een lokaal voor den afslag van zeevlscli en tot ver bouwing van het politiebureau aan het Molenplein en dat bij herhaling door vele ingezetenen op het bauwen van een brug over het kanaal nabij de Vvindsteeg is aangedrongen, stelt het Dag. Bestuur voor om ter bestrijding van de kosten dezer bij zondere werken en ter aflossing van het restant der 4 procents leening eene nieuwe 3^°/0 geldleening te sluiten, ad f 100.000, de opcenten der belasting op het personeel van 60 tot op 70 te brengen en het bedrag van den te heffen hoofdelijken omslag met f3000 te verhoogen en dus tot f30 000 op te voe ren. De heer Over de Linden eeeft zijne ver wondering te kennen over het feit dat B. en W., niettegenstaande de ongunstige staat der gemeente- financiën, nog plannen hebben gemaakt om tot het bouwen van een brug over te gaan. Spr. wil het nut hiervan niet betwisten, doch meent dat de uitvoe ring van een werk van dezen omvang niet kan ge schieden zoolang de fondsen der gemeente niet in betere conditie zijn. Hij vreest tevens dat wanneer bij het aangaan eener nieuwe leening eene lagere rente wordt be dongen, ook den koers van het geld lager zal zijn, wat intusschen door den Voor/.itter wordt weerspro ken. De heer Over de Linden- betwijfelt verder of, nu de vorige 4°/0 leening nog van zoo jonge datum dagteekent, het oogenblik wel gekomen is om eene nieuwe aan te gaan, of men deze volteekend zal kunnen krijgen. De Voorzitter deelt mede dat reeds eene aanbieding uit Groningen is inge komen. Ook de heer Commissaris des Konings in deze provincie meent het oogenblik zeer geschikt om eene nieuwe leening te sluiten, gelijk bleek uit een onderhoud dat Voorzitter onlangs met Z. Ex. had. De heer Van Neck zou 't aangenaam vin den wanneer de gemeente, bij de tegenwoordige ^goedkoopte van het geld" van zijn schulden kon worden ontlast. Eene verhooging van hoofdelijken omslag en opcenten op het personeel zal echter te zwaar op de ingezetenen drukken, om den bouw van een brug hoe noodig overigens te wetti gen. wat den deer Van Wijngaarden aanleiding geeft tot de vraag of het pontvcer bij de Windsteeg, dat den pachter jaarlijks f1200 a 1300 opbrengt, dan óók geen belasting is, die onder een anderen vorm van de burgerij wordt gevorderd. De heer Kor- ver acht 't een verblijdend verschijnsel dat het Dag. Bestuur, bij de uitbreiding onzer gemeente, een open oog heeft voor de belangen der ingezetenen en den zoo noodzakelijken bouw eener brug aan de orde stelde. Hij geeft echter in overweging de voorstellen tot het aangaan eener leening en ver hooging der belastingen van elkander te scheiden en afzonderlijk te behandelen, wat, volgens mede- deeling van den Voorzitter, reeds in 't plan van het Dag. Bestuur ligt. De heer Over de Linden heeft minder reden zich te verblijden als den heer Kor- ver, nu de inkomsten der gemeente verminderen en de uitgaven daarentegen steeds hooger worden. De heer Korver doet uitkomen dat alle te stichten openbare werken het gebouw voor den afelag van zeevisch niet het minst der gemeente in den handel ten goede zullen komen. De heer Hordijk komt ter vergadering. De Voorzitter merkt op dat het voorstel tot het Btichten eener brug van het Dag. Bestuur is uitge gaan, omdat daarop reeds herhaaldelijk is aange drongen. Besluit nu de Raad echter dat de brug niet noodzakelijk is en is men een volgend jaar weer eene andere meeuing toegedaan, dan zal op nieuw een leening moeten worden gesloten. Hij dringt daarom op beëindiging dezer znak aan. De heer Over de Linden toont het wenschelijke aan om de leening aan te gaan tot een niet hooger bedrag dan noodig is voor conversie, vischafslag- gebouw en politie-bureau, waarmede de heer Van Neck zich volkomen kan vereenigen. Deze spreker verklaart zich voor het aangaan eener 3J°/0 leening ten bedrage van f 85000. De som der rente zou dan minder bedragen dan die der tegeuwoordige, terwijl evenwel verschillende werken zullen kunnen worden uitgevoerd. Een voorstel des Voorzitters tot het benoemen eener Commissie, om den Raad van advies te dienen, vindt geen instemming. De meeste leden wenschen deze aangelegenheid onmid dellijk te behandelen. Op voorstel van den heer Over de Linden wordt eerst bij acclamatie, later volgens den uitdrukkelijken wensch des Voorzitters bij hoofdelijke stemming, met eenparige stem men besloten dat eene geldleening zal worden aan gegaan tegen een maximuin-rente van 3£°/0. Vervolgens wordt met 8 tegen 6 stemmen be sloten het bedrag der leening te bepalen op f 85.000. Voor een leening ad f 100.000 stemden de heeren Bakker, Hoogenboscli, Korver, Vos, Van Wijngaar den en de Voorzitter. De heer Over de Linden vraagt of, nu tot het aangaan der geldleening i3 besloten, het voorstel tot verhooging der belastingen wordt ingetrokken, wat door den Voorzitter ontkennend wordt beant woordt. Die verhooging samen ongeveer f 7000 'sjaars bedragende is noodzakelijk voor de uit voering van verschillende werken en om de ge- gemeente in het bezit te stellen van voldoend kasgeld. De heer Maalsteed ineent dat, wanneer de verhoogde inkomsten volgende jaren niet noodig blijken, de belastingen op den ouden voet kunnen worden teruggebracht, wat echter door de meeste leden in twijfel wordt getrokken. De heer Van Neck is van oordeel dat eerst tot verhooging van den hoofdelijken omslag moet worden overgegaan wanneer uit de begrooting voor het volgend dienst jaar blijkt dat de gewone inkomsten ontoereikend zijn om de uitgaven te dekken. Er moet hier door ieder even hard gewerkt worden om in den strijd om het bestaan te kunnen volhardenzonder hooge noodzakelijkheid moet den belastingdruk dus niet worden verzwaard. De Voorzitter blijft op aanneming van het voorstel aandringen de ver hooging is, in verband met verschillende openbare werken, die op uitvoering wachten, onvermijdelijk. De heer Verfaille wenscht alleen de Hoofdelijke omslag te verhoogen, doch het aantal opcenten op de pcrsoneele belasting onveranderd te laten, terwijl de heer Over de Linden verklaart den maatregel alleen te zullen toestaan, indien deze eerst met in gang van 1891 wordt gevolgd. De heer Korver maakt er sommige leden een verwijt van- dat zij bij de behandeling der jongste begrooting te vrij gevig waren, wat tengevolge had dat de inkomsten nu niet toereikend zijn om de uitgaven te kunnen bestrijden. Hij heeft; bij zijn voorstel tot herziening der 8ckoolgeldheffing het denkbeeld aan de hand ge daan om den financiëclen toestand te verbeteren, zonder de ingezetenen zwaarder te belasten, toen maals echter zonder gevolg. - Na eeuige opmer kingen door de heeren van Neck, Vos en den Voor zitter, wordt ten slotte tot stemming overgegaan en het voorstel van B. en W. tot verhooging van het aantal opcenten op-de personeele belasttng met 10 en van het bedrag van den hoofdelijken omslag met f 3000, met 8 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Govers, Hordijk, Klik, Korver, Verfaille en Van Wijngaarden. Vervolgens werd nog besloten dat den maatregel met 1891 zal worden ingevoerd. De Voorzitter stelt voor aan de onderwijzeres W. Damave eene gratificatie te verleeuen, ten bedrage van f 30, wegens door haar verleende diensten in eene bestaande vacature. De heer Vos wenscht het voorstel van verdere strekking te doen zijn en eveneens toe te passen op andere onderwijzers of onderwijzeressen, die gedurende korter of langer tijd zonder toelage zijn werkzaam geweest. Hier over heeft eenige discussie plaaats tusschen de hee ren Korver, Van Wijngaarden, Vos en den Voor zitter. De heer Van Neck meent dat het voor stel des Voorzitters thans in behandeling moet ko men, terwijl over dat van den heer Vos in eene volgende vergadering kan worden beslist. Met 11 tegen 3 stemmen wordt de voorgestelde gratifi catie aan mcj. Damave verleend. Tegen stemden de heeren Govers, Korver en Van Wijngaarden. Ter berekening van pensioensbijdragen werd alsnn, conform het voorstel van B. en W. met eenparige stemmen besloten de huurprijs van de door de na volgende gemeente-ambtenaren bewoonde huizen aldus te berekenen: van den bode f 200; van den ambtenaar van der Wedde f 100; van den brigadier Bergman f 50; van den vader en de moeder in het Alg. Weeshuis f 100; terwijl de voeding van laatst genoemden wordt berekend tegen f 500, alles per jaar. Gelezen wordt een adres van het Bestuur der afdeeling Helder van de Vereeniging ter bevordering van Zondagsrust, inhoudende het verzoek om de doorvaart in het Held. kanaal op Zondag zoodanig te regelen dat ook de brugwachters van den rustdag kunnen genieten. De Voorzitter deelt mede dat B. en W. geen aanleiding hebben kunnen vinden den Raad in zake dit adres eenig voorstel te doen. Sommige beurtschepen, van hier op andere gemeenten varende, komen des Zondags aan; overigens heeft echter op dien dag de vaart zeer weinig te beduiden. Voor/., zou er, zoo noodig, toe bereid zijn, de vaart op Zondag te verbieden, voor zoover dit niet de beurt schepen betreft. De heer Over de Linden wenscht de vraag te zien opsrelost of de brugwachters, ten wier behoeve de wijziging gevraagd wordt, met het adres instemmen hem is daarvan niets gebleken. De heer Korver houdt eene uitvoerige rede, waarin hij het nut van de Zondagsrust auntoont en doet uitkomen dat het Bestuur der Vereeniging er steeds op bedacht is hèn in het genot van den rustdag te stellen, die daarvan geheel zijn verstoken, zooals o. a. de brugwachters, die niet in de gelegenheid zijn eene godsdienstoefening bij te wonen. Spr. heeft er zich bereids van verzekerd dat bij hen, dieeen veer houden op andere plaatsen, tegen het sluiten der bruggen op Zondag geenebezwaren bestaan. Anders is het met de z. g. melkschuiten, die waarsehijulijlf. xóo dat noodig mocht zijn, ook hun melk des Zondags wel vroeger konden aanbrengendat zou ook in 't be lang zijn van de melkverkooper, die nu hun melk laat ontvangen en daardoor ook den ganschen dag slaaf zijn. Spr. wenscht te vernemen of het Dag. Best. den Zondag zóó hoog acht dat het bereid is een voorstel in deze te doen.De Voorzitter wijst, den heer Korver op dat daartoe verschillende be zwaren in den weg staan. Hij kan er niet toe be sluiten den een te gerieven, ten koste van de belan gen van den ander en stelt daarom voor de zaak onveranderd te laten. De heer Van Neck acht de afsluiting van het kanaal op Zondag onmogelijk, zonder de schipperij te benadeelen. Door den heer Korver wordt nogmaals in den breede aange toond welke zedelijke belangen hierbij op het spel staan, wat den heer van Neck aanleiding geeft tot de opmerking dat de heer Korver de zaak verde digd als Voorzitter der Vereeniging die het ver zoekschrift inzond: dat komt volgens dezen spr. niet te pas. De heer Korver is hier als lid van den Raad en niet om de belangen van eene bepaalde partij voor te staan. De heer Korver toont zich door deze uitdrukking verontwaardigd. Te midden der discussie heeft de stemming plaats en wordt met 10 tegen 4 stemmen besloten op het verzoek van de Vereeniging ter bev. van Zondagsrust afwijzend te beschikken.Vóór inwilliging van het verzoek stemden de heeren Govers, Hoogenboscli, Korver en van Wijngaarden. Met algemeene stemmen wordt het suppletoir kohier belasting op de honden vastgesteld op een bedrag van f 96.25. Vervolgens worden gelezen en voor kennisgeving aangenomen: een brief van den heer Commissaris des Konings, behelzende de mededeeling dat door de Ministers van Oorlog en van Marine geen bezwaar is gemaakt tegen het aan de gemeente in erfpacht afstaan van een gedeelte grond aan de Buitenhaven, nabij de werf de Hoop, voor het bouwen van een lokaal voor den afslag van zeevisch, echter op voor waarde dat dc erfpacht ten allen tijde opzegbaar zij, en een brief van H.H. Ged. Staten dezer pro vincie, begeleidende het Kon. besluit, waarbij de aan de gemeente verleende consessie tot het houden eener Bank van Leening met 3 jaren wordt verlengd. Bij de gewone rondvraag merkt de heer Van Wijngaarden op, dat de afsluiting van verkeerswe gen voor rijtuigen, wat geschiedt wegens ziekte van een bewoner van een aan die wegen gelegen woning, dikwijls zeer langdurig is, waardoor het verkeer wordt belemmerd. De Voorzitter zegt daaraan reeds zijne aandacht te hebben geschonken en op onnoodige belemmering van het verkeer te zullen toezien. De hr. Korver verklaart zich door de uiting van den heer Van Neck bij de behandeling der Zondagsrust- quaestie beleedigd te gevoelen. Hij zegt strijd te voeren tegen alles, waardoor het godsdienstig leven wordt belemmerd. Waar hij spreekt van godsdienst oefening, zonder daarbij te voegen van welke partij, dan beweegt hij zich op onzijdig terrein en dat kan niemand spreker beletten. Volgens het oordeel van den heer Over de Linden moeten alle gods- dienst-quaesties buiten den Raad blijven. Hij zou 't meer gepast vinden als de heer Korver der ver gadering met zijne beschouwingen niet meer op hield, wanneer meer belangrijke zaken aan de orde zijn. De heer Korver en verschillende andere leden vragen hierop nog het woord, doch daar de Voorzitter verdere toelichting overbodig acht, sluit deze de vergadering. Helder. De lijsten, waarop men teekenen kan voor het dank- en huldeblijk aan mr. Ken- chenius, zijn door het bestuur der Anti-revol. Kiesvereeniging alhier reeds ter circuleering ge zonden. Helder. De heer J. Korver alhier schrijft in de Prov. N. Hr. Met genoegen las ik in uw blad een overdruk uit „de Boodschapper" in zake „Eigen Hulp" en acht ik het voor dit blad gelukkig, dat het zijne kolommen voor dien strijd opent. Ook hier ter plaatse heeft zich eene afdeeling van den Bond „Maatschappelijk Belang" gevestigd met ruim vijftig leden, 'k stel mij voor van tijd tot tijd een of ander vraagpunt in deze kwestie te behandelen en daarvoor beleefd een plaatsje in uw blad te verzoeken. Ditmaal het navolgende: Vraag met het oog op de wet, regelende den verkoop van sterken drank in het klein kan het de be doeling van den Wetgever zijn geweest de „Ver gunning" ook'te verleenen aan de coöperatieve vereenigingen Let wel, hier wordt niet bedoeld een sociëteit of club, ook niet een vennootschap die te haren behoeve een beheerder aansteld en een jaarlijksch dividend uitkeert over het maat schappelijk kapitaal, maar eene vereeniging, die, opgericht met het motief „armoede", verschil lende zaken inkoopt en onder de gezamenlijke koopers verdeeltis nu werkelijk een sober be staan de aanleiding voor E. H., hoe rijmt men dan dat die vereeniging, uit den drang der be hoefte geboren, „sterken drank" inkoopt voor eigen gebruik en, ook als verkooper van sterken drank aan anderen optreedt om door behaalde winst het uitzicht op gezamenlijk dividend te vergrooten M. i. werkt de coöperatie zeer onzedelijk; zij is dan juist door hare eigenaardige verhouding oorzaak van meerder gebruik en dat in tegen stelling van de wet, die indirect vermindering bedoelde. Een en ander resutneerende, komt steller dezer tot de conclusie, dat het recht van vergunning bij „Eigen Hulp" niet thuis behoort. Helder. Jl. Vrijdagavond had op de boven zaal van het „Tehuis voor Militairen" alhier de aangekondigde ledenvergadering plaats. Door 't bestuur werd in zijn verslag van gedane werk zaamheden o. m. melding gemaakt van circu laires aan de verschillende kerkeraden te dezer plaatse geschreven, waarop van de meesten een gunstig antwoord was ontvangen. Enkele leden en begunstigers waren toegetreden, maar dit alles is niet voldoende om 't „Tehuis" merkbaar te steunen. Zal het aan zijne bestemming beant woorden, dan moeten nog vele beurzen ontsloten worden. Verschillende sprekers vragen en be komen meer inlichtingen. Vervolgens kwam aan de orde de begrooting voor 1890, het jaarverslag en 't financieel verslag over 1889. Vooral de verschillende posten van ontvangst en uitgaaf over 1890 zijn een onderwerp van veel discussie. Door de vergadering wordt het bestuur gemach tigd om in overleg te treden met den Chr. Geref. Kerkeraad over verbouwing. Een tweede voorstel, hieraan toe te voegen, werd afgestemd. Men vond 't belangrijk genoeg om daarover opnieuw te vergaderen. Algemeen was de ver gadering van oordeel, dat de consumptie te hoog was. Besloten werd, zoodra dit eenigszins kon, het tarief te verlagen. Uit het jaarverslag over 1889 blijkt, dat er eene opleving der sympathie is te bespeuren, 't welk zich ook duidelijk uit sprak in de levendige discussie, die er over de belangrijke punten gevoerd werden. Het bestuur deelt nog mede, dat 't zich ook den steun zal trachten te verzekeren van de verschillende be kende Chr. Jongel.-Vereenigingen in deze pro vincie en van de Chr. pers. Het hoopt met de opkomst der nieuwe lichting ingezonden stukken te plaatsen, waarin ouders, voogden en predi kanten gewezen worden op het nut van een „Militair Tehuis". Vervolgens heeft er eene herstemming plaats voor een vijfde bestuurslid. Bij volstrekte meerderheid van stemmen werd daartoe gekozen de heer J. Korver, lid van den Gemeenteraad, die verklaarde de benoeming aan te nemen, vertrouwende dat leden en bestuurs leden het hem niet aan den noodigen steun zullen laten ontbreken. Vooral aan 't laatste punt der agenda: bespreking van de middelen tot opwekking van meerdere sympathie voor 't „Tehuis" en de algemeene besprekingen namen zeer veel sprekers deel. Moge ook deze alge meene vergadering bijdragen tot meerderen bloei van het „Tehuis voor Militairen" alhier! (Prov. N. Hr.) Texel. De Zang vereeniging „Harmonie" te Oosterend hield jl. Zaterdag hare laatste bij eenkomst in dit seizoen. De Vereeniging telt op heden 31 leden, terwijl de kas sluit met een batig slot van f 18.47. Texel. De Anti-revol. Kiesvereeniging „Nederland en Oranje" alhier heeft in hare algemeene vergadering van 8 dezer met alge meene stemmen besloten, adhaesie te betuigen aan de bekende motie van de Amsterdamsche Kiesvereeniging, in zake mr. Keuchenius. Schagen. Gemeenteraad. Zitting van Woens dag 26 Februari 1890. Voorzitter de lieer Burgemeester. Tegenwoordig zijn 9 leden; afwezig de heeren Stammes en Kooij. De notulen der vorige vergadering worden voor gelezen en ongewijzigd goedgekeurd. Mededeeling geschiedt van een ontvangen schrijven van Z. Exc. den minister van W. H. en Nijverheid, behelzende eene afwijzende beschikking op het ver zoek van den Raad, tot plaatsing eener brievenbus in de Heerstraat. De Voorz. herinnert aan het in de vorige vergadering medegedeeld afwijzend antwoord, van de Administratie der posterijen ont vangen wijl nu ook in hoogste ressort het verzoek niet voor inwilliging vatbaar is geacht, stelt hij voor in de beschikking te berusten en geen verdere pogingen tot verkrijging der verlangde hulpbus aan te wenden, waartoe eenparig wordt besloten. Naar aanleiding van het in de vorige zitting behandelde adres van D. Wit c. s., die beharding van een gedeelte van den Tolkerdijk verzoeken, geschiedt voorlezing van de in antwoord op 's Raads voorstel tot samenwerking van het Polderbestuur en van Heeren Kerkvoogden der Hervormde ge meente ontvangen brieven. Beide colleges achten zich om verschillende redenen niet geroepen aan het verzoek te voldoen. De Voorzitter doet opmerken dat besloten is, niet dan in samenwerking met beide genoemde besturen tot beharding van den weg over te gaan en stelt daarom voor alsnu aan adressanten kennis te geven dat hun verzoek niet kan worden ingewilligd, met welk voorstel alle leden zich vereenigen. Hierna wordt ter tafel gebracht een adres van den gemeente-veldwachter J. P. Apma, behelzende het verzoek om verhooging van zijn tracteraent, op grond dat dit, tot een bedrag van f 400 'sjaars, niet toereikend is om in de behoeften van zich en zijn gezin te voorzien. De Voorzitter licht het verzoek nader toe en geeft in overweging de jaar wedde van adressant met f 25 te verhoogen. De heer Plomp is met den Voorzitter van oordeal dat de gemeente-ambtenaren, wier plichtsbetrachting niet te wenschen overlaat, behoorlijk moeten worden bezoldigd. Hij doet daarom het voorstel het tracte- ment met f 50 's jaars te verhoogen. De Voor zitter acht eene zoodanige verhooging minder ge wettigd, nu adressant eerst een jaar in dienst der gemeente is. Nadat de heer Plomp zijn voorstel echter nogmaals heeft verdedigd, wordt dit met 8 stemmen tegen 1 aangenomen. Tegen stemde de heer Smit. De Voorzitter deelt mede dat B. en W. ingevolge de daartoe van den Raad ontvangen opdracht, in overleg met den gemeente-opzichter een nader onder zoek hebben ingesteld naar de terreinen, waarheen de mestvaalt zal kunnen worden verplaatst, en dat daarbij was gebleken dat het terrein-Kooij met in begrip van den aanleg pl. m. f 900 en dat vau den heer Kruijer ongeveer f 700 zal kosten. Volgens het oordeel des Voorzitters is het laatst genoemde voor het doel het meest geschikt. De heer Smit vind dat het terrein-Kruijer op te grooten afstand van de bebouwde kom der gemeente is gelegen, wat door den Voorzitter juist eene aanbe veling wordt geacht. De heer Plomp stelt voor dit terrein reeds nu aan te koopen, de betaling te doen geschieden met 1 Januari 1891 en de som voor dezen post uit te trekken op de begrooting voor het volgend dienstjaar. De heer Voorman kan zich hiermede vereenigen, doch wenscht dan in het koopcontract te zien opgenomen de bepaling dat, wanneer de Raad mocht besluiten reeds in den loop van dit jaar de mestvaalt naar het aan te koopen terrein te verplaatsen, hij daartoe gerechtigd zal zijn. Het voorstel-Plomp, aldus geamendeerd door den heer Voorman, wordt met algemeene stemmen aangenomen. In verband met de reeds vroeger uitgesproken wenschelijkheid tot invoering eener nieuwe klasse- ficatie voor de aanslagen in den hoofdelijken omslag, wordt een daartoe door B. en W. samengesteld ontwerp ter tafel gebracht. Blijkens toelichting des Voorzitter heeft deze nieuwe regeling ten doel de meergegoeden zwaarder te belasten en de min vermogenden te ontlasten. Dc heer Plomp doet het voorstel, de langste klasse (aanslagen van f 300 tot f 500) te doen vervallen, aangezien de baten, daarmede te behalen, niet zullen opwegen tegen de moeite, aan de invordering verbonden, waar mede alle leden zich verecnigen. De Voor zitter herinnert dat het kohier voor den hoof delijken omslag in de volgende vergadering zal moeten worden vastgesteld. Mitsdien zou het hem aangenaam zijn wanneer nog in deze zitting de nieuwe regeling de goedkeuring van den Rand kon verwerven. Deze wordt hierop met eenparige stem men verleend. Bij de gewone rondvraag wenscht de heer van der Maaten te vernemen tot op welken hoogte men thans is gevorderd met betrekking tot den aan te leggen nieuwen stationsweg, waarop door den Voor zitter wordt medegedeeld dat de vereischte goed keuring van den betrokken Minister' nog niet is ontvangen; waarschijnlijk is de ministeriëele crisis daarvan de oorzaak. De heer van der Maaten vraagt verder of het snoeien van hoornen, waarmede men voortdurend bezig is, voor de gemeente-financicn niet te bezwarend wordt, welke vraag door den Voorzitter ontkennend wordt beantwoordt. Indien echter mocht blijken dat de begroeting eenigszins wordt overschreden, dan zul dit nog geen bezwaar zijn, wijl hetgeen thans meer wordt uitgegeven, in volgende jaren kan worden bespaard. De Voorzitter vraagt machtiging de door het snoeien der boomen verkregen takkebosschen tegen 5 cent per stuk te mogen verkoopen, welke met algemeene stemmen wordt verleend. Verder niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter hierop de vergadering. Alkmaar, 26 Febr. De minister van Justitie kwam hedenmorgen ten kwart voor 11 ure Alkmaar een bezoek brengen Z. E. was vergezeld van dén heer Metzelaar, architect-in genieur voor de gebouwen der Justitie en ge vangenissen. Hoofdzakelijk gold het bezoek de rechtbank, die op den 19 dezer door brand zooveel schade heeft geleden. Z. E. gaf zijne ingenomenheid te kennen, dat de brand, die reeds zulk een omvang had genomen, zoo spoe dig is beteugeld geworden, waardoor zoo veel en zooveel belangrijks werd gespaard. Ook de maarregelen, die zijn genomen om de Justi- tieele zaken den gewonen loop te doen behou den, droegen de goedkeuring van Z, E. volko men weg. Wat de toekomst betrekkelijk deze aangelegenheid zal brengen, is nog niet met zekerheid bekend. Mogen al enkele plannen zijn besproken met den minister, niet vóór a.s. Vrijdag, als wanneer de Gemeenteraad plannen en voorstellen zal bespreken, kan hieromtrent iets kenbaar worden gemaakt. Oudkarspel. Den 22 dezer had in de herberg van den heer G. Slotemaker alhier de aanbesteding plaats van een nieuw woonhuis, tevens ingericht tot uitoefening van het landbouw bedrijf voor rekening van den heer Jb. Pranger alhier. Van de vier inschrijvers, met name

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 2