EN'
HELDERSCHE
N1EUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voer Hollands Noorderkwartier.
1888. N° 105.
Vrijdag 31 Augustus.
Jaargang46.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
m
n
n
..Wij huldigen
het goode."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentien: Van 1—4 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij .abonnement belangrijk lager.J
Tijdstippen van verzending der hieronder ver
melde brievenmalen voor Ned. Oost-Indië
Met de stoomschepen van de
Met de
Met de
Maatschappij Nederland" en van de
1'ransche
Britschc
„ltotterdamsche Lloyd".
paketbooten.
paketbooten.
Over Amsterdam o
Over Marseille
Over Marseille
Over Brindisï
Rotterdam van
van
van
van
's Gravenhage
11.45 *8 avonds.
's Gravenhage
4.15 's avonds.
's Gravenhage
8.15 's morgens.
's Gravenhage
12.30 's avonds.
31 Augustus j
4 September
8 September
31 Augustus
7 September
11 f
22
14 September
14 f
18
6 October
28
21
25 f
20
12 October
28 f
2 October
3 November
26
5 October
9 f
17
9 November
12 f
16
1 December
23
19
23 t
15
7 December
26 f
30
29
21
2 November
6 November f
9 f
13
16
20 j-
23 u t
27
30
4 December j
7 December t
11
14
18 f
21 t
25
28
f Met de stoomschepen der Maatschappij
„Nederland".
Padang wordt alleen aangedaan door de stoomschepen
van de Maatschappij „Nederland".
5)
TH YR _A_.
Naar het Noorsch van
MARIE COLBAN.
Het is eene eigenschap van de eenzaamheid, dat men haar
moet verafschuwen of haar liefhebben. Thyra had haar eenzaam
heid lief, en had gedacht, dat er nooit een eind aan zou komen,
en nu werd zij op eens geworpen in eene samenleving met het
onrustigste van God's schepselen. Zy moet nu beschermen en
heeft daar niet den minsten lust in dat scheen haar een mannenrol.
Maar er moet geholpen en beschermd worden en het gebeurt
ook, maar wat het kost weet niemand.
Slaakte zij den eersten zomer ook menige zucht over hare
verloren, rustige dagen, 's winters kwam er toch iets voor in
de plaats. Het deed haar werkelijk goed te zien hoe het
levendige kind nog meer invloed op haar vader had, dan vroeger
de poëzie. Nauwelijks waren hare leeruren voorbij, of Mag-
dalcna stond aan de kantoordeur, om dadelijk als zij open
ging, van grootvader dien eerenaam had zij hem gegeven
bezit te nemen, en dan ging het door de sneeuw met hen
beiden. Maar eerst toen de lente lachte in de lucht, begon de
groote heerlijkheid. Magdalena zat altijd vol plannen en wat
zij niet uitvond verzon haar kameraad, en nu kwam het uit
hoeveel frissche orginaliteit er in hem sliep. Of die twee op het
water of op het land waren, te paard of te voet, altijd was er
iets byzonders aan hunne tochten, en was het niet bijzonder, dan
was het toch erg genoeglijk. Het scheelde niet veel of de grijs
harige moest dezelfde diensten doen, als vroeger het koeienmeisje.
Als de koekkoek zyn klaagtoon meêdroeg van de eene schuil
plaats naar de andere, en het uitgelaten kind eindelijk den vogel
wilde zien, dan gebeurde het niet zelden, dat hij, evenals vroeger
de veehoedster, haar in de sparrenbosschen moest zoeken; bang
was ze nooitde schelm wist wel, dat grootvader haar vinden
zou. Maar toen het lelietje der dalen, die sierlijke lentegave,
den Mei uitriep onder alle heggen, en hij baar bijkans om den
anderen dag met gescheurde kleêren uit de dorenbosschen moest
halen, dan gebeurde het wel eens, dat ze beiden een beetje bang
waren voor Thyra, die het te moeilijker vond een net meisje van
het wilde ding te maken, naarmate vader vroolijker lachte om
hare dolle streken. Thyra wist zelf niet hoe roerend haar gedrag
was in dien tijd. Het was niet, dat zij zooveel van het kind
hield, want zij behoorde geenszins tot die liefhebbende wezens,
die alles liefkrijgen wat aan hunne zorgen wordt toevertrouwd
en heel natuurlijk liefkrijgen, omdat zy niet anders kunnenmen
vond haar koud en ze geloofde het zelf ook bijna, omdat ze
eigenlijk nooit van iemand anders dan van haar vader bad gehouden
maar Magdalena geleek op Frederik, dien zij niet had kunnen
lief hebben, en het was haar alsof alles wat zij voor zijn zuster
deed, hem zijne groote liefde vergold. Wanneer zij offers bracht
en dat was byna ieder uur, en juist die offers, die ons het
zwaarste vallen, het opgeven van onze gewoonten, van onze
liefste bezigheden, dan dacht zij aan Frederik. Zij behoorde tot
degenen, die liever één groote moeilijkheid hebben, dan al die
kleine plagen, maar toch hield zij zich er goed onder.
„Men ontmoet niet iederen dag een leeuw op zyn weg, maar
iederen dag mieren," heeft een wijs man gezegd. Thyra zou
zeker aan een leeuw de voorkeur hebben gegeven. Maar de
mieren ontwikkelen ons geduld, en Thyra maakten zy zóó zacht
en vriendelijk als ze lust had om het uit te schreeuwen van
ongeduld, dan glimlachte ze dat haar vader, die haar nooit
zoo gezien had, het laatste omhulsel, waarin het leven zijne
oorspronkelijke natuur verborgen had, afwierp. Thyra wist wel,
dat om harentwil de liefhebbende ziel geen tweede vrouw had
gezocht, toen hij, even over de veertig, weduwnaar werd hij wilde
zijn veertienjarige dochter geen stiefmoeder geven, want die arme
stiefmoeders hebben een slechten naamhet baat niet of er uit
stekende onder haar zijndie kunnen de schuld niet van de
anderen afwenden. Zyne dochter wist, dat hij in zijn huwelijk
niet gelukkig was geweest, maar waardoor wist zij niet, want da
Verzendingen naar West-Indië:
a. Guyana
(Suriname)
over
Engeland
over
Amsterdam
b. Cura§ao,
Bonaire en
Aruba,
over
Engeland
over
Amsterdam
c. St.Martin
St.Eustatius
en Saba over
Engeland
Port der brieven.
Gefr. Ongefr.
15
15
12*
15
30
25
30
25
30
■g Tijdstippen van verzending.
a. 1°. over Engeland: van
's Gravenhage des Woens
dags om de 14 dagen, te
8.15 's morg.
2°. over Amsterdamvan
's Gravenhage den llden
van elke maand, ten 11.45
's avonds.
b. 1°. over New-York, van
's Gravenhage 31 Aug.; 7,
19 en 21 Sept.; 3,12,17
en260ct.; 7,16en30Nov.;
12, 19 en 21 Dec., te 6 u.
's avonds.
2°. over Engelandeiken
Donderdag, te 6 u. 's av.
3°. over Amsterdamden
1 lden van elke maand, te
11.45 's avonds.
4°. Q7st^?avre: den 13den
en van elke maand,
te 30 's avonds.
c. van irs Gravenhage des
Woensdags om de 14dagen,
te 8.15 's m.
brave man had nooit een woord teit kwade van hare moeder
gesproken, en zij herinnerde zich haar maar flauw, want de
ziekelijke vrouw had het kind niet graag om zich.
Het ongeluk was, zooals het zoo dikwijls gebeurt, dat hy niet
bemind werd. Als heel jong mensch was hij smoorlijk verliefd
geworden op eene mooie weduwe, die haar eersten man met hare
liefde vermoord had. Een slingerplant heeft dikwijls kracht
genoeg om een boom te dooden. Zij was zelfs jaloersch op dengeen,
die het boek geschreven had, waarin haar man las, en alles was
in dien geest. Toen zij hertrouwde had zij geen liefde meer
over en was eene stijve, heerschzuchtige vrouw, die vóór alles
op voornaamheid stond.
Uit angst voor huiselijke twisten, die met zulke vrouwen bijna
niet te ontwijken zijn, liet hij haar maar in alles haar gang gaan.
Dat visschenbloed is juist bij sterke mannen niet zeldzaam. Alles
wat er van jeugd en leven in hem was wierp hij in zijn zaken
daarin was hij geniaal geweest en hij was een rijk man geworden,
door zijn arbeidgenie. Hij was, wat de Engelschen „a selfmade
man" noemen en practische lieden hebben daar respect voor,
want zij weten, dat in zoo iemand groote krachten wonen. Be
halve zijn bandelsgenie, had bij nog een ander talent, dat ook
van Engelschen oorsprong is. Als het vroor en hij koud was,
en dan de kachel was opgestookt tot hij het niet koud meer had,
dan voelde hij de kou in de lichamen van anderen als hij honger
had en at tot hij geen honger meer voelde, had hij de eigen
schap, den honger in de magen van anderen te voelen, en dan
deed hij alles wat hy kon, opdat niemand in zijn bunrt kou en
honger zou lyden, en daar behoort meer genie toe dan om een
rijk man te worden.
Hij had geen van de goede eigenschappen van zijn jeugd ver
loren het was de aantrekkelijkste onde man. dien men zich kan
voorstellen. Hy was niet mooi, en daar hij lang en zwaar
gebouwd was, zou hij veel kans gehad hebben een van die plompe
figuren te worden, die in ons land zoo talrijk zijn, maar hij hielp
de natuur met de eenige koketterie, die den ouderdom vergund
is: een groote zorg voor zijn persoon; hy wist heel goed, de
slimmert, dat een glad geschoren gezicht en nette nieuwe kleeren
een soort van jeugd geven. Oude menschen kunnen zoo be
minnelijk zijn, dat de omgang met hen ons weldadig aandoet,
maar twee zaken worden van hen geëischt: eene byzondere net
heid en een goed humeur. Hoe meer rimpels er komen, hoe
meer de huid gewasschen en de kleederen geborsteld moeten
worden. En klagen mogen zij nooitzijt ge bedroefd oude, sluit
dan uw deurMaar dat is toch pas het beginer wordt meer
van hen geëischt; zij moeten met de jaren ook betere menschen
worden, evenals goede wijn ook verbetert door de jaren. Wee
hen, die zuur worden als oude, slechte wijn!
Zoo gingen er vyf jaren voorbij. Magdalena, die al heel gauw
haar bijnaam „Narrifas" gekregen had, deed dien naam zeldzame
eer aan, hoewel ze op de catechisatie ging en het volgende jaar
zou worden aangenomen. Ze droeg nu lange rokken en er werden
ook pogingen gedaan om hare lange vlechten stil te laten zitten
op haar hoofd, maar Thyra kon het toch niet zoover brengen,
dat zij hare waardigheid als confirmante ernstig opnam. Als ze
van den domioé kwam, zat ze dadelijk in haar boot, of had
plannen met grootvader, die niet den minsten bijsmaak van eene
volwassen waardigheid hadden. Maar één enkelen keer in die
vyf jaar bad Narrifas haar naam niet verdiend. Grootvader
moest voor zaken naar Bergen, en in die drie weken had nie
mand Narrifas zien glimlachen; het liefst zat zij op den heuvel
vanwaar zij den straatweg zien kon; daar moest zij hem zien
terugkomen. Dat hartstochtelijk verlangen naar den afwezige
gaf Thyra veel te denken. Als er in dat kind zulke sterke ge
voelens woonden, wat zou er dan van haar toekomst worden?
Michaël kwam en bracht het bericht van zijn moeders dood.
De reeder was in zyn vroegste jeugd smoorlyk verliefd op haar
geweest, maar zy droeg al sedert jaren een ander beeld in haar
Binnenland.
Zijn de particuliere telegrammen uit Indië, waarmee
eenige couranten ons in den laatsten tijd overstroomen,
werkelijk zoo onrustbarend als men ze wil doen voorkomen
Deze vraag wordt door „Het Vaderland" gesteld en, die
beantwoordende, schrijft het blad o. a. het volgende:
„Het komt ons voor, dat men zonder nadere gegevens
wèl zal doen er geene te verontrustende gevolgtrekkingen
uit af te leiden. De Regeering heeft het hare gedaan om
licht te zoeken en te verspreiden, en al geven wij gaarne
toe, dat men altijd moet rekenen met de neiging van het
Indisch bestuur om den toestand zoo rooskleurig mogelijk
voor te stellen, daar staat tegenover, dat particulieren er
ligt toe overhellen de zwartste kleuren aan te brengen,
vooral na gebeurtenissen, die wel in staat zijn ook den
moedigste zenuwachtig te maken. Vast staat volgens de
Regeering dit feit, dat in de residentiën Solo, Madioen,
Kediri, Pasoeroean (eene aangrenzende strook langs de
zuidkust in Midden- en Oost-Ja va) op aanwijzing uit Solo
eenige geestdrijvers zijn opgevat, verdacht van onruststoken.
Daar wordt bij geseind, dat het bestuur waakzaam en rust
verstoring niet waarschijnlijk is. Wat zeggen nu de particu
liere telegrammen, wel beschouwd, meer dan dit? Niets
anders dan dat de particulieren erg bang zijn.
„De verschrikkelijke gebeurtenissen te Tjilegon ver
schaffen waarschijnlijk den sleutel èn tot de onruststoke
rijen èn tot de paniek. Aan geestdrijvers ontbreekt het
nooit, die onder den indruk van zulke moordtooneelen
trachten de bevolking op te zetten tegen de ongeloovigen,
en de minste verdachte beweging neemt in de oogen van
de bewoners der binnenlanden een afschrikkenden omvang
aan, als tafereelen gelijk de Tjilegonsche voor hunne ont
stelde verbeelding opdoemen. Wij willen niet ontkennen,
hart. Hij was te levenslustig, misschien ook te oppervlakkig,
om zich door eene onbeantwoordde liefde ongelukkig te laten
maken, maar het bevallige, frissche jonge meisje met hare glin
sterende oogen, en hare fiere koelheid tegenover hem, had hij
toch nooit geheel kunnen vergeten. En zooals vele andere
krachten in hem hadden gesluimerd zonder aan het licht te
komen, zoo kwam ook de herinnering aan die jongelings-liefde
weer boven, toen hy in den zoon die gestalte uit zyn lentetyd
herkende; de hartelyke ontvangst was er het bewys van. Hij
maakte zich dadelijk tot oom zij was immers zyn nicht ge
weest en van een kort bezoek mocht geen sprake zyn.
Michaël zou en moest den geheelen zomer in het Westland
bly venhij mocht zich een atelier naar zijn zin inrichten, er
waren genoeg flinke werklui onder het arbeidsvolk. En zoo gebeurde
het. Na een kort oponthoud in de hoofdstad, vanwaar hy alles
meebracht, wat hij voor eenige maanden zomerstudie noodig had,
richtte hij zich een tamelijk primitief atelier in, want het grootste
gedeelte van den zomer moest voor studiën naar de natuur ge
bruikt worden. Hoe zijn gevoel voor Thyra ontstond hebben wy
uit z^n eigen 'mond gehoord. Zijne fantasie werd voortdurend
in werking gebracht door de tegenstelling tusschen de Thyra,
die hij voor zijne oogen zag en haar, die hem steeds betooverde
en ontvlamde met haar zang; en dan, die scheidingen en dat
weerzien, zoo dikwijls herhaald, bleven ook niet zonder uitwer
king. Als hij acht dagen thuis geweest was, moest hij weerweg,
want zijn machtige scheppingsdrang liet hem niet met rust, maar
was hij acht dagen weg geweest, dan kwam een brandend ver
langen, en hij moest terug over heg en steg, bergop, bergaf!
Wat gaf hij om eene lange wandeling? Zijne spieren waren
sterk, zijn voet lichtzyne vergeten jeugd deed zich gelden met
al hare eischen. Wat hy voor Thyra gevoelde was niet die
liefde, die in bedaarde harten en goedgeordende hoofden bij
gewone omstandigheden thuis hoorthet was de half hartstochte
lijke, half droomerige aanbidding van een kunstenaarsziel. Soms
kwam het wel eens in hem op, dat Thyra niet geheel bij hem
paste. Niet om die twee jaren verschil in leeftijd; zij was in
de schitterendste zomerpracht, en eene heerlijke figuur zelfs voor
kunstenaarsoogen, en zyn razende, hartstochtelijke werkgeest had
reeds vroeg zijn stempel op hem gedrukt; bij zag er ouder uit
dan hij was, ook was hij geen Adonis en zijn haar was gedund.
Maar wat hem beangstigde was hare zelfbeheersching, hare
vastheid, die hij voelde als eene kleine drukking. Hij kon met
haar spreken over alles in de wereld, maar hij kon niet geheel
zich zelf zijn, niet zijne duizenden verschillende stemmingen lucht
geven, niet dwepen, niet razen. Als hij bij haar was, voelde
hij zich opgewekt en rustig, maar ouder, tammer, als gekort
wiekt. Haar zang echter dempte die kloof. Zij alléén, die zoo
kon zingen, juist zingen zooals hij schilderde, was de vrouw die
hij noodig had. Als er zielverwantschap bestond, dan was
het tusschen haar en hem. En juist toen hy haar vroeg
zijn vrouw te worden, ontdekt hij dat het een ander is,
die zingt. Hij had zich met Magdalena weinig bemoeid, ook
ontweek zij hem altijd en zeide geen woord in zyne tegen
woordigheid. De eenige band tusschen hen was zyn lust om
haar uit te teekenen, zooals hij alles teekende, wat hem eigen
aardig toescheen. Om haar tot stilstaan te krijgen, had hij haar
een heelen dag verteld van de wonderlijke vogels, die 's morgens
in Enropa en 's avonds in Azië zijn, die in één uur honderde
mijlen ver vliegen, en in snelheid slechts overtroffen worden door
den bliksem, en toen had de kleine wilde zoo ingespannen
geluisterd, dat zy niet merkte, hoe hij haar uitteekende. En daar
hij uitging van het denkbeeld, dat vogels het eenige onderwerp
was, dat haar belang inboezemde, had hij, zooals wij weten, een
vogelnest tot voorwendsel gebruikt om haar weg te krijgen, zoodat
hij zijn gewichtig gesprek met Thyra kon voortzetten.
Wij verlieten Tbyra in den tuin en wij vinden haar daar
terug, wachtende tot hy komen zal om haar antwoord. Wat zal
zy antwoorden Mag zij zyn vrouw worden Mag zy het