j was Sarah, op een grauwen najaarsdag, in j het droevig bewustzijn spoedig te zullen j sterven. Ieder heeft soms van die droet- geestige buien welke, als mist, bij den eer- sten zonnestraal verdwijnen, en Sarah Bern liardt heeft ze nu en dan ook. Zij was zoo vaak reeds gestorven, maar had nog nooit in eene doodkist gelegen en meende dat zij ook daarin hare kunst niet moést verlooche nen. Zij wilde, als eene wezenlijke „Frou- Frou", zorgen, dat zij ook nó haren dood er nog lief uitzag in haar witkanten japonnetje met de rose strikjes, u weet wel, dat in hare kast aan den 113den kapstok hangt. Sarah liet dan eene doodkist maken. Na tuurlijk eene van rozenhout met zilveren versiersels vanbuitenvanbinnen gekapiton- neerd door wit satijn, afgezet met een kapi taal aan Brusselschen kant. Op het deksel een zilveren plaat met het eenvoudige, doch veelzeggende opschrift In de „Staatscourant" van 13 dezer is opgenomen de door den Koning goedgekeurde statuten van de Alkmaarsclie Strookarton- 1 fabriek, te Alkmaar, met een kapitaal van f 53,000, in aandeelen van f 1000, die alle genomen zijn. Ter voorziening in de behoefte aan meer bedrijfskapitaal wordt de directeur gemachtigd tot het aangaan eener leening van ten hoogste f 20,000, onder hypothecair verband van de onroerende goederen der vennootschap. Benoemd zijn tot directeur de heer W. Van Reenen, tot commissarissen de heeren J. Van Reenen en S. Dijksen. De heer D. W. Crommelin Baron van Heeckeren heeft zicli wegens den staat zijner gezondheid genoopt gevonden, zijn eervol ontslag als burgemeester van het eiland Ame land bij den Koning aan te vragen. Hij zal wel een der oudste burgemeesters, zoo niet de oudste, in ons land zijn. Sedert 1 Ja nuari 1837 toch, dus bijna 52 jaren, is hij onafgebroken in deze betrekking werkzaam geweest. Op de begrooting der gemeente Vlis- singen voor 1889 zijn de ontvangsten in totaal geraamd op een bedrag vanf 169,491.93 de uitgaven tot een gelijk bedrag. Sarali Bernhardt speelde gisterenavond voor de laatste maal te 's Hage in „Fédora" voor een stampvolle zaal. Het verrukkelijk spel der tragédiene bracht het publiek her haalde malen in geestdrift en na een aan grijpend tooneel, waarin Fédora, na eerst maatregelen te hebben genomen dat Loris Ipanoff haar woning niet kan verlaten zonder door de politie te worden gearresteerd, doch dezen stap betreurende hem ten slotte weet te dwingen bij haar te overnachten, waardoor hij gered is, barstte het publiek op alle rangen in een aanhoudend applaus uit. Ook in de stervensscéne was zij meesterlijk. Ver schillende bloemgesckenken werden haar vereerd. Na afloop der voorstelling werd der diva door de kunstvereerders en de administratie der Fransche Opera eene serenade gebracht voor het „Hotel den Ouden Doelen", fantas tisch verlicht door Bengaalschen gloed. Het publiek juichte Sarah Bernliardt, die omringd door vele kunstvrienden aan een geopend benedenvenster stond, stormachtig toe, vooral toen het muziekkorps de Neder- landsclie volksliederen speelde. Zij groette zichtbaar getroffen de volksmenigte herhaal delijk. („Hld.") Te 's Hage worden belangrijke hoe veelheden aardappelen uit Duitschland aan gevoerd. Dat het beroep van kellner nog zoo kwaad niet is, bleek o. a. dezer dagen uit het feit, dat twee Duitschers, die in liun betrekkingen in verschillende landen de voor naamste Europeesche talen geleerd hadden, en dezen zomer te Scheveningen als kellner zijn werkzaam geweest, jl. Zaterdag, ieder in het bezit van f 3000 aan goudgeld, over Rotterdam naar Duitschland terugkeerden. Onder den titel „op den uitkijk" wijdt Vosmeer de Spiein het „Hld" eenige aardige bijzonderheden aan Sarah Bernliardt. Met deze anecdote van de voortreffelijke comédienne besluit hij zijn artikel: Nu een tiental jaren geleden zij was toen Parijs nog niet ontrouw geworden en alle Parijzenaars waren op haar verliefd samenzijn, door hun karakter als het ware te bestudeeren, leert men hen begrijpen en dubbel op prijs stellen. Zwijgend zat zij naast hem. Zij had zoo'n hooge, grootsche, ideale opvatting van de liefd fe; ze vond het zoo begrijpelijk, dat men wenschte te sterven, als men het voorwerp van die liefde moest verliezen. „Zou li ij ook zóóveel van m ij houden dacht zij bij ziclizelve. En peinzend staarde zij in het blauwachtig schijnsel van de opkomende maan. Na een paar minuten kwam mevrouw Arend het pad af. Zij beantwoordde vluchtig den groet van het meisje en bleef aan den ingang van het prieel staan. „Vindt gij 't ook niet doeltreffender, Alfred," vroeg zij met haar schelle stem, „als de zadelmaker de sofa bij ons aan huis opnieuw bekleedt? Hij steelt anders het paardehaar maar, als wij ze hem meegeven, want daarmee is ze opgevuld. Ze is nog uit den tijd van mijne moeder afkomstig, toen men de menschen nog niet bedroog met lompen of zeegras." //Zeker, moeder! Wel zeker!" stemde hij vriendelijk toe. ,/Goeden nacht, Alfred! Kom, Lucie!" zeide zij kortaf. „Van slapen zal wel weêr niets inkomen door al dat nachtegaalsgezang en kikvorschengekwaak. Ik had 't moeten weten nooit zou ik dit huis naast dien verwenscliten tuin genomen hebben!" Lucie zag haar verloofde min of meer ontsteld aan. Hij glimlachte. „Zou die vrouw ooit jong zijn geweest?" dacht het meisje. En ze stond lang, zeer lang, op dien lenteavond aan het open ven ster van haar kleine kamer en zag naar buiten, waar alles als met zilverglans was overtogen. De straal van het maanlicht, die de kleine photographie harer zuster op de latafel had beschenen, was al tegen de lage, gewitte zoldering tot een smalle streep in gekrompen, toen ze haar legerstede opzocht. Ze sliep nog nauwelijks, toen het geluid van een bel door het geheele huis weer- ci-git SARAH BERNHARDT, Vunique tragédienne de tous les siècles. Qiinnd-mcmc Dagelijks gewende zij zich eene poos in dit snoezerige doodkistje te liggen. Het be viel haar uitstekend. Wat blijft evenwel geheim als het Sarah Bernhardt geldt De geschiedenis van het doodkistje, zoo lang en zoo smal, dat het wel een foudraal van een biljardkeu geleek, komt ter ooren van een Parijschen photo- graaf, die, gewapend met al zijn moed, der tooneelspeelster komt voorstellen om haar, in ruil voor eene aardige som gelds, te mo gen photographeeren op het oogenblik dat zij, voorstellende dat zij dood is, in het lieve kistje ligt. Sarah, die juist een hevige crisis door stond van de kwaal, waaraan zij eenmaal zal stervenchronische geldverlegenheid, vond in het voorstel van den photograaf iets dat haar behaagde. Zij stond den kunstenaar toe haar in de doodkist te photographeeren, op ééne voorwaarde, dat de lichtdrukken eerst den eersten Mei van het volgende jaar in den handel mochten worden gebracht. Zij had er toch een voorgevoel van, dat zij, helaas! niet langer zou leven dan de laatste dagen van April. Tot schreiens toe bewogen, maakte de photograaf hare portretten in het doodkistje, overhandigde haar in eene sierlijke porte feuille de som gelds en vertrok in de blijde verwachting, dat hij den eersten Mei van het volgend jaar sensatie zou maken met de portretten van de pasgestorven kunstena- resse, zooals zij daar in het snoeperige dood kistje lag. De eerste Mei kwam, doch Sarah bevond zich welvarender dan ooit en zelfs maakte zij zich gereed weder eens een frisch standje te maken met den administrateur van de „Comédie Fran9aise", daar zij een onweer staanbaar verlangen koesterde eens te zien, hoe in Chicago de Amerikaansche bankbil jetten er uit zien. Doch de photograaf vond dat dit tegen de afspraak was, daar Sarah Bernhardt op den eersten Mei goed en wel dood behoorde te zijn en hij zag ook geen bezwaar om de kunstenai'esse aan deze hare afspraak te her inneren. ,,'t Mag waar zijn, antwoordde Sarah, klonk. Met kloppend hart ging zij overeind zitten en luisterde. Na een poosje hoorde ze Alfred de trap afgaan en de huisdeur openen. Nu drong een vreemde stem tot haar door en daarop hoorde zij hem ant woorden „Ik kom dadelijk!" Bij wien zou hij gehaald zijn? Zij sloot de oogen en maakte zich een voorstelling, hoe hij zoo bedaard ergens aan een ziekbed tradze hoorde zijn vriendelijke stem, waar mede hij vroeg, troostte, geruststelde. „Hij is zoo goed," prevelde zij en vouwde de handen over de borst. En ze bleef wakker, totdat hij na eenige uren terugkeerde. Het werd vroeg dag ten huize van me vrouw Arend. De familie zat om half zeven al aan de koffietafel; tante Dietje in een rood bombazijnen nachtjak en gestikten onder rok en met een nachtmuts op de dunne vlechtjes. Dit kon ze zich nu eens niet afwennen, ondanks alle stekelige gezegden van hare schoonzuster. Maar men kon daarom niet boos op haar zijn want dat ouderwetsclie negligé was zoo helder en schoon, dat het er vrij wat smakelijker uitzag dan het tot morgenjapon gedegradeerde, bruin wollen kleedje van mevrouw Arend, welks ver kreukelde strooken en versleten fluweelen garneersels den indruk maakten, alsof het uit de lompenkist weer voor den dag was gehaald. Lucie, met een sierlijk morgen mutsje op en een wit boezelaartje voor, schonk juist de koffie in, toen haar aanstaande binnenkwam. „Goedenmorgen!" riep zijne moeder hem toe. „Waar zijt ge van nacht geweest?" Eerst kuste hij Lucie vluchtig op het voorhoofd, klopte tante Dietje op den schouder en zette zich vervolgens aan de tafel vóór een kopje, waarop met groote blauwe letters stond te lezen: „Aan den heer des huizes," een attentie van Dietje voor den terugkeeren den neef. „Bij mevrouw van Leeuwen," zeide hij dat. ik op dit oogenblik nog leef, maar ik gevoel wel, dat ik het toch niet lang meer zal maken. Betoom dus uw ongeduld en wacht tot het volgende jaar, den eersten Mei. Gij zult dan zien, dat de zalige goden mij reeds lang met vreugde in hun midden hebben ontvangen, omdat zij vinden dat Ra chel, die tot dusverre op den Olymp het klassieke repertoire speelt, hare beste dagen gehad heeft." Goedschiks, kwaadschiks berustte de pho tograaf in zijn lot en wachtte weder tot den eersten Mei van het volgende jaar. Doch ook toen was „Frou-Frou" springlevend en met hetzelfde kluitje zond zij den photograaf weder in het riet. Sedert klopt de goede man alle jaren op den eersten dag van Bloeimaand bij Sarah Bernhardt aan, om haar te herinneren aan hare belofte, of hij zendt haar eene bood schap ter herinnering, dat het wederom de eerste Mei is. Doch steeds weet Sarah een jaar uitstel te verkrijgen door te zeggen, dat zij wel ge voelt dat haar einde nabij is. Intusschen is zij in October van het jaar 1888 welvarender dan ooit. Tot die erva ring zijt gij, mijne lezers, deze week zeiven gekomen. Reeds bereidt Sarah Bernhardt zich ook voor op de boodschap, welke zij over een maand of zeven zal ontvangen: „compliment van meneer en dat het de eerste Mei is." Omtrent den te Utrecht in hechtenis genomen v. S. t. H., schrijft men aan het „Politienieuws": „Sedert eenigen tijd liepen te Utrecht voor den Baron v. S. thoe H. zeer booze geruchten, en wist men zelfs te vertellen, dat hij zich in zijn betrekking van penningmeester eener instelling van liefdadig heid zoover zou hebben vergeten, dat de justitie zich in de zaak had gemengd en reeds een onderzoek had bevolen. Toch werd nog door velen aan de geloofwaardigheid dier geruchten getwijfeld, totdat genoemde heer onverwachts in zijn woning werd ge vangen genomen en naar de cel overgebracht. Welke feiten hem eigenlijk worden ten laste gelegd, is nog niet met zekerheid be kend, men spreekt van valschheid in ge schriften en verduistering van gelden." De prijs van f 100,000, benevens de premie van f 30,000 der Ned. Staatsloterij zijn jl. Zaterdag te Rotterdam gevallen bij de collecteurs Bonenkamp Liebert, op No. 20215, gesplitst in 20/2o loten, zoodat menigeen een vroolijken dag heeft. Een arme schoenmaker moet jl. Vrijdag zijn twin tigje nog verkocht hebben voor f 85. De gelukkige kooper moet hem echter thans nog f 200 cadeau gegeven hebben. Het uitkomen van de honderdduizend met premie van dertig duizend gulden in de Staatsloterij op den dag der trekking van de laatste honderd nummers, zooals jl. Zaterdag plaats had, gebeurde ook ruim een jaar te voren en wel bij de 324ste loterij op 11 Juni 1887. Vóór dien tijd had sedert het bestaan van de Staatsloterij dergelijk zeldzaam geval zich slechts twee malen voorgedaan en wel: bij de 69ste loterij op 8 October 1779, toen evenwel aan den hoogsten prijs geen premie was verbonden, en zoodanig buitenkansje ten deel viel aan de laatste tien nummers en bedaard, een kadetje nemende. „Is ze minder wel?" vroeg Lucie verschrikt. „Ze moet ontzien en zorgvuldig behandeld worden. Ik zou gaarne hebben, Lucie, dat gij er na den middag lieengingt; ze heeft dringend naar je gevraagd." „Dat wil ik gaarne doen," verzekerde het jonge meisje. „Neen, dat gaat niet," verklaarde zijne moeder. „Wij zijn bij de vrouw van den postmeester op de koffie verzocht en ze heeft Lucie nog afzonderlijk genoemd." „Laat dan hare excuses maken. Ik heb mevrouw van Leeuwen beloofd, dat Lucie haar gezelschap zou komen houden en wilde de zieke nu niet graag teleurstellen." „Wat mankeert haar dan toch? Ze heeft zich anders om geen schepsel ter wereld be kommerd," merkte de oude dame wrevelig aan. „Ze is zenuwachtig „Dat wil zeggen, ze is knorrig en ver drietig en verveelt zich „Neen, dat is niet zoo! Gij kunt die zaak niet beoordeelen, moeder, omdat gij ze niet in bijzonderheden kent. Kort en goed, ik verzoek dat Lucie in mevrouw Van Leeuwen's belang als zieke en in mijn belang als dokter daar heen gaat en haar wat tracht op te monteren." Gedurende dit debat had hij zijn ontbijt gebruikt en kreeg nu zijn hoed van den stoel om heen te gaan. „Gesteld ten minste, dat Lucie het gaarne doet," liet hij er op volgen. Zij knikte toestemmend, en volgde hem in de gang. „Wat scheelt haar?" vroeg zij zacht. „Ze had een aanval van wanhoop. Ze is zoo erg zenuwachtig. Toen ik bij haar kwam, liep ze angstig en gejaagd haar kamer op en neer. Het heele huis was in rep en roer. Ze wilde maar altijd naar je toe." „Is dat héél erg vroeg het meisje, liem bezorgd aanziende. „Neen, mijn kindZe zal vandaag wel wat kalmer zijn. Ze moet in de eerste plaats op andere gedachten worden gebracht." (Wordt vervolgd.) verder bij de 229ste loterij op 21 Juni 1856, toen de f 130,000 viel bij den heer A. De Leeuw, destijds gedelegeerde, nu collecteur der Staatsloterij te 's Hage. Verleden jaar kwam bij het trekken der laatste 100 num mers de kapitale prijs met het 96ste nummer en jl. Zaterdag met het 43ste nummer er uit. Het weekblad „de Amsterdammer" heeft een bijzonder goed geteekende plaat gewijd aan het bezoek van Keizer Wilhelm te Rome. Men ziet Wilhelm tusschen den Paus en Koning Humbcrt van Italië. Blik en hou ding stemmen overeen met het onderschrift „Entre ces deux mon coeur balance." Buitenland. Aan den Paus schonk Keizer Wilhelm van Duitschland een gouden met edelge steenten bezette snuifdoos en zijn pox-tret, terwijl ook de Staatssecretaris, msgr. Mo- cennis, een prachtige snuifdoos kreeg. Volgens de „Riforma" is te Ventimiglia een pak in beslag genomen met zes kilo roode papiertjes, geheel gelijk aan die, waar mede de Keizer bij zijn aankomst te Rome bestrooid werd en die oproerkreten bevatten. Zij waren afkomstig uit Marseille en bestemd naar Napels, waar, zooals men weet, Keizer Wilhelm weldra verwacht wordt. Eerstdaags wacht Europa eene ver schijning, welke sinds langen tijd in span ning is tegemoet gezien en ongetwijfeld groote sensatie zal maken. Het is Macken- zie's geschrift over de ziekte van wijlen Keizer Frederik van Duitschland, dat dezer dagen te Londen het licht ziet en waar van bereids eene waggonlading te Berlijn is aangekomen. In afwachting van het oogenblik, dat de geheele inhoud bekend zal worden, ziet het „British Medical Journal" zich nu reeds in de gelegenheid gesteld, eenige uittreksels uit de brochure van den Engelschen genees heer te publiceeren. Uit deze openbaarma king blijkt, dat dr. Mackenzie de recht- streeksche oorzaak van het overlijden van Keizer Frederik toeschrijft aan verkeerde behandeling na de luchtpijpsnede. Dr. Berg- mann, zoo wordt door Mackenzie beweerd, volvoerde de operatie tamelijk goed, maar hij bracht daarna eene inademingsbuis van ongewone grootte en vorm in de keel, het geen ontsteking van de luchtpijp, verettering der weefsels en uitputting der krachten van den patiënt tengevolge had. Mackenzie houdt vol, dat de Duitsche collega's hardnekkig weigerden eene andere inademingsbuis in de plaats te stellen, totdat het te laat was. Hij berekent, dat door deze verkeerde behande ling het leven des Keizers met 10 maanden verkort is. De noodlottige afloop werd, vol gens zijne meening, verhaast, doordat prof. Gerhardt herhaaldelijk, op roekelooze, in de geneeskundige praktijk ongeëvenaarde wijze, de wonden diclitbrandde, hetgeen tengevolge had, dat een oorspronkelijk wellicht goed aardig gezwel kwaadaardig werd. Mackenzié's brochure is in beslag genomen, op grond dat de Engelsche geneesheer zich in dit geschrift aan majesteitsschennis heeft schul dig gemaakt. Op een verkiezingsbijeenkomst te Berlijn heeft de heer Richter een lange redevoering uitgesproken. Hij behandelde voornamelijk het dagboek van Keizer Frederik en ver klaarde, dat het proces-Geffcken als een grove onhandigheid van Bismarck beschouwd moest worden. De openbaarmaking van het dag boek, zoo zeide hij, kan niet een daad van verraad zijn, daar dit de uitdrukking der edelste gevoelens van een nobel Vorst bevat, die, bezield door de zuiverste vaderlands liefde, sedert de proclamatie van het Keizerrijk te Versailles getooud heeft, ver boven al de andere Duitsche Vorsten en boven alle gene raals en staatslieden te staan. De spreker werd aan het slot zijner rede met onbeschrijfelijke geestdrift toegejuicht. Te Palermo en te Napels zijn gedurende de laatste dagen tal van personen in hech tenis genomen. Zooveel mogelijk handelde de politie daarbij des nachts, ten einde geen opzien te verwekken. Men rekent, dat tot heden, zoowel op Sicilië als te Napels, niet minder dan acht honderd arrestaties hebben plaats gehad. Voor het meerendeel zijn de gevangenen Duitschers. Naar men vermoedt, staat de maatregel in verband met een groot komplot van sociaal democraten tegen Keizer Wilhelm. Boulangers dochter trouwt op 30 dezer. Zij is 20 jaren oud en moet een beeldschoon meisje zijn. Kapitein Driant, haar aanstaande, was vijf jaren adjudant van den generaal. Hij moet een officier van uitnemende ver diensten zijn. Het blijkt, dat er bij het spoorweg ongeluk te Lehigh Valley in PensyTvanië 49 dooden en 22 gewonden te betreuren vielen. Het ingestelde onderzoek bracht, luidens een dépêche uit New-York, aan het licht, dat de machinist van den trein, die het ongeluk veroorzaakte, na achtereenvolgens 48 uur dienst gedaan te hebben, door ver moeienis overweldigd in slaap was gevallen. Hij zelf is een der slachtoffers van de ramp geweest. Munkacsy's schilderij, „de kruisiging van Christus", is aangekocht door een Ameri- kaanschen maecenas, Vanamaker genaamd, voor den prijs van 500,000 francs.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 4