HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT
Jaargang 48.
M. 28. Woensdag 5 Maart 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. YAN BALEN.
(En desespereert nimmer1
Tan Pieterts. Coen.
Het Vaderlandt ghetrouwe
Blijf iele tot in den doet.
Wilhelmuslied.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post f 0.90.
Hef Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75.
Voer de abónnés dezer Courant in de gemeente f 0.30.
buiten de 0.35.
RED ACTEÜR-ÜITGE V ER
Molenplein 1 (>2/163.
Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
NEDERLAND.
HELDER, 4 Maart.
Een model-huisgezin en toch arm.
(Cijfers en vragen op sociaal gebied.)
In het Sociaal Weekblad vinden wij eene re
kening van een werkmansgezin over een tijdperk
van een jaar, met eene groote nauwkeurigheid
van dag tot dag opgeteekend. De redacteur van
genoemd weekblad staat voor de juistheid er
van in.
Men heeft hier te doen met een model-gezin,
dat maakt de zaak zooveel te belangrijker. Maar
laten wij de cijfers en de feiten laten spreken.
De man is werkman op eene fabriek in een
der grootste provinciesteden van ons land en
heeft een weekloon van f 9.of per jaar 468.
Behalve dit heeft het gezin eenige bij
verdiensten.
Met schrijfwerk verdiende de man 30.50
Als huisbewaarder gedurende 5 we
ken ontving hij25.
aan welke betrekking bovendien gedu
rende dien tijd was verbonden vrij aard
appelen, brandstof en petroleum.
De vrouw verdiende met naaiwerk 40.82
Enkele kleine buitenkansjes gaven
nog18.
terwijl ten slotte een erfenisje ontvangen
werd van14-
Te zamen 596.32
Als men nu in aanmerking neemt, dat door
den patroon wekelijks f 1.op de Spaarbank
gebracht wordt ten name van den werkman
dat door denzelfde eene premie van f 15.42
'sjaars wordt betaald, ter verzekering van een
pensioen van f3.op 60 jarigen leeftijd en
dat het gezin slechts bestaat uit man, vrouw en
één kind, dan zal niemand beweren, dat deze
werkman een der minsten onder zijn broederen is.
Als wij verder de rekening nazien, en wij ont
dekken, dat er geen cent voor sterken drank in
voorkomtgeen cent voor verteering van den man
buitenshuis, dan zal een ieder toestemmen, dat
we hier met een model-huisgezin te doen hebben.
Billijkerwijs zou er veel op deze rekening zijn
af te dingen. Onder de inkomsten toch komen
gelden voor, die niet tot het vaste inkomen kun
nen en mogen gerekend worden. Om te begin
nen moet men, om eerlijk te zijn tegenover den
werkman, er aftrekken
Feuilleton van do Heldcrsche- en Nieuwedieper Courant.
ELZENKONINGIN.
Eoman door N. VON ESCHSTRUTH.
Ruth was zich zelve weer volkomen meester, zij
haalde het briefje uit haar zak en overhandigde het
aan den jongen officier.
„Leeszei ze zacht zonder op te zien.
Norbert doorliep vluchtig den inhoud der weinige
regels, en gaf daarop het strookje papier terug
„Nu begrijp ik't," antwoordde hij kalmer, „maar
toch zie ik nog niet in, waarom gij uw weg door
deze afgelegen gangen gekozen hebt."
„Ik kon niet anders, de prins hield de zaaldeur
in het oog en ik moest onopgemerkt verdwijnen
toen schoot me deze weg te binnen." Een hui
vering doortrilde hare gestalte en deed haar even
klappertanden. Norbert liet een vluchtigen blik
over haar gaan.
„En gij hebt niet eens een doek meegenomen
zei hij half berispend, wierp haastig zijn overjas van
de schouders en wilde haar dit kleedingstuk over
handigen „minstens was dat erg onnadenkend, freule,
hier neem mijn mantel
Een gloeiend rood steeg haar naar de wangen,
de oudé trots herleefde eensklaps, en de gedachte
aan de eens zoo minachtend bespotte matrozenkleedij
deed haar de lippen opeenklemmen. „Dank u
zei ze kort af, „ik heb 't volstrekt niet koud."
Norbert kreeg een oogenblik een gevoel, alsof
hij haar den mantel voor de voeten moest werpen,
en haar om dien hooghartigen blik voor altijd den
xuer toekeeren, doch zijn verstand behield den bo
ventoon.
„Wees toch niet kinderachtig," klonk het wre
velig, bijna gebiedend van zijn lippen, „en breng
nw haat niet over op dingen, die in 't geheel niet
helpen kunnen, dat ze mij toebehooren. Sla den
mantel om, 'tis koud hier," en zonder antwoord
i°. het erfenisje van14.-
20. het salaris als huisbewaarder ge
durende 5 weken ad 25.-
en
30. het daarvoor verkregen vrije ge
bruik, gedurende dien tijd, van aard
appelen, brandstof en petroleum.
Dit laatste niet medegerekend ver
mindert dan het inkomen met39.
596.32 39.— geeft 557.32 of p. ra.
10.68 per week.
Welnu, ondanks al deze, voor een werkmans
gezin gunstige omstandigheden, leed men armoe
de. Wel verzekert de werkman ons, dat hij
eene zekere welvaart in zijne woning genoot en
dat zij fatsoenlijke kleeding hadden, doch tevens
verzekert hij ook „dat er slechts éénmaal per iceek
vleesch kon worden gegeten en dan nog dikwijls
paardenvleesch."
Ziedaar waarom wij boven deze schets zetten
„Hen modél-liuisgezin en toch arm." Want moch
ten er onder onze lezers zijn, die beweren wil
len, dat het gebruiken'1 van vleesch slechts één
maal per week en dan nog wel paardenvleesch,
geen teeken van armoede is (en het kan wezen
dat er zoodanigen zijn) dan wenschen wij u even
er op attent te maken, dat dit huisgezin onder
de gunstigste omstandigheden leefde. Die om
standigheden kunnen en moeten noodzakelijk
veranderen, zoodra het gezin door ziekte be
zocht wordt, of zoodra het huisgezin wordt ver
meerderd, gezwegen nog van het houden van
de buitengewone verdiensten van den man of de
vrouw of van beiden.
Ziedaar bedroevende cijfers en feiten die tot
nadenken stemmen. Waar en hoe is de oplos
sing te vinden van dit groote vraagstuk?
Als nu deze werkman onder de gegeven al
lergunstigste omstandigheden armoede lijdt, wat
moet hij dan doen, als zijn bijverdiensten ophou
den, het huisgezin vermeerderd is en ziekte in
de woning treedt? Wat zal hij met zijn f 9.
weekgeld uitrichten in zoodanig geval, en wie
zal het oppassende gezin dan voor gebrek be
waren
Nogeens waar en hoe is de oplossing te vin
den van dit voornaamste der sociale vraagstuk
ken?
Op voordracht van den minister van Bin-
nenlandsche Zaken zijn deze en de commissaris
sen des Konings in de provinciën bij Kon.
besluit gemachtigd, ter bewerking van de uit
komsten der zevende algemeene tienjaarlijksche
volkstelling in den loop van het jaar 1890 tij
delijk personen in dienst te nemen op eene be
looning, te bepalen door hem, die van deze mach
tiging gebruik maakt.
Naar de „Stand." verneemt heeft mr. L.
W. C. Keuchenius zich bereid verklaard een can-
didatuur voor de Tweede Kamer voor het district
Goes te aanvaarden.
af te wachten, wierp hij den mantel om de schou
ders der jonge dame. „Kom, men wacht u stellig
vol angst en bezorgdheid bij de prinses
Schuchter als een verlegen kind volgde Ruth zijn
wenk. Zijn gebiedende manier was haar vreemd,
maar ze beviel haar, ze paste bij dat trotsche voor
hoofd.
„Wilt gij mij begeleiden waagde zij zacht te
vragen, „0, maar dat is volstrekt niet noodig, ik
ben nu niet meer bang
„Ik zal u vergezellenDe toon zijner stem liet
geen tegenspraak toe, maar toch sloeg Ruth den
blik naar hem op, en aarzelde om verder voort te
gaan.
„Houd ik u soms op
„Neen
Kij keek haar niet aan, koel en sprakeloos stapte
hij naast haar voort, en Elzenkoningin trok den
donkeren mantel vaster om de leden en liep zwij
gend naast hem. Het zware laken plooide zich met
weldadige warmte om hals en armen, verbaasd dat
het zooveel boeiende schoonheid mocht omhullen
en gedachtig aan den tijd, toen de woeste zeestorm
het witte schuim der golven hoog deed opspatten.
Ruth's borst ademde ruimer bij de gedachte aan
al wat dit eenvoudig kleedingstuk had beleefd
streelend liet zij er haar hand overheen glijden, en
zij wikkelde er zich met zulk een genot in als een
vogeltje, dat na een dolend rondfladderen eindelijk
weer in zijn nestje wegduikt.
Trap op trap af ging 't, door een eindelooze
reeks van gangen en schuilhoeken. Geen van bei
den sprak een woord, slechts eenmaal, toen de
sleep van Elzenkoningin aan een spijker bleef ha
ken, bukte Norbert even om den zoom weer los te
maken.
„Dank u wel, meneer de Sangoulcme, de weg is
hier een beetje onveilig." Ruth wachtte op een
antwoord, daar echter de marine-officier hardnekkig
het zwijgen bewaarde, vervolgde zij weifelend
„Hoe komt 't toch eigenlijk, dat we elkaar hier
in deze afgelegen gangen hebben ontmoetbehalve
or.s valt er geen schepsel te hooren of te zien, en
Het voorbeeld van St. Anna-Parochie, waar
de heer Domela Nieuwenhuis in de kerk optrad,
schijnt navolging te zullen vinden. In het tot
de gemeente Weststellingwerf behoorende Olde-
en Nijeholtspade worden pogingen aangewend
om het kerkgebouw beschikbaar te stellen voor
eene rheeting waarin een lid van den bond voor
algemeen kies- en stemrecht als spreker zal op
treden. Er circuleert namelijk een adres totdat
doel, waarop reeds door een honderdtal personen
geteekend is.
De „Kerkelijke Courant" veroordeelt zeer
scherp de beweging door de „Standaard" begon
nen, omdat de heer Keuchenius gevallen is. Het
blad protesteert in naam van den godsdienst te
gen zulk bedrijf. Het zegt
Met listige berekening heeft „De Standaard"
het feit, dat de minister Keuchenius zichzelfon-
mogelijk had gemaakt, aangegrepen om de po
sitie van de zuivere Kuyperianen te versterken.
De antirevolutionaire kiesvereenigingen werden
er toe gebracht om het voorbeeld te volgen van
de Amsterdamsche Vereeniging, waar onder de
leiding van Oversteeg, den bekenden colporteur
van dr. Kuyper's Universiteit, eene motie van
afkeuring over de houding der Eerste Kamer
werd aangenomen eene motie, den stijl en
den geest van den meester duidelijk genoeg open
barende. Het heir van blaadjes, dat onder de
redactie van antirevolutionaire predikanten en
vooral schoolmeesters de publieke opinie moet
leiden, ging meê met „de actie" van het hoofd
orgaan.
En met welke middelen is de agitatie opge
wekt en gaande gehouden
De „Standaard heeft weêr getoond, dat hij,
zelf van alle hooger leven ontbloot, den eerbied
voor het heilige geheel heeft verloren. Watiede-
ren Christen dierbaar is, wat te hoog en te ver
heven moest worden geacht om in den politie-
ken strijd, waaraan ieder burger meê doet, te
worde; - gemengd, is door het blad in het strijd
perk gesleept, God en zijne GenadeChristus en
het Evangelie en het Kruisde Christelijke Oot
moed zelfs en het Gebed zij werden door het
niets ontziende orgaan als de middelen gebezigd
om de eenvoudige, maar ook niet-eenvoudige
schare op te hitsen.
De Hooge Raad heeft beslist dat een ge
scheiden echtgenoot aan zijne gescheiden vrouw,
ook als zij hertrouwd is, onderstand verschuldigd
is zoolang hij niet heeft bewezen dat zij genoeg
zaam onderhouden wordt.
Voorts is beslist dat degene die bouwmateria
len koopt met het doel daarvan huizen te bou
wen, geen daad van koophandel verricht als het
doel is die huizen met winst te verkoopen.
Naar de „N. R. Ct." verneemt, is een amen
dement op de pensioenwetten te wachten, getee
kend door leden van alle richtingen in de Ka
mer, ten doel hebbende om aan de zoogenaamde
„oude weduwen" alsnog pensioen toe te kennen.
De legerwetten zijn thans in behandeling
bij den ministerraad.
dezen kant uit zijn toch enkel de vertrekken der
prinses gelegen
Een vluchtige blik uit zijn oogen trof de spreek
ster.
„Ik koesterde denzelfden wensch als gij, namelijk
de balzaal onopgemerkt te verlaten," antwoordde
hij koeltjes„Prins Leopold gaf me op mijn drin
gend verzoek verlof daartoe en een lakei heeft me
aan mantel en sabel geholpen en me uitgeduid, hoe
ik door dezen slotvleug'el onopgemerkt de vertrek
ken van den prins kon bereiken. Ook vond ik in
den wintertuin de deur ongesloten en hoopte mijn
weg te vinden. Ongelukkig echter hééft geen
Ariadne mij een kluwen meegegeven en het was
me onmogelijk het verdwalen te vermijden. Juist
wilde ik naar de zaal terugkecren, toen ik, geheel
onvoorbereid op zulk een ontmoeting, u in de lange
gang aantrof."
„Hierheen, rechts de deur door, meneer de San
goulcme Ziezoo, eindelijk ben ik aan het doel en
bedank u ten zeerste voor 't gebruik van uw man
tel en voor uw geleideik hoop maar, dat ik u
niet al te lang opgehouden hebFreule von Al-
tingen trachtte de gesp van de mantelkraag los te
haken en morrelde met haar vingertjes ongeduldig
aan de sluiting't ging heel lastigde gesp zat
in het loshangende haar vastgehecht en was,
in weerwil van al haar tobben, maar niet los te
krijgen.
„Vergun me, dat ik even een poging waag,
freule," zoo bood Norbert met een kloppend hart
zijn hulp aan, en Ruth hief zonder tegenstreven
het donzige kinnetje op, om hem het werk ge
makkelijker te maken.
Een oogenblik kwam de hand van den jongen
man in aanraking met de fluweelige huid van haar
halsals een vuurstroom doortintelde het hem en
het bloed steeg hem naar de slapen, maar toch ver
trok hij geen spier van zijn ernstig gelaat.
„Nietwaar, 't gaat niet vroeg de eigenares van
Altingen met een licht vertrekken van den mond.
„Och, doe alsjeblieft geen verdere moeite, meneer
de Sangoulème, ik zal er de haarvlok maar aan
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van Vrijdag 28 Februari.
De Kamer benoemde heden met 44 stemmen,
tegen 40 op den heer Vos de Waal, tot haren
commiesgriffier mr. R. j. H. Parijn, alhier.
Bij de algemeene beraadslagingen over de
Pensioenwetten voerde alleen de heer Clercxhet
woord, ten betooge dat uitstel niet langer kon
gedoogd worden en dat regeling der belangen
van de „oude weduwen" wenschelijk is.
De minister van Financiën echter was, voor-
loopig althans, niet bereid om in laatstbedoelden
zin iets te doen.
Na goedkeuring van art. x is de verdere be
raadslaging verdaagd tot Dinsdag om 11 uur.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. De Chr. Jong.-Vereeniging „Uw
Heil komt", alhier, hoopt op Woensdag 5 Maart
a. s. in de Chr. Ger. Kerk alhier eene buitenge
wone openbare wintervergadering te houden. De
heer J. E. Vonkenberg Ez. van Amsterdam hoopt
D. V. als spreker op te treden. Onderwerp „on
bekend en toch miskend". De heer Vonkenberg
is de nog jeugdige voorzitter van den Ned. Bond
van Jong.-Vereen, op Ger. grondslag. De heer
N. Oosterbaan Jr., 2e voorzitter van bedoelden
Ger. Bond en van „Uw Heil komt," heeft dien
avond als onderwerp van bespreking gekozen
„De jongeling als militair". Verder heeft de heer
F. de Boer, oud-kweekeling van 't Blinden-In-
stituut te Amsterdam, bereidwillig zijne mede
werking toegezegd door zijn orgelspel en zang.
(Zie achterstaande annonce).
Helder. Lijst van brieven, geadresseerd
aan onbekenden," verzonden door het Postkan
toor alhier, gedurende de eerste helft der maand
Februari
Mej. R. de Vries, G. Schuurman en H. de
Keizer, allen te Amsterdam Hartendorff, te Rot
terdam.
Van Anna Paulowna
Roman Weissmann, te Amsterdam.
Briefkaart
B. W. G. Bakker, te Amsterdam.
Amerika. Brieven
E. J. F. Champ Sury, Detroit.
Gemeenteraad van Helder. Buitengewone
zitting van Maandag 3 Maart 1890.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Aanwezig alle leden.
Op de tribune is geen plaatsje onbezet.
Na de opening der vergadering, lezing en goed
keuring der gehouden aanteekeningen van het ver
handelde in de vorige zitting, geschiedt voorlezing
van een door de heeren Korver, van Wijngaarden,
opofferen, anders ben ik over een uur nog niet in
de balzaal terugEn met een vlug gebaar rukte
zij den mantel los en gaf dien haastig aan zijn be
zitter terug. „Nogmaals mijn hartelijken dank, ik
hoop maar, dat ik de gesp niet stuk getrokken heb
Zij glimlachte en trok aan de schel naast de ge
beeldhouwde deur, waarop zich van binnen langzame
schreden lieten hooren.
Norbert sloeg den mantel over zijn arm. „Gij
zult u zeker door Hoveland terug laten brengen
vroeg hij kortaf.
„Dat denk ik wel!"
„Goeden avond, freule!" Hij wendde zich om en
verwijderde zich langzaam.
Zachtjes werd de deur geopend en, na een paai'
gefluisterde woorden, gleed de witte gestalte der
jonge dame naar binnen en verdween achter de
knarsende eikenhouten deur. Norbert echter trad
wat ter zijde in een vensternis en liet het fraai ge
vormde hoofd op de hand ruften. Hoe licht kon
't gebeuren, dat Hoveland niet eens meer aanwezig
was en Elzenkoningin alleen terug zou moeten
keeren in ieder geval was het beter, dat hij bier
ongemerkt bleef wachten. De maan kwam van
achter de wolken te voorschijn en wierp een bleeken
lichtstraal door de ronde vensterglazen. Hij viel
dwars over den mantel op Sangoulème's arm, en
toen de blik van den jongen man hem volgde, be
speurde hij aan den bovensten haak een paar
glinsterende draden.
Met hartstochtelijke haast drukte hij de goud
blonde haren aan zijn lippen, bevrijdde ze voor
zichtig uit hun gevangenschap en borg ze in de
brieventasch in zijn borstzak.
„De hemel weet, hoe lief ik mijn blond meisje
hebmompelde hij zacht bij zichzelven en hij
drukte het brandend voorhoofd tegen de koude
ruiten en wachtte.
(Wordt vervolgd.)