HELDERSOHË HEUWEDIEPER COURANT. - ei AtoróuMlad voor Hollands Noorderkwartier. 1888. N° 113. Jaargang 46. Woensdag 19 September. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BEKENDMAKING. „Wij huldigen Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.| t)e uitgever bericht, dat de prijs t^F der Heldersche en Nieuwedieper Courant van af 1 October a. s. is gesteld: Voor abouné's tuiten Je gemeente op 90 cent per kwartaal ei binnen 10 Elke pagina zal, in plaats van drie, vier kolommen druks beslaan; de advertentieprijs bedraagt tien cent in plaats van vijftien cent per regel. Nieuwe abonné's ontvangen de tot 1 Oct. a. s. verschijnende nummers gratis. Tijdstippen van verzending der hieronder ver melde brievenmalen voor Ned. Oost-Indië Met do stoomsohepeu van de Met de Met de Maatschappij „Nederland" en van de Fransche Britschc „Rotterdamsche Lloyd". paketbooten. paketbooten. Over Amster'am cf Over Marseille Over Marseille Over Brindisi Rotterdam van van van van 's Gravenhage 11.45 's avonds. 's Gravenhage 4.15 's avonds 's Giavenhage Gravenhage S.15 's morgens. 12.30 's avonds. 21 September 25 September 22 September 28 September 2S t 2 October 6 October 12 October 5 October 9 t 20 26 12 t 16 3 November 9 November 19 23 t 17 23 26 t 30 1 December 7 December 2 November 6 November t 15 21 tl 9 ii t 13 29. 10 20 t 23 t 27 30 4 December t 7 Deccuiber tin 14 n 18 t 21 28 t 25 n f Met de stoomschepen der Maatschappij „Nederland". Padang wordt alleen aangedaan door de stoomschepen van de Maatschappij „Nederland". Met 1 October a. s. beginnen wij een der nieuwste feuilletons van de talentvolle schrijfster WILHELMINA HEIMBURG- IS) T H Y R. A. Naar het Noorsch van MARIE COLBAN. „Denk, dat gij den Heer uwe geloften houdt." Met dat oude woord kan niet gespot worden. Zij had hare gelofte gedaan, en wist, dat zij die moest houden, maar het leven lag voor haar al3 een woestijn, alles was grauw op grauw. Wee degene, die de liefde kent en zijn leven moet uitleven zonder haarzij zag hem voor zich, den langen levensweg, dien zij alleen moet volgenzij zag hem en zij mat zijne lengte Maar Magdalena is nog in gevaar in gevaar omdat zij onwillig is in het betalen van hare schuldIlij, de strenge daarboven, geeft zulk een prys niet gemakkelijk weg. Hy wil een blyden gever. En zij zal een blyde geefster zijn De smart maakt den mensch goed of slecht. Haar zal zij goed maken. Zij heeft zich tot nu toe altijd verbeeld goed te zijn. Wij denken allen, dat wij goed zijn, dat gaat vanzelf zoo, meenen wy. Maar het gaat niet vanzelfeerst als wij beproefd worden, weten wij, of wij goed zijn. Als God hen beiden redt, dan zal zij goed wordenDat was hare tweede gelofte en de voornaamste. En zy, de trotsche, de zelfbewuste, wordt op eens goed, want uit haar borst dringt zich de ootmoedige uitroep //Zij is het toch, die hij liefheeft, haar zal hij liefhebben het langst en het best." Zij zeide het moedig. Dat zwaard door haar ziel kon niet weggenomen worden, laat het snijden Op een weinig pijn meer of minder komt het niet aan En zij wil van een woestijn niet meer weten. Zij heeft immers haar vader. Van nu af zal zij nog meer voor hem zijn; zij zal den tijd voorbereiden, dat hij Narrifas zal moeten missen. Gelukkig degene, die iemand heeft voor wien zij leven kanZij zal moedig en trouw zijn. De slag, die haar ter aarde velde, zal haar tot ridder slaan Het onweêr schijnt haar toe van toon veranderd te zijn het is niet dreigend meer, en in een geheel andere stemming zoekt zij weer hare schuilplaats in het hol op. Het is geen wanhopige meer, die daar zit op dien steenzij heeft het hare gedaan, nu is het haar of een ander ook het zijne moet doen. Een bliksem straal verscheurt de duisternis, de geheele aarde schijnt een lichtend lijkkleed. Daaronder wordt hare jeugd begraven Het onweêr is nu op zyn hoogst. Het is vreeselijk, maar prachtig. Een tooneel uit den dag des oordeels. Zij beeft er niet voor. Ha wat is dat Een bootZij komt nader Het is niet haar vader's groote boot, het is niet haar wit schuitjeHij is het, zij ziet hem maar haar ziet zij nietWaar is zy 'i Waar is zij Hij breekt door de woedende golven, als had hy de kracht van tien mannen. Zy moet in de boot zijn, als hij zoo veel kracht heeftZij is in de boot Thyra ziet haar niet, maar zij weet, dat zij er is. En weer komt het over hare tril lende lippen: Gij hebt myne geloofte, Heerel Ala zij gered is, geef ik De Burgemeester der gemeente Helder maakt bekend, dat de schietoefeningen door de dienstdoende schutterij op 20, 21 en 22 dezer maand, des namiddags ten drie ure en niet ten v ij f ure zullen geschieden. Helder, IS September 1S88. De Burgemeester voornoemd, C. A. BEUKENKAMP. POSTKANTOOR HELDER. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, gedurende de tweede hellt der maand Augustus 1888. Namen cler geadresseerden. Plaatsen van bestemming. Mej. KabelsAmsterdam. S. Polak II. Veen J. v. Daalen A. Van Mil Haarlemmermeer. W. SoddenlandRotterdam. Leon Gerekse Mevr. BoomVoorburg. A. De IiontWestzaan. Van het Hulpkantoor te Hypolitushocf VonkAmsterdam. Briefkaarten B. BlauwAmsterdam. Wed. G. Erucht S. Swaan Wed. Diemans N. Buurman Amsterdamsche Kroniek. (Slot.) In verband met het bovenstaande bepaalt art. 5 dan, dat elke bovengenoemde vrouw verplicht is //zelve aan gifte te doen van bare woonplaats of van verandering harer woonplaats aan het Commissariaat van politie der sectie, waaronder zij behoort. Van die aangifte ontvangt zij van den Commissaris een bewijs. Deze aangifte heeft geen ander gevolg dan de bekendheid der vrouw bij de politie. In de toelichting wordt bierbij o. a. gezegd: //De haar alles, wat eens het mijne was! De boot ligt aan de brug. Magdalena Magdalena roept Thyra en strekt haar armen uit. Michaël buigt zich neer in de boot en tilt haar op. Zij is niet bewusteloos, want zij ziet naar hem en naar Thyrahet lange haar is losgegaan en omhuld haar als een mantel. Hij draagt haar naar het strand. Thyra, die haar van hem over heeft genomen, wil het druipnatte kind naar binnen dragen. Daar landt juist haar vader. - Mijn kind, mijn kind, Magdalena, Narrifaswas zijn verrukte uitroep, toen hij haar levend voor zich zag. En in stormachtige blijdschap drukt hij haar hoofd tegen zijn borst. Laat eens kijken of er wel behoorlijk leven in je is En hij drukt haar, draait haar rond, bevoelt haar, of er ergens ook een lek is. Neen, een beetje bleek om den snavel, maar geen averij, niet het minste gebrekDat mag ik ziendaar herken ik mijne opvoeding aan. Mijn boot kwam vlak achter de zijne, ging hij voort, zich tot Thyra wendend, maar hij roeide harder dan mijne twee beste roeiers. Nu heb ik respect voor de kunst, en nu ben je mij nog tienmaal liever, mijn zoonEn hij drukte en schudde Michael's hand, dat zy kraakte. De oude man was zoo aangedaan, dat de tranen niet ver meer waren, en om niet te schreien lachte hij. Maar het meiske is druipnat, ging hij voort, dat arme, lange haar drijftPrecies een watervogelZich vermeten met zoo'n weêr op zee te gaan Maar wat heb je vandaag En hij hief haar gebogen hoofd op. Je lacht in 't geheel niet, je vertrekt je mond niet eensJe gelooft toch niet, dat ik boos ben Je weet immers, dat ik je precies hebben wil zooals je bent, met al je kapriolen. En hij trok haar aan haar oor. Ik geef je zelfs ver- lot om nog eens in het water te vallen I Onkruid vergaat niet. Narrifas heeft al wel honderdmaal in zee gelegen en is er altijd weer uitgekrabbeld. De laatste verklaring was tegen Michaël de oude man was zoo gelukkig, dat hij onmogelyk zwygen kon. Maar dit is te gek, op zee te gaan in zoo'n woedenden storm Naar binnen met je, juffrouw MaleneAls ik kwaad ben heet ze Malene ook het laatste was voor Michaël bestemd. En hij nam zijn lieveling in zyne armen, en droeg haar lachend naar binnen. De anderen vólgden. Met haar gewoon kalm overleg had Thyra gezorgd, dat er vuur was aangelegd op de kamers waar de druipnatte menschen zich moesten verkleedenwant de lucht was na het onweêr sterk afgekoeld. Zij zorgde voor Magdalena als eene moeder zij drong haar ook een paar uur te gaan slapen, hoewel zij volhield in het geheel niet moe te zijn hetgeen echter niet verhinderde, dat hare oogen zich sloten zoodra het jonge hoofd in het kussen was gedrukt door twee vriendelijke handen het lange, natte haar werd om haar heen uitgebreid, als een aureool zooals men ze ziet op oude schilderijen. Ach, de verlorene was niet zij, die daar sluimerde in haar gloriekransde verlorene was zy met de vriendelijke handen. Zy zeide het in stilte, maar de zucht die de gedachte volgde, was de zucht van een sterke, die begrijpt wat het zeggen wil goed te zijn. Goedheid in dien zin, is zeld zamer op aarde dan het genie. Terwyl Magdalena sliep ontmoetten Thyra en Michaël elkander vrouw behoeft bij die aangifte volstrekt geen verklaring te doen van haren staathet eenvoudige feit der aangifte is voldoende en strekt tot bewijs, dat de vrouw zich be wust is, dat haar staat haar aau een bijzondere verorde ning onderwerpt. Dat bewustzijn alleen zal haar reeds nopen, binnen de perken te blijven." Als van zelf vloeit daaruit art. 6 voort, waarin bepaald wordt, dat de bedoelde vrouw, daartoe aan hare woning vanwege de politie uitgenoodigd, verplicht is om tenallen tijde het bewijs van aangifte harer woonplaats te vertoonen. Deze bepaling strekt uitsluitend om te kunnencontröleeren of de aangifte behoorlijk is geschied. Het ligt niet in de bedoeling om genoemde vrouw te verplichten, het bedoelde biljet van aangifte op straat bij zich te dragen. Er mag haar nimmer naar het biljet worden gevraagd, dan aan hare woning. Art. 7 bepaalt voorts, dat er van de aan giften, die kosteloos moeten geschieden, aanteekening ge houden wordt in een register. Ingrijpender is art. 8De politie-agent, eene vrouw ver denkende zich aan prostitutie over te geven, tracht, zonder dit aan de vrouw te laten blijken, hare woonplaats uit te vinden. Van zijne bevinding doet hij mededeeling aan den Commissaris zijner sectie, die een rechercheur belast met een onderzoek naar de gegrondheid van het vermoeden. Blijkt die gegrondheid, dan krijgt de vrouw schriftelijke aanmaning om hare verblijfplaats te komen opgeven. Hierbij zegt de toelichting: ,/Wij hebben aan verscheidene politie agenten gevraagd, of zij vreesden ooit te zuilen mistasten, als zij op straat zouden moeten onderscheiden tusschen eene eerbare en een publieke vrouw. Allen antwoordden ons, dat de publieke vrouwen bij gezicht allen, met hare woonplaats voor het meerendeel, velen zelfs bij naam bij de politie bekend zijn. De vrees, dat ooit eene eerbare vrouw aanstoot zou kunnen krijgen tengevolge eener ver ordening, die de politie macht zou kunnen geven om eene publieke vrouw op straat aan te houden, blijkt dus naar onze overtuiging hersenschimmig." Verzuimde aangifte wordt gestraft met boete en, volgens art. 9, zelfs met hechtenis. En wat zijn voorts de gronden voor het ver moeden, dat eene vrouw zich aan prostitutie overgeeft? Dezehare publieke bekendheid als zoodanig, hare gedra gingen op straat en hare gedragingen aan de deuren en vensters harer woning. Art. 1117 regelt verder de eigenlijke toepassing der verordening. Ik wijs nog slechts op art. 12, luidende: in de tuinkamer. Misschien zochten zij elkander, want ze kwamen gelijk binnen. Zij wenkte hem plaats te nemen bij den haard, waar het eerste vuur van dit jaar was aangelegd. Hij zag bleek. Thyra was misschien nooit in haar leven zoo schoon geweest. Nu, mijn vriend, zal ik je myn antwoord geven, was haar eerste woord tegen hem. Wat heb je mij te zeggen? Je oogen lichten! Wat ik je te zeggen heb De geheele waarheid. Het is in ons land de gewoonte het beste te verzwijgen. Nu zal ik andersom doen. Er zijn er twee hier in huis die je liefhebben. De liefde van de eene kwam langzaam om nooit te vergaan, die van de andere viel als een vallende ster in haar hart, dat nog te jong is om zyn eigen geheim te kennen. Wie kiest ge van de twee Dat kun je vragen riep hij sterk ontroerd. Ik ben een man van eer. Ik verwachtte dat antwoord, maar hoor nu het myne. De weg van de eene gaat opwaarts, die van de andere afwaarts. Ik ben degene wier weg afwaarts gaat en daaraan mag je jonge leven niet verbonden wordeu. De andere zult ge liet krijgen, wanneer ge haar nog niet reeds lief hebt. Neen, wend je gezicht niet af, er is niets om over te kleuren; ik verklaar je vry van schuld. Twee hebben mij lief, zegt ge. En als dan de eene myn vrouw is, wat wordt er dan van de andere Er was zooveel ernst in zijn stem toen hij die vraag deed, dat een verwarrende gedachte weer door Thyra's hoofd schoot. /,Als ik het toch was, die hij liefhad 1" Zij wist op dat oogen- blik, dat zij zijne liefde kon winnen, zoo niet heden, niet morgen, dan toch als zijne vrouw; maar Magdalena! „Denk, dat gij den Heer uwe gelofte houdt 1" Was het een oogenblik stil geweest na zyn vraag, haar zwygen duurde niet lang. Niet alle helden zyn op het oorlogsveld, en zij antwoordde moedig: Wat er van de andere wordt? Je trouwste vriendin. Ver trouw op haar. Word mijn vrouw, Thyra, riep hij, met een warmte, die den strijd voor dat arme hart, dat zich offeren moest, bijna bovenmenschelyk maakte. Ge zyt my lief en ik eer je, zooals ik slechts mijne moeder geëerd heb. Geloof my, je kunt gerust aannemen wat ik je bied. Maar haar zang heeft je hart gestolen. Zoolang je geloofde, dat ik het was, meende je mij lief te hebben. Nu is het anders. Zonder het gevaar waarin zij verkeerd heeft, zou je je misschien niet bewust zijn, wie van de twee je lief hadt. Nu weet je het 1 Hij keek in het vunr zonder te antwoorden, en nu was het eene pynlijke stilte, angstiger dan de vorige. Thyra's hart bonsdehy had het kind lief 1 Dat was op eens de vernietigende zekerheid. Zy had het tot nu toe zich altijd gezegd, maar het eigenlijk nooit geloofd. Die twyfel had haar sterk gemaakt. Nu is er geen twyfel meer. Er is niets met zekerheid gezegd, maar de zekerheid is erheb iemand lief en ge verstaat zijn zwijgen, ge hoort zijn harteslag. Je zwygen is mijn antwoord, zeide Thyra, die zich over- I wonnen heeft. Maar laat my je gerost stellen, laat niets dezen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 1