HELDERSCHE ESI MEIIWERIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1888. M. 142., Zondag 25 November. *4Êir Jaargang 46. Uitgever A. A. BAKKER Oz. 24> Hoi'tense en Lucie. a,VVij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag cn Zaterdag. Abonnementsprijs per kwarta.nl0.70 franco per post 0.90 BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der AdvertentienVan 14 regels 40 cents, elke regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte; bij abonnement lager Dienstaanbiedingen a 5 cents per regel a contant. Binnenland. Eene subsidie aan do Hollandfiche Maat schappij van Landbouw, voor do door haar op te richten zuivelschöol, wordt door de Regeering voorloopig niet verleend, omdat de Regeering niet gebleken is, dat minstens de helft der kosten is verzekerd, en omdat de plannen haar niet zijn voorgelegd. De Minister van Binnenl. Zaken is teruggekomen van zijn plan, om terstond alle beurzen van de Rijkskweekscholen op te heffen. Hij handhaaft er voorloopig tien aan elke Rijkskweekschool, doch zal reeds het volgend jaar een dier scholen opheffen. Naar men verzekert, is de kapitein ingenieur Van Schermbeek, die, zooals men weet, gcruimen tijd in Japan vertoefd heeft, van particuliere zijde belast met een zending van wetenschappelijken aard in China. De Gemeenteraad van Middelburg heeft afwijzend beschikt op een aanbod, om het Museum „Prins Hendrik" van 's Hage naar Middelburg over te brengen. Bij den kolfwedstrijd teZuidscharwoude, den 20 dezer gehouden bij den heer A. Kist, werd de prijs behaald door den heer P. De Geus Cz., de 1ste premie door den heer P. Kraakman en de 2de premie door den prijswinner, heiden van Zuidscharwoude. In het antwoord van den Minister van Binnenlandsche Zaken op het verslag der afdeelingen omtrent zijne begrooting wordt verklaard, dat het in zake de ongeregeldheden te Schagen ingesteld ernstig onderzoek geen aanleiding gaf den Burgemeoster plichtver zuim ten laste te leggen. Uit het gerechtelijk onderzoek zal moeten blijken, of verdere Regeerings-tusschenkomst noodig is. In de Moerbeek (gemeente Nieuwe Niedorp) is jl. Woensdagmiddag een acht- Naar het Duitsch van W. Heimburg. Dietje had geen kwaden, maar een treu- rigen dag. De dokter kwam haastig thuis en begaf zich terstond naar zijn kamer, zon der eerst koffie bij haar te drinkenen toch stond het geurige vocht zoo warm en goed bezorgd op het blinkend geschuurde koperen komfoor, ten overvloede nog met een prach tig geborduurde „koffiemuts" bedekt. Zij schonk zijn kopje in, ging hiermee naar be neden en tikte beschroomd aan zijn deur. Op zijn ,/ja l" trad zij binnen en zag hem met somber gelaat voor zijn schrijftafel zitten. «Daar zijn boodschappen voor je gekomen," zeide zij vriendelijk. „Ge moest bij den brouwer Guntlier komen en ook bij Joseph- son, den bankier. En dan heeft Mademoi- selle Bertin gevraagd, of ge morgen voor den middag nog eens weer naar den ouden baron wilt komen zienhij schijnt zich over iets erg zenuwachtig te hebben gemaakt. Ze was zelve hier en vreeselijk opgewonden. Denk eens, Hortense van Leeuwen is weer geëngageerd." //Zoo?" antwoordde hij onverschillig. „Met een zekeren mijnheer Weber. Als hij nog maar „van Weber" heette, zeide Mademoiselle Bertin zuchtende." Dit laatste perste hem een glimlach af. „Ze komt vandaag, Alfred." „Het jonge paar is al hier," hernam hij, „en Lucie is bij hen." „Lucie?" Tante Dietje verschoot van kleur en zag haar neef aan. „Ik dacht, dat ze bij haar zwager zou blijven, Alfred?" „Ja, waarachtig!' klonk het bitter uit zijn mond, „dat had ik ook gedacht!" „Houd je bedaard, jongenlief!" zeide zij goedaardig, terwijl ze hem met bekommerd gelaat op zijde trad. En hem de hand op het hoofd leggende, vroeg zij: „Kunt ge 't nog maar altijd niet te boven komen?" Hij weerde haar haastig af. „Laat mij met vrede! 't Was maar één moment 't kost moeite om te begrijpen, dat zooveel Eensklaps brak hij af en sprong op. „Word ik dus hij Gunther en hij Josephson gewacht? Best! Ik ga da delijk En binnen weinige oogenblikken stapte hij het ijzeren hek uit en de straat op. jarig meisje, uit de school huiswaarts keerende, door den hevigen storm in eene sloot, on middellijk achter de ouderlijke woning gesla gen, en korten tijd daarna levenloos opge haald. Jl. Woensdagnamiddag is op den Schermerdijk (gem. Akersloot) zekere G. Hart, wonende te Alkmaar, die zich met een wagen, bespannen met 4 honden, aldaar bevond, door den bliksem getroffen en on middellijk gedood. Het lijk werd naar het lijkenhuis te Akersloot overgebracht. De wagen was gedeeltelijk stukgeslagen, doch de honden waren ongedeerd. De ongelukkige laat eene weduwe met 7 kinderen achter. Dat ons Hollandsch rundvee nog altijd door vreemde kooplieden op prijs wordt ge steld, blijkt hieruit, dat Zeeuwsche kooplieden dezer dagen te Berkhout 3 vaarzen kochten voor f 3*00 het stuk. De Arrondissements-Rechtbank te 's Hage veroordeelde jl. Donderdag den spoorweg-conducteur wegens diefstal van spoorkaartjes tot één jaarden spoorlooper uit Leiden, wegens heling daarvan, tot 8 maanden en den koopman uit 's Hage, wegens diefstal van een wagen en paard, tot 9 maanden gevangenisstraf. In het voormalige gebouw „deVrede", vroeger volkskofffehuis, thans de zoogenaamde heilsterapel van het „Leger des Heils" te Amsterdam, werden jl. Woensdag twee huwe lijken van oversten of voorgangers dezer secte met vrouwen-voorgangsters met eene eigenaardige godsdienstplechtigheid ingeze gend en 's avonds gevolgd door een gemeen- schappelijken maaltijd, waaraan ieder tegen betaling van 60 centen kon deelnemen. Er waren daarvoor 500 kaarten beschikbaar ge steld, die ook alle aan den man werden In de eetkamer, welker bruin beschoten wanden rondom met het gewei van herten en reeën waren behangen, zat de familie van Meerfeldt aan tafel. De oude heer aan het boveneind, rechts van hem Hortense, aan zijne linkerzijde haar aanstaande, en naast dezen Mademoiselle Bertin, ter eere van dien dag in een roodzijden japon en met een zwarte kanten sjaal om de schouders. Lucie was de plaats naast Hortense aangewezen. 't Ging bij dien maaltijd wonderlijk stijf en plechtig toe. Reeds de somberheid, die in het vertrek heerschte, voor welks vensters dicht struikgewas het daglicht weerde, en de kille atmosfeer, die den blik onwillekeurig naar den grooten haard deed afdwalen, met den wensch hier een vuurtje te zien branden, brachten een zekere ongezellige stemming teweeg, hoewel de champagne in de glazen schuimde en het groote buffet op den achter grond met al het zilvergoed van den ouden heer prijkte. Hortense had heimelijk Lucie's hand ge grepen; zij at bijna niets-, alleen bracht ze haar glas van tijd tot tijd even aan den mond. De oude baron kweet zich van zijn plicht als gastheer op ouderwetsch ceremoni- eele wijs: hij was voorkomend jegens de dames en uiterst beleefd jegens Hortense's verloofde. Of hij met hare keus was inge nomen dit had zelfs de scherpste waar nemer niet kunnen doorgrondenin elk geval had hij den meest gewenschten preten dent niet heuscher kunnen behandelen, dan dien grooten, bedaarden, blonden man, die daar nevens hem zat. Er werd over YVeber's landgoed gesproken, dat mijnheer Van Meerfeldt nog uit vroeger tijd kende. Hoi'tense zat er onverschillig bij en scheen nauwelijks te luisteren naar het druk gesprek der beide heeren. Alleen toen zij over paarden begonnen, legde ze eenige belangstelling aan den dag. Made moiselle, die zeer veel champagne dronk ze beweerde dat ze dit in Duitschland uit verveling had geleerd zeide nu over tafel tot Lucie, terwijl ze de zilveren fruitmand wat op zijde schoof: „Heb ik je al verteld, Lucie, dat ik eindelijk eenige conversatie heb gevonden in dit ver velende nest? De tante van onzen dokter! Een allerliefste wouw, zo6 bescheiden en eenvoudig! Toen ik eens naar hem toeging, om een consult met hem te houden, trof ik haar alleen aan en kwam in ééne verrukking over haar thuis." gebracht. De maaltijd geschiedde in twee paatijon, telkens van 250 personen, waarbij dan telkens „getuigenissen" afgelegd en „wuivingen" gedaan werden, d. w. z. met zakdoeken gezwaaid werd, op de maat van een lied, dat zeewaardig klonk. Het feest was recht vroolijk. Het maal bestond uit krentenbrood, broodjes met vleesch en thee. Onder de overblijfselen van de vroegere havezathen van Drente, die bij landschaps- besluit van den 8 Maart 1698 ten getale van 18 stuks als riddermatig werden erkend, heeft in oostelijk Drente nog altijd het huis „De Klencke" eenige vermaardheid. Rustig ligt dit landgoed daar te midden der eer waardige stilte, die het omgeeft. Aan het heerlijk geboomte wordt nog altijd door den eigenaar, jhr. mr. D. Van der Wijck, te Assen, veel zorg besteed. Reusachtige eiken en beuken vormen hier de fraaie lanen, die alle op het huis uitloopen, en nog steeds wordt er de heide ontgonnen ten bate der woudcultuur. Omtrent den oorsprong van dit landgoed verneemt men, dat het reeds in 1464 bestond. De overlevering wil, dat de bouw plaats had door monniken, die in hun voernemen om nabij Goes een klooster te stichten, verijdeld werden. In 1482 was het landgoed bekend als „Ther Klempenghe, en eigen aan zekeren Pelgrim van IJselmuiden. In oude charters werd omstreeks 1519 als eigenaar genoemd de heer Hendrik van Haersholte. In 1626 ging het over aan Johan van Wel velde, waarvan eene inscriptie op de torenklok te Oosterhesselen melding maakt. Latere eige naren waren: de adellijke familie Van Boet- zelaar, en in 1699 Rutger Van Dongen, zoon van Cornelis van Dongen, die drost van Koevorden was. Het familiewapen der „Ja, 't is een goedhartig mensch," stemde Lucie toe. Ze begreep dat Dietje's groote beminnelijkheid daiirin bestond, methetgeduld van een lam den woordenvloed der opge wonden Francaise te hebben aangehoord. „En hoe goed zorgt ze voor haar neef!" ging deze voort. „In dat kleine huis is alles even gezellig; hij kan 't onmogelijk beter krijgen, als hij Ge weet immers dat hij gaat trouwen? Niet? Maar wat hebt ge, ma petite? Zijt ge niet wel?" vroeg Made moiselle, zonder eenig besef, dat ze een teere plek aanroerde. Ze was volstrekt niet senti menteel in zulke zaken en meende dat Arend zoo goed als vreemd was voor Lucie; ze had hem immers niet willen hebben, wel nu dan moest hij haar ook onverschillig zijn. „Mankeert je iets?" vroeg zij nog eens. „Ge ziet zoo bleek!' „Neen!" mompelde het meisje, wier gelaat inderdaad even wit was geworden als het tafellaken. „Drink eens, lieveZóó, dat zal je goed doen! En dus wist ge 't niet? Ja, hij is geëngageerd. Ze is groot en blond onder ons gezegd hier hield zij de hand voor den mond „zeer mauvais genrecompleet een boerenmeisje. Sedert zes weken logeert ze al bij zijne moeder. Nu, 't is ook hoog noodig, dat hij trouwt; een dokter zonder vrouw „Lucie", fluisterde Hortense, met een blik op de heeren, „nu worden ze opgewonden Nu zal 't niet lang meer duren, dat hij grootpapa dringt den trouwdag te bepalen. Zóó gaat 't altijd." Maar Hortense had zich vergist. Tot hare bevreemding werd noch onder het dessert, noch onder de koffie, die in de kamer van den ouden heer werd gebruikt, een woord over dit onderwerp gewisseld. De jonge man nam slechts met een zwijgende buiging de uitnoodiging van den heer des huizes aan, om zijn vei'blijf nog eenige dagen te rekken, en gaf met geen enkel woord zijn verlangen te kennen, om haar hoe eerder hoe liever zijn rococo-kasteel binnen te leiden. De jonge vrouw was hierover merkbaar verwon derd. „Wat zou dat beteekenen?" vroeg zij aan Lucie, toen het geheele gezelschap tegen den avond door den tuin wandelde. „Ik weet 't niet," antwoordde het meisje, uit hare eigen gedachten opschrikkend. „Nu, 't is mij goed!" hernam Hortense. Maar Mademoiselle betuigde: „Ditmaal heeft Madame den man gevonden, die haar aankan. Van Drngens is misschien nog in den gevel van het huis „Dc Klencke te zien. Na 1700 werd de oude havezathe minstens drie malen verkocht, en waren de respectieve, eigenaren de heeren Van Diesveld, Kijmmel, en Baron van Kniphausen. Een lid. der adellijke familie Van der Wijck werd door een huwe lijk met eene dochter van laattsgenoemden bezitter de eigenaar, en thans is de derde jhr. Van der Wijck eigenaar van dit land goed. Vereeniging tot ontwikkeling van den land bouw in Hollands Noorderkwartier. In het Café „Suise", van den heer Vau der Werf te Zaandam, werd den 13 dezer de najaars vergadering gehouden van bovengenoemde Yereeni- ning. onder presidium van den heer J. Zijp Kz. Door 40 leden en eenige belangstellenden, waar onder het Gemeentebestuur van Zaandam, werd deze vergadering bijgewoond. Het verslag omtrent den toestand der Vereeniging luidde gunstig, 't Aantal leden bedraagt 185. Het saldo in kas beloopt f 1000. Verslagen werden uitgebracht omtrent de vergadering van de Vereeniging „Het Neder- landsche Paardenstamboek;" omtrent, het Landhuis- houdkundig Congres te Assenomtrent de Vee tentoonstelling te Alkmaar; omtrent den aankoop van Eugelsche fokrammen, en ten aanzien van het stationeeren van beeren van Deenscb ras. Op voor stel van bet Bestuur werd bepaald, dat de voorjaars vergadering in Maart 1889 zal plaats hebben te Wieringerwaard. De prijzen, behaald op de Ten toonstelling te Alkmaar, werden uitgereikt. Voor stellen van 't Bestuur werden achtereenvolgens inge leid door de heeren N. Loder, E. C. Willekes Mac Donald, C. Wijdenes Gz., J. Koopman, J. Zijp Kz. en B. D. Kaan. Deze voorstellen betroffen de ver spreiding van deugdelijke vooijaarszadenbet in zenden van zuivelproducten op de Internationale Tentoonstelling te Parijs in 1889 het verstrekken eener bijdrage aan de Vereeniging „Het Xederlandsche Rund'veestainboek," ter bevordering van inzendingen Let eens op, hoe hij daar heenloopt, zoo vast en zeker, en hoe hij uit de oogen kijkt mon Dieu, met hem is geen gek scheren!Hortensefluisterde zij, toen de jonge vrouw haar inhaalde, daar ze even was blijven staan om een paar vroege rozen te plukken, „ik vrees, dat hij een echte stijfkop is!" Hortense glimlachte en maakte een hand gebaar naar den grond, alsof zij daar iemand liet knielen. „Heb geen zorg!" zeide zij in het voorbijgaan en legde haar arm in dien van haar grootvader, om aan het gesprek van de heeren deel te nemen. Toen het avond was geworden, zaten Hor tense en Lucie in het salon van de jonge vrouw; het theewater zong gezellig. Mijnheer van Meerfeldt had zich volgens ouder ge woonte vroeg te rusten begeven en ook Mademoiselle Bertin ging zooals altijd met de kippen naar bed. Weber had willen ver trekken, maar Hortense vroeg: „Wilt ge niet eerst een kop thee bij mij drinken echter op een toon, alsof ze zich door een weigering volstrekt niet beleedigd zou gevoelen. „Met groot genoegen had hij geantwoord, en nu zaten zij hem dus te wachten. Daar brandde nog geen licht; alleen de kleine, blauwachtige vlam onder den zilveren ketel verspreidde een flauw schijnsel door het gezellig vertrek. Lucie kon de gedachte maar niet van zich afzetten, dat zij hier zoo dikwijls had gezeten met zeker iemand naast zich, die haar van tijd tot tijd ter sluik de hand had gedrukt, en dat dit nu voor goed voorbij was. Na een paar minuten trad Waldemar Weber binnen. De kamenier bracht de lamp, welker licht door een roode kap was getem perd, en zette haar op een hoektafel. Hor tense schonk thee. „Je grootvader ziet er zwak uit," begon hij na een korte poos. „Ik heb hem nooit anders gekend," ant woordde Hortense. „Wat zegt de dokter van zijn toestand?" „Dat weet ik niet. Lucie, hebt gij dokter Arend ooit iets van hem hooren zeggen?" „Neenwas het antwoord. „Arend?" vroeg hij. „Ja, dokter Arend," herhaalde Hortense. „Alfred Arend?" „Ja, zoo heet hij, geloof ik. Is 't niet, Lucie?" „Ja!" klonk het zacht. „Dus woont die oude jongen hier? Dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1888 | | pagina 1