HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT Jaargang 48. M 10. Woensdag 22 Januari 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. Brieven uit deu vreemde. „En desesperecrt nimmer 1* Jan Pieterts. Coen. Het Vailerlandt ghctrouwe- Blijf ick tot in den doot. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post f 0.90. Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden0.75. Voor de abonnés dezer Courant in de gemeentef 0.30. buiten de 0.35. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 eent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel, Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3 i. a/b Stoomschip „Prinses Marie 14 Januari 1890. Waarde Heer Toen ik nog onlangs afscheid van u nam vergat ik u te vragen, of ik uit den vreem de u nu en dan iets voor uwe courant zou mogen toezenden. Doch de vrijmoe digheid is mij daardoor niet benomen in de u genoemde zaak een beroep te doen op uwe welwillendheid. Wat ik met mijne brieven mij voorstel Licht ontsteken omtrent toestanden uit een land, waar ik nog wel lang een vreemde ling blijven zal? Dat zou voor de meesten vooral van uwe lezers eene groote dwaas heid zijn Ik wensch alleen op die wijze eene gelegenheid te ontvangen om gewaar wordingen, ervaringen mede te deelen aan zoovelen, tot wie ik zoovele jaren achtereen spreken mocht en van wie ik onderstel, dat zij nog wel eens iets van hunnen ouden vriend hooren willen. Aan u nu de be- ooydeeling, of gij op dezen mijnen wensch kunt ingaan Uit den aard der zaak zal de eene brief van den anderen verschillen, doch in geest zullen zij allen overeenstemmen, en opdat gij dien geest alvast kunt leeren kennen, ben ik zoo vrij u bij deze mededeel ing te Zeker zal het velen genoegen doen uit dezen b rief te vernemen, dat de hooggeachte en bemin de leeraar, die zoo pas nog uit ons midden is ge gaan om zijne roeping te volgen aan gene zijde van den Oceaan, daarin belooft ons op de hoogte te houden van zijn leven en streven in den vreemde. En niet alleen voor de duizenden binnen de gemeente, die hem liefhebben en vereeren zal dit een hoogst welkome lectuur zijn, ook voor onze abonné's buiten de gemeente zullen, wij houden ons daarvan overtuigd, deze schetsen van een erkend eerlijk en boven twij fel rechtschapen man waarde hebben. Dat wij nog lange jaren deze brieven mogen zien verschijnen! Red. Feuilleton van de Helderscbe- en Nieuwedieper Courant. io) ELZENKONINGIN. Roman door N. VON ESCHSTRUTH. Alice wierp het hoofd in den nek en neuriede een melodie van Strausz. „A propos, ik heb nog een nieuwtje in petto, raad eens wat u hedenavond nog te wachten staat „Als 't maar geen uitnoodiging van de opper- jagermeesteres is, dan is me verder alles welkom „Neen, daar zijn we deze maand vrij van, maar gij, geluksvogel, zult een nieuwe kennis making aanknoopen o Ruth, hoe benijd ik je de zen avond „Prins Leopold vrc? Elzenkoningin kalm opziende, „bij zal, lioop ik, veel belangwekkends van zijn reizen weten te vertellen. Is hij niet twee jaren weg geweest „Twee jaren bevestigde Alice met een hoofd knik. „Hij had zich alleen aangemeld, niemand was er op verdacht, dat liij gasten mee kon brengen, en van morgen, twee uren vo'ór zijn aankomst, telegrafeert hij „Er komt een vriend met me mee Van uit mijn raam heb ik ze zien aankomen, chérie, ik verzeker je, een beeld van een manTerstond heb ik mijn kamermeisje er op af gestuurd, om bij den lakei zijn naam uit te vis- -sclien, en verbeeld je zoo'n slim ne9t, ze heeft me zelfs een kaartje van hem weten te bezorgen Alice greep haastig zoekend in haar zak. „De jprins heeft op reis zulk een innige vriendschap anet hem gesloten hier lees maar, is 't niet een verrukkelijke naam?" jDoodonverschillig nam Ruth het kaartje én wferp er een blik op. Een plotselinge schrik deed haar beven, 't vfcas alsof zij door een duizeling werd bevangen en het bloed klopte haar onstui mig in.' slapen. doen van een paar ervaringen op mijne reize naar het land mijner bestemming. Ik zal u niet behoeven te zeggen, dat het leven aan boord zeer eentonig is, doch gij weet niet, hoe de passagiers door onder linge welwillendheid elkaar wat afleiding trachten te geven, zoodat zij, die er van mochten gehoord hebben, dat ik als man des vredes hier aan boord sta tegenover drie mannen van het zwaard, gerust kun nen zijn. Ook heeft de bedoelde eentonig heid dit voordeel, dat te meer elke afwisse ling van toestand gewaardeerd wordt. Zoo b. v. laatstleden Zondag! Wij hadden ten gevolge van eene zware mist, die niet min der dan een etmaal aanhield, in de golf van Biscaye eene verdrietige reis gehad, en ook nadat de mist was opgetrokken dagen achtereen niets anders, gezien dan zee en luclit. En daar werd de tijding ons gebracht, dat Kaap St. Vincent in het gezicht wasWij hadden geen rust meer aan de koffietafel en vlogen naar dek. Daar lag de Kaap voor ons en hoe woest alles er ook uitzag, wij hadden bij de aan schouwing van een der schoonste natuur- tafereelen uit Duitschland of Zwitserland niet meer kunnen genieten. Niet voordat de Kaap geheel uit het gezicht was, zoch ten wij onze salon op. En wat waren wij den volgenden morgen vroeg bij de -hand I Wij zouden tegen zonsopgang de Straat van Gibraltar doorkomen. Hoe prachtig was toen het wederHoe blauw de hemel Welk een schouwspel rechts en links van onsIk waag me aan eene beschrijving daarvan niet. Alleen de opmerking, dat een schilder hier partij had kunnen trekken van de weergaloos schoone lichteffecten, die ons te aanschouwen werden gegeven Niet elk bericht evenwel, dat tot ons kwam, zou ons aangenaam stemmen, en heden ondervonden wij het, dat ook in het leven aan boord eene omstandigheid plaats kan hebben, waarbij het eentonige ons nog wel zoo gewenscht voorkomt. Op hetzelfde oogenblik, waarop wij land in het gezicht hadden, wij hoorden dit later „De Sangoulème, luit. ter zee," las zij en hief vervolgens het hoofd op. Haar gelaat stond weer geheel strak, vast en zeker was de hand, waarmee zij het naamkaartje teruggaf. „Zeer zeker een mooie naam. Dank je wel, Alice 1" Y Freule van Nievendloh drukte het kaartje dwe pend aan haar hart. „De prachtigste naam en de meest waardige drager er van riep zij in verruk king en in een lach schietend liet zij er op volgen „Ik geloof waarlijk Ruth, dat ik al par distance op dien interessante» zeeman verliefd ben, let eeus op, het duurt geen drie dagen, of mijn arm hart is red deloos „geënterd" I De jonge man mag overigens van geluk spreken Prins Leopold tot vriend te hebben, is even goed alsof men den admiraalsstaf reeds in den zak heelt. De carrière, die hij te <re- moet gaat, zal wel aan snelheid en aan onderschei dingen niets te wenschen overlaten nog een paar jaren en op dit kaartje prijkt „kapitein de Sangou lème." Ik brand van verlangen om met dat geluks kind kennis te maken en ik zou me zelve wel van ergernis een oorveeg kunnen geven, dat ik mijn kans op heden avond zoo deerlijk verkeken heb „Ik heb al willen vragen, Alice, waarom zult gij niet tegenwoordig zijn vroeg Ruth verstrooid zij boog het hoofd achterover eu staarde strak naar het matte lamplicht. „Prinses Josephine zal toch in geen geval bij de eerste samenkomst met haar meest geliefden neef ontbreken De hofdame haalde ongeduldig dc schouders op. „Neen, dat stellig niet, want, zonderling genoeg, de aanval van haar hartkwaal is dezen keer buiten verwachting snel geweken, zij ligt anders dikwijls dagen achtereen in deu ellendigsten toestand, tot gróoten last voor haar -Jjansche omgeving „Die ongelukkigeuitte freule von Altingen met oprecht gemeend beklag, j,o ik houd zoo ziels veel van Hare Hoogheid, ik vereer die oude dame zoo buitengemeen het zou me innig leed hebben gedaan, als ook het genoegen van dit weerzien haar ontzegd was geworden. Wat zijt ge toch gelukkig, Alice, aan zulk een edeldenkend wezen uw diensten werd een man der equipage toegelaten tot de aanschouwing van een beter land dan ooit deze aarde ons geven kan. Toen wij ver'.rokken, was hij nog onder den invloed der influenza. Hij wilde op zijn post zijn. Eene hevige longontsteking greep hem weldra aan, die in weinige dagen een eincle maakte aan zijn leven. Heden is zijn stoffe lijk overschot toevertrouwd aan den bodem der zee. Men moet dat hebben bijgewoond om al het. indrukwekkende daarvan te ge voelen. Daar, waar het lijk van de ver schansing zal worden neergelaten, scharen zich de kapitein, de administrateur, de dok ter en de belangstellende passagiers. Het ingewikkelde en geheel bedekte lijk wordt op eene plank door eenige mannen der equipage het dek rond gedragen, terwijl zoovelen hunner als mogelijk is volgen, en nadat die ommegang volbracht is, heeft de plechtigheid plaats met een„Een, twee, drie, in Gods naam Hier gaf de kapitein mij verlof vooraf een woord te spreken. Ik wendde mij tot de mannen, in wier midden de gestorvene verkeerd had en was ook gedachtig aan zijne weduwe, die hem niet meer zal zien terugkeerenDie werk zaamheid was de eerste, waartoe ik in mijn betrekking aan boord geroepen werd. De Zondag toch gaat voorbij als de andere dagen der week, waardoor het gevaar te grooter wordt met den dag in de war te komen. Gelukkig heb ik in mijn hut een scheurkalender, die mij van dag en datum op de hoogte houdt en die mij door zijne bijschriften nog iets meer geeft dan dat moed en kracht in den strijd des levens, die voor den een zooveel moeielijker is dan voor den ander. Geloof mij met de beste wenschen voor u, de uwen en al uwe plaatsgenooten tt. L. van 't Sant. te kunnen wijden „Nu ja," antwoordde freule von Nievendloh met een eenigszins spottend lachje, „ik zou van harte gaarne mijn post voor een tijd aan u afstaan. De prinses is, zooals ge te recht opmerkt, een oude dame," vervolgde zij scherp, „die dag in, dag uit in haar looverhut met de verdorde heerlijkheden zit dikwijls vind ik 't van een jong meisje van mijne geaardheid wel wat te veel gevergd, zulk een kloos terleven te moeten deelen. Gelukkig heeft Hare Hoogheid vaak medelijden met mij, opgesloten vo geltje, en opent dan mijn kooi. Hemel, als ik be denk, welk een onafgebroken reeks van vermakelijk heden de Sternows bij de jonge hertogin te genie ten krijgen, dan beef ik soms van ergernis, als ik beneden de equipages hoor rollen en de linkervleu gel van het kasteel in een lichtzee van de heerlijk ste genoegens zwemt, terwijl ik als een martelares naast den ouderwetschen ziekestoel der prinses zit, en haar de vervelendste romans moet voorlezen Freule Alice stampte driftig met haar voetje op den parketvloer en de uitdrukking, die hare gelaat strekken op dit oogenblik aannamen, maakte haar leelijk en oud. Ruth werd wrevelig over die onbedwongen ge moedsuiting en het koortsig haken naar genot en verstrooiing scheen haar bepaald verachtelijk. Met welk een bedeesde, eerbiedige verrukking zou zij zelve niet aan de voeten der achtenswaardige vrouw gezeten hebben, om op te zien naar dat vriendelijke, goedige gelaat, welks blauwe oogen haar zoo zacht en geduldig toelonkten, en toch dof geworden wa ren van de tallooze tranen, die lijden en smart er aan hadden afgeperst. De prinses was voor Ruth een toonbeeld van het treffendst geduld, de roerend- ste onderwerping en de liefste uren aan het hof waren voor haar de bezoeken in Josephine's vrien delijke hoekkamer, als de zieke dorstte naar een teug frissche natuurlijkheid en de eigenares van Al tingen bij zich liet ontbieden. „Hare hoogheid is dus niet ziek, en toch zult gij heden avond niet aanwezig zijn?" vroeg Ruth na NEDERLAND. HELDER, 21 Januari. H. K. H. Prinses Wilhelmina, die eenige dagen lichtelijk ongesteld was, maakte jl. Donderdag weder een rijtoertje. H. M. de Koningin ziet men dagelijks een rijtoer maken. Blijkens een te 's Hage ontvangen telegi'am is de luit. ter zee 2de ld. jhr. van Sprengler, bij Atjeh door een schot ernstig verwond. Gelukkig kunnen wij, zegt „het Vad.", bij dit bericht de mededeeling voegen, dat een telegram, bij de familie ontvangen, meldt, dat de toestand van den gewonde bevredi gend is. Door de Koloniale Staten was aan den gou verneur van Suriname een besluit van den na volgenden inhoud toegezonden. „De Koloniale Staten, overwegende dat het verzet van het overgroote deel der belasting schuldigen in het district Para om hunne bij drage in de personeele belasting te voldoen, het alleszins noodig maakt dat de Staten worden ingelicht omtrent den loop en den stand dier aangelegenheid. „Overwegende dat, afgescheiden van de bij zonderheden daarvan, de plaats gehad hebbende gebeurtenissen in dat district op zichzelve reeds het noodzakelijk maken dat, ter handhaving van orde en gezag, de bezetting van den militairen post „Republiek", overeenkomstig het reeds bij adres van i December 18SS aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal door de Koloniale Staten gedane verzoek, zoodra mogelijk worde versterkt. „Besluiten „Naar aanleiding van art. 105 van het regee- ringsreglement den gouverneur uit te noodigen „den Staten mededeeling te doen van den loop en den stand der Parakwestie, en of het bestuur op grond daarvan niet van meening is, dat de post „Republiek" zoodra mogelijk van eene voldoende bezetting dient te worden voor zien". De gouverneur van Suriname heeft op dit besluit het navolgende geantwoord „De ondergeteekende ziet zich verplicht de Staten te doen opmerken, dat de hun gegeven bevoegdheid om den gouverneur uit te noo digen hun wegens zaken, de kolonie betreffende, inlichtingen te geven en om bij hem de belangen der kolonie voor te staan, niet zoo ver reikt dat het aan hen staat te beslissen of het verstrekken eenig zwijgen. „Neen, neen! Dat is 't juist, wat me zoo ergert riep Alice mismoedig uit, „het geval is doodeen voudig, dat ik er leelijk ingeloopen beu Giste ren namiddag kreeg dc prinses namelijk weer een duizeling eu een lichte aandoening van hoofdpijn, de gewone voorboden van een aanval van haar hart kwaal. Och weet je, Ruth, nu en dan wil ik me graag een beetje in dat ziekenverplegen schikken, maar in den laatsten tijd komt er bij Hare Hoog heid bijna geen eind aan Mon Dicuik ben toch geen diakoues, die eeuwig en altijd den pols moet voelen laat hij dat koude weer een ander de nacht wake maar eens op zich nemen, ik bedank er voor En al wordt ook niet verlangd, dat ik me in haar vertrek zelf ophoud, ik moet toch in de kamer er naast zijn, voor 't geval dat er iets mocht gebeu ren. Een mooie rust voorwaar door de deur hoort men elk geluid, aau slapen valt in 't geheel niet te denken bij al dat gesteun en daarbij komt dan dikwijls nog de dansmuziek bij den jongen hertog Denk je soms, Ruth, dat al die beslommeringen en die gestoorde nachtrust jong en blozend maken Freule von Nievendloh schoot in een gedwongen lach. „Alles-vouz euik zou wel eens willen we ten wat mij verplicht mijn jonge jaren aan de prin ses op te offeren en zij wierp het hoofd met een ruk in den uek en haalde achteloos de schouders op. „Toen ik die ongeluksdagen zag naderen, heb ik me na tafel op mijn kamer teruggetrokken en me door mijn kamermeisje ziek laten melden; ik beu ook inderdaad verkouden, sedert ik uit de laat ste opera te voet naar liuis ben gegaan. Maar zie je, lieve, zoo gaat 't, wie het ongeluk treffen moet, kan het niet ontloopen. Ik meld me ziek, de prin ses is den volgenden dag weer friscli en gezond, prins Leopold en de verrukkelijkste van alle we- reldomzeilers komen plotseli ng opdagen, heden avond is er te hunner eere een familiesouper, en ik ben vervangen door freule von Sanden en moet thuis blijven, 't Is om dol te worden (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1