HËLDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1888. M 137. Woensdag 14 November. Jaargang 46. Uitgever A. A. BAKKER Gz. Bekendmaking. 19> Hortense en Lucie. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal franco per post 0.70 0.90 BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentie»Van 14 regels 40 cents, elke regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte; Bij abonnement lager Dienstaanbiedingen a 5 cents per regel a contant. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter algemeene kennis, dat door den Raad dier gemeente, in zijne zitting van den 6 dezer maand, tot leden van de Commissie om Burgemeester en Wethouders bij te staan in het toezien op het beheer en onderhoud van alle plaatselijke werken en vaste eigendommen, zijn benoemd de Heeren: H. JANZEN Ez. J. HOOGENBOSCH. J. VERFAILLE. T. C. GOVERS. Helder, 7 November 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. Binnenland. De afgetreden Gouverneur-generaal van Nederl.-Indië, de heer O. Van Rees, die 8 dezer te Genua aan wal is gestapt opzijn terugreis naar Nederland en daarna een zijner familieleden in Duitschland bezocht, werd gisteren in de residentie verwacht. Volgens de „Stoompost* is eene proef neming met derde klasse telegrammen in overweging genomen, nl. het tegen vermin derden prijs overseinen van nietspoedeischende berichten op de voor de telegraaf meest geschikte tijdstippen. De Maatschappij van Geneeskunde heeft zich bij adi-es tot den Minister van Binnen land sche Zaken gewend, met verzoek maat regelen te nemen tegen het uitoefenen der Naar het Duitsch van W. Heimbcrg. Hortense begon nu een wonderlijk leven te leiden; 't was, alsof zij behoefte gevoelde zich in een zwijmel van vermaken te bewe gen. Wandelingen, komedies, partijen wis selden elkander voortdurend af; eene van hare kostschoolvriendinnen was te Dresden getrouwd met een officier, eene andere met den eigenaar van een riddergoed in den om trek, en thans, terwijl zij dit vroeger gewei gerd en zelfs angstig vermeden had thans zocht Hortense die dames op. Zij reed naar haar toe; lachend werd er afgesproken op het terras te dineeren of een watertochtje naar Pillnitz te doen. En 's avonds, na af loop van de komedie, verzamelde zich een vroolijk gezelschap in de zaal van het hotel, waar Hortense hare vrienden onthaalde. Zij lachte en praatte en scheen de opgeruimdste van allen. Waldemar Weber maakte ook deel uit van dien prettigen kring. Lucie wist niet, of Hortense hem had uitgenoodigd, dan of hij zich uit eigen beweging daarbij had aangesloten; in elk geval ontbrak hij nooit en praatte met zijn diepe basstem, die altijd en op ieder indruk maakte, met de heeren over de jacht en de paardenfokkerij, met de dames over kleine, sierlijke voorwerpen van weelde, die in een porseleinfabriek in Thu- ringen vervaardigd werden, en waarvan hij beloofde haar eenige staaltjes voor hare éta gères te zullen sturen. Lucie zat er meestal zwijgend bij. Zij vroeg zich af, wat Hortense wilde. Maar ze kon die vraag niet beantwoorden. Op den avond vóór Wilken's trouwdag bleef Hortense thuis. Zij had een uitstapje naar het bastion afgeslagen, onder voor wendsel dat ze hoofdpijn had. Werkelijk lag zij dan ook met de oogen dicht in de half verduisterde kaïner op de sofa. „Hortense!" zeide Lucie medelijdend,haar over de bleeke wangen strijkende. „Als ik maar wist, waarom gij je eigenlijk zoo met opzet ziek maakt?* Hortense nam de zachte hand van het meisje in de hare, maar antwoordde niet. Lucie had dien ganschen dag een zonder ling gevoel van angst, dat ze niet van zich kon afzetten. Zij ging wel drie- of vier maal naar beneden, om den portier te vragen of er ook brieven waren gekomen. Maar neen [hij had nooit iets. „Zou dat stil- orthopaedie en massage door niet-geneesl un- digen, zonder aanwijzing en voortdurend toezicht van geneeskundigen. Tevens heeft zij verzocht bij de volkstel ling in 1889 het aantal blinden, doofstommen, idioten en krankzinnigen te tellen. Nog vraagt zij, het toezicht op het slacht vee te verscherpen en, om hondsdolheid te voorkomen, de honden voortdurend te muil korven. Aan den Minister van Financiën werd verzocht, de geneeskundigen te ontheffen van het betalen van patent. Zoowel in Noordholland als in Fries land ziet men thans op vele plaatsen het eigenaardig en zeldzaam geval, dat gelijk tijdig en in elkanders onmiddellijke nabij heid hooiers en schaatsenrijders druk in de weer zijn, terwijl ook nog op sommige plaatsen de koeien in de weide zijn. Te Knijpe (Friesland) bracht een boer nog drie wagens goec^-lj)i binnen. Jl. V; >agavond had er in de Duitsche kerk te ''eeiiage een vrij druk bezochte openbare ^menkomst plaats van de Neder- landsche Gereformeerde Zendingsvereeniging, welke ten" doel had de oprichting te bevor deren en te steunen eener opleidingsschool voor inlandsche onderwijzers en predikers te Foerworedjo (Bagelen). Als sprekers traden op de heeren Lion Cachet, predikant bij de Ned. Geref. gemeente (Doleerende) te Rotter dam en dr. Th. Ch. L. Wijnmalen, te 's Hage. Eerstgenoemde gaf eenige mededcclingen omtrent doel en karakter der op te richten school, die, naar de Gebroeders Keuchenius, Keuchenius-school zal heeten en waarvoor de onbekrompen jaarlijksche steun werd gevraagd. Vooraf echter wex-d door laatst- zvvijgen een goed of een slechtteeken zijn?" dacht zij, toen ze voor de vijfde maal tevergeefs had geïnformeerd. Ze stond met bezorgd gelaat in de vestibule, waar de tuin lui juist bezig waren met groote laurier- en mirtenboomen naar de zaal over te brengen, welker deuren wijd openstonden. Op den achtergrond hing een donkerrood gordijn, waarmede de behanger nog druk bezig was, eix op een geïmproviseerde verhevenheid stond een heer met een witten knevel be schikkingen met den hotelhouder te nxaken. Op dit zelfde oogenblik kwam Wilken de trap af, gearnxd met een deftige oude dame in wandelkostuum, wier wezenstrekken veel op de zijnen geleken. In het voorbijgaan hoorde Lucie, dat hij „moeder" tegen haar zeide. Een onbeschrijfelijk medelijden ïxxaakte zich van haar meester. Zij vloog de trap pen op en viel Hortense om den hals. De dag ging om. Tegen den avond stond de jonge vrouw op; daar was toch nog een brief gekomen, maar van Madexxxoiselle. Een kleiner brief, met een adellijk wapen ver zegeld en met buitenlandsche postmerken, zat er ingesloten. „Een brief van mijn va der!" zeide Hortense, hem ter zijde schui vende. Haastig zag zij Mademoiselle's Fransch gekrabbel door. „Alles is bij het oude, ze schaken eix de paarden zijn gezond en wel," zeide zij, en begon daarop den andereix brief ongelezen met een schaar in duizenden stuk jes te knippen. Lucie liet peinzende den blik weiden over het fraaie plein, dat door den glans der avondzon beschenen voor haar lag. Al de standbeeldexx van de Hofkerk waren als in rood goud gedoopt. Boven het open beeld houwwerk van den toren der Evangelische kerk, dat als kant tegen de donkerblauwe lucht afstak, stond de sikkelvox'mige maan. In de scbouwbxxrgzaal waren de lichten al aangestoken, terwijl de laatste bezoekers zich derwaarts spoedden. De atmosfeer was ver vuld met welriekende geuren, die de westen wind uit tuinen en parken aanvoerde. Nu kwam een sierlijke epuipage aanrollen en Lucie keek naar beneden, toen deze voor den ingang vaxx het hotel stilhield: Wilken, in uniform, was zijne bruid bij het uitstij gen behulpzaam; de ouders volgden. Het jonge meisje was in roze zijde gekleed en droeg haar lange vlechten nu opgestoken; ze had een bouquet rozen in de hand. Lu cie zag verschrikt op. Hortense had plotse ling naast haar gestaan. *Zal ik je wat voorlezen?" vroeg zij. „Ik genoemde een rede uitgesproken, eenige cijfers en feiten medegedeeld op liet gebied der zending in Indië. Het was den heer Wijnmalen aangenaam te constateeren, dat nu niet alléén de kerkelijke partijen de kerstening van Indië wilden bevorderd zien, maar alle staatkundige partijen haar raadzaam achten, terwijl ook de Indische pers zich daarmede vereenigen kan. Tot bevordering der zending werd tevens opgewekt, opdat het werk ons niet uit de handen genomen worde door Engelschen en Amerikanen, die bereids aan zendelingen in Indië vroegen, waar zij zendingsposten zouden kunnen ves tigen. De samenkomst werd geopend en eindigde met gebed, terwijl bij het begin en het einde gezongen werden Ps. 65, vs. 1 en 2, en Ps. 86, vs. 6 en 5. De heeren dr. A. W. Bronsveld, te Utrecht; dr. F. Van Glxeel Gildemeester,te 's Hage; dr. J. Th. De Visser, te Rotterdam; mr. M. J. Van Lennep, te 's Gravenland, en Jhr. mr. I. H. J. C. Martens van Seven- hoven, te Zutfen, uitmakende het bestuur van het voor eenigen tijd te Utrecht opge richte „Gymnasiumfonds", hetwelk ten doel heeft, onbemiddelde, maar met goeden aanleg bedeelde en met Clxristelijken zin bezielde px*edikantszonen en jongelieden uit andere gezinnen te steunen bij de gymnasiale voor- bei'eiding tot het bekleeden van het leeraax-s- ambt in de Ned. Herv. Kerk, hebben eene circulaire verspreid, waarin zij medewerking vragen om dit fonds te steunen. Door eene algemeene samenwex-king, zoowel in de groote steden als ten plattelande en vooral door vacaixte gemeenten, die er direct belang bij hebben, kan de Herv. kerk binxxen een niet zag daar juist de duiven boven de Hofkerk in de avondlucht fladderen, wat mij op eeixs aan Venetië deed denken. Weet ge nog wel hoe wij daar den „Childe Harold" lazen en den „Koopman van Venetië?" Op dit oogenblik werd er aan de deur geklopt. De kellner diende den heer Weber aan. Hortense knikte toestemmend. „Ik had niet gedacht, mevx'ouw, dat ik genadig bij u zou worden afgewacht," zeide hij gekscherend tot Hortense. „Ik hoorde tot mijn spijt, dat gij ongesteld waart, en wilde bij juffrouw Walter naar uwe gezond heid informeeren. Verplicht!" ging hij voort, den fauteuil afwijzend, dien de jonge vrouw hem aanwees, „ik zal u niet lang ophouden. Ik zie, dat ge u niet prettig voelt en be klaag u, dat het groote feest beneden uvan uw xxachtrust zal berooven. 't Is ongeloofe- lijk, dat xnenschen, die zulk een prachtig eigen huis hebben als de oude heer van Norbert, zoo'n familiefeest in een logement vieren Hortense had weer plaats genomen en vroeg: „Kent gij die menschen?" „Oppervlakkig. Ze wonen op een buiten, in de buurt vau het mijne. Ik heb hem wel eens in de sociëteit ontmoet en ook ben ik eens op het Landhuishoudkundig congx'es met henx in aanraking gekomen. Hij is een wonderlijke sinjeur, maar op en top een gentleman ik heb alle respect voor zijn manier van leven. Maar de danxes ken ik in het geheel niet," liet hij er op volgen „ik weet alleen, dat er van Marie van Nor- bert altijd als van een goed, wèlopgevoed kind werd gesproken. Maar, vergeef mij, mevrouw, ik kan u aanzien, dat ge niet wel zijt, zoudt ge den dokter ixiet eens Hortense schudde ontkennend het hoofd. „Van avond wil ik liever alleen zijn Met bezorgd gelaat nam hij afscheid. „'t Is zoel buiten," zeidè hij zacht tot Lucie; „ik denk dat we van nacht onweer krijgen." Hortense zat zwijgend met het hoofd achtex'over in de kussens geleund. Het was stil in de kamer en erg benauwd. Nu sprong zij verschrikt op: de eerste tonen van dexx Hochzeitsmarsch uit de Lolxengrin drongen tot haar door. „Ik geloof, dat 't in mijn kamer rustiger zal zijn," zeide Lucie. „Laat mij maar stil zitten Het meisje zette zich zwijgend tegenover haar. De welluidende tonen weerklonken door kamers en gangen. Nu was het een al te groot aantal jax-en de noodige predikanten bekomen. Reeds ontvangen zes jongelieden uit dit fonds ondersteuning. Vier van hen zijn te Deutichem en twee elders op het Gymnasium, maar er zijn er nog velen, die steun noodig hebben, waarvoor echter de middelen nog ontbreken. Zij doen daarom een krachtig beroep op alle goedgezinden, om als lid van deze Vereeniging toe te treden; ook vrij willige bijdragen zullen zeer welkom zijn. In de jl. Vrijdag te Amsterdam ge houden vergadering der R.-K. Kies vereeni ging werd het vraagstuk der wereldlijke macht van den Paus ter sprake gebracht en gaf de Voorzitter, mr. Farensbaclx, een ge schiedkundig overzicht van de rechten van den Pauselijken stoel op Rome. Dr. Vermeulen, lid der Kamer, verkreeg daarna het woord. Hij verwachtte, dat het hei'stel der wex-eldlijke macht eex*der van de Katholieken, dan van de Regeeringen te wachten zou zijn. Na een kort debat werden twee resolutiën, aan den Paus te richten, aangenomen, waarin lo. de Kiesvereeniging haar kinderlijke liefde exx vei'knochtheid aan den Paus betuigt, onder protest dat hem nog immer die wereldlijke macht wordt onthouden die onmisbaar is voor zijn hooge waardigheid; en 2o. de wensch wordt geuit dat dit protest algemeene in stemming mocht vinden bij alle Katholieken in geheel Nederland. Op een vraag of deze Kiesvereeniging zich alsnu aan het lioofd der beweging ten guxxste van de rechten van den Pauselijken Stoel zal stellen, antwoordde de Voorzitter, dat aanvankelijk een afwachtende houding zal worden aangenomen. poos stil, maar toen begon de muziek op nieuw. Een wals! Nu slaat hij de armen om zijn bruid en vliegt met haar door de zaal, en die bruid heeft een vader, die een fatsoenlijk man is, dacht Lucie. Arme, arme Hortense „Een telegram voor juffrouw Walter!" i-iep de kellner, wiens kloppen niet gehoord was, ovei'handigde haar het couvert, stak schielijk een kaars aan en verwijderde zich. „Aan mij?" mompelde het meisje. Ze wist, wat dat bericht behelsde, nog eer zij 't had gelezen. Met bevende handen vex-brak zij het couvert en toen zij het telegram even had ingezien, bleef zij met gebogen hoofd als verlamd staan. „Wat is er?" vroeg Hortense, naderbij komende. Zij nam haar het papier uit de slap neerhangende hand en las: „Matlxilde heden middag zacht gestorven. George Zij durfde Lucie niet aanzien. Stil legde zij het blad op tafel. De muziek beneden was verstomd; men hoorde niets dan het krampachtig snikken van het meisje. Maar plotseling vermande Lucie zich, snelde naar hare kamer en kwam met hoed en mantel terug. Hortense greep haar bij deu arm. „Wat wilt ge doen?" „Ik wil weg!" was het antwoord. Nog van nacht? Ik smeek je, Lucie, ge kunt nu toch niet op reis gaan, ge zijt zoo zenuwachtig! Wacht ten minste tot morgen vroeg Zonder haar met een antwoord te ver waardigen, knoopte Lucie haar regenmantel dicht. „Wees toch verstandig, Lucie! Ge kunt daar immers toch niet meer helpen, morgen komt ge vroeg genoeg en Maar zij zweeg onthutst, zóó toornig trad het meisje op haar toe. „Zwijgklonk het van hare trillende lippen, „probeer het niet, mij ten tweeden male van mijn plicht af te houden! 'tlsuw schuld, dat ik haar niet levend meer aan tref, gij Zij bleef steken, naar den adem hijgende, en keerde zich om. Handschoenen en voile lagen op de tafel; zij greep ze op en wendde zich naar de deur. Hortense was onbeweeglijk op dezelfde plek blijven staan. „Lucie!" riep zij. Het meisje stond even stil en keek achterom. „Ik vind 't naai', dat ge zoo alleen gaat," zeide Hortense. Lucie zag haar knorrig aan. „Zoo naar Waarom gaat ge dan niet mede?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 1