Tarr Wonsons Koperverf
Bölgers Thee,
W. J. BLITZ, Tandarts,
L. F. F. SCHILLING, Reeder en Koopman, Hoofdgracht, Nieuwediep.
Tandarts BIERSTEKER,
is WOENSDAG 18 JULI
Koster's Kleinen Winkel te Schagen.
Gras- en Hooibouw.
kfficieren en Adelborsten
heelt weder eene schitterende overwinning behaald op alle andere bestaande verven; zij daagt iedere andere verfstof uit, zich met haar
te vergelijken; zij behoudt haar kleur, wordt niet groen als andere verven, die door hare kleurverandering het ijzer doen verteeren;
alleen de TARR WONSONS KOPERVERF voldoet aan alle eischen, groeit niet aan, verdrijft den worm, vreet in geen ijzer.
Verkrijgbaar in lieele, halve en kwart bussen bij mijne Agenten:
den Heer W. H. TEN HARMSEN, te Nieuwediep.
P. P. BRUIJN, te Texel.
P. KROON, te Urk.
GEBRs. KAAT, te Hoorn.
GEBRs. POLAK, te Vlissingen.
en in 't groot d f 70.00 per kist, bi) den Generalen Agent voor Nederland en Oost-Indië:
den Heer WIGBOUT, te Wieringen.
P. KRUL, te Terschelling.
HOEKSMA Co., te Amsterdam.
HIN, te Enkhuizen en Broekerhaven.
J. KOCH, te Makkum (Friesland).
Damrak 62, Amsterdam,
te consulteeren voor tandheelkundige operatiën,
vullingen en het plaatsen van kunsttanden
en gebitten.
Spreekuren van 93 uur.
Berloht uit
Ruime keuze in Amerikaansche, Duitsche
en Engelsche Graszeisen, alsmede:
SjMP* Geheel Engelsche gegoten
stalen Zeisen, Haarhamers en
Aambeelden, die op proef worden verkocht en
geleverd, Zichten, Sikkels, Steenen, Strekels en
Zeiskolven; Hooivorken en Harken; Schapen-
scharen, Amerikaansche Stierenringen, Melk-
schotels; Petroleumkookstellen, die nooit walmen
en zonder brandgevaar; Kaaskleursel en
Stremsel, Keulsche Lebben, Thermometers en
Maatglazen, onmisbaar bij het maken van boter
en kaas; Zuivelgereedscliap, methode-Boekei
Kinder- en Poppenwagens; Boeren-, Bouw-,
Keuken- en Timmermansgereedschappen.
N B. Die zijn gezondheid lief heeft,
nieuwe patent Cheavins Waterfilters.
A. KOSTER, Schagen.
geurig en waterhoudend, is in verzegelde palcjes, o. a.
voor 20, 24, 28 en 32 cents liet ons, verkrijgbaar te
Wed. FLOOR.
T. C. BAKKER.
J. HUBBELING, Kanaalweg.
J. LUIDINGA, Molenstraat.
J. DE ROOS, geb. GRAAF,
Koningstraat.
JACOB BAKKER Az.
Wed. J. KOOL.
G.BIJPOST, over den Spoorweg.
Verkoopers gevraagd
te Bolsward door JBÖLGER en ZOON.
Barsingerhorn bij
Helder
Te.zeJ(denBurg)„
Schagen
Oder Kon. Ned. Marine, leesPhotographie of Schilderij
een Karakterschets door Tiszoo. Men vindt daarin
bepaald een oude kostschoolkennis terug. Uitg. v.
W. Hilarius Wz. Almelo. Prijs/0.90. Alom verkrijgbaar.
Nieuwendijk bij den Dam, 241, Amsterdam,
is ie der en Donderdag, 's namiddags van 12 tot 1 ure,
te spreken wegens tandheelkundige operatiën en het
plaatsen van kunsttanden in het Hötel Toelast te
Nieuwediep.
Ook is hij te spreken des Zaterdags in den Burg en
des Daandags in de Jager te Alkmaar, beide dagen tot
's voor middags 11 ure; des Donderdags, tot 's voor
middags 11 ure, in het Hötel Vredelust te Schagen.
Jl. Vrijdag werd zooals reeds met een enkel woord
is gemeld voor de Rechtbank te Arnhem de zaak
behandeld van Kok, oud 22 jaar, beschuldigd van poging
tot doodslag op en het toebrengen van zwaar lichamelijk
letsel aan den heer A. W. Huidecoper, bankier.
De beschuldigde, binnengeleid, nam eene vrij brutale en
onverschillige houding aan en verklaarde in zijn verhoor,
het wel te willen aannemen, dat hij de dader was, maar
zulks toch niet kon gelooven, aangezien hij zich, door
dronkenschap, niets herinnerde wat hij, van des avonds tien
uur van den 10 Juni (den datum waarop het feit gepleegd
is) tot 's anderendaags had uitgevoerd.
Door de hierop volgende acht getuigen werd, althans
volgens het oordeel van het bijzonder talrijk opgekomen
publiek, zijne memorie wel wat verscherpt.
De eerste getuige, de heer Huidecoper, met langzame
schreden en nog steeds eenigszins verzwakt, den zetel der
Rechtbank bestijgende, gaf een omstandig verhaal van het
gebeurde, wel geloovende dat de aanwezige beschuldigde
de dader was, maar dit toch niet ten volle kunnende ver
zekeren.
De tweede getuige, mr. A. Brants, verklaart, dat beklaagde,
dien hij volkomen herkent, na het toebrengen van den steek,
zijne pet die afgevallen was, opraapte en snel wegliephet
had op hem den indruk niet gemaakt, met een dronken
mensch in dezen te doen te hebben gehad.
Gelijke getuigenissen legden verdere getuigen af, o. a.
dr. Mauve, die mede constateerde, in den beschuldigde den
dader te herkennen.
De vierde getuige, dr. Renssen, wiens visum repertum
wordt voorgelezen, gaf nader uitlegging van de z. i. levens
gevaarlijke verwonding, door een scherp voorwerp, volgens
hem geen mes, maar wel beitel, toegebracht en verklaarde
daarbij, dat, wanneer de steek slechts één centimeter meer
naar het raidden van den rug ware aangekomen, de aan
gevallene op de plek zou zijn dood gebleven.
De vijfde getuige, Maria Van de Betuw, verklaarde dat,
naar haar meening, beklaagde, dien ook zij herkende, wel
een „borreltje" te veel ophad, maar zich toch, na het vol
voeren der daad, met bekwamen spoed verwijderde.
De zesde getuige, Christina Yedder, bevestigt de ver
klaringen harer voorgangster.
De zevende, G. W. Jebbing, getuigt dat beschuldigde in
den laten avond van 16 Juni 11., te ruim half elf, in zijne
tapperij binnen kwam met den uitroep„ik ben zuur, ver
berg me, ik heb iemand een por gegeven, die tot het hart
doordrong." Deze getuige, dit voor een praatje houdende,
zooals deze ruziemakende beschuldigde wel meer hield,
verwijderde Kok uit zijne tapperij. Een toestand van
volkomene dronkenschap, in het oog van een tapper in den
regel nog al rekbaar, kon getuige niet constateeren.
Getuige 8, Jacobus Ter Maat, eveneens tapper, bracht
bij, dat beschuldigde zich tot tien uur te zijnent bevond
en zich in geen „kennelijken staat" verwijderde.
Hiermede is het getuigenverhoor afgeloopen en kwam
het Openbaar Ministerie aan het woord. Dit neemt, bij
monde van mr. Nahuys, zijne conclusie, na uiteenzetting
der feiten, en eisebt voor den beschuldigde, waar hij de
aanklacht van poging tot moord niet wilde volhouden, op
grond van artt. 3U2 en 322 van het Wetboek van Strafrecht,
wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, eene
gevangenisstraf van drie jaren, bij veroordeeling in de kosten.
De advocaat van den beschuldigde, mr. E. G. C. Scheidius,
hem ambtshalve toegevoegd, begon met de verzekering, dat
hem hiermede geen aangename taak is opgelegd. Tegen
straffeloosheid zal hij niet pleiten, maar wel tegen de
qualificatie van het feit; waar het Openbaar Ministerie van
opzet en bepaald doel sprak, daar vindt hij meer toevallige
omstandigheden en mindere toerekenbaarheid. Erkennende
het twistziek karakter van den beschuldigde, die ook z. i.
ongetwijfeld de dader is, gelooft hij, dat ook in dit geval
het misbruik van sterken drank eene groote rol gespeeld
heeft, en geeft ten slotte de hoop te kennen, dat de straf,
die de Rechtbank zal opleggen, het gevolg moge hebben,
dat zijn onvrijwillige cliënt tot inkeer komen en zich
beteren zal.
Na Boulanger was het de Servische Koningin, die in
de laatste helft der vorige week meer bijzonder de aan
dacht trok, door haar weigering, zoowel om door minne
lijke schikking een officiëele echtscheiding te voorkomen,
als om haar zoon, den 12jarigen Kroonprins, aan een gevol
machtigde van zijn vader af te staan.
Tot dit laatste heeft zij evenwel jl. Vrijdag moeten be
sluiten, al week zij dan ook slechts voor een bedreiging
met ruw geweld. Donderdagavond meldde de directeur
der plaatselijke politie van Wiesbaden aan de Koningin,
die aldaar sinds eenige weken vertoefde, dat de Duitsche
Regeering besloten had haar binnen een etmaal uit het land
te zetten, aangezien haar tegenwoordiglieid op Duitsch grond
gebied de vriendschapplijke betrekkingen tusschen Duitseh-
land en Servië verstoorde. Tevens werd zij verwittigd,
dat de Kroonprins den volgenden dag aan generaal Protitch,
den adjudant van Koning Milan, zou worden overgeleverd,
desnoods met geweld, om naar Belgrado te worden opge
zonden. Vrijdagochtend te tien ure werden bovengemelde
instructiën uitgevoerd, nadat een sterke politiewacht de
villa Clémentine, waar de Koningin toefde, den geheelen
nacht bewaakt en niemand daarin toegelaten had. De inspec
teur, aan het hoofd van twintig politieagenten, drong de
villa binnen en eischte van de Koningin den Kroonprins
op, die weenend zijn moeder omvat hield.
„Ik weiger," riep de Koningin, waarop de inspecteur
antwoordde„Dan moet ik geweld bezigen," en hij ging
de politieagenten daartoe voorbereiden. Toen vielen de
zusters der Koningin, alsook haar tante, prinses Mourossa,
de Koningin te voet en smeekten haar de grievende geweld
pleging te vermijden. De Koningin liet zich toen ver
murwen, waarop de Kroonprins snikkend weggevoerd, in
een rijtuig geplaatst, naar het station gebracht werd, en
terstond per trein naar Belgrado vertrok, onder hoede van
generaal Protitch, bij wien hij zich weldra zeer welgemoed i
in zijn lot schikte. j
De troosteloos achtergebleven Koningin werd in de villa
gevangen gehouden en niemand bij haar toegelatenzelfs
haar biechtvader werd afgewezen. Vrijdagnamiddag te vijf
ure werd zij naar het station gebracht. De Duitsche politie
had last haar over de Oostenrijksche grenzen te brengen.
Men vermoedt dat zij van daar naar Rusland gaan zal.
Jl. Woensdag werd te Ipswich (Engeland) een zekere
Ellis, predikant te Wetheringsett, in Suffolk, tot zeven jaar
dwangarbeid veroordeeld. Het bleek namelijk, dat hij nooit
geordend geestelijke in de Engelsche Kerk geweest was en
dus geen recht had om predikant te zijn. Hoe was hij het
dan geworden Hij had, wetende dat een Roomsch-Katho-
liek priester terstond zonder eenige formaliteit predikant in
de Engelsche Kerk worden kan, als hij tot de Engelsche
Kerk overgaat, valsche bewijsstukken van zijne wijding als
priester vervaardigd. Hij was overigens een handig en
bekwaam man. Als onwettig kind van eene vrouw uit
geringen stand geboren, was hij, na op de dorpsschool
onderwezen te zijn, bij een kleermaker in de leer gekomen
en later boerenarbeider geweest. Zijne begaafdheid maakte
het hem echter mogelijk als kweekeling op eene Roomsch-
Katholieke school geplaatst te worden. Het schijnt dat
hij Katholiek was, maar in ieder geval ging hij later tot
de Engelsche Kerk over. Ofschoon hij niet op de gewone
wijze geestelijke werd, wist hij toch zich als geestelijke voor
te doen, en nu was hij dan hier, dan daar in geestelijke
betrekking werkzaam. Hij huwde eene dochter van iemand
van invloed en middelen en zijn schoonvader wist hem het
rectoraat van Wetheringsett met een tractement van 800
p. st. te bezorgen. Bij die gelegenheid was het dat hij die
valsche stukken, waarom hij thans veroordeeld werd, voor
den dag bracht. Maar toen begonnen er opeens geruchten
te loopen, dat hij nooit behoorlijk geordend geestelijke
geweest was zij werden al stelligerde zaak werd onder-
zocht, het bedrog bleek en zeven jaar dwangarbeid was het
einde. De rechter zeide in zijne toespraak, dat hij veertien
jaar verdiend had. De „Daily News" is van oordeel, dat
1 zeven maanden eene gepaster straf zou geweest zijn voor
den beklagenswaardige, die met zijne gaven gemakkelijk
i geestelijke langs den wettigen weg had kunnen worden en
die al de ellende van jaren vol leugen en angst voor ont
dekking boven die geringe inspanning had gekozen.
Ongeveer eene maand geleden was in een hötel van den
I Boulevard Magenta te Nizza een Engelschman afgestapt,
j zekere Pustern, die van een somber karakter scheen te
zijn. Hij sprak nooit met iemand, noch met de personen
die met hem aan tafel zaten, noch met de bedienden van
het hötel. Dinsdagavond betaalde hij zijne rekening en
I zeide dat hij voor eenige dagen zou afwezig zijn, maar dat
men vóór zijne terugkomst zijne kamer niet mocht openen.
De bediende, met het schoonmaken der kamers belast, was
hiervan echter niet verwittigd en ging als naar gewoonte
Woensdagmorgen in de kamer van den Engelschman. Hij
zag met verwondering in het midden der kamer een lang-
werpigen reiskoffer staan, dien men den vorigen dag had
binnengebracht en die niet gesloten was; hij hief het deksel
op, maar liet het aanstonds verschrikt weer toevallen en
ging bevende aan den eigenaar van het hötel verhalen, dat
er een lijk in den koffer lag. De commissaris van politie,
j aanstonds verwittigd, opende de kist en men vond Pustern,
in zwarten rok, met witte das en zwarte handschoenen aan
hij scheen gerust te slapen. Nevens hem een fleschje,
waarin chloroform geweest was, en een Engelschen brief.
Het lichaam was nog warm en een geneesheer, die spoedig
geroepen werd, is er nog in geslaagd hem te redden. Op
het briefje was geschreven: „Zij heeft mij verlaten, ik
kan niet meer leven; mijn laatste zucht is vóórhaar." De
arme wanhopige was woedend tegen zijne redders, omdat
zij hem niet hadden laten sterven.
i Als ik maar van haar af ben! Te Birmingham
bracht zekere Allsopp voor den politierechter Anna Coffins,
met wie hij twee jaar geleden in den echt verbonden was.
Maar zij liep van hem weg en bij een toen door hem
ingesteld onderzoek bleek het hem, dat zij reeds vroeger
Collins, een matroos, getrouwd had, die nog leefde. Wegens
dat aan hem gepleegd bedrog klaagde hij haar aan. Volgens
het verslag van de zitting had nu o. a. tusschen hem en
den rechter de volgende dialoog plaats. De rechter: Wat
baat het u haar te vervolgen?" Gij zult daarvan in het
minst geen voordeel hebben. Allsopp: Dat geloof ik ook
niet. De rechter: Staat gij er op haar te doen straffen?
Zij is uwe vrouw niet en kan geenerlei aanspraak op u
doen gelden. Allsopp: Ik wilde maar weten, of ik nog last
van haar kan hebben. De rechter: Volstrekt geen last.
Allsopp (hoogst verblijd): Ik zal dan van haar af zijn,
mijne vrijheid geheel terug hebben? De rechter: Gij zult
zoo vrij zijn als een vogel. Allsopp: Ik dank u hartelijk.
Anna Collins beloofde nu, ofschoon kennelijk met weerzin,
dat zij Allsopp op geenerlei wijze zou lastig vallen. Allsopp
gaf nogmaals zijne blijdschap te kennen en daarmede liep
de zaak af. De „Daily News" twijfelt, of deze handelwijze
van den rechter geschikt is om den eerbied voor de wet
te verhoogen."
Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.