HELDERSCHE EK NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad roor HollaDds Noorderkwartier. 1888. N° 111. Vrijdag 14 September. Jaargang46. Uitgever A. A. B A K K E E Cz. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post v 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels. 60 cents, elke regel meer la cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.) Verzendingen naar West-Indië: Port der brieven. a. Guyana (Suriname) over Engelandj 15 Amsterdam 12* Gefr. b. Curaeao, Bonaire en Aruba, over Engeland i, Amsterdam c. St. Martin, St. Eustatius en Saba, over Engeland 15 12* Ongefr. }5J 307* Tijdstippen van verzending. 1°. over Engelandvan 's Gra- venlioge des Woensdags om de 14 dagen, te 8.15 's morg. 2°. over Amsterdam: van'sGra- venhage den llden van elke maand, ten 11.45 's avonds, b. 1°. overNew-York, van 's Gra- vcnhage 19 en 21 Sept.; 3,12, 17 en 26 October; 7, 16 en 30 Nov.12, 19 en 21 Dec., te 6 u. 's avonds. 2°. over Engelandeiken Donderdag, te 6 u. 'e vonds. 3°. over Amsterdamden llden van elke maand, te 11.45 's avonds. 4°. over Havreden 13den en 27sten van elke maand, te 12.30 's avonds, van 's Gravenhage des Woens dags om de 14 dagen, te 8.15 's m. Binnenland. De Engelsehe bladen behelzen een Reutertelegram uit Parijs, volgens hetwelk er tusschen de Fransche en Engelsehe Regeeringen onderhandelingen gevoerd zouden worden tot opheffing van het verbod tegen den invoer van Fransch vee in Groot-Brittannië. Als deze tijding waarheid bevat, dient zij naar het «Centrum" doet opmerken een ernstige spoorslag voor onze Nederlandsche Regeering te zijn, om al haar krachten in te spannen, ten einde ook voor Nederland wederom den invoer van vee in Groot-Brittannië te verkrijgen. Veeziekte bestaat in Nederland sedert lang niet meer. u) THVR A. Naar het Noorsch van MARIE COLBAN. De daaropvolgende Meimaand was het mode, de anders eenzame en weinig geziene tentoonstelling te bezoeken op de Piasso del Popoio, waar een schilderstuk was van een onbekenden meester, dat ieder zien moest. Hoeveel frischheid en kleurengloed het ook bevatte, bad het toch die ongewone belangstelling te danken, aan een van die «o» dits" die zulk een groote rol spelen in de wereld. Toen de tentoonstelling maar even geopend was, werd zij dadelijk bezocht door eene Russische vorstin, niet jong meer, maar elegant en zich blijkbaar bewust van haar macht. Daarna was zij regelmatig iederen dag gekomen, nam plaats voor de schilderij en ging weer heen zonder de andere met een blik verwaardigd te hebben. Men fluisterde, dat er eene teedere herinnering aan verbonden was. Het schilderstuk stelde een prachtig Italiaanscb park bij maneschijn voor op den achtergrond eene verlichte villa, schitterend in de pracht van het witte marmer, gedragen door Corintische zuilen. Daar binnen wordt blijkbaar feest gevierd. Een voornaam paar ontmoet elkander onder eene bloeiende magnoliazij, glinsterend van diamanten, met bloemen omkranst. Twee oogenparen groeten elkandermet baar blanken arm drukt zij den zijne. Men meent te hooren, wat die twee elkander zeggen. Vóórdat de tentoonstelling gesloten was, kocht de Russische hoogheid de schilderij voor een som, die in den volksmond steeds aangroeide. Zij wilde het medenemen naar het sneeuwland om redenen, die men zou kunnen noemen als men wilde, maar men was genadig en wilde niet'. Hiermede was het fortuin van den jongen kunstenaar gemaaktzijn roem werd bevestigd toen hij het jaar daarop een zeemeermin exposeerde, niet de fantasie- wekkende tooveres, die met haar weemoedigen zang den sterve ling in de diepte lokt, maar de verpersoonlijking zelf van het machtige element waaruit zij opstijgt. Men ziet de zee in bruisend oproer. Uit het schuim verheft zich eene heerlijke vrouw, haar rechterarm hoog opgeheven, het lange haar gezweept door den wind. Het is de zeemeermin der oud-Noorsche Saga, de onheilvoorspellende, onvermurwbare. De groote kracht van het werk lag in de oogen der vrouw, die de toeschouwer niet kan ontvluchtenwaar hij zich verschuilt, ontmoet hij dien blik, die als eene Medusa, als een slang op hem werkt. Hjj moet in die oogen zien, en hij gaat door die oogen te gronde. Dat was nieuw en origineel, en de mode, de luimige godin, bleef onzen kunstenaar trouw. En nu wij hem ontmoeten is hy nog geen dertig jaar, een der schitterendste talenten van zyn land, meer nog, men voelt in hem het genie, hy schept het nieuwe. Het eerste wat hij deed na zijne overwinning, was zyne moeder naar Rome halen. Al hare overige kinderen zijn uit het nest gevlogen en hebben hun eigen nest gebouwden nu gaat ze tot hem, den meest geliefde, omdat hij het meest gemist is geworden. Het geluk mocht niet van langen duur zijn; de trouwe had op aarde haar plicht gedaan, zij heeft hare arendsvleugelen verloren, en gaat op tot de vreugde des Heeren. Nooit ruischte de grootsche doodssymphonie in zachter tonen. Zonder dat men het oogenblik had kunnen aanwijzen was haar ziele heengevaren en vlekkeloos legden de engelen haar aan de voeten des Eeuwigen. Haar laatste bede was«Vervul hunne «wenschen, Heere; geef, dat zy beroemd worden!" Het waren geene vroolijke drie dagen, terwijl Michael weg was. De vader, die niet dadelijk zijn wensch vervuld had ge zien, was tegen zijne gewoonte ontstemd, en Magdalena vergat Dit voorwendsel om vreemd vee te weren kan de Engelsehe Regeering tegen den invoer van ons vee niet meer doen gelden, vooral niet als zij den invoer van Fransch vee zou toelaten. Wij meenen dat er tusschen onze en de Engelsehe Regeering over deze voor Nederland zoo hoogst belangrijke zaak steeds onderhandeld wordt. Hoogst wenschelijk is het zeker, dat deze onderhandelingen met kracht voortgezet of opnieuw begonnen worden. Engeland, dat zulk een beslist tegenstander van elk beschermend stelsel blijft, kan de vermomde bescherming van zijn vee tegenover het onze niet langer verdedigen. Vrije invoer van vee in Engeland is voor Nederland van het hoogste gewicht. Met den tegen- oordigen vrijen invoer van geslacht vleesch zijn wij lang niet genoeg gebaat. Mocht het aldus besluit het blad aan onze tegen woordige Regeering gelukken, wat aan de vorige steeds mislukt is, om de Engelsehe havens wederom voor ons vee geopend te krijgen, dan zou zij Nederland een onschatbare weldaad bewijzen; een weldaad, wel waard om er alle mogelijke moeite voor te doen. Onze talentvolle Minister van Binnenlandsche Zaken heeft hier een ruim en misschien vruchtbaar veld ter bearbeiding. «Engeland heeft over ons niet te klagen." Zooals men weet, is op 18 Augustus jl. een Bond tot verbetering van de wijze der benoeming van hoofden aan openbare scholen gesticht, op eene vergadering te Utrecht, waar honderd tachtig onderwijzers en verdere belangstellenden waren samengekomen om van gedachten te wisselen over de eventuëele afschaffing der vergelijkende examens voor hoofden van scholen. Het behoeft, meent «Het Vaderland", niemand te verwonderen, dat het dezer dagen zoo spoedig van plannen tot daden is gekomen; veeleer mag het be vreemden, dat de onderwijzers niet reeds vroeger, en met name ten tijde der voorbereiding bij de wet van 1878, hebben gedaan wat heden geschiedde: hunne stem doen hooren tegen de vergelijkende examens voor hoofden van scholen. Want dat die vergelijkende examens niet deugen, dit was vóór tien jaren evengoed de meening van honderden het spreken geheel en al. Waar was nu de tijd, dat grootvader zeide«als je zwijgen kondt, was je een voorbeeldig meisje." Nu vond hij haar al te voorbeeldig. Thyra miste den afwezige zoo hartstochtelijk, dat zij er zelf bang voor werd. Zoo zou dus haar toekomst zyn, als zij hem liet heengaan Den derden nacht hoorde zy beweging in huis, en toen wist zij, dat hij was thuis gekomen. Welk een vreugdeWelk eene zaligheid hem weer in hare nabyheid te weten! Uit die vreugde vormt zich haar besluit: «zy zal de zijne worden." Haar ver standige vader lachte immers zelf om Magdalena's kinderverliefd heid, en hare overige bedenkingen waren hersenschimmen: de ang3t van een kind, dat bang gemaakt is! Haar heeft hij lief? Hij zeide het immers! En zy wil hem gelooven, zij moet hem gelooven om te kunnen leven! En zij wil leven, haar eigen leven, niet langer opgaan in dat van anderen. Hij had haar niet lief- gekregen om haar zang die zang had hen niet te zamen getooverd. Liefde is geen tooverij, het is de innige verbinding van twee zielen. En zy beiden hadden elkander immers ontmoet in de hoogste geestverwantschap. Nooit hadden twee menschen beter bij elkander gehoordzij hadden alle belangen gemeende liefde voor de kunst had altijd in haar gesluimerd, de kunstsmaak zou spoedig ontwikkeld zijn. Zijne beste gedachten, zyne grootste verwachtingen zou zij deelen; krachtig zoude zij aan zijne zijde staan, hem inspireerend, verheffend, troostend, sterkend. Hunne zielen behoorden tot hetzelfde ras. Wat had de verliefdheid van een kind te bctcekenen, vergeleken met hare diepe, machtige liefde? Haar zou hy het langst en het best lief hebben en oud zal zij niet wordeneene liefde als de hare schept eene eeuwige jeugd. Den volgenden ochtend was zij reeds vroeg in den tuin, en had al heel lang, zij wist zelve niet hoe lang, gezeten met een boek waarin zij niet las, toen zy Magdalena zag komen aansleepen met een heele vracht bloemen; ze hingen lang3 haar kleeren neer, zóó vol waren armen en handen. Op Thyra's vraag wat ze met al die bloemen wilde doen, antwoordde zij, dat ze er een krans van ging maken voor grootvader's schip, dat dien avond zou afzeilen als de wind gunstig was. De «Magdalena" kreeg altyd een krans mee op reisde kapitein beweerde, dat die hem geluk aanbracht, want de «Magdalena", die op haar twaalfde verjaardag van stapel was geloopen, had nooit de minste averij gehad. Thyra was zóó in hare eigen gedachten verzonken en Magdalena zóó verdiept in haar krans, dat beide elkander vergaten. Het meiske was vol gedachten. Ze waren allen zoo wonderlijk de laatste dagen 1 Grootvader had nauwelijks tegen haar gesproken, en Thyra was ook niet zooals anders. En nu was er juist een matroos van het schip geweest en had aan de huishoudster verteld, dat de jonge mijnheer, die overal rondzwierf en alles teekende, wat hy zagschepen en matrozen en oude kleeren, misschien met het schip zou méégaan hij was den vorigen avond aan boord geweest en had met den kapitein gepraat. En Thyra had een dag of drie geleden ook al van weggaan gesprokenHy kon toch onmogelyk zoo maar in eens weggaan, heelemaal naar de Middellandsche Zee I Haar gewichtige arbeid en hare gedachten vervolden haar zoo, dat ze niet merkte, dat Thyra heel dichtbij haar was komen zitten, onder den treurberk, wiens lange takken haar bijna geheel verborgen. Thyra verroerde zich niet. Zij zag verstrooid naar al de bloemen, die om Magdalena heen lagen en werd eerst oplettend, toen zy haar langzaam de blaadjes van een madeliefje zag aftrekkenby ieder blad bewogen zich hare lippen, en Thyra hoorde een zacht«Hij gaat, hij gaat niet" altijd zachter tot het laatste blaadje viel en toen riep zy luide: «Hy gaatl" onderwijzers als nu. «Het Vaderland" is liet inet die meening eens. Genoemd blad wijst op allerlei misbruiken in de toepassing van het vergelijkend examen, die hier en daar bestaan, en in sommige gemeenten in die mate wet geworden zijn, dat men het ketterij zal achten er ooit of te immer van af te wijken. Maar ook algemeene verkeerdheden hebben het stelsel geoordeeld. Juist de poging van die examinatoren, wier streven het was door een practisch aanhangsel van het theoretisch examen, eenigen naderen waarborg te vinden voor «de deugdelijkheid des onderwijzers als zoodanig", niet «als wetenschappelijk man", juist die poging, die mislukt is en steeds mislukken zal, is het afdoend bewijs voor de waarheid, dat naar andere middelen moet omgezien worden om voor de hoofden der scholen steeds den rechten man op de rechte plaats te kiezen. De heeren weten het ook zelf wel, de heeren examinatoren, hoofden van scholen in groote gemeenten, waar men in den jongsten tijd mede begonnen is de candidaat-hulponderwijzers, sollicanten naar stedelijke betrekkingen, te doen overkomen, en een morgen schooltijd aan den arbeid in de klasse te zetten. Zij weten het wel, hoe dikwijls zij, afgaande op het wel bevredigendeproefuur, mistastten. En indien nu de ondervinding geleerd heeft, dat noch het theoretisch examen naar der candidaten wetenschap meer noodig is, noch het zoogenaamd practisch onderzoek van eene proefles aan vreemde kinderen doel treft, dan ligt de conclusie nabijschaf de vergelijkende examens af, want onmisbaar zijn ze niet. Het bijzonder onderwijs bezondigt zich er niet aan en niemand beweerde ooit, dat het daarom minder goed kan gaan. Het middelbaar onderwijs heeft mede het voorbeeld gegeven, hoe het zonder vergelijkend examen heel goed kan gaan. Teleurstellend, om niet te zeggen ergerlijk, moet het ook zijn, meent «Het Vad.", voor de gevestigde onder wijzers in kleinere gemeenten, die bij schoolbezoek van het toezicht het getuigenis mogen hooren van hooge tevreden heid met hun werk, maar die de handigheid verloren een zeker aantal kunstige sommen in korten tijd op te lossen Op dat zelfde oogenblik lag zij met haar hoofd op den grond en schreide zoo hartstochtelijk, dat haar geheele fijne gestalte er van trilde. Thyra kon dat niet uithouden en verliet haastig den tuin. Een oogenblik daarna begon Magdalena weer aan haar krans, maar zeker gingen hare gedachten weer verder, want de krans viel uit hare handen, en hare oogen staarden een vogel na, hoog in de lucht. En weer bewegen zich hare lippenwat zeggen zij, die roode lippen? «Als ik die vogel was, vloog ik naar de Middellandsche zee!" En dan vlecht ze weer ijverig aan haar krans, die grooter en grooter wordthij moet ook heelemaal om het beeld aan den voorsteven. Weer bewegen zich de roode lippen: «Ge wordt mooi, myn kransIk moet nog meer anjers halenhij heeft altijd een anjer in zijn knoopsgat. Als hij meegaat, moet ge hem voor my groeien, maar eerst als ge ver, ver in zee zijt." En ze vlecht weer voort en neuriet er bij, eerst het zeemans lied, en dan een paar passages uit den treurmarsch van Chopin, dien zy juist studeert. En haar zang wordt al sterker en woester. Zij heeft zooveel om over te denkenen het is of hare gedachten lacht krijgen in dien zang, en onder die menigte van gedachten heeft zy geheel vergeten, dat hij wel eens in de buurt kon zijn. En hij is in de huurt! Hij luistert in sprakelooze verrassing. Het is het kind, dat zingt, dat zóó zingt! Die betooverende, verleidelijke zang, gaat uit van een kindermond. Maar het schijnt, dat haar eigen zang die kinderborst te machtig is, want zij werpt bloemen en krans weg, en barst in hevig snikken uit. Hij verroert zich niet; die kindertranen zijn hem heilig en mogen niet gestoord worden. Zij legt het hoofd op een steen, te midden van al hare bloemen en hij ziet het liefe lijke tafereel aan. Is dat het prozaïsche Noorwegen? Het is als een beeld uit den schoonsten Griekschen tijd. Schreit zij nog? Slaapt zij? Haar hoofd ligt geheel stil op den steen, die met een fluweelig moskleed bedekt is; het gouden Titiaansche haar valt neer over rug en schouders, de krans ligt over haar gezicht, en het geheel wordt beschenen door een heldere morgenzon. Hij neemt zyn schetsboek, en in een paar minuten is liet geheele tafereel geteekend, want hij kent Narrifas, en weet, dat het uit is met de rust als zy hem in het oog krijgt. Dat kind is eene voortdurende studie. Thyra heeft gelijk, het is hare wildheid, die haar zoo aantrekkelijk maakt. Hy begrijpt niet, dat hij haar niet reeds lang vroeger heeft opgemerkt. Zij is juist als haar zang! Zijn schets is klaar, maar nog altyd staart hij op het tafereel. Het was dus dat liefelyke wezen, dat zongAls hij den zang van Thyra wegnam, wat bleef er dan over Een prachtige gestalte, een rijpe geest, maar een kalmte en eene zekerheid, die hem byna bang maakten. Zij heeft een verleden, dat hy niet met haar heeft gedeeld en waarop hij jaloersch is, daarom ook zijne onzekerheid in zyn optreden tegenover haar, daarom ook dat stamelend vragen om hare liefde, niet als iemand, die gelyk voor gelijk kon geven. Die zang was de geleiding geweest van hare rustige grootheid naar zijn phantasielevendie zang had hen vereenigd, en nu was bet het kind, dat zongEn het kookte in zijn kunstenaarshart. Was hij een langen tijd, ja, geheele jaren bedaard en rustig geweest, nu was het geheel en al de fantast met bet kokende bloed, die hier stond. En de ver boden gedachten kwamen, zy kwamen en brandden en verscheurden hem, ieder haar op zyn hoofd brandde. W&3 hij een jaar later gekomen, dan had hij het kind gevonden als volwassen meisje, en het meisje en de zang en de poëzie was misschien alles voor hem geweest! Waarom had ze hem betooverd in bosch en veld? I En waarom ontvluchtte zy hem altyd? Was dat afkeer van hem

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 1