HELDERSUHE
EN NIËUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en MvertenMiM voor Hollands Noorderkwartier.
1888. M. 147.
Jaargang 46.
Vrijdag 7 December.
Uitgever A. A. BAKKElt Cz.
ï9> Hortense en Lucie.
„Wij huldigen
liet goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.70
franco per post 0.90
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der AdvertentiënVan 14 regels 40 cents, elke regel meer
10 cents. Groote letters naar plaatsruimte; bij abonnement lager
Dienstaanbiedingen a 5 cents per regel a contant.
Binnenland.
Door den Minister van Oorlog is omtrent
het onderwijs bij de korpsen bepaald, dat de
leerlingen van den cursus bij de korpsen
infanterie, die na een driejarig verblijf op
die inrichting het examen tot toelating op
den hoofdcursus niet met voldoenden uitslag
afleggen, van den cursus zullen worden ver
wijderd. Eveneens zullen de leerlingen van
de voorbereidende school bij de korpsen, die
na een tweejarig verblijf op die inrichting
niet in staat zijn het examen tot toelating
op den cursus met voldoenden uitslag af te
leggen, die school moeten verlaten, echter
met de bepaling dat zij, na den graad van
onderofficier te hebben bereikt, tweemaal in
de gelegenheid behooren te worden gesteld
aan bedoeld examen deel te nemen.
Vanwege de Noordliollandsche Tram
wegmaatschappij heeft een proefrit plaats
gehad op de nieuw aangelegde lijn Amster
damEdam. De baan werd in orde bevon
den, zoodat een spoedige opening voor het
verkeer kan tegemoet gezien worden.
In het gebouw der „Vereeniging tot ver
breiding der Waarheid" te Amsterdam ver
gaderden jl. Donderdagavond een (JOtal
belangstellenden in de „Middernachtszending'
aldaar, om te beraadslagen over de pogingen,
die men tot ondersteuning van dien zoo
noodigen arbeid zou kunnen aanwenden.
Belangrijke mededeelingen, de ontucht en
onzedelijkheid in de hoofdstad betreffende,
werden daar gedaanbelangrijk eveneens was
wat een der twee middernachtszendelingen
(om hen zoo eens te noemen) van zijn werk
vermeldde. Met grooten dank werd erkend,
dat de houding der politie zeer ten gunste
meêwerkt, en ook dat de burgemeester zich
in welwillende bewoordingen over de arbeid
Naar het Duitsch van W. Heimbubg.
De avond begon te vallen, toen zij bij de
kleine halt aankwam, die midden in het
vrije veld lag. Op het kiezelzand voor de
houten loods stond Hortense in een grijs
linnen kostuum met een knecht achter haar.
Ze tuurde naar en in de eerste wagens en
merkte het niet, dat een jong meisje uit
een der achterste coupé's steeg en op haar
toesnelde.
„Hortense!* klonk het nevens haar, en
beiden lagen in eikaars armen, alsof ze jaren
lang gescheiden waren geweest.
„Hoe gaat het je?"
„En hoe hebt gij 't?"
„En vindt ge 't prettig hier te komen
„O, héél prettig!"
En nu reden zij in den sierlijken land
auer in vluggen draf naar haar nieuwe
woonplaats.
„Neem 't niet kwalijk, dat Weber je niet
afhaalt. Hij wilde meegaan, maar ik weet
niet waar hij gebleven is. Eigenlijk heeft
hij voor niets ooren of oogen, dan voor het
bestuur van het landgoed
„Stil toch, Hortense!" En Lucie kon
niet nalaten een trek van vermoeienis en
verveling in het schoone gelaat naast haar
op te merken. „Hoe verheug ik mij je huis
te zien!" liet zij er op volgen, Hortense's
hand vattende.
„We zijn er dadelijk. Daar komt het
dak al boven de boomen uit."
Ze reden nu achter het dorp om en
sloegen een donkere lindenlaan in; aan het
eind daarvan schemerde licht. Bij het laatste
roodachtig schijnsel van de ondergaande
zon zag Lucie uitgestrekte grasperken, fraaie
groepen boomen, die zich in watervlakken
spiegelden en ouderwetsche beelden van
zandsteen. Zij bevonden zich in het park.
Nu verhief zich voor haar een wit kasteeltje
met marmeren festoenen en arabesken rondom
deuren en vensters; overladen met lofwerk
en versiersels, bont en onregelmatig en toch
allerbekoorlijkst lag daar dat grillige voort
brengsel van een lustig tijdperk te midden
van al dat ernstige groen. Een blauw-witte
vlag woei in den avondwind, en blauw en
wit was ook de tent op het grasperk en het
linnen boven de portiek Hortense's lieve
lingskleuren.
Voor de wijd geopende vestibule hield
het rijtuig stil; de knecht hielp de dames
der Midnightmissiov uitgelaten en zijne be
scherming als hoofd der politie toegezegd heeft.
De verblijdende uitkomst waartoe men op de
vergadering geraakte was, dat een 15tal
mannen zich bereid verklaarden om zoo
krachtig mogelijk het bovenbedoeld werk aan
te vatten, en de grondslagen vooreeneVer-
eeniging, die de middernachtszending ten
doel stelt, gelegd werden. Tevens werd door
velen zedelijken en geldelijken steun toege
zegd, daarin voorgegaan door eenige mannen
uit hoogeren stand, die dien middag ter be
spreking derzelfde zaak in het gebouw van
„Excelsior" vergaderd hadden. Een der
aanwezigen bood voorts zijne woning aan tot
vergaderplaats voor de mannen die aan het
moeielijke werk tijd en krachten wilden
besteden. (Std.)
In zijn geschrift, „Het Christelijk
Socialisme contra het hedendaagsch Socialis
me". geeft de Britsche geleerde E. D.
Girdlestone het navolgend programma voor
de groote hervorming der toekomst: 1. Kos
teloos onderwijs van eiken aard, zoowel ge
woon als vakonderwijs; 2. wettelijke beperking
van het arbeidsuur; 3. aanmoediging van
regeeringswege van de coöperatieve produc-
tie-vereenigingen4. nationalisatie van de
spoorwegen, kanalen, fabrieken, schepen, en
van die overwinst, waarvan elke eigendom
geniet door den algemeenen maatschappelijke!!
vooruitgang5. onmiddellijke onteigening van
de goederen in de doode hand, die verhuurd
moeten worden aan coöperatieve landbouw
ondernemingen; 6. trapsgewijze onteigening
van den geheelen bodem, in den geest van
het plan van Alfred Russell Wallace7. het
bouwen van arbeiderswoningen met behulp
van Staatsvoorschotten8. recht op arbeid
voor allen, die daarvan buiten hun schuld
uitstijgen, een kamenier nam Lucie's lichte
bagage in ontvangst.
//Welkom hier!" zeide Hortense nog eens,
terwijl ze het meisje een kus gaf. „Nu voel
ik mij op eens thuis, nu g ij er ook zijt."
Zij nam Lucie bij de hand en zoo gingen
zij de wit marmeren, met blauw tapijtgoed
belegde trappen op. Overal, naast haar en
boven haar, wit beeldhouwwerk, fraai be
schilderde zolderingen, en overal, zoowel in
stukadoor- als schilderwerk, zag men een nü
witten, dan vergulden, dan weer lichtblauwen
vlinder rondom een roos fladderen.
„'t ls hier beeldig!' zeide Lucie. „Wat
beteekent die kapel?'
„De stichter van dit kasteel heette aan
het hof „Ie papillon," vertelde Hortense.
„Een troepje edellieden had een orde gesticht
nu omstreeks honderdzestig jaar geleden
en noemde deze de orde „des Hermites
de bonne humeur"; ze droegen pelgrims
gewaden van bruine zijde, hoeden met
bloemkransen en stokken met rozeroode
linten. Geestig en levenslustig, amuseerden
zij zich dol. Het ordeteeken was een witte
strik met het devies: „Vive la joie!' Ze
gaven elkander allerlei dwaze bijnamen en
zoo heette graaf R. „de vlinder" en heeft
hier aan die vroolijke kluizenaars de luister
rijkste feesten gegeven. Ge kunt dat zinne
beeld hier aan alle plafonds, op alle schil
derijen en meubels terugvinden.Nu hier
heen, Lucie!"
Ze waren een kleine gang doorgegaan en
Hortense opende thans een wit geverfde
deur. „Ik hoop dat je dit zal bevallen
„O, Hortense, hoe prachtig!" riep Lucie.
Zij stonden op een spiegelgladden, inge-
legden vloer; de muren, het ledikant, de
gemakkelijke stoelen, alles was met wit
calicot bekleed, waarop groote bouquetten
rozen gedrukt waren. Een marmeren schoor
steen met een ingevoegden spiegel, wit ver
lakte meubels, een roode hanglamp aan de
zoldering en dan dat avondrood door de
vensters 't was alsof zij zich in een be-
tooverde wereld bevond.
Hortense nam iu een van de lage stoeltjes
plaats. „Maak het je nu zoo gemakkelijk
mogelijk," zeide zij, terwijl ze haar hoed
afzette. „Als ge klaar zijt, kunnen we aan
tafel gaan. Is mijnheer thuis?" vroeg zij
aan het kamermeisje, dat juist Lucie's bagage
bracht.
„Neen, mevrouw, nog niet.'
„'t Komt er ook niet op aan overeen
verstoken zijn, zonder hen evenwel naar
„Werkinrichtingen" te verwijzen; 9. strenge
maatregelen tegen vervalsching van levens
middelen en tegen eiken vorm van oneer
lijkheid in den handel; 10. progressieve
inkomsten-belasting, boven een zeker niet
belastbaar minimum; 11. verstandige beper
king van het recht van uiterste wilsbeschik
king; 12. alle verkoop van spiritualiën onder
worpen aan het onbeperkt toezicht der
bevolking; 13. openbare ondersteuning der
landverhuizing; 14. beperking tot bepaalden
termijn van het leenen op interest, en af
schaffing van het karakter dier leening als
civiele obligatie, waaraan de steun der wet
wordt verleend; 15. vorming eener socialis
tische partij in het Parlement.
Tegen eenige nummers van dit „Christelijk
Socialistisch" programma zullen voorzeker
bij velen ernstige bedenkingen worden ge
opperd, hoezeer ook de schrijver, blijkens
den verderen inhoud van zijn geschrift, een
open oog toont te hebben voor de nooden
van den tegenwoordigen maatschappelijken
toestand.
De huzaar (oppasser van een hoofd
officier) te Amsterdam, wiens verdwijnen met
een bankbiljet van f 100 onlangs gemeld
werd, heeft zich jl. Maandag te Breda bij
de militaire antoriteit vrijwillig aangemeld,
en is Dinsdag onder gewapend geleide naar
zijn garnizoen overgebracht.
Jl. Dinsdag werd tusschen 9 en 11 en
verder van 2 tot 4 uur in de portierswoning
van het vroegere Gymnasium op den Heili-
genweg te Amsterdam gratis koffie en brood
verstrekt aan allen, die zich daartoe aan
meldden.
Voor de ingang van de Vrouwensteeg
verdrongen zich tal van werkloozen. Vele
kwartier willen wij eten. Zeg dat beneden
Lucie maakte schielijk haar toilet wat iu
orde. „Ik pas eigenlijk volstrekt niet in
al die bonte pracht," zeide zij, terwijl ze met
een weemoedigen glimlach op haar zwarte
japon neerzag.
„Wat zegt ge?" vroeg Hortense, die aan
iets anders gedacht had. En zonder het
antwoord af te wachten, liet zij er op volgen
„Komaan, Lucie, ik heb honger.'
Het meisje volgde gehoorzaam. Ze was
in stomme verbazing over de weelderige
inrichting van al die vertrekken. Hortense's
salon en boudoir waren met wit brocaat be
hangen en gestoffeerd; oud Saksisch porse
lein, wonderlijke uurwerken zag men overal,
en op alles was de vlinder fladderende of
stilzittende aangebracht. Daarbij gewreven
parketvloeren en geschilderde voorstellingen
van herdersspelen a la Watteau tegen de
zoldering. De eetzaal en de daaraan gren
zende kamers van den heer des huizes waren
donkerder gestoffeerd en zagen er statiger
uit. Hier waren de wanden bekleed met
kostbare gobelins, jachttooneelen voorstel
lende, terwijl de grond bedekt was met een
eenvoudig groen tapijt, waarop men zoo
zacht als op mos liep. Het geschilderd pla
fond, door verguld beeldhouwwerk omgeven,
dat het licht van de hanglampen weerkaatste,
stelde de godin Diana voor, het hert achter
volgend. Voorts stoelen van donker hout
met groene zittingen; glazen kasten met
prachtige geweren, en op de met groen laken
bekleede schrijftafel de photographie eener
oude dame met zilverwit haar.
„Hoe mooi is alles hier!' zeide Lucie,
toen zij weer in Hortense's boudoirtje stonden,
„ik zal nooit aan al die heerlijkheid kunnen
wennen.'
Hortense zag ongeduldig naar de pendule
op den schoorsteen.
De wijzer stond op acht uur. „Als hij
niet gauw komt zeide zij.
„O, laten we maar wachten. Vertel mij
onderwijl iets van je leven hier, Hortense."
„Wat zou ik je vertellen?" antwoordde
de jonge vrouw. „Ik heb je immers ge
schreven."
„Ik had gehoopt je wat vroolijker te vinden."
„O, ben ik dat niet? dat wist ik niet.
Och, ik ben tevreden; ik heb het immers
zóó gewenscht." Ze stond met den rug
naar het venster en Lucie kon in de diepe
schemering de uitdrukking op haar gelaat
niet onderscheiden.
moeders met zuigelingen op den arm maakten
gretig van deze gelegenheid om voedsel te
bekomen, gebruik.
Wel een bewijs, dat te Amsterdam de
ellende groot is.
De „Amst. Crt." verneemt, dat de
uitbi'eiding van de geneeskundige inrichting
te Wiesbaden, waaraan dr. Mezger zich ver
bonden had, wegens onvoldoende deelneming
niet tot stand zal komen.
Te Oude Niedorp is dezer dagen eene
landmanswoning met 161 bunders weiland
in openbare veiling verkocht voor ruim
f 40,000; enkele perceelen brachten zelfs
f 3000 per bunder op. Dat tegenover zulk
een aanzienlijk bedrag verschillende koopers
staan, sommigen waarschijnlijk tegen wil en
dank, ligt voor de hand.
Bij een wedstrijd in het schoonschrijven,
uitgeschreven door de redactie van het tijd
schrift „Neêrland's Jeugd", te Rotterdam,
is in de tweede afdeeling, groot en klein
schrift, met 67 deelnemers, de prijs behaald
door Klaas De Geus, leerling der openbare
lagere school te Warmenhuizen.
De groote aankoopen van vee voor
Duitschland worden in de provincie Over-
ijsel voortgezet. De prijzen zijn hoog. Ook
het vette vee is zeer duur; 1ste kwaliteit
geldt tot 64 cents per kilogram.
Uit Ierseke zouden jl. Dinsdag 14
gezinnen, uitmakende ruim 100 personen,
naar Argentiua vertrekken. Zondag werd in
het kerkgebouw, onder toespraken der predi
kanten en onder een grooten toeloop van
belangstellenden, afscheid van hen genomen.
Ook uit Haarlemmermeer zullen eerst
daags eenige gezinnen naar de Argentijnsche
Republiek verhuizen.
Een vlugge voetstap liet zich in de naaste
kamer hooren en het volgend oogenblik trad
de heer des huizes binnen. „Ik maak dui
zend excuses," zeide hij, op Hortense toe
snellend; „maar waarom hebt ge niet even
aan de halt gewacht? Twee minuten over
den afgesproken tijd kwam ik daar aan
juist verdween je rijtuig om den hoek van
den straatweg, en daar ik zoo onbedacht
was geweest om mijn paard weg te sturen,
moest ik nu te voet gaan. Is juffrouw Walter
gekomen?"
Zij wees naar Lucie. „Ja, daar staat ze!
Kom, 't is etenstijd."
Hij begroette het jonge meisje en bood
Hortense vervolgens den arm. Weldra zaten
zij aan de ronde tafel in de eetkamer. Lucie
moest vertellen, hoe de baron voer en of het
afscheid hem niet te hard was gevallen;
Hortense sprak nauwelijks een woord. Toen
het gesprek op Woltersdorf en eindelijk ook
op den omtrek kwam, zeide Weber: „We
moeten eens visites gaan maken, Hortense.
Ik heb altijd met alle families in de buurt
omgegaan."
„Maar ik houd niet van menschen zien,
Waldemar,* was het antwoord. „Daarvan
moet ge mij excuseeren."
„Dat zal moeilijk gaan, kindlief!"
„Maar wat kunnen m ij al die vreemde
menschen schelen? Ik wil niet meegaan, Wal
demar."
„Als gij niet w i 11," hernam de jonge
man, terwijl een lichte blos hem naar het
voorhoofd steeg, „dan behoeven we daarover
niet verder te spreken. Ik kan je niet met
geweld in het rijtuig beuren en zal mij dan
moeten getroosten, dat mijn huis een soort
van hermitage wordt."
„Dat's goed!" zeide Hortense, terwijl zij
voor het tweede levee schelde.
„Ik vrees maar, dat die eenzaamheid in
de eerste plaats jezelve zal vervelen, 't Is
buiten erg stil, zonder goede vrienden en
trouwe buren."
„Stil? Ik heb immers Lucie, en mijn
schilderwerk, en de paarden
Hij lachte even, terwijl hij wijn inschonk
maar Lucie zag, dat 't geen vroolijke lach
was. Hortense had alles opgenoemd alles,
behalve hem.
„Nous verrons," zeide hij kalm. „Ik kan
't wel uithouden, want ik heb u, Hortense;
en als ik merk, dat gij je ook gelukkig
voelt in je eigen huis, zal ik de conversatie
niet missen. En dus, dames: op de nieuw