gebruikelijk wordt, dat belanghebbenden eener zeilde streek hunne orders groepeeren: aan bestedingen voor leverantie van hulpmest en veevoederkoeken, ten bedrage van 100,000 tot 400,000 KG., zijn reeds geen zeldzaam heid meer. De noodzakelijkheid om derge lijke benoodighedcn langs coöperatieven weg te koopen bij groote hoeveelheden, bij volle ladingen, tegen grossiersprijzen en lage vrachten wordt overal ingezien, terwijl de analyse van het monster uit een waggon ge nomen, niet meer moeite en geld kost, dan die van het monster uit 2 of 3 balen ge nomen. Daarbij wijst de schrijver er op, dat over 't algemeen het verbruik van hulpmest in vele streken afnemende is, èn omdat het bedrijfskapitaal van den boer niet meer toe reikend is, èn omdat, bij de uiterst lage prijzen van het product, de kans, dat de meerdere kosten zullen gedekt worden, meer twijfelachtig is geworden; 12 jaren geleden werden er in Limburg b. v. meer centenaren gebezigd dan thans kilogrammen. Limburg koopt overigens meestal bij de Belgische syndicaten, die zelf verbazende hoeveelheden onder garantie inslaan en ze op hunne beurt onder stipte waarborg aan de leden overdoen. De „Landbouwkroniek" komt daarom tot het besluit dat de Staat alleen datgene zelf behoort te bekostigen, wat in landbouwzaken van algemeen belang is, als daar zijn eene centrale Rijkslandbouwschool, een weten schappelijk landbouwstation voor het heele land. Strekt het voorstel slechts om in plaatselijke behoeften te voorzien, zoo als ze door de zeer uiteenloopende toestanden in verschillende provinciën ontstaan, dan acht zij het beter, dat de Regeering slechts met haar geldmiddelen mogelijk maakt datgene te verwezenlijken, wat zij, die bevoegd zijn om er den toestand te beoordeelen, nuttig en noodig achten. Zij sluit zich daarom aan bij het bekende adres van het Hoofdbestuur der Maatschappij van Landbouw in Limburg. Door de heeren D. Fontein de Jong, te Murmerwoude, en Jhr. mr. C. VanEysinga, te Leeuwarden, leden der Rijkslandbouw- commissie, zal, namens die commissie, in Friesland een onderzoek worden ingesteld naar alles, wat op het landbouwbedrijf in ziju geheel betrekking heeft. Met het oog op den aard der gronden en de verschillende landbouw-bedrijven zijn hiervoor aangewezen de gemeenten Ferworderadeel, Baarderadeel, Haskerland en Achtkarspelen, waar commis- siën ter medewerking zijn ingesteld. De landbouwers zijn door middel der dagbladen verzocht, de hun door die commissiën ge stelde vragen naar waarheid te beantwoorden en haar voorts de meest mogelijke inlich tingen te verschaften. Naar aanleiding van discussiën, in afschaffingsvereenigingen gevoerd, is bij het Ministerie van Oorlog een maatregel in over weging, om den verkoop van jenever in de cantines te verbieden. Te dien einde worden thans de noodige statistieke gegevens ver zameld over het aantal wegens dronkenschap gestraften vóór en na den invoer van sterken drank in de cantines. Het bestuur van de „Vereeniging tot stichting van een toevluchtsoord voor aan den drank verslaafden" heeft zich, naar prof. Yan der Lith in het „Utr. Dagbl." mede deelt, in de vorige week geconstitueerd. Het bestaat uit vijf leden en zal later op zeven gebracht worden. Alvorens tot verdere organisatie over te gaan en een nader beroep te doen op de veelzijdig toegezegde hulp heeft liet bestuur gemeend met een uitgewerkt plan te moeten gereed zijn, waartoe thans de noodige stap pen gedaan worden. Het bestuur hoopt, dat „Natuurlijk!'' hernam de jonge vrouw met een hoofdknikje. „Ik wil 't niet weten, maar ik bedank je, dat ge toch bij mij zijt ge komen." Ze greep Lucie's hand en drukte er een kus op. „Laat je niet tegen mij op stoken, hoor!" „Neen, Hortense!" zeide Lucie, door dat verzoek tot tranen geroerd. Ze praatten nog een geruimen poos, en nu wilde Hortense in de lucht. „Ik ben nog wat duizelig, maar als ik je mag vasthouden misschien leest ge mij in den tuin wel wat voor. We zullen de hangmat meenemen." „Gaarne." Gearmd kwamen zij beneden op de stille binnenplaats. Daar klonk een luid gehinnik uit den stal. „Dat is Hella!" zeide de jonge vrouw. „Hij kent mijn stap. Ik zal hem je eens laten zien." Zij gingen de kamer van den ouden heer voorbij; hij stond voor het raam, wierp haar kushandjes toe en riep verheugd, het venster half openend: „Ik feliciteer je!" „Waarom gingt ge niet naar je grootpapa, toen ge niet langer bij je vader aan huis kondt blijven?" vroeg Lucie. „O, ik geloof dat hij toen met den hertog van K. in Afrika op de antilopenjacht was. Hebt ge nooit gehoord, dat hij zoo'n be roemde Nimrod is geweest? Zou je zwager hem niet kennen?" „Ik weet het niet," antwoordde Lucie. aDat's wel mogelijk*" nog deze maand zijne plannen bekend ge maakt, de plaatselijke commissies benoemd, circulaires verzonden en bijdragen gevraagd zullen kunnen worden. Men is bezig gelden bijeen te brengen met het doel om eene Hoogere Burgerschool op Gereformeerden grondslag op te richten. Dezer dagen werd in eene gemeente in Nooi'dholland ontdekt, dat een loteling der militie zich 14 jaren geleden als eenige wettige zoon van den dienst had doen vrij stellen, terwijl hij op die vrijstelling geen recht had, omdat hij nog een hal ven broeder in leven had. Hij zal zich thans nog over deze ontduiking te verantwoorden hebben. Duurt het nu en dan wat lang, 't schijnt dat zulke feiten toch in den regel wel voor den dag komen; zij hebben voor den be trokken persoon bovendien dit nadeel dat hij thans veel langer werkelijken dienst zal hebben te doen. Te Hoogkarspel is de typhus epide misch heerschende verklaard; jl. Dinsdag waren reeds 40 personen hierdoor aangetast en lijdende. De landbouwers in den polder Waard en Groet hebben dit jaar geen reden tot klagen. Wel is waar zijn de gewassen iets minder dan in 1887, doch de prijzen maken dit ruimschoots goed. Het stroo wordt grif verkocht tegen prijzen, p. m. de helft hoo- ger dan verleden jaar. Er zijn landbouwers, die hunne pacht met de stroogelden kunnen betalen, wat iets zeggen wil, wanneer men weet, dat f 110 per bunder daar de middel matige pachtsom is. Bij de aanbesteding van ruim 200,000 lijnzaadkoeken voor de „Vereeniging tot onderlingen aankoop van veevoeder", geves tigd te Hoorn, is de levering gegund aan den heer J. Prins, te Wormerveer, ad f 11 de 104 stuks. De Koninklijke Paketvaart-Maatschappij heeft den bouw van drie der voor haren dienst benoodigde stoomschepen opgedragen aan de Koninklijke Fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam, en vier aan de Koninklijke Fabriek „de Schelde", te Ylissingen. Het Gerechtshof te Amsterdam ver oordeelde jl. Dinsdag den uitgever van het „Nieuws van den Dag", ter zake de spook historie te Bornerbroek, in hooger beroep, tot f 250 boete, subsidiair 3 maanden gevan genisstraf. Axel Paulsen treedt Zaterdagavond a. s. en volgende avonden met een café-chantant- gezelschap in het Volkspaleis te Amsterdam op als kunstschaatsenrijder. Hij heeft daartoe rolschaatsen van eigen vinding met drie wieltjes op eene rij, in plaats van twee voor en twee achter, en een kartonnen vloer. 1Te Haarlem is in den ouderdom van 59 jaar overleden de heer A. Van Vloten, lid der firma Van Vloten en De Gijselaar, te Amsterdam. Men schrijft uit de Beneden-Betuwe aan het „lltr. Dbl.": Dat hier de prijzen der landerijen niet tegenstaande alle klachten nog niet zoo laag zijn, bleek nog dezer dagen. Een hofstede onder Lienden, groot 3.21 H., bracht toch nog f 9916, en een onder Meerten, groot 1 I-LA., f 6000 op. De heer De Ranitz stelde in den Arn- hemschen Gemeenteraad voor, den gasprijs met een halve cent te verlagen en te brengen op 6 cent per stère. Hij grondde zijn voor stel op de groote 'batige saldo's van de laatste jaren en op het voorbeeld van andere gemeen ten, o. a. Utrecht, waar de gasprijs 4^ cent is. Op voorstel der gascommissie werd het voorstel vooralsnog niet aangenomen, maar wel een verlaging in uitzicht gesteld. „Zooals ik al vertelde, was hij zelden of nooit thuis. Hij joeg in alle werelddeelen en op alle creaturen. Maar kijk, daar is mijn Hella!" zeide zij, de deur van den paarden stal openend. „Is hij niet prachtig De fraaie goudvos kwam naderbij en begon de handen en de japon van zijne meesteres te besnuffelen. „Mist gij je suiker, Hella?" zeide zij, ter wijl ze het dier op den slanken hals klopte; „gisteren hebt ge die niet van mij gehad. Och, gisteren! Maar voor jou had ik ge zorgd; ge zoudt nooit het lot van je paar- denbroertjes gedeeld hebben, als ge eens oud en stram waart geworden dan hadt ge het genadebrood mogen eten. Een ander zou nooit op je rug hebben gezetenZij keerde zich om en Lucie zag groote droppels in hare oogen. t Is bedroevend, niet waar, als men al leen voor een dier nog tranen heeft? Ik verzeker je, dat het lot van dat paard giste ren nog het eenige was, wat mij de gedachte aan den dood verzwaarde. Wilt ge een klontje suiker voor mij halen?" Lucie begaf zich bereidwillig naar het huis en vond eindelijk bij Mina het verlangde. De keukenmeid was uit, om boodschappen te doen, en Mademoiselle had tot haar groo- ten spijt op het oogenblik niets meer in voorraad. Zij hield het meisje echter ver scheidene minuten aan de praat met allerlei alarmeerende berichten van den vorigen nacht. „Ze was letterlijk krankzinnig," betuigde zij. Toen Lucie met. haar klontjes weer op de binnenplaats kwam, klonk haar de diepe stem Niet allen, die in Parijs het Hotel des Invalides gaan bekijken, bedenken, dat eens de ouderdom komt en ons allen, zonder dut wij het weten, in een Hötel des Invalides plaatst. C. D o 11 f u s. De ziekte is een bezoek van den dood, maar hij blijft in de voorkamer staan, ziet zijn groote bezoeklijst na, en gaat dik werf weder heen, omdat gij nog niet reis vaardig zijt, en hij ook elders nog wezen moet. Maar bij 't heengaan roept hij nog: „ik kom zeker terug." C. E. Van Koetsveld. Wanneer de jaren klimmen en men velen zijner vrienden zag wegvallen, wordt het hart zelf gaandeweg een doodenakker, waarin wij bewaren wat er van de dooden overig is; herinnering heft haar fakkel op en bij dat schijnsel leest de grijsaard de opschriften op de graven. G. H. S c h u b e r t. Tweede Kamer. !tl A H 1 N E. De Minister van Marine heeft geantwoord op het voorloopig verslag omtrent de supple- toire Marine-begrooting voor 1887. Hoezeer niet kan worden ontkend, dat de herstellingskosten van het auxilair eskader in Oost-Indië in de laatste jaren belangrijk zijn geweest, vooral die der ramtorenschepen, moet evenwel in aanmerking worden genomen, dat zeer buitengewone omstandigheden daartoe bijdroegen, als noodzakelijke ontsmetting van Zr. Ms. „Koning der Nederlanden", na infectie van dit schip voor cholera en verwoesting van de betimmering dezer bodem door witte mieren, terwijl voorts niet mag worden over 't hoofd gezien, dat de beide ramtorenschepen onderscheidenlijk reeds 14 en 22jarenoud zijn. Gewone herstellingen en verstrekkingen van inventarisgoederen zullen wel altijd blij ven voorkomen; waarom dan ook voor 1889, ingevolge uit Oost-Indië ontvangen raming voor de 4 schepen van het auxilair eskader op eene uitgaaf' is gerekend van f 203,000, plus f 80,000 voor arbeidsloon van de voor Zr. Ms. „Prins Hendrik der Nederlanden" bestemde en in Indië te vervaardigen nieuwe stoomketels. Belangrijke herstellingen zijn echter, naar vertrouwd wordt, in de eerste jaren niet te wachten. De schroefstoomschepen 1ste klasse bij het auxilair eskader zullen namelijk tijdig worden vervangen en volgens rapport van den commandant der zeemacht, dd. 30 De cember 1887, zullen Zr. Ms. ramtorenschepen, na afloop van de herstelling, die de „Koning" nu ondergaat en die in dit jaar afloopt, geen belangrijke herstellingen behoeven, vóórdat hunne stoomketels zullen moeten worden verwisseld. De stoomketels van de „Koning" zijn zoo goed als nieuw, die van de „Hen drik" zullen vermoedelijk nog tot 1899 dienst kunnen doen. Op de aanvulling van personeel der zee macht in Oost-Indië gedurende het jaar 1887 is van invloed geweest do indienststelling van de schroefstoomschepen „Van Galen", „Flores" en „Ceram", welke naar Oost-Indië bestemde schepen later gereed waren, dan oorspronkelijk verwacht werd. Er zal intusschen blijvend naar gestreefd worden om, voor zooverre de andere dienst belangen zulks mogelijk maken, tijdig in de aanvulling en aflossing van het personeel in Indië te voorzien. Buitenland. Omtrent het bezoek van Keizer Wilhelm van Duitschland op het Vaticaan deelen ver scheiden bladen het volgende mede: „Nadat de Paus zijn leedwezen had uit gesproken over het feit dat de monarchen van Europa zich niet verbonden om den van haar aanstaande uit den stal tegen. On willekeurig vertraagde zij haar stap. Zou zij hen soms storen? Hij kwam immers als dokter. „Wat zal dat kind u voorlezen, mevrouw hoorde zij hem vragen. „Manfred? Och, laat haar liever maar geen kennis maken met dien melancholieken heldEn ook voor u is het geen geschikte lectuur. Laat u iets vroo- lijks voorlezen, iets van Reuter bijvoorbeeld; ze draagt die frissche en gezonde verhalen wezenlijk allerliefst voor." „Iets vroolijks?" hoorde zij Hortense ant woorden. „Het. leven is zoo ernstig." „Maar van die andere lectuur, waarvan gij spreekt, begrijpt zij waarschijnlijk niets." „Dat's zeer complimenteus! Ik bedank u wel uit naam van uw aanstaande vrouw Maar uw wil geschiede we behoeven ook eigenlijk in het geheel niet te lezen." Bij deze laatste woorden trad Lucie binnen ze wierp haar verloofde een beschroomden blik toe en zag bleek. Hij gaf haar een hand en betuigde zijn spijt, dat hij niet langer kon blijven. „Breng mij tot aan de poort!" verzocht, hij haar. Zij liep naast hem de binnenplaats over, terwijl Hortense het paard voerde. „Arm kind," zeide hij medelijdend, „gij voelt je hier zeker niet recht op je gemak?" „Waarom niet?" vroeg zij. Hij bleef staan en zag haar aan. „Ik voel mij hier zelfs al geheel thuis," verklaarde zij. „Ik vind Hortense allerliefst en verstandig, en geniet van den omgang met haar." (Wordt vervolgd.) Paus zijn onafhankelijkheid terog te bezorgen, antwoordde de Keizer dat er wel een Ver bond tusschen de Vorsten bestond, doeli uit sluitend inet liet duel om den vrede te band haven: naar 's Keizers meening werd de vrijheid, die de Paus noodig had ter ver vulling van zijn liooge roeping, door mets bedreigd. Toen de Paus over dit onderwerp doorsprak en wees op Frankrijk, dat alleen een welwillend oor leende aan de verwach tingen van het Vaticaan, brak de Keizer het gesprek af door verlof te vragen om zijn broeder aan den H. Vader voor te stellen. Op ditzelfde oogenblik ging de deur reeds open en trad Prins Heinrich binnen, lten kamerheer van den Paus had wel getracht den toegang te weigeren, doch Herbert Von Bismarck had de deur geopend inet de woorden. „Men laat een broeder van den Duitschen Keizer niet wachten.' „Terstond na het afscheid van den Paus reed de Keizer niet naar den Duitschen gezant, doch naar het Quirinaal, waar luj Crispi tot ridder van den Zwarten Adelaar benoemde." In het begin van 1889 zal Koning Hum- bert den Keizer te Berlijn een tegenbezoek komen brengen. Door de aanhoudende regenbuien is er storino gekomen in het programma, dat met het ooo op het bezoek van Keizer Wilhelm te Rome opgemaakt was. Zoo beeft men het uitstapje naar „Tivoli" en de bezichtiging van het „Forum" moeten uitstellen. De illuminatie had veel van het weer te lijden. Voorloopig is vastgesteld, dat de Keizer op 22 dezer, den verjaardag zijner gemalin, weder te Berlijn teruggekeerd zal zijn. Den 25sten zal hij daarop naar Blankenberg op reis gaan, den 2ilsten naar Hamburg en den 31 sten naar Leipzig, waar hij den eersten steen zal leggen van het aldaar op te richten Paleis van Justitie. Naar de correspondent der „btanaard uit Rome seint, is de Romeinsche quaestie tij dens liet onderhoud van den Keizer van Duitschland met den Paus wel degelijk aan geroerd, ofschoon tegen den zin van den Keizer. De Paus begon over deze aange legenheid met te doen opmerken hoezeer zijn invloed ten goede zou toenemen bijal dien Europa besluiten mocht s Pausen wereldlijke macht te herstellen. De Keizer trachtte het onderwerp te vermijden, maar toen de Paus bleef aandringen, zeide Wil helm hem ronduit dat hij de macht miste om het vraagstuk ter sprake te brengen, aan gezien hij te Rome verwijlde als gast en bondgenoot van den Koning van^ Italië. De Paus zinspeelde desniettemin op zekere Europeesche mogendheden, waaronder r rank- riik, die het herstel van zijne wereldlijke macht wenschen. De Keizer bleef echter onverzettelijk. Daa"s daarna had Graaf Bismarck een onderhoud met den Paus, bij hetwelk eerst genoemde den woorden des Keizers herhaalde, en daarbij tevens te kennen gaf dat de Keizer niets onaangenaams bedoeld had voor den persoon des Pauses. Aan de Turksche ambassade te Weenen werd jl. Maandag verzekerd, dat Keizer Wilhelm nog in dit jaar een bezoek aan Konstantinopel zal brengen. De te Darmstadt bij de groothertogelijke familie vertoevende erfprinses-weiluw-e Elisa- beth Van Anhalt ontving aldaar jl. Dinsdag de tijding dat haar broeder, de landgraaf Frederik Wilhelm, op den overtocht van Batavia naar Singapore, over boord geslagen en verdronken is. De overledene was 15 October 1854 te Kopenhagen geboren. j)e gezagvoerder van het stoomschip Finnace" rapporteert, dat hij in do nabij heid der Amerikaansche kust een scheepje ontmoette, waarin de kapitein yan een bark, die schipbreuk had geleden, zich met zijne vrouw en twee zoons bevonden. De opva renden weigerden aan boord genomen te worden. Ze vertelden hoe mj nadat hun schip, de „Aquidrek", nabij de Rio Grande do Sul met de geheele bemanning, die door de pokken was aangetast, vergaan was, wonderbaarlijk aan die ziekte en verdrinken ontkomen waren en een schuit met drie masten gebouwd hadden, waarmede zij „op hun eigen houtje" naar Baltimore terug wilden keeren. De boot was 30 voet lang, 5 breed en had 3 voet diepgang. Verscheidene malen hadden zij reeds schepen ontmoet, die hen van levensmiddelen hadden voorzien, en zoo hadden ze reeds 2900 mijlen afgelegd, vol komen gezond, en vol moed Baltimore veilig te zullen bereiken. Volgens het „Tageblatt heeft het Rijksgerechtshof afwijzend beschikt op de aanvraag van Geffken's verdediger (advokaat Wolffsohn), om Geftken uit de preventieve hechtenis te ontslaan. jjet comité voor liet verleenen van hulp aan de slachtoffers der overstroomingen in Duitschland, heeft zijn eind-zitting ge houden en rekening en verantwoording gedaan. Van de 3,438,123 Mark 55 1 f. is „o" 184,813 M. 10 Pf. in kas gebleven, waaraan later een bestemming zal worden ge^eien^n Z;CJ, herinneren, dat eenigen tijd geleden de manschappen der Duitsche kanonneerboot „Move" deserteerden, teneinde een guerilla-oorlog te gaan voeren tegen da

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 2