vindt er een Aanwen weerklank van den parlementairen strijd, van de schaduwbeelden uit de «Chat-Noir" en van de meest geaccentueerde refreins uit «Mme Angot". Men verwondert zich zelfs er over dat de «Guides Cook" nog niet hunne Engelsche karavanen daarheen geleiden. Maar opgepast! Nu begint het défilé. Op de trappen wordt het levendig, de plaatsen op de sopha's zijn bezet en men gebruikt ook de treden der trap als zitplaats. De kleine groom van het hótel, een bengel van twaalf of der tien jaar, die den bevoorrechten naam Jozef draagt, slim en keurig gefriseerd, plaatst zich by de deur van den generaal. Allen die wachtten stormen op hem los. Vooruit, baasje, haast je wat, daar is mijn kaartje, ik wacht al een uur, ge moest wat vroeger op uw post zijn. Wel jaIk heb nauwlijks tyd gehad mij op te knappen, 't Is eerst negen uur. Neem in ieder geval dit kaartje en geef het dadelijk over. Tien personen tegelyk reiken het hunne. Ieder wil de eerste zijn. De groom legt de visitekaartjes op elkander, klopt aan des generaals deur, treedt binnen en komt weldra terug, den naam van den eerstgekomeno afroepend. Deze gelukkige sterveling neemt een gewichtig «air" aan, zet zijn borst op, strykt zyn hoed, schikt zijn opstaand boordje en wanneer hy binnengaat, hoort men de stem van den generaal. Bonjour, hoe gaat het u? Heel goed, dank u, generaal,.... ik.... Daarop wordt de deur gesloten, men hoort niets meer en men brengt den tijd door met elkander in oogenschouw te nemen. Het zijn officieren in politiek, industriëelen die reclame noodig hebben hier ziet ge een koopman in zeephy wil zijn waar in den handel brengen, gehuld in een portret van den generaal, en is gekomen om dezen de «primeur" er van aan te biedenginds een geldman die aanbiedingen doet voor de oprichting van een dagbladelders dames die de medewerking van hun echtgenoot komen aanbieden, zoodat deze zich niet compromiteertmen kan toch niet weten wat er gebeuren zal 1 Men raadt wie de eigenlijke vrienden van den generaal zijn, zonder hen te kennen. Zij naderen elkander, vormen groepjes, spreken zacht met de hand aan den mond en nemen nauwkeurig iedereen in hunne nabijheid op. Voor alle zekerheid gaan zij in een kleine gang, die naar een der meest afgelegene gedeelten van het hótel voert. Dat zijn de samenzweerders! Zij vormen en ontbinden de Mini- steriëu, belegeren de Kamer, verjagen Carnot van het Elysée, nemen Elzas-Lotharingen terug, brengen Clémenceau ten val en winnen alle veldslagen. Te midden van deze trawanten, waarvan enkelen zenuwachtig en geagiteerd zijn van het lange wachten, ieder oogenblik te kennen gevend dat zij zullen gaan zonder- hunne beurt af te wachten, terwijl zij toch steeds blijvenanderen ontroerd en stil zwijgenddeze ten prooi aan groote nieuwsgierigheid; gene aan- teekeningen makend voor de toekomst. Te midden van de groepen der sprekenden en der zwijgenden gaan kameniers met hun stofier en bezem, kruiers met koffers beladen en opperkellners met de een of andere schotel heen en weer. Een deur gaat open en reizigers vertrekken. Alle vijf minuten wordt het geluid van stemmen in de schaduw voor No. 71 hernieuwd, de groom roept een nieuwen naam af en in het salon, voor den schoorsteenmantel, waar het haardvuur uitdooft, wordt hetzelfde tooneel herhaald. Generaal, ik ben geheel tot uw dienst. Ga zitten. Gaan uwe zaken goed... zyt gij tevreden? Neen, de zaken gaan niet goed. Ziehier, generaal, hoe gij moest handelen. Het is nu nog tijd. Zoodra gij weer zitting neemt in de Kamer moet gij spreken, en het vaderland zal naar u luisteren. Goed, ik zal er over nadenken, ik heb een plan gemaakt.... Ik dank u voor uw bezoek en ben u zeer verplicht. Wanneer de bezoeker een «reporter" is, telegrafeert hij een nur later naar alle oorden der wereld het programma van den Om 10 uur neemt de groom geen kaartjes meer aan. Om twaalf uur is de receptie geëindigd. De laatste bezoeker slechts is niet voldaan er is niemand die hem ziet heengaan. De gangen van het hótel nemen hunne vroegere plechtigheid weêr aan, de vermoeide politie-agenten rusten uit en de Engelsche mises kunnen de gang der samenzweerders voorbygaan zonder te kleuren. De generaal echter verlaat zyn salon om te gaan dejeuneeren, niet zonder snel een blik op de heden ochtend ontvangen buste geworpen te hebben, die hij op den schoorsteenmantel geplaatst heeft. Daarop laat hij de hand over zijn voorhoofd gaan en sluit An deur, zonder twijfel tot zich zelf zeggend Montaigne eüt dit: Que sais-je? Et Boulanger... peut-être? Naar «1* Illustration". Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 4